Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 december 2012
Tijdens de procedurevergadering van 5 december 2012 van de vaste commissie voor Infrastructuur
en Milieu is mij gevraagd of ik voornemens ben onomkeerbare stappen te zetten ten
aanzien van de treinverbindingen tussen Nederland en België en vandaag u hierover
te informeren.
Amsterdam – Brussel
In mijn brief van 3 december 2012 (Kamerstuk 22 026, nr. 371) heb ik aangegeven dat ik met de vervoerders HSA en NMBS afspraken hebben gemaakt
over de treinverbindingen tussen Nederland en België. Deze afspraken zijn tussen vervoerders
vastgelegd in de samenwerkingsovereenkomst. Zoals gemeld in mijn brief van 3 december
2012 zien deze afspraken op drie verbindingen tussen Nederland en België. De afspraken
zijn tussen vervoerders tot stand gekomen doordat enerzijds de Nederlandse en Belgische
Staat hebben ingestemd financieel bij te dragen op de verbinding Breda – Antwerpen
en anderzijds ik heb aangegeven met dit akkoord de aangepaste samenwerkingsovereenkomst
te zullen goedkeuren. Deze goedkeuring heb ik op 3 december 2012 aan vervoerders gegeven.
Zonder mijn goedkeuring was het de vervoerders niet toegestaan geweest hun samenwerkingsovereenkomst
uit te voeren en hadden er dus geen treinen gereden.
Ik ben van mening dat dit de beste afspraak is die partijen hadden kunnen sluiten.
Ik ben blij met het feit dat er nu afspraken zijn en dat op 9 december 2012 de Fyra
Amsterdam – Brussel start en dat er met ingang van april 2013 een goede oplossing
is voor de verbinding tussen Breda en Antwerpen. Overigens is het vervallen van de
Beneluxtrein reeds in 2001 afgesproken.
De Samenwerkingsovereenkomst is in beginsel een private overeenkomst tussen HSA en
NMBS. De goedkeuring van de Nederlandse Staat is alleen benodigd op die punten waar
de samenwerkingsovereenkomst strijdig is met de afspraken uit 2001. In de huidige
samenwerkingsovereenkomst zit één afwijking ten opzichte van de afspraken uit 2001:
een afwijkend vervoeraanbod. In 2001 was afgesproken dat er 32x per dag Amsterdam
– Brussel gereden zou worden, in de huidige samenwerkingsovereenkomst wordt er 26x
per dag Amsterdam – Brussel (waarvan 10 naar Parijs) gereden en 8x per dag Breda –
Antwerpen. Ik heb afgelopen maandag goedkeuring gegeven om af te wijken van de in
2001 afgesproken 32x per dag Amsterdam – Brussel.
Gelet op het bovenstaande meld ik Uw kamer dat ik reeds onomkeerbare stappen heb gezet.
Deze stappen zijn niet alleen van recente datum, maar zijn al in 2001 begonnen. In
2001 zijn met betrokken partijen contracten gesloten. In 2011 zijn in het Onderhandelakkoord
(tussen NS en de minister in het kader van de oplossing van de financiële problemen
met betrekking tot HSA) hernieuwde afspraken gemaakt. Op 3 december 2012 heb ik door
de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst, de start van Fyra Amsterdam – Brussel
op 9 december 2012 mogelijk gemaakt. Deze goedkeuring is in lijn met eerdere beslissingen.
De vervoerders zijn inmiddels gestart met de verkoop van de treinkaartjes voor deze
verbinding. Daarnaast zijn door vervoerders ook al logistieke en organisatorische
voorbereidingen getroffen om de start van de Fyra Amsterdam – Brussel op 9 december
2012 mogelijk te maken. Het vervallen van de Beneluxtrein betekent dat per 9 december
2012 (start van de nieuwe dienstregeling) twee keer per uur een intercityverbinding
tussen Zeeland en Amsterdam gaat rijden, zodat reizigers vanuit Zeeland een rechtstreekse
verbinding met Schiphol krijgen.
Met de goedkeuring van deze afspraken heb ik ervoor gezorgd dat de Nederlandse en
Belgische reizigers: zowel vanuit de Randstad als vanuit Brabant en Zeeland zijn er
met ingang van 9 december 2012 respectievelijk 8 april 2013 goede verbindingen met
Antwerpen en Brussel.
Gezien het bovenstaande onderhandelingsresultaat, en oplossing voor de reiziger op
9 december 2012 praat ik hierover graag met uw Kamer tijdens het algemeen overleg
vervoersconcessie hoofdrailnet van 13 december 2012.
De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld