24 077 Drugbeleid

Nr. 295 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 november 2012

I. Inleiding

Naar aanleiding van Kamervragen van het lid Çörüz (TK 2011 – 2012, nr. 1880) en vragen tijdens het plenair debat hoofdlijnen drugsbeleid d.d. 1 en 28 maart 2012 (Handelingen II, 2011/12, nr. 58, item 7, blz. 44–89 en nr. 69, item 8, blz. 39–90), heb ik u een beeld toegezegd van de omvang van drugshandel via het internet. Dit mede tegen de achtergrond van de reeds ingezette versterkte aanpak van drugscriminaliteit en de aanpak van cybercrime. Daartoe heb ik de politie verzocht om een inventarisatie uit te voeren naar de omvang van drugshandel op internet. De resultaten hiervan geef ik kort weer. Daarbij zal ik ook ingaan op de te nemen vervolgstappen.

II. Opzet van de inventarisatie

In de inventarisatie – die is uitgevoerd door het KLPD – stond de volgende vraag centraal:

In welke mate worden drugs, grondstoffen en kweekbenodigdheden via het internet te koop aangeboden?

Geïnventariseerd is in hoeverre deze handelingen plaatsvinden op specifieke websites en algemene verkoopsites, sociale netwerksites, anonieme The Onion Router (TOR)-netwerken etc.

Er is gebruik gemaakt van informatie die is verzameld tussen 2010 en juli 2012. Hierbij zijn zowel open als gesloten bronnen gebruikt; onder meer politiesystemen, rechtshulpverzoeken, (buitenlandse) intelligence rapporten, mediaberichten en rapportages van het European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction (EMCDDA), United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC) en de International Narcotics Control Board (INCB).

III. Bevindingen op hoofdlijnen

De inventarisatie geeft een eerste beeld van de omvang van drugshandel via het internet, zowel aan de vraag- als aan de aanbodkant, waaruit het volgende blijkt:

  • Op Nederlandstalige websites worden regelmatig allerhande drugs aangeboden, waarbij dit aanbod gericht lijkt te zijn op Nederlandse gebruikers;

  • Hoewel het per geval gaat om relatief kleine hoeveelheden, zou de variëteit aan soorten drugs en de eenvoud waarmee vraag- en aanbod elkaar online vinden, kunnen duiden op een grote hoeveelheid drugs die op deze wijze verhandeld wordt;

  • Op internet is eveneens aanbod van nieuwe psychoactieve stoffen (NPS), de precursor GBL en kweekbenodigdheden voor hennep en hennepzaden. Voor het kopen en bestellen van kweekbenodigdheden zijn er talloze aanbieders (growshops);

  • Het aanbod lijkt via twee «routes» te verlopen. Er zijn aanbieders die op reguliere en openbaar toegankelijke websites drugs aanbieden. Ook is sprake van aanbieders die professioneel en georganiseerd te werk gaan en een internationaal afzetgebied hebben. Zij werken via anonieme, besloten netwerken en zogeheten TOR-netwerken. Over de mate waarin drugs via deze besloten netwerken worden aangeboden, bestaat geen duidelijk beeld, noch over het Nederlandse aandeel hierin;

  • In politiebronnen wordt Nederland genoemd als bronland van aanbieders en leveranciers van drugs op/via internet. Australië en Nieuw-Zeeland lijken belangrijke bestemmingslanden van (synthetische) drugs die via het internet in Nederland worden besteld;

  • Er zijn geen aanwijzingen waaruit blijkt dat websites, die drugs aanbieden op grote schaal gebruikt worden om mensen op te lichten of (persoonlijke) gegevens te achterhalen (phishing).

Uit dit eerste beeld van de inventarisatie kan worden afgeleid:

  • 1) Op basis van deze eerste inventarisatie is nog weinig te zeggen over de werkelijke omvang en aard van de drugshandel via internet;

  • 2) Tegelijkertijd is duidelijk dat drugshandel, waarbij het internet het kanaal is voor het leggen van de contacten, steeds meer een serieus te nemen problematiek is, die vraagt om concrete, daarop toegespitste acties.

IV. Vervolgstappen

Doelstelling is om – in het verlengde van het voorgaande – meer inzicht te verkrijgen in dit fenomeen en de diensten in staat te stellen om de drugshandel via internet effectief aan te pakken.

Voorafgaand aan het concreet benoemen van vervolgstappen, is een aantal meer algemene opmerkingen op zijn plaats:

  • 1) Waar sprake is van een opmars van handel via het internet in het algemeen, lijkt ditzelfde het geval te zijn voor illegale handel. Dit geldt niet alleen voor illegale drugshandel, maar bijvoorbeeld ook voor illegale handel in wapens, medicijnen etc. Omdat illegale handel via het internet een fenomeen is dat breder wordt waargenomen, en de handel zich vaak niet lijkt te beperken tot handel in één bepaald illegaal product, verdient het de voorkeur om aan te sluiten bij bredere initiatieven in dit kader en hieruit lessen te trekken.

  • 2) Aan de illegale drugs handel via het internet zit ook altijd een fysieke component. Ik zie dit dan ook niet per definitie als cybercrime. Veel van deze illegale handel kan met het gangbare instrumentarium worden bestreden.

Langs de volgende lijnen worden concrete acties geïnitieerd:

  • 1) Meer inzicht in wijze van opereren: aanknopingspunten voor een effectieve aanpak:

    • Mede naar aanleiding van deze inventarisatie is recent door het KLPD een expertmeeting georganiseerd met de aanpak van drugshandel via het internet als thema. Aanwezig waren zowel deskundigen op het gebied van drugshandel als deskundigen op het gebied van cybercrime. Momenteel wordt in dit kader een bestuurlijke rapportage opgesteld, inclusief adviezen gericht op een versterking van de huidige aanpak.

    • Daarnaast zal een concreet pilotopsporingsonderzoek naar aanbieders van drugs via het internet worden opgestart. Doel is daarbij tevens meer inzicht te krijgen in mogelijkheden en knelpunten voor wat betreft het opwerpen van barrières in het digitale logistieke proces.

    • Ten slotte zal worden bezien welke lessen getrokken kunnen worden uit opsporingsonderzoeken in den brede. Bij de totstandkoming van het Nationaal Dreigingbeeld Georganiseerde Criminaliteit 2012 is gekeken naar de rol van de moderne ICT als modus operandus in de georganiseerde misdaad. In december a.s. zal ik het Nationale Dreigingsbeeld 2012 met een beleidsreactie aan uw Kamer toezenden.

  • 2) Instrumentarium (bestaand en in ontwikkeling):

    Op meerdere manieren kan nu reeds worden opgetreden tegen deze drugshandel via internet:

    • Zoals gezegd is er bij drugs nog altijd sprake van handel in fysieke goederen, waartegen vooral met het gangbare instrumentarium kan worden opgetreden. De initiële contacten gericht op de verkoop worden in dit geval weliswaar via het internet gelegd, maar de drugshandel vindt uiteindelijk altijd fysiek (op locatie of per post) plaats. Daar kan zowel strafrechtelijk als bestuurlijk tegen worden opgetreden. Zo kan artikel 3b Opiumwet worden ingezet tegen het bevorderen van de verkoop, aflevering of verstrekking van drugs via het internet. Dit artikel is eveneens de basis voor de handhaving van het zogeheten afficheringsverbod, waarmee het coffeeshops verboden is om – zowel op traditionele wijze als via het internet – reclame te maken. Daarnaast kunnen drugspanden op grond van artikel 13b Opiumwet bestuurlijk worden gesloten.

    • Bij een doorzoeking ter vaststelling van gegevens (artikel 125i Sv) op grond van artikel 125o Strafvordering een website ontoegankelijk worden gemaakt. Een dergelijke doorzoeking mag overigens niet plaatsvinden met het enkele doel om ontoegankelijkmaking te bewerkstelligen.

    • Wanneer handel via een publieke site wordt aangeboden, kan worden opgetreden in het kader van de zogeheten «Notice and Takedown» gedragscode1 waarbij strafbare content van de site wordt gehaald.

    De mogelijkheden van optreden, die gerelateerd zijn aan ICT, maken geen deel uit van de «klassieke manier» van optreden tegen drugshandel, en zijn daarom niet altijd voldoende bekend bij de betreffende teams van politie en Openbaar Ministerie die zich met de aanpak van drugshandel bezighouden. Dit zal nader onder de aandacht van deze teams worden gebracht (zie tevens onder 3).

    Verder heb ik in een recente brief aan uw Kamer van 15 oktober 2012 (TK 2012 – 2013, 28 684, nr. 363) aangekondigd dat ik voornemens ben de wetgeving op het terrein van cybercrime te actualiseren. Deze geplande wetswijzigingen bieden ook ruimte voor toepassing in de strijd tegen ernstige vormen van drugshandel via het internet.

    Ten slotte is in dit kader relevant dat het aanbod van kweekbenodigdheden via het internet, bijvoorbeeld door zogeheten growshops, onder het bereik van het wetsvoorstel voorbereidingshandelingen illegale hennepteelt valt. Dit wetsvoorstel ligt momenteel voor behandeling in uw Kamer.

  • 3) Bevordering expertise van de diensten:

    Los van bekendheid met het beschikbare instrumentarium, is er bij de betreffende diensten van politie en OM ook nog winst te behalen met betrekking tot expertise en kennis ten aanzien van slimme toepassing van opsporings- en vervolgingsmethoden in het ICT-domein. Het gaat hierbij in veel gevallen om complexe onderzoeken, die niet eenvoudig door reguliere teams kunnen worden opgepakt. Ook hier is het zaak dat zij leren van andere teams, die in dit opzicht reeds meer ervaring hebben opgedaan, zoals teams met cybercrime als focus of die bijvoorbeeld ervaring hebben met de aanpak van illegale wapenhandel via het internet.

    Gestimuleerd zal worden dat de «drugteams» meer gebruikmaken van de bestaande interne opleidings- en voorlichtingsactiviteiten bij politie en Openbaar Ministerie, zoals de training «internetsurveillance» en de via politiekennisnet beschikbare handreiking voor delicten met een digitale component «Alledaags politiewerk in een gedigitaliseerde wereld». Dit opdat de aanwezige kennis van cybercrimedeskundigen beter kan worden gedeeld en eveneens ten goede kan komen aan de aanpak van drugshandel via het internet. In het kader van deze verbetering van de informatiepositie zal zowel sprake zijn van overdracht van informatie over het zoeken en herkennen van illegale handel van drugs, grondstoffen en kweekbenodigdheden op het internet als van overdracht van informatie over mogelijke interventies. Op deze wijze kunnen de desbetreffende teams zelf in voorkomende gevallen signalen beter en sneller waarnemen en daarop effectiever acteren. Zo zal een expertmeeting worden georganiseerd voor deze teams, waarbij succesvolle opsporing en vervolging van criminele netwerken die opereren via het internet centraal staat. Verkend zal worden wat bruikbare ervaringen zijn voor de aanpak van illegale drugshandel via het internet door te kijken naar bijvoorbeeld de aanpak van illegale wapenhandel via het internet, de aanpak van illegale handel van medicijnen en de aanpak van goksites.

De minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten


X Noot
1

Deze code richt zich op een procedure voor tussenpersonen voor het omgaan met meldingen van onrechtmatige en strafbare inhoud op Internet.

Naar boven