68 Visserij

Aan de orde is het VAO Visserij (AO d.d. 12/10).

De voorzitter:

Dan gaan we met gezwinde spoed naar het VAO Visserij. Mevrouw Lodders is de eerste spreker.

Mevrouw Lodders (VVD):

Voorzitter, dank u wel. Ik begrijp de laatste opmerkingen van het vorige VAO heel goed.

Voorzitter. Nu heb ik wel moties. Allereerst een motie over de visgebieden.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Noordzeeakkoord beperkingen omvat voor de visgronden Borkumse Stenen en Friese Front met alle gevolgen van dien voor de visserijsector, de keten en de regio;

constaterende dat de minister van LNV eerder heeft aangegeven dat er wel wat meer ruimte geboden kan worden door de beperkingen te verminderen;

verzoekt de regering om in overleg met de visserijsector de visgronden Borkumse Stenen en Friese Front minder te beperken dan in de huidige invulling in het Noordzeeakkoord, en de Tweede Kamer daarover voor het notaoverleg Noordzeeakkoord te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Lodders en Weverling. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 80 (33450).

Mevrouw Lodders (VVD):

Dan de volgende motie, over de impactanalyse.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Noordzeeakkoord niet alleen gevolgen heeft voor de visserij, maar ook voor de (verwerkende) keten en sommige regio's;

constaterende dat de visserij, zoals de garnalenvisserij, van groot belang is voor de regio's waar visserijhavens, visafslagen en visverwerkende industrie zich concentreren, zoals Lauwersoog;

verzoekt de regering met betrokkenheid van de ondernemers, met name de vissers, een impactanalyse te maken van het Noordzeeakkoord, voordat het definitief wordt, waaruit de gevolgen voor economische sectoren en de regio duidelijk worden en of het beschikbaar gestelde geld voor innovatie voldoende is, en de Tweede Kamer daarover voor het notaoverleg Noordzeeakkoord te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Lodders en Weverling. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 81 (33450).

De heer De Groot (D66):

Is de VVD zich ervan bewust dat deze punten juist in het Noordzeeakkoord zijn geregeld en dat zij hiermee het akkoord, dat al onder grote spanning staat, echt ondergraaft?

Mevrouw Lodders (VVD):

Ik spreek even namens mijn collega, maar dank voor deze vraag. Ik denk het niet. Ik heb me uiteraard ook een beetje voorbereid op dit VAO. De minister heeft overigens zelf aangegeven over met name die eerste motie, over de Borkumse Stenen en het Friese Front, dat zij graag nogmaals met hen in gesprek zou willen gaan. Dat is toegezegd in een algemeen overleg. Ik meen ook dit algemeen overleg, maar dat weet ik niet voor honderd procent zeker. Wij leggen dat graag vast in een motie om ook die stap te kunnen zetten.

De voorzitter:

Prima. Gaat u verder.

Mevrouw Lodders (VVD):

Voorzitter. Mijn laatste motie gaat over een visserijvrije zone.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering voornemens is om een generieke visserijvrije zone van 250 meter rondom vismigratievoorzieningen in te stellen;

overwegende dat dit voornemen een grote groep sportvissers beperkt in het uitoefenen van hun hobby, terwijl er geen recent onderzoek is dat wijst op een significante impact van de sportvisserij op trekvissoorten rondom vismigratievoorzieningen;

overwegende dat het instellen van een generieke visserijvrije zone van 250 meter in sommige situaties niet ecologisch noodzakelijk of juist onvoldoende is om trekvissoorten te beschermen;

verzoekt de regering af te zien van het instellen van een generieke visserijvrije zone voor sportvissers rondom vismigratievoorzieningen en in plaats daarvan de sportvissers de mogelijkheid te geven in samenspraak met de waterbeheerder te komen tot visserijvrije zones op maat, die zowel de trekvissen beschermen als recht doen aan de impact van de sportvisserij,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Lodders, Weverling en Von Martels. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 82 (33450).

Mevrouw Lodders (VVD):

Laat dit dan voor mij een soort bijvangst zijn in al die VAO's, om in de beeldspraak te blijven.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan we door naar de volgende spreker. Dat is alweer de heer Von Martels van het CDA. Mevrouw Lodders sprak namens de VVD.

De heer Von Martels (CDA):

Dat gaat snel. Het moge duidelijk zijn dat de visserijsector in zwaar weer verkeert. Iedereen onderkent ook dat er zorgen zijn over de toekomst. Met twee moties proberen wij als CDA een bijdrage te leveren aan het zoeken van oplossingen. De eerste motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de visserijsector vreest dat er voor hen vanwege brexit en andere ontwikkelingen onvoldoende perspectief wordt geboden;

constaterende dat deze vrees komt door een optelsom van effecten welke nog niet volledig in beeld zijn;

verzoekt de regering de optelsom van effecten die van invloed zijn op het perspectief voor de visserij in beeld te brengen en de Kamer hier zo spoedig mogelijk over te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Von Martels. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 83 (33450).

De heer Von Martels (CDA):

De tweede motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de brexitonderhandelingen in de eindfase zitten;

overwegende dat een brexitakkoord significant negatieve gevolgen voor de Nederlandse visserij en visserijgemeenschappen kan hebben;

verzoekt de regering om in te zetten op langjarige afspraken, waarbij wordt vastgehouden aan het principe "geen toegang tot de markt" indien geen toegang tot de wateren;

verzoekt de regering bij een no-deal bij de Europese Commissie te pleiten voor compensatie voor de vissers,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Von Martels, Dik-Faber en Weverling. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 84 (33450).

Dank u wel.

Mevrouw Lodders (VVD):

Ik heb even een puntje van orde. Ik stuur namelijk een motie door uit het vorige VAO en dat is de motie op stuk nr. 1161 van de heer Futselaar, maar er staat geen naam onder. Dus even voor de administratie: misschien was het al opgevallen. Ik kreeg namelijk de vraag door wie die motie is ingediend.

De voorzitter:

De Griffie gaat even kijken. Ja, dat was duidelijk geworden. Dat hadden ze gezien. We zijn gebleven bij de heer Wassenberg. Daarna komt de heer Bisschop en dan nog de heer Futselaar. Er zijn dus nog drie sprekers van de zijde van de Kamer.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank, voorzitter. Ik heb drie korte moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat op 15 december de visvangstquota voor een deel van de visserijsector voor 2021 worden vastgesteld;

constaterende dat de quota vastgesteld worden op basis van wetenschappelijk advies;

constaterende dat voor 2020 maar liefst 52 van de 120 quota hoger zijn vastgesteld dan het wetenschappelijk advies;

verzoekt de regering zich in Europa actief te verzetten tegen het ophogen van de quota boven het wetenschappelijk advies,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 85 (33450).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er voor sommige vissoorten geen quota zijn en dat er voor deze soorten daarom geen bovengrens geldt;

overwegende dat dit het gevaar van overbevissing met zich meebrengt;

verzoekt de regering om voor alle soorten vissen in Europa quota vast te stellen op basis van wetenschappelijk advies,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 86 (33450).

De heer Wassenberg (PvdD):

Dan een kleine inleiding bij mijn laatste motie. Die gaat over het niet stimuleren van visconsumptie door de EU middels subsidies. We hebben het daarover net met de minister gehad. Afgelopen zomer waren de gesubsidieerde vleesreclames in het nieuws. Ik heb daar toen een motie over ingediend die de Kamer heeft aangenomen. Nu gebeurt hetzelfde, maar dan met vis. Ik weet dat de minister daar niet gelukkig mee is. Wij zijn er ook niet gelukkig mee, want opnieuw betaalt de EU reclames, die ook in Nederland worden uitgezonden, dit keer om de verkoop van vis te stimuleren. En opnieuw vraag ik de minister om zich daartegen te verzetten en opnieuw wil ik de minister graag een steuntje in de rug geven vanuit de Kamer. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Commissie reclames subsidieert om de consumptie van vis te promoten;

overwegende dat het kabinet heeft aangegeven geen voorstander te zijn van de EU-financiering van de promotie van landbouwproducten, waaronder vlees;

verzoekt de regering zich in Europa actief te verzetten tegen Europese subsidies voor de promotie van visconsumptie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 87 (33450).

Dank u wel. Met gezwinde spoed gaan we door naar de heer Bisschop.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter, dank u wel. Ik beperk mij tot het indienen van één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een verbod op de zegenvisserij en 75% vermindering van de snoekbaarsvisserij op het IJsselmeer en het Markermeer is voorgesteld;

overwegende dat bij de bestandsschattingen nog geen rekening is gehouden met de enorme reductie van de visserijinspanning in de afgelopen jaren en dat deze daarom een vertekend beeld geven;

overwegende dat er nog onderzoek loopt met alternatieve bemonstering;

verzoekt de regering geen generieke reductie van vangstrechten door te voeren zolang het genoemde visstandonderzoek nog loopt en bestandsschattingen nog herzien moeten worden, en ruimte te geven voor zegenvisserij op het Markermeer in combinatie met onderzoek op het IJsselmeer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bisschop. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 88 (33450).

Dank u wel, meneer Bisschop.

De heer Bisschop (SGP):

Dank u zeer.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Futselaar. En ik zie dat de heer Graus zich wél wil inschrijven voor dit VAO. Oké. Goed zo. Meneer Futselaar.

De heer Futselaar (SP):

Dank u wel.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het herstel van riffen met platte oesters winstkansen biedt voor zowel natuur, klimaat, visserij als biodiversiteit;

van mening dat natuurbeschermingsorganisaties en particuliere bedrijven hebben aangetoond dat herstel van platte oesterriffen mogelijk is en hiertoe een werkwijze hebben ontwikkeld;

constaterende dat platte oesterriffen als kenmerkende soort op grote schaal voorkwamen in een gezondere Noordzee in het verleden;

overwegende dat het noodzakelijk is om platte oesterriffen binnen beschermde gebieden te kunnen beschermen;

verzoekt de regering om bestaande en toekomstige platte oesterriffen een beschermde status toe te kennen door ze toe te voegen als "typische soort" voor beschermde gebieden in profieldocumenten van habitattype 1110 en 1140, en als biogene structuur in habitattype 1170,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Futselaar. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 89 (33450).

De heer Futselaar (SP):

Dank, voorziter.

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de heer Graus namens de PVV.

De heer Graus (PVV):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om nog voor het kerstreces met de Britse regering te spreken over nieuwe afspraken voor Nederlandse vissers in Britse wateren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 90 (33450).

De heer Graus (PVV):

De laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

spreekt uit dat er geen sprake kan zijn van een Noordzeeakkoord zonder de vissers,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 91 (33450).

De heer Graus (PVV):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik ga vast aan de minister vragen of zij bij de appreciatie van de moties zo kort mogelijk wil duiden, en misschien niet helemaal wil gaan vertellen wat ze allemaal aan acties onderneemt, want anders gaan we echt uit de tijd lopen. Ja, minister, het is echt gekkenwerk, dat ben ik met u eens. Alleen, we moeten het wel doen. We wachten even tot de minister de moties heeft gekregen en ze fatsoenlijk heeft kunnen beoordelen.

De vergadering wordt van 20.28 uur tot 20.31 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik hervat de vergadering en geef graag het woord aan de minister.

Minister Schouten:

Voorzitter. Ten aanzien van motie op stuk nr. 80: over het Friese Front hebben we al nadere afspraken gemaakt. Die worden ook gewoon opgevolgd. Dat is ook in overleg met de visserij gebeurd. Dit is dus geen issue meer. Over de Borkumse Stenen heb ik aangegeven dat ik bereid ben om het gesprek aan te gaan met de vissers. Daar wordt nu op vooruitgelopen. Het moet allemaal tot een andere indeling gaan leiden en minder worden beperkt. Ik heb gezegd dat ik daar het gesprek over wil aangaan. Hier wordt een probleem gesuggereerd met het Friese Front en de Borkumse Stenen dat ik niet zie. Dus ik moet deze motie ontraden.

Mevrouw Lodders (VVD):

Er staat "minder te beperken". Dit is in lijn met wat in het algemeen overleg gedeeld is over beide gebieden. Ik begrijp dus niet helemaal het oordeel van de minister.

Minister Schouten:

Sinds het algemeen overleg hebben we ook weer gekeken naar het Friese Front. Er zijn goede afspraken gemaakt. Daar is dus geen probleem meer. Over de Borkumse Stenen heb ik gezegd dat de vraag was of de kaart goed was ingetekend. Daarvan heb ik gezegd dat ik daar overleg over wil hebben met de vissers, als zij gewoon naar mij toe komen, om te kijken hoe dat aangepast moet worden. Daar zit dus ook geen beperking op. Dus ik snap deze motie in die zin niet. Daarom moet ik haar echt ontraden, zoals ze nu is geformuleerd.

Motie op stuk nr. 81 gaat over de impactanalyse. We hebben in de Kottervisie antwoord gegeven op de sociaaleconomische gevolgen voor de primaire sector. We hebben daar ook helemaal in uitgewerkt hoe de sanering eruit ziet, hoe het perspectief eruit ziet en welke middelen daarvoor zijn. We kunnen ook van verschillende regelingen gebruik maken. Dus wij gaan nu geen impactanalyse meer maken. Dat is allemaal uitentreuren al gedaan bij de Kottervisie. Ik ontraad deze motie.

De voorzitter:

We gaan dit niet redden. Als we bij alle moties een vraag stellen, gaan we het gewoon niet redden.

Mevrouw Lodders (VVD):

Dit is mijn laatste vraag. Dat zeg ik u toe. Ik hoor de minister zeggen dat er al een soort impactanalyse gedaan is. Dan vraag ik haar die, even los van welke visie dan ook, met de Kamer te delen. Wij vragen het niet voor niets. Het gaat met name om de regio's en in de keten. Het is voor mij ook lastig, want ik vervang iemand.

Minister Schouten:

Dat snap ik, maar dit debat heb ik met de heer Weverling gevoerd. Ik heb gezegd dat er een Kottervisie ligt. In die Kottervisie is er voor al die aspecten aandacht. Als ik daar dan nog iets op moet gaan doen terwijl alles er al ligt … Voorzitter, uw Kamer heeft de Kottervisie.

De voorzitter:

U heeft de motie ontraden. De motie op stuk nr. 82: de sportvissers.

Minister Schouten:

Daar heb ik het ook met de heer Weverling over gehad. Wij willen juist zorgen dat er vismigratie is. Dan ga je ook niet bovenop de vismigratieplek vissen, want dan heb je altijd raak, want die vissen worden daar doorheen gedraaid, zeg maar. Die 250 meter is echt een normale grootte. Ik ontraad dus deze motie.

De voorzitter:

Dank u wel. Motie op stuk nr. 83.

Minister Schouten:

De motie op stuk nr. 83 vraagt ook weer een soort van impactanalyse. Er komt heel veel op de visserij af. We hebben de Kottervisie. Ik geef hetzelfde antwoord als aan mevrouw Lodders. We hebben daarin ook uitgewerkt hoe we de gemeenschappen ondersteunen. Ik ontraad deze motie.

De voorzitter:

Dank u wel. Motie op stuk nr. 84.

Minister Schouten:

De motie op stuk nr. 84 is in lijn met onze inzet. Ik kan deze motie oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

Dank u wel. Motie op stuk nr. 85.

Minister Schouten:

Wij kijken ook altijd naar wat Isis zegt. We zijn ook afhankelijk van wat derde landen vinden. We kijken ook naar de situatie van de visbestanden. Ik ontraad deze motie.

De voorzitter:

Dank u wel. Motie op stuk nr. 86.

Minister Schouten:

Isis doet ook onderzoek naar het aantal van de soorten en stelt hiervoor al dan niet een advies vast. Voor sommige soorten geeft Isis een ander advies, bijvoorbeeld waar helemaal niet op gevist wordt. Het quotabeheer ziet toe op de meest kwetsbare soorten. Voor andere soorten worden geen data verzameld. Dus deze motie gaat te ver en daarom onraad ik haar.

Motie op stuk nr. 87 gaat over de reclamesubsidiëring. Wij zijn tegen dit soort subsidies, maar het moment is voorbij om daar wat van te vinden. Niet dat ik inhoudelijk niet vind dat de heer Wassenberg gelijk heeft, maar ik ga er nu niet voor pleiten omdat het geen momentum heeft.

De voorzitter:

Dank u wel. De motie op stuk nr. 88.

Minister Schouten:

Dus ik ontraad de motie op stuk nr. 88.

De heer Wassenberg (PvdD):

Deze reclames gaan we nu niet meer stoppen, maar waarschijnlijk komen er in 2021 en 2022 weer reclames aan. Daar kan de minister of haar opvolger zich ook tegen verzetten. Dat is de bedoeling van de motie.

Minister Schouten:

Als dat voorligt, verzet ik mij daartegen. Het ligt niet voor. En wat mijn opvolger gaat doen, is voor de fase hierna.

Geen generieke reductie. Even kijken. Ik heb daar in het algemeen overleg uitgebreid bij stilgestaan. Ik moet deze motie ontraden. De noodzaak tot reductie is echt te groot. We hebben nu actie nodig.

De motie op stuk nr. 89 kan ik oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

Mooi. Dan gaan we naar nr. 90.

Minister Schouten:

De motie op stuk nr. 90. De Europese Commissie onderhandelt namens alle lidstaten, juist om samen sterker te staan, dus wij ontraden deze motie.

En de motie op stuk nr. 91 is een spreekt-uitmotie.

De voorzitter:

Dank u wel. Er is een einde gekomen aan dit VAO.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de moties zullen we volgende week dinsdag stemmen.

Naar boven