29 665 Evaluatie Schipholbeleid

Nr. 182 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 december 2012

Met deze brief wil ik u aankondigen dat ik voornemens ben om uitvoering te geven aan een al eerder genomen besluit, zoals verwoord in het Kabinetsstandpunt Schiphol1, om op korte termijn de grenswaarde voor koolmonoxide uit het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB) te schrappen. In dit besluit is reeds geconstateerd (en dat geldt nog steeds) dat de huidige grenswaarden voor luchtverontreinigende stoffen in het LVB weinig effectief zijn in het beperken van de uitstoot van deze stoffen; ze dragen nauwelijks bij aan de verbetering van de luchtkwaliteit in de omgeving van de luchthaven. Belangrijker nog, het sturen op koolmonoxide (waarvoor in de laatste handhavingrapportage Schiphol van de Inspectie Leefomgeving en Transport2 is aangegeven dat er een overschrijding van de grenswaarde dreigt), kan een perverse werking hebben op de uitstoot van andere stoffen of op geluid. Het bijvoorbeeld inzetten van zwaardere toestellen om daarmee (in de berekeningssystematiek) voor koolmonoxide op een gunstig resultaat uit te komen, leidt aan de andere kant tot een verhoging van de kooldioxide-uitstoot en productie van meer geluid. Laatstgenoemde aspecten zijn nu juist zaken waar de luchtvaartsector maximaal op wil sturen, niet in het minst vanwege de impact van deze aspecten op klimaat en omgeving.

Naast de bestaande wettelijke kaders voor luchtkwaliteit (concentratienormen in de Wet milieubeheer) en beperking van de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen (NEC richtlijn met nationale emissieplafonds) wil ik kijken voor welke luchtverontreinigende stoffen specifiek sectorbeleid wenselijk én effectief is zonder perverse werking op andere emissies waarop strikte sturing noodzakelijk is.

Door het schrappen van CO komt het beschermingsniveau dat werd geboden bij de overgang naar de nieuwe luchtvaartwetgeving niet in het gedrang. Bij de aanpassing van de wetgeving zal voor de Kamer inzichtelijk gemaakt worden dat ook bij een ontwikkeling tot 510 000 vliegtuigbewegingen de emissies blijven onder het hierboven bedoelde beschermingsniveau.

Al langer is bekend dat koolmonoxide voor de lokale luchtverontreiniging in Nederland al jaren geen probleem meer vormt3. Voor het monitoren en bewaken van de concentratiegrenswaarden van alle luchtverontreinigende stoffen (in het kader van luchtkwaliteit en daarmee in relatie tot de bescherming van de omgeving) is ook een ander wettelijk kader van kracht, namelijk de Wet milieubeheer. Uit de actuele situatie van de Nederlandse luchtkwaliteit – in beeld gebracht in de jaarlijkse monitor van het RIVM4 – komt naar voren dat de stoffen koolmonoxide, vluchtige organische stoffen en zwaveldioxide een dalende trend laten zien. Hoewel deze dalende trend de laatste jaren wat is afgevlakt, liggen de concentraties nog ver onder het Europese maximum. Ik zie dan ook geen reden meer om specifiek voor koolmonoxide beperkingen op te leggen aan de luchtvaart op Schiphol.

Kijken we naar het beperken van de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen, dan gelden hiervoor in Nederland de emissieplafonds zoals deze Europees zijn vastgesteld in de NEC-richtlijn. De stof koolmonoxide maakt hier geen deel van uit. Voor de stoffen die wél nationale monitoring behoeven zijn in onze nationale implementatie aparte sectorplafonds gemaakt waarin we ook voor de luchtvaart (de start- en landingscycli tot 3 000 ft, de grens dat effect kan worden verwacht) meenemen als onderdeel van de totale verkeerssector.

Het voornemen om de grenswaarde voor koolmonoxide uit het LVB te schrappen zal bij voorkeur worden meegenomen in de eventuele wijziging van de Wet luchtvaart als gevolg van het Nieuwe Normen en Handhavingstelsel, of zo nodig op zo kort mogelijke termijn in een separaat wetgevingstraject.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Kabinetsstandpunt Schiphol 2006, pag. 34.

X Noot
2

Handhavingrapportage Schiphol d.d. 16 juli 2012, op 2 oktober jl. gezonden aan de Tweede Kamer, Kamerstuk 29 665, nr. 177

X Noot
3

Uit: Jaaroverzicht Luchtkwaliteit 2011 RIVM: «De concentraties van koolmonoxide en zwaveldioxide in de buitenlucht zijn de afgelopen decennia aanzienlijk teruggelopen. Door de sterk teruglopende concentraties is de meetverplichting van deze componenten drastisch afgenomen (Swaluw et al., 2012a, Swaluw et. al., 2012b).»

X Noot
4

Jaaroverzicht Luchtkwaliteit 2011, RIVM.

Naar boven