5 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor om op 16 mei aanstaande het Verantwoordingsdebat te houden en daarbij spreektijden te hanteren van:

  • - 20 minuten voor VVD en PvdA;

  • - 15 minuten voor PVV, SP, CDA en D66;

  • - 10 minuten voor ChristenUnie, GroenLinks, SGP, Partij voor de Dieren en 50Plus.

Voorts stel ik voor om de begrotingsvolgorde te hanteren.

Ik stel voor, vanavond ook te stemmen over de aangehouden motie-Klaver (21501-07, nr. 1031), de aangehouden motie-Krol (33566, nr. 22) en de aangehouden moties-Ulenbelt (33475, nrs. 12 en 13).

Op verzoek van de fractie van de ChristenUnie benoem ik in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Segers tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Dik-Faber.

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor, het dertigledendebat over de vermeende dubbele boekhouding in de visserij van de agenda af te voeren.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek, de Wet op de economische delicten en enige fiscale wetten ter implementatie van een richtlijn inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen (33589).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda, maar pas na het reces:

  • - het VAO Merenregio, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 24 april, met als eerste spreker het lid De Caluwé (VVD);

  • - het VAO Noordzee en Wadden, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 24 april, met als eerste spreker het lid Van Gerven (SP);

  • - het VAO commissie-Haren, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 24 april, met als eerste spreker het lid Bontes (PVV);

  • - het VAO verzamel-AO Energie, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 24 april, met als eerste spreker het lid Van Tongeren (GroenLinks);

  • - het VAO arbeidsmigratie, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 24 april, met als eerste spreker het lid Azmani (VVD).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Omtzigt van het CDA.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. In dit land moeten nog honderden miljoenen aan toeslagen teruggevorderd worden. Als er dan signalen komen dat ermee gefraudeerd wordt, moet de regering snel en adequaat optreden. Namens de fracties van CDA, PVV, D66, SP, GroenLinks, ChristenUnie, SGP en 50PLUS vraag ik een feitenrelaas over de beschikbare informatie van de staatssecretaris van Financiën, de minister van Binnenlandse Zaken, het departement van Financiën en de Belastingdienst. Dat feitenrelaas moet gaan over de vraag welke informatie zij op welk moment gehad hebben en welke concrete acties zij ondernomen hebben. Het gaat specifiek over het RIEC-rapport van mei 2012 dat naar Financiën en BZK gestuurd is, over de FIOD-onderzoeken waarover in de fraudebrief over de toeslagen gesproken wordt en over alle vergelijkbare gevallen van fraude waarbij iemand kort naar Nederland komt, zich inschrijft, toeslagen of kinderbijslag aanvraagt en die vervolgens toegewezen krijgt, maar hier nooit inkomen heeft en eigenlijk ook nooit getraceerd kan worden. Verder gaat het over de overleggen en brieven die er zijn geweest naar aanleiding van de twee Abvakabo-rapporten van dit en vorig jaar, inclusief de conceptversies. Graag ontvangen wij dit feitenrelaas voor 19.00 uur vanavond, zodat wij hierover vanavond nog een debat kunnen voeren met de staatssecretaris van Financiën en, zo mogelijk, de minister van BZK.

De voorzitter:

Ik vraag u om nog even in schrijfsnelheid de partijen te noemen die dit verzoek ondersteunen.

De heer Omtzigt (CDA):

Dat zijn het CDA, de PVV, D66, de SP, GroenLinks, de ChristenUnie, de SGP en 50PLUS.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik deel met de heer Omtzigt en de genoemde partijen de grote zorgen over de toeslagen en de fraude daarmee. Daarom heb ik in het vragenuur en vervolgens in de regeling gevraagd om een uitgebreid debat. De punten die net zijn aangestipt over de vraag welke informatie er was, lijken me ook prima te passen in de brief waarom ik heb gevraagd en die er moet zijn voor het einde van het reces. Dan kan in de week na het voorjaarsreces een debat hierover worden gevoerd. Ik hoor inmiddels ook meer speculaties, maar dat zijn speculaties over alles wat iedereen zou hebben geweten. Zolang het speculaties zijn, heb ik geen behoefte aan een debat vanavond. In de brief wil ik alles krijgen. Mochten er harde feiten op tafel komen over betrokkenen, één of meer, dan hoor ik dat wel. Dan zijn we wel bereid tot een debat. Op dit moment is er een voorkeur voor wat ik eerder zei, namelijk een brief van het kabinet. Op basis van de nu beschikbare informatie dus geen steun voor een eventueel debat vanavond.

De voorzitter:

Heb ik goed gehoord dat u wel steun verleent aan het verzoek om een brief voor vanavond 19.00 uur?

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik heb er geen behoefte aan, maar zal het ook niet blokkeren.

De voorzitter:

Mijnheer Koolmees, u hebt het verzoek al ondersteund.

De heer Koolmees (D66):

Dat klopt, maar ik heb een extra suggestie. Sinds de brief van gisteren is er heel veel gebeurd. Zeker gisteravond is via RTL Nieuws een hoop nieuwe informatie naar buiten gekomen, waardoor deze zaak in een ander daglicht is komen te staan. Daarom is het verzoek om een feitenrelaas ook namens mijn fractie gedaan. Ik zou aan mevrouw Neppérus de suggestie willen doen om een extra regeling van werkzaamheden te houden zodra de brief binnen is, althans een halfuur nadat die is binnengekomen. Het zijn zeer serieuze feiten. De vraag is of de staatssecretaris adequaat heeft gehandeld met dit probleem. Het is goed dat het feitenrelaas op tafel komt, zodat wij vanavond een oordeel kunnen vellen, eventueel in een debat, over wat er is gebeurd.

De heer Groot (PvdA):

Ik voer het debat dan toch liever zorgvuldig. Het lijkt me echt te veel gevraagd om voor 19.00 uur zo'n uitgebreide brief op te leveren. De informatie moet van verschillende ministeries komen. Dit is echt een beetje overvragen. Ik wil wel heel graag dat deze bijzondere vraag wordt betrokken in de zogenoemde "grote brief". Dan kunnen we hierover na het reces een uitgebreid debat voeren. Dit is niet om een debat uit de weg te gaan, maar wel om het debat zorgvuldig te kunnen voeren.

De voorzitter:

Mevrouw Neppérus wil nog iets zeggen.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ja, voorzitter, nog even aanvullend over die brief. Ik heb er nog even verder over gedacht. Het gaat me echt om een heel goede brief, ook wat betreft de feiten. Dan heeft het toch mijn voorkeur om te wachten op die brief. Die wil ik hebben, met alle eerder door mij genoemde punten. Die brief komt in de komende recesperiode. Daarvoor vind ik deze zaak namelijk serieus genoeg.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Het is een heel serieuze zaak. Volgens mij is iedereen het daarover eens. Ik hecht wel aan het voorstel van de heer Koolmees. Laten we om een brief voor 19.00 uur vragen. Een feitenrelaas op hoofdpunten moet gewoon kunnen. De informatie over dit dossier heeft er een jaar over gedaan, maar ik neem aan dat het ministerie deze informatie binnen een paar uur kan opleveren. Dan kunnen we een nieuwe regeling van werkzaamheden hebben, dan kunnen we bekijken wat de informatie is en hoe we hier zorgvuldig mee omgaan. Wat mij betreft voorlopig wel een debat vanavond.

De heer Bashir (SP):

Ik wil een beroep doen op de collega's. Bijna de gehele oppositie vraagt om informatie. Als RTL Nieuws die informatie wel heeft, dan kan ook de staatssecretaris die informatie hebben. Ik doe dus nogmaals het verzoek om de informatie voor 19.00 uur aan te leveren. Dan kunnen we eventueel in een regeling van werkzaamheden de afweging maken om het debat wel of niet vanavond te houden.

De heer Klaver (GroenLinks):

Mevrouw Neppérus heeft het erover dat er speculaties zijn. Dat is nu juist het probleem: er zijn veel speculaties en de vraag rijst of de Kamer goed is geïnformeerd door de staatssecretaris van Financiën. Daarom denk ik dat het van belang is dat wij er vanavond met elkaar over spreken. Ik vind het voorstel van de heer Koolmees uitstekend om een halfuur na ommekomst van de brief een extra regeling van werkzaamheden te houden om te beoordelen of het dan nog nut heeft om dat debat te voeren.

De voorzitter:

Als iedereen dezelfde opmerking wil maken, stel ik voor dat wij dat niet doen. Ik wil u het woord niet ontnemen, maar u mag vrijwillig een stapje terug doen. Dan kunnen wij dit snel afronden. Mijnheer Van Vliet?

De heer Van Vliet (PVV):

Ik lach wel, maar dit is een zeer ernstige situatie. Op het moment dat je bewindspersoon bent en je eigen ambtenaren in de pers roepen dat je liegt – het woord "jokken" is gebruikt – heb je er alle belang bij om dit uit de wereld te helpen voor zover je dat natuurlijk kunt. Ik houd dan ook liever vast aan het voorstel om het debat te voeren.

De voorzitter:

Er is geen meerderheid voor het verzoek om het debat vanavond te plannen. Dat zal ik op dit moment dan ook niet doen. Wel hebben heel veel partijen gevraagd om een brief. Ook heeft een aantal partijen een regeling van werkzaamheden aangekondigd na ommekomst van de brief. Ik zal het stenogram van dit deel van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Ik zal vanuit mijn verantwoordelijkheid daaraan het verzoek toevoegen om die brief zo snel mogelijk, indien dat kan voor 19.00 uur, naar de Kamer te sturen. Stel dat wij om 19.30 uur een regeling van werkzaamheden hebben en daarna nog een debat moeten voeren. Als wij dat kunnen vermijden, is dat met het oog op de scherpte in het debat, als dat er eventueel komt, voor alle betrokkenen van belang.

De heer Omtzigt (CDA):

Dat is prima.

De voorzitter:

Dank u wel.

Het woord is aan de heer Omtzigt, die nog een verzoek heeft.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. In het debat op 4 april jongstleden over de Belastingdienst zegde de staatssecretaris toe dat hij binnen een week met een brief zou komen met een reactie op de aanbevelingen van het Abvakabo-rapport, onder andere over spookburgers en windhappers. Die brief is nu al twee weken te laat. Wij zouden ook die brief graag voor de regeling van werkzaamheden van 19.00 uur zien.

De voorzitter:

Ook dit gedeelte van het stenogram zal ik doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van Weyenberg.

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter. Vorige week werd in de Kamer het debat gevoerd over het sociaal akkoord. Daarbij is lang stilgestaan bij de motie-Pechtold/Roemer over het quotum voor mensen met een arbeidsbeperking. De minister zegde toen toe dat, als in 2015 er geen 5.000 banen bij bedrijven ontstaan, in 2016 het quotum alsnog zal worden ingevoerd. Dinsdag vroeg de PvdA om het aanhouden van die motie en om een brief. Die brief hebben wij gisteren ontvangen. Die wekte bij mijn fractie stellig de indruk dat de minister terugkomt op zijn toezegging aan de fracties van D66 en de SP. De brief is onduidelijk. Hij zegt het niet ronduit, maar vandaag in de pers bevestigt minister Asscher dat beeld in feite. Daarom zou ik graag voor de stemmingen een additionele brief willen van minister Asscher zelf, dus niet van de staatssecretaris, waarin hij drie vragen beantwoordt. Klopt het dat hij terugkomt op zijn toezegging dat, als in 2015 er geen 5.000 banen bij bedrijven ontstaan, het quotum in 2016 in werking treedt? Als dat zo is, waarom is dat niet expliciet in de brief van gisteren opgenomen en is die brief meer een zoekplaatje gebleken? Op basis van welke informatie, berichten of afspraken met bijvoorbeeld het bedrijfsleven komt de minister tot de constatering dat hij zijn toezegging moet intrekken? Dit verzoek doe ik mede namens de collega's van de SP. Ik zou de brief graag voor zessen ontvangen.

De voorzitter:

Het komt van een ander ministerie, dus dat zal een minder groot probleem zijn. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar de regering. U was serieus dat u de brief vandaag nog wilde, mijnheer Van Weyenberg? Wij stemmen vanavond over de motie. Dan zal ik dat toevoegen aan het stenogram.

Het woord is aan mevrouw Hachchi.

Mevrouw Hachchi (D66):

Voorzitter. Ik zou graag een vooraankondiging doen van het VAO vervanging F-16.

De voorzitter:

Dat VAO moet vanavond nog gehouden worden en het AO is vanavond om 21.00 uur afgelopen?

Mevrouw Hachchi (D66):

Klopt, het is van zes tot negen.

De voorzitter:

Ik verzoek alle aanwezige leden er rekening mee te houden dat er wellicht nog een laat VAO komt.

Het woord is aan mevrouw Voortman. Mijnheer Klaver?

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik zie dat u teleurgesteld bent.

De voorzitter:

Niet teleurgesteld, maar verbaasd.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik zal mijn best doen om mevrouw Voortman zo goed mogelijk te vervangen.

Voorzitter. Vanochtend heeft een twintigtal economen in Het Financieele Dagblad verklaard dat het woonakkoord een gemiste kans is. Graag zouden wij een brief van het kabinet ontvangen waarin wordt ingegaan op dat bericht. Voor de verandering hoeft die brief niet vanmiddag al te komen. Na ommekomst van de brief zouden wij graag met de minister voor Wonen debatteren.

De voorzitter:

Gaat u dat laatste verzoek doen als de brief er is?

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik doe dat verzoek nu: ik wil een debat voorafgegaan door een brief.

De voorzitter:

De heer Klaver verzoekt om een debat met de minister voor Wonen en Rijksdienst. Ik stel vast dat er geen steun is. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik zie dat er inderdaad geen steun is, maar ik hoop wel dat wij een brief kunnen ontvangen waarin het kabinet ingaat op deze berichtgeving.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Het is mij bekend dat er gedacht wordt aan een notaoverleg op 10 juni over de zojuist verschenen brief over de langdurige zorg. Ik zou mijn collega's willen voorstellen om hier een plenair debat over te houden. Ik breng ze in herinnering het tweedaagse debat dat wij begin 2008 over de ouderenzorg hebben gevoerd. Toen was er niet eens sprake van massabezuinigingen. Ik wil een debat over de brief over de langdurige zorg met ruime spreektijden van acht minuten per fractie.

De voorzitter:

Het debat waaraan u refereerde, is het debat naar aanleiding van een onderzoeksrapport van de Kamer.

Mevrouw Leijten (SP):

Wij gaan op 10 juni acht uur debatteren. Mevrouw Agema heeft twintig minuten spreektijd. Ik denk dat het prima is om dit in een notaoverleg te behandelen. Dan hebben wij de tijd. Wij kunnen het debat goed voorbereiden. Wij houden hoorzittingen ter voorbereiding. Die procedure is afgesproken en ik zou daar niet van willen afwijken. Ik zie uit naar het debat dan.

Mevrouw Bergkamp (D66):

D66 sluit zich aan bij de woorden van de SP. Afhankelijk van het notaoverleg wil ik bekijken of een plenair debat nodig is. Wij hebben ook onze eigen hoorzittingen, maar ik wil wel die optie openhouden.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Deze brief vraagt om een heel zorgvuldig proces. Ik deel de woorden van de SP, maar ik kan mij wel indenken dat wij na het notaoverleg een plenaire afronding houden, gezien de zwaarte van het onderwerp. Dat is mijn voorstel aan mevrouw Agema.

De heer Van 't Wout (VVD):

Het is een bijzonder moment: ik sluit mij volledig aan bij de SP.

De voorzitter:

Waarvan akte.

De heer Van der Staaij (SGP):

Mevrouw Leijten zegt het eigenlijk al: ook een debat in een andere zaal dan de plenaire zaal kan heel goed en geschikt zijn om een onderwerp grondig te bespreken. Ik ben dat graag met haar eens. Het is prima om een notaoverleg te hebben. Het was een goede suggestie van mevrouw Bruins Slot om daarna een plenaire afronding te hebben.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Ik sluit mij aan bij de vorige spreker. Laten wij de afgesproken procedure volgen. Wij kunnen altijd nog besluiten tot een plenaire afronding.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ook wat ons betreft een zorgvuldige behandeling in een notaoverleg, gevolgd door een plenaire afronding.

De voorzitter:

Ik heb even overlegd over de procedure rondom een notaoverleg. In zo'n overleg kan besloten worden om het plenair af te ronden. Dat heet geen VAO, maar een plenaire afronding. Veel partijen hebben daar al om gevraagd, dus dat kunnen wij bij dezen afspreken.

Mevrouw Agema (PVV):

Voor mij is dat een doekje voor het bloeden. Ik vind het geen goed idee om dit debat, nota bene op voorspraak van de SP, te beginnen in een notaoverleg. Ik had toch echt van de SP verwacht dat ze een plenaire behandeling meer op haar plaats had gevonden. Maar goed, in dit huis beslist de meerderheid. Ik vind het onbestaanbaar dat we het op deze wijze vormgeven.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik vind de suggestie van een plenaire afronding heel goed. Ik heb u gehoord dat we dat gaan doen. Volgens mij hebben we dan het beste van twee werelden: ruime spreektijden in het notaoverleg en vervolgens nog een plenaire afronding. Dan heeft mevrouw Agema toch haar zin gekregen.

De voorzitter:

Waarmee er een eind is gekomen aan de regeling van werkzaamheden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven