Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 november 2012
Hierbij informeer ik u zoals gevraagd bij brief van 8 november 2012, over de stand
van zaken over de verloskundige zorg te Meppel.
Na de aanvankelijk te snel genomen beslissing om te stoppen met de acute verloskundige
zorg in Meppel van eerder dit jaar is een nieuw en zorgvuldig proces gestart om met
alle lokale betrokkenen te spreken en te overleggen. Dat proces is gemedieerd door
het College Perinatale Zorg (CPZ) en de Commissaris van de Koningin van de provincie
Drenthe, de heer Tichelaar. Zij kwamen tot de conclusie dat hoor/wederhoor en betrokkenheid
van belanghebbenden onvoldoende was geweest. Vervolgens zijn de partijen in de regio
zelf opnieuw het proces gestart, onder leiding van professor Blijham, die als onafhankelijk
deskundige is ingehuurd om, in overleg met alle betrokkenen, een advies te geven over
de toekomst van de verloskundige zorg in de regio. Hij heeft hierbij ook alternatieve
voorstellen, zoals het satellietmodel waarin artsen uit Zwolle diensten draaien in
Meppel, meegenomen in zijn analyse. Het bestuur van de Noorderboog heeft mij aangegeven
dat zij het rapport van de heer Blijham serieus hebben mee laten wegen in de besluitvorming.
Zo is dit ook afgesproken met de heer Tichelaar.
De Raad van Bestuur van Zorgcombinatie Noorderboog heeft, omwille van kwaliteit en
doelmatigheid het besluit genomen om bevallingen vanaf 1 januari 2013 niet meer in
het Diaconessenhuis te laten plaatsvinden. Doorslaggevend voor dit besluit is het
gegeven dat goede bevallingszorg in de nabije toekomst in Meppel niet te garanderen
is vanwege het aanstaande lokale tekort aan gynaecologen. Dit tekort volgt op het
pensioen van een van de in Meppel werkzame gynaecologen. De partijen hebben aangegeven
dat het uitgangspunt voor dit besluit is, dat zorg dichtbij wordt geboden waar het
kan en verder weg waar het niet anders kan. De begeleiding tijdens en na afloop van
de zwangerschap verandert niet en blijft gewoon in handen van de vertrouwde gynaecoloog
dichtbij in het Diaconessenhuis.
Om het besluit te effectueren dient de regio ook in de nieuwe situatie per 1 januari
2013 aan de voorwaarden voor bereikbaarheid en kwaliteit te voldoen. Ten eerste heeft
Achmea een aantal afspraken met de Regionale Ambulancevoorzieningen (RAV-en) gemaakt,
waarvan onderzoek van het RIVM aantoont dat de bereikbaarheid in de regio zelfs verbetert.
Ten tweede dienen verloskundigen en gynaecologen goede samenwerkingsafspraken met
elkaar maken. Het is in eerste instantie aan de verloskundigen en gynaecologen om
deze afspraken te maken. De verzekeraar Achmea geeft aan dat zij dit proces monitort
en waar nodig de regie neemt. Achmea heeft de eis van deelname aan een goed werkend
Verloskundige Samenwerkingsverband (VSV) vanaf 2013 ook opgenomen in de contracten
geboortezorg. Om voor een contract in aanmerking te komen is deelname aan een goed
werkend VSV een vereiste. Dit geldt zowel voor de contracten met verloskundigen als
voor de contracten met het ziekenhuis (gynaecologen). De verloskundigen hebben bij
mij aangegeven dat zij zich willen inzetten om zo snel en goed mogelijk invulling
te geven aan de randvoorwaarden om ook na 1 januari 2013 verantwoorde zorg te leveren.
De IGZ zal erop blijven toezien dat ook in de nieuwe situatie per 1 januari 2013 aan
de randvoorwaarden voor kwaliteit en bereikbaarheid in de regio wordt voldaan.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. I. Schippers