22 026 Nederlands deel van een hogesnelheidsspoorverbinding Amsterdam-Brussel-Parijs en Utrecht-Arnhem-Duitse grens

Nr. 367 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 oktober 2012

Op 30 mei 2012 is in de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu besproken dat er een notaoverleg zal worden gepland over de nieuwe vervoerconcessie voor het hoofdrailnet.

Recent is vanuit de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu de vraag gesteld wanneer uiterlijk een dergelijk overleg moet plaatsvinden.

De nieuwe vervoerconcessie gaat in per 1 januari 2015. Om de vervoerder in de gelegenheid te stellen zich voor te bereiden op de nieuwe concessie wil ik de concessie één jaar voor de ingangsdatum verlenen (eind 2013). Op grond van de PSO Verordening ((EG) Nr. 1370/2007, artikel 7, tweede lid) moet tussen het moment van verlenen van de concessie en het moment waarop ik informatie met betrekking tot de voorgenomen gunning in Europa kenbaar maak, tenminste één jaar zitten. Daarom wil ik uiterlijk eind van dit jaar het voornemen in Europa kenbaar maken. Hierna volgt een proces van onder meer uitwerking van de concessie, adviesaanvragen (voor de zomer van 2013) en voorhang in de Eerste en Tweede Kamer (in het najaar van 2013).

Gelet op vorenstaande planning wil ik het notaoverleg over onder meer het beleidsvoornemen voor de nieuwe hoofdrailnet concessie uiterlijk begin december 2012 met uw Kamer voeren.

De minister van Infrastructuur en Milieu, M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven