22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1494 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 oktober 2012

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij vier fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Mededeling Blauwe groei (Kamerstuk 22 112, nr. 1491)

Fiche 2: Wijziging verordening langetermijnplan voor kabeljauwbestanden

(Kamerstuk 22 112, nr. 1492)

Fiche 3: Verordening Statuut en financiering Europese politieke partijen

(Kamerstuk 22 112, nr. 1493)

Fiche 4: Mededeling onderzoek en innovatie voor toekomstige mobiliteit in

Europa

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen

Fiche: Mededeling onderzoek en innovatie voor toekomstige mobiliteit in Europa

1. Algemene gegevens

Titel voorstel

Mededeling van de Commissie over onderzoek en innovatie voor de toekomstige mobiliteit in Europa: Ontwikkeling van een Europese vervoerstechnologiestrategie

Datum Commissiedocument

13 september 2012

Nr. Commissiedocument

COM 2012 (501)

Pre-lex

http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=201928

Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

N.v.t.

Behandelingstraject Raad

Transportraad

Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

2. Essentie voorstel

De mededeling is het startpunt voor een nog op te stellen Europees Strategisch Vervoerstechnologieplan. Het doel van dat plan, aangekondigd in het Witboek Vervoer in 2011, is een coherente benadering voor onderzoek en innovatie met ingang van 2014. De Commissie stelt in deze mededeling dat het wenselijk is de programmering van onderzoek en innovatie meer in dienst te stellen van de beleidsdoelstellingen op het gebied van groei en banen alsmede specifieke transportdoelstellingen, onder meer op het gebied van klimaat en energie (zoals vermindering van CO2-uitstoot) en congestiebestrijding. Kern van de mededeling wordt gevormd door de conclusies dat onderzoek en innovatie sterker in het vervoersbeleid moeten worden verankerd en dat de inspanningen van de verschillende sectoren en marktdeelnemers beter op elkaar moeten worden afgestemd. De bijzondere kenmerken van innovatie in de vervoerssector leiden de Commissie tot de conclusie dat gezamenlijke of gecoördineerde inspanningen van alle sectoren en actoren meer effect sorteren. De mededeling bevat een aantal vragen, die betrekking hebben op de te volgen aanpak in het Europees Strategisch Vervoerstechnologieplan, maar bevat geen concrete voorstellen tot gezamenlijke actie of regelgeving.

3. Wat is de Nederlandse grondhouding ten aanzien van de bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit van deze mededeling en de eventueel daarin aangekondigde concrete wet- en regelgeving? Hoe schat Nederland de financiële gevolgen in, alsmede de gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten?

De EU heeft, met inachtneming van bijzondere aspecten van het vervoer, een gedeelde bevoegdheid op basis van artikel 91 VWEU. De subsidiariteit en proportionaliteit worden positief beoordeeld. Het onderwerp Europese afstemming van onderzoeks- en innovatie-inspanningen is geëigend voor discussie op EU-niveau en een mededeling is in deze fase van de beleidsvorming een geschikt instrument. Er is op dit moment geen zicht op eventuele financiële gevolgen. Voor zover in de toekomst aan de orde is Nederland van mening dat de financiële middelen gevonden dienen te worden binnen de bestaande financiële kaders van de EU-begroting.

4. Nederlandse positie over de mededeling

Nederland verwelkomt de zorgvuldige benadering van de Commissie bij de totstandkoming van een Europees Strategisch Vervoerstechnologieplan. De bevindingen rond de versnippering van huidige onderzoeks- en innovatieactiviteiten op het gebied van vervoerstechnologie op Europees niveau worden herkend, in de erkenning dat dit niet noodzakelijk ook geldt binnen iedere lidstaat. Bovendien erkent Nederland dat EU- onderzoeks- en innovatieactivititeiten op dit terrein zich tot op heden vooral beperken tot onderzoek en zich niet of nauwelijks richten op demonstratie, marktintroductie en volledige toepassing van nieuwe oplossingen.

Nederland merkt verder op dat er een sterke samenhang is met het actieplan dat hoort bij de Richtlijn Intelligente Transport Systemen (ITS; 2010/40/EU) omdat voor veel elementen in de mededeling ITS een belangrijke rol spelen. Dan gaat het onder meer om het toepassen van communicatie tussen voertuigen onderling en met de verkeerscentrale en om multimodale reisinformatie.

Nederland steunt de intentie van de Commissie om innovatie en onderzoek in het vervoer beter af te stemmen op de beleidsdoelstellingen van vervoersbeleid. De focus moet liggen op marktintroductie van nieuwe groene, slimme, veilige en efficiënte vervoersoplossingen die de Europese concurrentiekracht versterken en tegelijkertijd bijdragen aan het bereiken van milieu- en klimaatdoelen.

  • Nederland vindt dat bij vervoer prioriteit bij innovatie en onderzoek moet liggen bij innovaties die toegevoegde waarde bieden op economisch en maatschappelijk vlak en die dus door bedrijven relatief snel kunnen worden opgepakt vanwege de efficiëntere bedrijfsvoering die deze innovaties mogelijk maken. In die gevallen zal daar eerder schaalvergroting kunnen plaatsvinden, zoals bij ITS en multimodale overslag die dikkere goederenstromen mogelijk maken of het gebruik van efficiëntere (grotere) voertuigen. Een dergelijke aanpak wordt ook gevolgd binnen de Topsector Logistiek. Nederland steunt verder het doorbreken van «technologische lock-in» (het ontstaan van een monopolie door technologische ontwikkeling) door versterking van het functioneren van de interne markt. Nederland wil bevorderen dat door een proces van onderop in de Europese markt van vervoersdiensten en -producten een slimme specialisatie van landen en regio's tot stand komt, zonder dat er Europese industriële kampioenen worden aangewezen.

  • Deze mededeling biedt kansen om het vervoer te verduurzamen. De langere termijn doelen van de EU op het gebied van energie en klimaat impliceren dat er grote veranderingen noodzakelijk zijn in het vervoer, die door onderzoek en innovatie zullen moeten worden ondersteund. Investeringen in nationaal en EU-breed onderzoek zijn hiervoor nodig. Hiervoor biedt de mededeling veel aanknopingspunten, met name op het gebied van alternatieve aandrijfsystemen (elektrisch vervoer) en alternatieve brandstoffen (waterstof, LNG). In het bijzonder ondersteunt Nederland het idee om een EU-breed netwerk aan te leggen van alternatieve (tank)infrastructuur, zoals voor LNG in de scheepvaart, hetgeen zowel harmonisatie op dat terrein vereist als een programmatische aanpak via een roadmap.

Nederland mist overigens in de mededeling de expliciete erkenning dat regelgeving een belangrijke rol kan spelen bij innovaties, zoals succesvol is gebleken op het gebied van alternatieve aandrijfsystemen door Europese normen. In het uiteindelijke Europees Strategisch Vervoerstechnologieplan zou dit instrument deel moeten zijn van een integrale aanpak.

Nederland is tenslotte voorstander van goede verbindingen tussen de voor vervoersinnovaties relevante programma’s binnen het Meerjarige Financieel Kader, in het bijzonder Horizon 2020, COSME, de Connecting Europe Faciliteit en de Structuurfondsen.

Naar boven