63 Landbouw- en Visserijraad d.d. 1 september 2020

Aan de orde is het VSO Landbouw- en Visserijraad d.d. 1 september 2020 (21501-32, nr. 1247).

De voorzitter:

Ik wil het volgende even aan onze leden berichten: we hebben een heleboel VAO's, een zevental, en onze deadline is 20.30 uur. Dus ik vraag jullie indringend om alleen te interrumperen als er iets niet duidelijk is, met één vraag en heel kort. Maar we gaan niet het debat overdoen. We konden het debat over de Europese top niet anders dan vanavond om 20.30 uur plannen, ook gelet op de persconferentie. Dus graag jullie welwillendheid. Ik wil het graag zo goed mogelijk met jullie doen, maar als we het niet zo doen, vrees ik dat we geen vrienden meer zijn aan het eind van de avond. Dat zou ook jammer zijn, zo vlak voor kerst.

Als eerste spreker van de zijde van de Kamer geef ik graag het woord aan de heer Wassenberg, die spreekt in het VSO Landbouw- en Visserijraad d.d. 1 september 2020. Ook heet ik natuurlijk de minister van harte welkom.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Van-Boer-tot-Bordstrategie als doel stelt om in 2030 25% van het landbouwareaal onder biologische productie te hebben;

constaterende dat in Nederland momenteel 3,8% van het landbouwareaal onder biologische productie valt;

constaterende dat het keurmerk voor biologisch voedsel het enige duurzaamheidskeurmerk is dat door de overheid gewaarborgd wordt;

verzoekt de regering een plan van aanpak te maken om de biologische productie en consumptie te stimuleren, teneinde in 2030 aan het doel van 25% biologisch landbouwareaal te voldoen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1262 (21501-32).

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter. Dan wil ik het nog even hebben over het nertsenfokverbod. Het kabinet heeft in Europese Raden aandacht gevraagd voor de risico's van de nertsenfokkerij in de strijd tegen het coronavirus. De minister zei hierover dat Nederland zich inzet voor monitoring en het — het blijft een rotwoord — ruimen van besmette bedrijven. Maar dat kan toch niet alles zijn? In Denemarken hebben virusmutaties in de nertsenfokkerij het land echt op z'n kop gezet. Dat heeft geleid tot een politieke crisis. In Nederland hebben we zelf ervaren hoe het virus zeven maanden lang rond bleef gaan tussen nertsenbedrijven, ondanks alle maatregelen. De experts bleven zich verbazen over het feit dat het aantal besmettingen telkens bleef toenemen. We hebben hier toch niet voor niets besloten om de sector vervroegd te beëindigen? Maar als tegelijkertijd de nertsenfokkerij in de landen van Europa blijft doorgaan, houden we het risico dat er een virusreservoir blijft bestaan, dat het virus verder muteert en dat het vanuit de nertsenfokkerij terug kan springen op mensen, zelfs als in Nederland de laatste nertsen zijn vergast.

De Kamer heeft het kabinet in 2009 opgeroepen om zich in te zetten voor een Europees verbod op de nertsenfokkerij. Dat was de motie-Ouwehand op stuk nr. 21 (30826). Dat is nu urgenter dan ooit. We roepen de minister dan ook op om zich hier vol voor in te zetten, om te voorkomen dat die bontbonus van 150 miljoen euro gebruikt gaat worden als verhuissubsidie, waarbij nertsenfokkers dit geld gaan gebruiken om in landen als Roemenië nertsenfokkerijen op te zetten. Dat moeten we echt voorkomen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Geurts loopt zich vast warm terwijl onze ondersteuning alles weer netjes schoon en fris maakt. Gaat uw gang, meneer Geurts namens het CDA.

De heer Geurts (CDA):

Als iemand mij net een rare beweging zag maken: een collega had het over rek- en strekoefeningen en die probeerde ik na te bootsen. Maar alles wordt hier opgenomen, dus je weet nooit waar het allemaal terechtkomt en dan heb ik er nu toch wat ondertiteling bij gegeven.

Voorzitter. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat sloopbedrijven waarschuwen voor een overschot aan puin als gevolg van boeren die deelnemen aan een saneringsregeling;

constaterende dat eerder een motie-Geurts/Ziengs (34775-XIII, nr. 29) is ingediend, waarin de regering gevraagd is te inventariseren of er voldoende mogelijkheden zijn om puin van leegstaande agrarische gebouwen in te zetten voor funderingsmateriaal in bouwprojecten, terreinverharding of bij aanleg van wegen;

verzoekt de regering om te onderzoeken welke manieren er zijn om een puinoverschot als gevolg van de sloop van agrarische gebouwen te voorkomen of op te lossen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Geurts en Lodders. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1263 (21501-32).

De heer Geurts (CDA):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we al aan het eind gekomen van de eerste termijn van de zijde van de Kamer. O, mevrouw Lodders? Nee, u hoeft ook niet, toch? Ik zie dat zij geen motie wil indienen, dus daarmee zijn we aan het eind gekomen van de eerste termijn van de Kamer. Natuurlijk wil de minister zich eerst even kunnen verdiepen in de moties. Ik schors de vergadering voor één minuutje.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

In deze korte schorsing hebben we even overleg gevoerd. We dachten namelijk creatief te zijn door alle VAO's en VSO's achter elkaar door te doen en daarna de minister de gelegenheid te geven om de moties van een appreciatie te voorzien. Maar onze systeemondersteuning kan dat niet aan. Debat Direct kan dat niet aan en dan gaan ook de Handelingen door elkaar lopen. Mensen kunnen dan niet meer terughalen welke appreciatie bij welke motie uit welk VAO of VSO hoort en bij welk AO dat VAO of VSO hoorde. Dus ook al was het een hele leuke, creatieve geste, we moeten het helaas toch doen op de wijze die we hadden voorbereid. Ik geef dus graag de minister het woord om de moties van het eerste VSO van een appreciatie te voorzien. Gaat uw gang, minister.

Minister Schouten:

Dank u wel, voorzitter, en dank voor het meedenken inderdaad, maar we gaan het gewoon op deze manier doen.

Allereerst de motie van de heer Wassenberg op stuk nr. 1262, met het verzoek om een plan van aanpak te maken om in 2030 aan het doel van 25% biologisch landbouwareaal te voldoen. In het algemeen ben ik voorstander van het vergroten van het areaal aan biologische landbouw, maar het is nog niet duidelijk hoe de Europese Commissie invulling wil gaan geven aan de streefdoelstelling van ten minste 25% biologisch landbouwareaal in de EU in 2030. In de motie wordt het vertaald als een nationale doelstelling, en de Europese Commissie heeft zich daar nog niet zo concreet over uitgesproken. Zij werkt dat op dit moment wel uit in een biologisch actieprogramma, dat zij begin 2021 zal presenteren. Ik ga daar nu niet op vooruitlopen. We zullen gewoon goed kijken naar wat de Europese Commissie straks gaat zeggen, en daarop ook reageren. Maar deze motie is wat prematuur, dus ik ontraad haar.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dan houd ik deze even aan.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Wassenberg stel ik voor zijn motie (21501-32, nr. 1262) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Schouten:

Dan de tweede motie, de motie-Geurts/Lodders op stuk nr. 1263, over manieren om een puinoverschot als gevolg van de sloop van agrarische gebouwen te voorkomen of op te lossen. Het slopen van de productiecapaciteit na beëindiging van de varkenshouderijlocatie is een vereiste bij de subsidieregeling sanering varkenshouderij. Dat zal wel op verschillende momenten gebeuren, bijvoorbeeld pas na het afvoeren van dieren en mest. Het is dus niet zo dat het één moment is en het allemaal tegelijkertijd gebeurt. Er zit wel enige volgordelijkheid in. Bij sloop is dan ook melding verplicht bij het bevoegd gezag. De ondernemer spreekt met de sloper natuurlijk de datum af waarop het allemaal gaat plaatsvinden. Het is niet zo dat het Rijk heel direct een rol heeft in het bepalen van die datum of wat dan ook, maar ik snap wel het punt dat de indieners van deze motie maken. We kunnen deze motie dus wel oordeel Kamer geven, om te zien hoe we hier goed mee om kunnen gaan.

Dan resteert er nog één vraag, over de nertsenfokkerij en stoppen in Europees verband. Ik heb inderdaad in de Europese Raad gepleit voor een goede monitoring van wat er gaande is bij andere nertsenfokkerijen, juist om te voorkomen dat er ongewenste situaties ontstaan. Ik heb ook steeds gezegd dat wij covid bij de nertsen als een zogenaamde emerging disease willen aanmerken. Dat geeft de Europese Commissie ook meer bevoegdheden om hierop te sturen en hier dus ook plannen voor te maken. Maar de Commissie is daar niet toe bereid. Wij hebben dat overigens als Nederland niet alleen gedaan, maar met andere lidstaten, zoals Denemarken en ik meen Spanje. We hebben dus de oproep gedaan aan de Europese Commissie om hier ook echt een rol in te nemen, maar helaas is dat tot nu toe niet gebeurd. Ik kan u overigens wel melden dat er op dit moment op alle nertsenhouderijen geen nertsen meer worden gehouden. Ze zijn allemaal gepelsd, als ze al niet eerder geruimd waren.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het eind gekomen van het eerste VSO.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Stemmingen over de moties vinden volgende week dinsdag plaats.

Naar boven