8 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, vanmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie-Klaver/Koolmees (31066, nr. 161), de aangehouden moties-Omtzigt (33551, nrs. 10 en 11) en de brief van de Voorzitter van de Tweede Kamer ten behoeve van de Conferentie van Voorzitters van Europese Parlementen van 21 tot 23 april 2013 in Nicosia (30180, nr. 20).

Op verzoek van het lid Ouwehand stel ik voor, de motie op stuk 21501-20, nr. 734 opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik benoem in de enquêtecommissie Woningcorporaties de leden Anne Mulder, Groot, Van Vliet, Bashir, Oskam en Hachchi.

Ik geef het woord aan mevrouw Van Veldhoven van D66 voor een verzoek.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Vorige week hebben wij achtenhalf uur met elkaar gesproken over toekomstige investeringen in wegen en spoor. Daarbij is ook gesproken over het uitgeven van de 300 miljoen die eenmalig uit het CPB-pakket beschikbaar kwam. Het is echter onduidelijk of dat pakket van tafel is. Ja, zegt Heerts. Nee, zegt Schultz. Wellicht, zegt Rutte. Het is voor mijn fractie heel erg van belang om morgen bij het debat helderheid te krijgen over de status van de 4,3 miljard en de status van de 300 miljoen aan investeringen in infrastructuur. Daarom verzoek ik om uitstel van de stemmingen over het MIRT vandaag. Dat doe ik overigens mede namens de ChristenUnie, het CDA en de SP.

De voorzitter:

Mevrouw Van Veldhoven doet een verzoek om steun voor uitstel van de stemmingen. De partijen die deze steun al hebben gegeven, hoeven dat niet nogmaals te doen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het verzoek om uitstel.

De heer De Graaf (PVV):

Een logisch verzoek, dus steun.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Een directe noodzaak ontbreekt, maar als dit verzoek wordt gedaan, kunnen wij het steunen.

De heer Bisschop (SGP):

Steun voor het verzoek.

De heer Elias (VVD):

Er is op zakelijke gronden geen reden voor, maar ik zal me er niet tegen verzetten, als wij er dan wel echt volgende week over gaan stemmen.

De voorzitter:

Mevrouw Van Veldhoven, u hebt steun voor uw verzoek. Wij schuiven de stemmingen naar volgende week door.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dan geef ik het woord aan mevrouw Dik-Faber van de ChristenUnie.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik zou graag een brief van het kabinet willen ontvangen in reactie op de brief van de Duitse vervoersautoriteit over de spoorlijnen Heerlen-Aken. We hebben zojuist besloten om de stemmingen over het MIRT uit te stellen. Ik zou het erg op prijs stellen als de gevraagde brief ons voor deze stemmingen over het MIRT bereikt, in verband met het mogelijk aanpassen of intrekken van moties. Ik doe dit verzoek mede namens de fracties van CDA, D66, GroenLinks en SP.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Prima.

De voorzitter:

Voor steun voor een brief hoeft u op zich niets te zeggen, maar gaat uw gang, mijnheer De Graaf.

De heer De Graaf (PVV):

Ik heb een kort aanvullend verzoek. Kan de minister in de brief ook een kort verslag meenemen van het soort contact zij met de Duitse autoriteiten tot nu toe heeft gehad over deze spoorlijn?

De voorzitter:

Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Ik geef het woord aan de heer Van der Steur van de VVD.

De heer Van der Steur (VVD):

Voorzitter. Afgelopen vrijdag werd het rapport van de Inspectie Veiligheid en Justitie over de dood van een asielzoeker in een Nederlands detentiecentrum openbaar. Dat rapport bevat duidelijke conclusies en aanbevelingen. Een beleidsreactie van de staatssecretaris is inmiddels ontvangen. De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft besloten om een vragenronde te houden. Morgen zal nog een gesprek worden gevoerd met de inspectie en zullen de antwoorden op de gestelde vragen worden ontvangen. In dat kader verzoek ik u, voorzitter, om een debat te plannen, bij voorkeur te houden op donderdagochtend, over de conclusies en aanbevelingen van de inspectie en de beleidsreactie daarop, met een spreektijd van zes minuten per fractie.

De voorzitter:

Ik begrijp dat dit verzoek vanmorgen ook in de procedurevergadering is besproken, maar ik zie dat u toch een aanvullende opmerking hebt, mevrouw Gesthuizen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Nee, voorzitter, maar ik kom uiteraard wel formeel hier zeggen dat ik het geheel eens ben met dit voorstel en zeker ook met de door de heer Van der Steur gedane suggesties betreffende het tijdstip en de spreektijd.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook steun van GroenLinks.

De heer Schouw (D66):

Zeker ook steun van de fractie van D66. Ik benadruk dat we die zes minuten spreektijd echt minimaal nodig hebben.

De heer Fritsma (PVV):

Steun voor het verzoek.

De heer Slob (ChristenUnie):

Steun van de ChristenUnie voor dit verzoek.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ook de SGP steunt het verzoek.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun van de Partij voor de Dieren.

De voorzitter:

Mijnheer Van der Steur, u hebt brede steun voor dit verzoek. Ik zal het debat plannen zoals u verzocht hebt, dus komende donderdag. Er zal een gewijzigd schema worden rondgestuurd. Spreektijden van zes minuten per fractie.

Ik geef het woord aan mevrouw Bergkamp van D66.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Voorzitter. Afgelopen donderdag was de filmtop van minister Bussemaker en minister Kamp met experts. Doel van deze filmtop was om met een oplossing te komen voor het probleem van de slechte concurrentiepositie van de Nederlandse filmsector. De reactie van de minister hebben we kunnen lezen: er zit weinig schot in. Vandaar mijn verzoek, mede namens collega Monasch van de PvdA, om een brief en daarna een debat.

De voorzitter:

Eigenlijk hebt u dus twee verzoeken: een verzoek om een brief en een verzoek om steun voor een debat.

Mevrouw Venrooy-van Ark (VVD):

Steun van de VVD-fractie.

De voorzitter:

Ik neem aan voor beide verzoeken, mevrouw Van Venrooy.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor beide verzoeken.

De voorzitter:

U hebt steun van een meerderheid voor dit verzoek, mevrouw Bergkamp. Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Het debat komt onderaan de lijst, met een spreektijd van vier minuten per fractie.

Ik geef het woord aan mevrouw Leijten van de SP.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Als je als taxichauffeur aan de slag wilt in de grote stad, heb je een vergunning nodig, maar iedereen mag zorg verlenen als hij zich inschrijft bij de Kamer van Koophandel. Ik vond de beantwoording door de minister van vragen hierover tijdens het vragenuur echt veel te mager: er komt een brief voor de zomer. Ik vraag hier graag een debat over aan, omdat ik denk dat wij hier eerder over moeten spreken.

De voorzitter:

Her verzoek is om steun voor een debat.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Ook onze vragen zijn nog niet allemaal beantwoord tijdens het vragenuur. Wij willen dus graag een brief ontvangen waarin de minister meeneemt wat er wordt gedaan om te voorkomen dat instellingen, aan de voorkant van het proces, gewoon aan de slag kunnen gaan. Daarnaast willen wij voorkomen dat de IGZ instellingen die aan de slag gaan pas na drie jaar gaat controleren. Wij willen dat de minister daarop ingaat in haar brief.

De voorzitter:

Ik begrijp dat u een ander verzoek hebt, namelijk een brief, maar dat u geen steun verleent aan het verzoek om een debat te houden over dit onderwerp.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Zodra wij een brief hebben, moet er uiteraard een debat volgen.

De voorzitter:

U geeft dus nu al steun aan een verzoek om een debat? Die vraag ligt namelijk voor. Mevrouw Leijten vraagt om steun voor een debat.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Sorry. Nee, we willen eerst een brief.

De voorzitter:

Oké, geen steun voor het debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

GroenLinks vindt net als de Partij van de Arbeid dat de vragen onvoldoende beantwoord zijn, maar daarom juist wel nú een debat.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Een brief en daarna een debat, dus wel steun voor een debat.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Er zijn veel open eindjes, dus steun voor een debat.

De heer Rutte (VVD):

De minister heeft tijdens het vragenuur aangegeven dat zij aan een uitgebreide brief werkt. Daar kijken wij naar uit. Die brief mag wellicht wel wat sneller komen dan voor de zomer.

De voorzitter:

Kunt u daar een termijn voor geven? Wat wilt u dan? Dan kan dat namelijk worden opgenomen in het stenogram.

De heer Rutte (VVD):

Wat de VVD betreft geven wij de minister een maand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het debat. Een brief kan geen kwaad, maar het debat moet gewoon plaatsvinden.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Steun voor de brief en voor het debat.

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, er is brede steun voor een nadere brief. Er is op dit moment echter nog geen steun van een meerderheid voor het plannen van een debat.

Mevrouw Leijten (SP):

Dan verzoek ik om een dertigledendebat. Ik vind de termijn die de VVD noemt, een maand voor een brief, scherp. Ik had zelf gezegd dat er ook binnen twee weken een brief kan zijn, maar laten wij het op een maand houden. Dan moeten wij een brief hebben. Ik wil er een dertigledendebat van maken. Wellicht besluit de commissie later anders, maar dan hoort u dat vanzelf.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Ik heb volgens mij net als al mijn andere collega's gezegd: eerst een brief, daarna een debat. We willen het dus allebei, maar wel in die volgorde. Bij de rest hebt u het goedgekeurd, dus ik hoop dat u het voor ons ook goedkeurt. Dan heeft de SP namelijk een meerderheid voor een debat.

De voorzitter:

Sorry, mevrouw Bouwmeester, maar ik heb u expliciet gevraagd of u op dit moment geen steun geeft aan het debat. U hebt geantwoord: inderdaad, geen steun voor het debat. Op basis daarvan heb ik geconcludeerd, maar blijkbaar heb ik het verkeerd begrepen. Mevrouw Leijten heeft dus wel degelijk steun van een meerderheid voor een debat. Ik zal het debat onderaan de lijst plaatsen, met spreektijden van vier minuten per fractie. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van Hijum van het CDA.

De heer Van Hijum (CDA):

Voorzitter. Vorige week stond ik hier ook met het verzoek om een debat over het bericht dat de Deutsche Bank kleine ondernemers als klant dumpt. Toen was er geen meerderheid te vinden voor een aanvraag tot een debat. Wij hebben gewacht op een brief van de minister van Financiën. Die brief hebben wij op zichzelf niet ontvangen, maar wel een afschrift van de antwoorden op de vragen van de heer Dijkgraaf van de SGP. Uit die antwoorden blijkt dat er tot nu toe nog geen contact is geweest tussen de minister en de Deutsche Bank, maar dat was wel beloofd. Inmiddels is het bijna een maand geleden dat het onderwerp in een debat in de Kamer aan de orde kwam. Ik stel daarom opnieuw voor om een debat over deze kwestie te houden. Ik hoop dit keer op steun van een Kamermeerderheid.

De voorzitter:

De heer Van Hijum verzoekt om steun voor een debat.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Van harte steun voor een debat. Mensen krijgen nu brieven met opzeggingen en kunnen niet eens meer bij hun eigen contactpersoon terecht. Ze zitten dus echt in de problemen en daarom dring ik erop aan, heel snel een debat met de minister te voeren.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Daar sluit ik me gaarne bij aan.

De heer Nijboer (PvdA):

Gezien de brief, lijkt het me goed om een debat met de minister te voeren. De fractie van de Partij van de Arbeid geeft dus steun voor een debat.

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ook steun van de VVD.

De heer Koolmees (D66):

Ook steun van D66.

De heer Merkies (SP):

Ook steun van de SP.

De voorzitter:

Mijnheer Van Hijum, er is een ruime meerderheid voor het houden van een debat. Ik plaats dit debat onderaan de lijst, met spreektijden van vier minuten per fractie. Ik heb gehoord dat velen dit debat eerder willen houden, maar dat verzoek heb ik gehoord bij heel veel debatten die op de lijst staan. Ik kan daar op dit moment niets mee doen, want al die debatten moeten zo snel mogelijk gepland worden.

De heer Van Hijum (CDA):

Daarvoor heb ik uiteraard begrip. De afweging is aan u. Ik wijs u wel op het argument dat het hier gaat om mensen aan wie de dienstverlening is opgezegd, die geen kant uit kunnen. Ik hoop dat wij daarover snel een debat kunnen voeren.

De voorzitter:

Daarvoor ga ik mijn best doen.

Het woord is aan mevrouw Van Nieuwenhuizen als voorzitter van de vaste commissie voor Financiën.

Mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga (VVD):

Voorzitter. Namens de commissie verzoek ik u om volgende week een debat met de minister van Financiën over het leningprogramma voor Cyprus in te plannen. Dit debat zou moeten worden gevolgd door stemmingen, uiteraard bij aanvang van de woensdagmiddagvergadering.

De voorzitter:

Dus eigenlijk verzoekt u om een debat op dinsdag?

Mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga (VVD):

Ja, eigenlijk wel.

De voorzitter:

Ik ga mijn best doen om het zo te plannen. Ik zeg nu alvast dat er woensdag waarschijnlijk ook stemmingen zullen zijn. De spreektijden zijn vier minuten per fractie.

Het woord is aan mevrouw Voortman van GroenLinks.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Naar aanleiding van berichtgeving op Joop.nl en in Medisch Contact dat artsen zorg aan illegalen zouden weigeren, zou ik graag een debat willen.

De heer Azmani (VVD):

Geen steun voor een debat, maar wel voor een brief.

Mevrouw Maij (PvdA):

Ik zou ook graag eerst een brief van de regering krijgen waarin zij haar visie op dit probleem geeft. Daarna kunnen wij bekijken of een debat nodig is.

Mevrouw Leijten (SP):

Steun voor het verzoek van GroenLinks.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Eerst graag een brief.

De voorzitter:

Mevrouw Voortman, u hebt geen steun voor een debat, maar wel voor een brief. Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Ik geef het woord aan de heer Monasch van de PvdA.

De heer Monasch (PvdA):

Voorzitter. Vorige week hadden wij uitstel van de stemmingen over moties ingediend bij het VAO Woningcorporaties gevraagd naar aanleiding van berichtgeving in Het Financieele Dagblad over een op handen zijnde deal bij Vestia. Die brief heeft ons nog steeds niet bereikt. Daarom verzoek ik om de stemmingen nog één week uit te stellen, maar ook aan het kabinet te vragen of die brief alsnog deze week naar de Kamer kan worden gestuurd, laten wij zeggen donderdag voor 17.00 uur.

De voorzitter:

Donderdag voor 17.00 uur. Omdat het gaat om uitstel van stemmingen, vraag ik steun van de Kamer.

De heer Knops (CDA):

Steun voor het verzoek van de heer Monasch.

De heer Paulus Jansen (SP):

Steun.

Mevrouw Visser (VVD):

Steun.

De voorzitter:

Ik hoor steun voor uw verzoek, mijnheer Monasch. Ik zal de stemmingen uitstellen en het stenogram doorgeleiden naar het kabinet, zodat het voor donderdag 17.00 uur alsnog een brief naar de Kamer kan sturen.

Het woord is aan de heer Pechtold van D66.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Minister Schippers van Volksgezondheid heeft afgelopen zaterdag in het Algemeen Dagblad wat opmerkingen geplaatst die buiten haar portefeuille vallen, maar wel regarderen aan de eenheid van kabinetsbeleid. Zij blikte terug op de vorming van dit kabinet en was niet tevreden met een minderheidskabinet. Zij blikte driemaal vooruit op haar eigen politieke positie. Over het heden sprak zij uit dat zij de begrotingsregels van 3% willekeurig vindt. Zij varieerde daarin. Ook plaatste zij haar vraagtekens bij de ambitie van de hervormingen die in het sociaal akkoord zitten. Ik zou voor het einde van de vergadering vandaag graag een brief van deze minister en de minister-president krijgen waarin op deze zaken wordt ingegaan en waarin de eenheid van kabinetsbeleid nog eens wordt benadrukt. Ook wil ik weten of dit interview na het sociaal akkoord geautoriseerd is en een tweede fase heeft gehad, zoals mij ter ore is gekomen. Daardoor kan er niet de uitvlucht zijn dat deze uitspraken voor die datum zijn gedaan.

De voorzitter:

Ik zal dit stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Pechtold (D66):

Ik vroeg de brief voor het eind van de vergadering vandaag, zodat ik, als de brief niet voldoende duidelijk is, de minister graag morgen uitnodig bij het debat over het sociaal akkoord.

De voorzitter:

Dan zal ik deze opmerking toevoegen aan het stenogram. Ik houd er rekening mee dat wij het debat morgen wellicht laten voorafgaan door een regeling van werkzaamheden. Zoals ik al eerder aangaf, zal ik het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Ik constateer dat mevrouw Jacobi een vraag heeft. Zij heeft zich echter niet gemeld voor de regeling.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Voorzitter. Het is ook niet meer voor de regeling, maar ik wil graag melden dat ik mijn motie over de verkoop van natuur onder punt 30 wil aanhouden.

De voorzitter:

Pardon, ik zie het; dat kan altijd. Op verzoek van mevrouw Jacobi stel ik voor, haar motie (29 659, nr. 109) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Dan is het woord aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Ik wil twee moties aanhouden. Allereerst onder punt 27 de motie Van Gerven/Thieme op stuk nr. 148 (29683) over een doelstelling voor het terugdringen van het antibioticagebruik. Tevens geldt dat onder punt 31 voor de motie Van Gerven/Bruins Slot op nr. 157 (29683) over financiële ondersteuning van patiënten met Q-koorts.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van Gerven stel ik voor zijn moties (29683, nrs. 148 en 157) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Veldhoven.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Bij de stemmingen onder 30 wil ik graag mijn motie op stuk nr. 106 (29659) aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Van Veldhoven stel ik voor, haar motie (29659, nr. 106) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik hoop dat u dat allemaal hebt kunnen meeschrijven. Wij nog niet, en dus schors ik de vergadering voor enkele ogenblikken, zodat we de stemmingslijst kunnen bijwerken. Ik verzoek de leden nogmaals om tijdig door te geven dat zij een motie willen aanhouden. Dat voorkomt vertraging bij de stemmingen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik heropen de vergadering. Het woord is aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Ik wil het nog gecompliceerder maken; met excuses voor de verwarring. Het gaat ook om motie nr. 150 (29683) onder punt 27.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van Gerven stel ik voor, zijn motie (29683, nr. 150) over het tegengaan van financieel gedreven verstrekking van antibiotica, aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik ga mijn best doen.

Dan gaan wij nu stemmen, maar niet nadat ik eerst gevraagd heb of alle leden de presentielijst hebben getekend. Zo niet, zouden zij dat dan nog even heel snel willen doen? Het lijkt erop dat dit wel gebeurd is. Dan verzoek ik allen plaats te nemen en op te houden met praten, zodat wij kunnen gaan stemmen.

Naar boven