Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over de Landbouw- en Visserijraad, te weten:

- de motie-Ouwehand over de uitvoering van ambtelijke mandaten in Europa (21501-32, nr. 391);

- de motie-Polderman/Irrgang over aangaan van samenwerking met derde landen onder het gemeenschappelijk visserijbeleid (21501-32, nr. 392);

- de motie-Jacobi/Koppejan over strenge nadere voorwaarden aan de toepassing van Actief Biologisch Beheer (21501-32, nr. 393).

(Zie vergadering van heden.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. De PvdD vindt dat Europese vissers niets te zoeken hebben in de wateren van ontwikkelingslanden. Alle wollige beloftes over duurzaamheid en armoedebestrijding ten spijt, trekken daar westerse fabrieksschepen de zeeën leeg, de visbestanden storten in en de lokale bevolking heeft het nakijken. Dat heeft met armoedebestrijding niet veel te maken. Wat ons betreft, worden die visserijakkoorden dan ook zo snel mogelijk afgeschaft. Omdat de Nederlandse regering echter met steun van een meerderheid van de Kamer ook in het nieuwe Europese visserijbeleid blijft inzetten op die akkoorden, steunt mijn fractie de motie van de leden Polderman en Irrgang waarin de regering wordt verzocht in elk geval de criteria voor die akkoorden aan te scherpen.

In stemming komt de motie-Ouwehand (21501-32, nr. 391).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, de PvdD en de VVD voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Polderman/Irrgang (21501-32, nr. 392).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, D66, de PvdD, de VVD, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Jacobi/Koppejan (21501-32, nr. 393).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, D66, de PvdD, de VVD en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Naar boven