Aan de orde zijn de stemmingen over 46 moties, ingediend in het notaoverleg over het kabinetsstandpunt (deel 3) inzake de partiële herziening van de PKB Nationaal Ruimtelijk Beleid (25180, nrs. 3 en 4), te weten:

- de motie-Duivesteijn/Gabor over stimulering van het individuele opdrachtgeverschap (25180, nr. 5) (gewijzigd);

- de motie-Duivesteijn/Gabor over een mogelijk woningoverschot (25180, nr. 6) (gewijzigd);

- de motie-Duivesteijn/Gabor over het snel uitbrengen van de vijfde nota (25180, nr. 7);

- de motie-Duivesteijn over de ontwikkeling van Valkerhout (25180, nr. 8) (vervangen, zie nr. 24);

- de motie-Verbugt over een bufferzonebeleid (25180, nr. 9) (vervangen, zie nr. 19 en 34);

- de motie-Verbugt over de bufferzone Den Haag-Leiden-Zoetermeer (25180, nr. 10) (gewijzigd);

- de motie-Verbugt over het Nationaal landschap Groene Hart (25180, nr. 11) (gewijzigd);

- de motie-Verbugt over doortrekking van de A4 en aansluiting op de A29 (25180, nr. 12);

- de motie-Versnel-Schmitz over nieuwe bedrijfsontwikkeling nabij de steden in corridors langs de achterlandverbindingen (25180, nr. 13) (herdruk);

- de motie-Versnel-Schmitz over de geleidelijke overgang van stedelijk naar landelijk gebied in de stadsranden (25180, nr. 14) (herdruk);

- de motie-Versnel-Schmitz over het waarborgen van de ruimtelijke kwaliteit van Midden-Delfland bij doortrekking van de A4 (25180, nr. 15) (gewijzigd);

- de motie-Versnel-Schmitz over grensoverschrijdende ruimtelijk-economische ontwikkelingen in de landsdelen Noord, Oost en West (25180, nr. 16) (tweede druk);

- de motie-Versnel-Schmitz over groenontwikkeling (25180, nr. 17);

- de gewijzigde motie-Versnel-Schmitz/Stellingwerf over locaties voor zendmasten (25180, nr. 54);

- de motie-Versnel-Schmitz over functieondersteunende bebouwing (25180, nr. 19) (gewijzigd);

- de motie-Versnel-Schmitz over nieuwe landgoederen (25180, nr. 20);

- de Voorzittermotie-Versnel-Schmitz over samenhangende voorstellen ter oplossing van de ruimteproblematiek in de vier Randstadprovincies (25180, nr. 21);

- de gewijzigde motie-Versnel-Schmitz over het tijdig realiseren van het Nationaal landschap Groene Hart (25180, nr. 55);

- de motie-Versnel-Schmitz over de recreatieve bereikbaarheid van de bufferzones en het Groene Hart (25180, nr. 23) (herdruk);

- de motie-Versnel-Schmitz over een tekort aan bouwmogelijkheden in de Leidse regio (25180, nr. 24) (gewijzigd);

- de motie-Versnel-Schmitz over bescherming van het open karakter van de Hoeksche Waard (25180, nr. 25) (gewijzigd);

- de motie-Poppe over glastuinbouwlocaties (25180, nr. 26);

- de motie-Poppe over een regionaal HOV-netwerk in Zuid-Limburg (25180, nr. 27);

- de motie-Poppe over herontwikke- ling van bestaande bedrijfsterreinen in de regio Rijnmond (25180, nr. 28);

- de motie-Gabor over de Oostvlietpolder en de Cronesteinpolder (25180, nr. 30);

- de motie-Gabor over de bufferzone Midden-Delfland (25180, nr. 31);

- de motie-Gabor over een gedifferentieerde benadering van het Groene Hart (25180, nr. 32);

- de motie-Gabor over het schrappen van de verstedelijkingsopgave 2005-2010 (25180, nr. 33);

- de motie-Gabor over het in uitzonderingsgevallen toestaan van substantiële bebouwing in bufferzones (25180, nr. 34) (vervangen, zie nr. 19);

- de motie-Van den Berg over behoud van het open karakter van de Hoeksche Waard (25180, nr. 35);

- de gewijzigde motie-Van den Berg over de Bollenstreek (25180, nr. 58);

- de motie-Versnel-Schmitz over de gevolgen van het van kracht worden van het Verdrag van Malta (25180, nr. 37) (gewijzigd);

- de motie-Poppe over criteria voor bedrijfsvestigingen (25180, nr. 38);

- de motie-Poppe over de mogelijkheid in te grijpen in maatschappelijk ongewenste grond- en vastgoedtransacties (25180, nr. 39);

- de motie-Poppe over een gelijkmatige ruimtelijk-economische ontwikkeling (25180, nr. 40);

- de motie-Poppe over planologische inbedding van zendinstallaties (25180, nr. 41);

- de motie-Verbugt over de spoorzone van Breda (25180, nr. 42);

- de motie-Verbugt over versoepeling van de Vinex-convenanten (25180, nr. 43) (gewijzigd);

- de motie-Verbugt over het afzien van afspraken voor de verstedelijkingsopgave (25180, nr. 44);

- de motie-M.B. Vos over een afwegingskader voor de ruimtelijke ontwikkeling van ons land in de 21ste eeuw (25180, nr. 45);

- de gewijzigde motie-M.B. Vos over het accommoderen van distributiebedrijfsterreinen (25180, nr. 57);

- de motie-M.B. Vos over een eenmalige heffing voor het in gebruik nemen van onbebouwde grond (25180, nr. 47);

- de motie-M.B. Vos over het onthouden van BLS-subsidie aan stads- en dorpsuitbreiding (25180, nr. 48);

- de motie-Duivesteijn over vastleggen uitgangspunt 30% sociale woningbouw in de uitvoeringsafspraken (25180, nr. 52);

- de motie-M.B. Vos over adequaat openbaar vervoer voor de grote Vinex-locaties (25180, nr. 56);

- de motie-Gabor/Van den Berg over groei van de woningvoorraad en de werkgelegenheid die samenhangt met de eigen behoefte (25180, nr. 59) (gewijzigde herdruk).

(Zie notaoverleg van 30 maart 1998.)

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Verbugt stel ik voor, haar motie (25180, nr. 44) van de stemmingslijst af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Een groot aantal moties is gewijzigd. Dat is bij de desbetreffende nummers vermeld. Ik neem aan, dat over alle gewijzigde moties kan worden gestemd.

Ik heb begrepen dat de heer Gabor nog een oordeel van de regering wenst over zijn moties, voorkomend op de stukken nrs. 6 en 59.

Minister De Boer:

Voorzitter! Ik aarzel even met mijn reactie, omdat ik de indruk heb dat ik over vele moties nog een oordeel moet geven, gelet op het feit dat er tot voor kort nog heel wat wijzigingen zijn aangebracht.

Wat de motie op stuk nr. 6 betreft, heb ik geen bezwaar tegen aanvaarding. Echter, de aanneming van de motie op stuk nr. 59 moet ik zeer ernstig blijven ontraden.

De heer Duivesteijn (PvdA):

Voorzitter! Met betrekking tot de motie op stuk nr. 52 wordt op de stemmingslijst niet vermeld dat het gaat om de gewijzigde motie. Verder deel ik mee dat in de motie op stuk nr. 5 een wijziging moet worden aangebracht, ter voorkoming van een kabinetscrisis... Achter het derde gedachtestreepje van het dictum wordt over "eenderde" gesproken. Hier moet worden gelezen: "een substantieel deel, circa eenderde,".

De voorzitter:

Ik constateer, dat de vergadering ermee instemt dat wij desondanks dadelijk over deze gewijzigde motie zullen stemmen.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter! In de motie die ik op stuk nr. 56 heb ingediend, wordt gevraagd om betere financiële vergoedingen voor het openbaar vervoer in de beginfase, als het wordt aangelegd. Wij zijn op dit punt niet tevreden met het kabinetsbeleid. De minister van VROM heeft mij echter verzocht om deze motie aan te houden totdat nader overleg met de minister van Verkeer en Waterstaat heeft plaatsgevonden. Daartoe ben ik bereid.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Vos stel ik voor, haar motie (25180, nr. 56) van de stemmingslijst af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De heer Gabor (CDA):

Voorzitter! Ik heb een amenderende motie op stuk nr. 30 ingediend. Die motie is later gewijzigd. De gewijzigde motie wordt niet vermeld op de stemmingslijst. Intussen is die motie ook medeondertekend door mevrouw Versnel. Wilt u erop letten dat deze motie in gewijzigde vorm in stemming wordt gebracht? Anders gebeuren er ongelukken.

De voorzitter:

Die gewijzigde motie is rondgedeeld.

Ik moet een groot verzuim goedmaken. Ik zei zo-even dat wij allen nog niet jarig waren, behalve de minister van VROM. Maar ook mevrouw Sharon Dijksma is heden jarig. Overige jarigen wordt gevraagd zich te melden!

Ik geef het woord aan de minister.

Minister De Boer:

Voorzitter! Ik heb een groot aantal wijzigingen op de moties doorgekregen waarop ik nog niet gereageerd heb. Het zou de kwaliteit van de besluitvorming beïnvloeden als ik in hoog tempo aangeef wat mijn oordeel is over die moties.

De voorzitter:

Als dat hoge tempo en de kwaliteit kunnen samengaan, heeft u daartoe de gelegenheid.

Minister De Boer:

Ik begin met de motie op stuk nr. 24, ter vervanging van de motie op stuk nr. 8, van de heer Duivesteijn en mevrouw Versnel-Schmitz. Het eerste deel betreft het opnemen van Valkerhout als bouwlocatie voor de bouwopgave 2005-2010. Namens het kabinet moet ik aanvaarding van deze motie zeer ernstig ontraden. Het is niet mogelijk om voor 2010 te bouwen op het vliegveld Valkenburg. Ik kan die motie dan ook niet uitvoeren. Tegen het tweede deel van deze motie heb ik geen bezwaar.

Tegen aanvaarding van de gewijzigde motie op stuk nr. 15 heb ik geen bezwaar.

Ik blijf aanvaarding van de motie op stuk nr. 10 ontraden. Die betekent namelijk dat de bufferzone juridisch niet goed geregeld wordt.

In de motie op stuk nr. 66, ter vervanging van die op de stuk nrs. 9, 19 en 34, wordt gesproken over de niet-substantiële bebouwing van bufferzones. Als deze motie wordt aangenomen, betekent dit dat wij in de Reeuwijkse Plassen 11 ha kunnen bebouwen. In de Loosdrechtse plassen zouden wij zelfs 23 ha kunnen bebouwen. Ik kan mij niet voorstellen dat dit de bedoeling is van de Kamer. Derhalve moet ik aanvaarding van deze motie in deze vorm ontraden.

Ik moet ook aanvaarding van de gewijzigde motie op stuk nr. 25 blijven ontraden, omdat deze intensivering van het havengebied op zichzelf niet voldoende ruimte geeft.

Ook aanvaarding van de gewijzigde motie op stuk nr. 30 moet ik blijven ontraden.

Tegen aanvaarding van de gewijzigde motie op stuk nr. 37 heb ik geen bezwaar. Die heeft betrekking op het implementeren van het Verdrag van Malta.

Ik ontraad aanvaarding van de gewijzigde motie op stuk nr. 43. Het gaat daar om het versoepelen van de convenanten die gesloten zijn met de gemeenten in het kader van de Vinex, waarbij de financiële randvoorwaarden niet meer alleen taakstellend zouden zijn. Dat kan dus niet.

Aanvaarding van de gewijzigde motie op stuk nr. 52 moet ik zeer sterk ontraden, want die betekent dat wij iets doen ten aanzien van een besluitvorming die kortgeleden in deze Kamer heeft plaatsgevonden. Bij de herstructureringsopgave is besloten dat de bestaande voorraad geherstructureerd zal worden geheel onder de markt. De PvdA-fractie die deze motie heeft ingediend, heeft dat trouwens ook geheel ondersteund. Dat betekent dat ik hiermee niet akkoord kan gaan.

Ik heb geen bezwaar tegen aanvaarding van de motie op stuk nr. 54.

Ik heb ook geen bezwaar tegen aanvaarding van de motie op stuk nr. 57, die de gewijzigde motie op stuk nr. 46 wordt.

Ik heb ook geen bezwaar tegen aanvaarding van de gewijzigde motie op stuk nr. 58.

De voorzitter:

Ik moet even een punt van orde naar voren brengen. Het is allemaal in grote haast gegaan. Wij kenden het oordeel van de regering over de gewijzigde moties niet. Ik kan mij daarom voorstellen dat er fracties zijn die er nog even naar willen kijken. In beginsel kunnen wij vanavond over de moties stemmen, maar dan komen wij fout te zitten met de eindstemming. Er moet dus vanmiddag over gestemd worden, willen wij vanavond de eindstemming houden. Er zit eigenlijk niks anders op dan dat wij de vergadering even schorsen om het oordeel over de moties te bekijken.

De heer Wallage (PvdA):

Voorzitter! Ik stel het op prijs het oordeel van de regering op schrift te hebben. Het kan echt niet op deze manier. Nadat de fracties de gelegenheid hebben gehad zich over het oordeel van het kabinet te beraden, moeten wij stemmen. Dat is echter dieper in de dag dan over een halfuurtje. Wij hebben er dus echt behoefte aan de stemmingen op een zorgvuldige manier af te wikkelen.

De heer Gabor (CDA):

Voorzitter! Ik sluit mij daar graag bij aan.

De minister heeft een oordeel gegeven over de motie op stuk nr. 30. Zij heeft aanvaarding van de motie ontraden. Dat was mij bekend. Maar heeft zij zich ook een oordeel gevormd over de gewijzigde motie? Ik heb de motie zo aangepast dat zij de minister als muziek in de oren moet klinken.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter! Op zichzelf kan ik mij wel vinden in uitstel van de stemmingen. De wijze waarop de heer Wallage zijn verzoek naar voren brengt, verbaast mij toch een beetje. Het was met name de fractie van de Partij van de Arbeid die tot het uiterste heeft gewacht met het indienen van gewijzigde moties. Eerlijk gezegd, ik denk dat het voor de PvdA niet onjuist zou zijn de hand in eigen boezem te steken.

De voorzitter:

Mij lijkt dat dit onverlet laat dat de wens van de fractievoorzitter van de Partij van de Arbeid gerechtvaardigd is. Nu er een oordeel komt, moeten de fracties zich daarop kunnen bezinnen, vooraleer wij overgaan tot de stemmingen.

Mevrouw Verbugt (VVD):

Voorzitter! De motie op stuk nr. 10 is gisterenavond gewijzigd. De minister sprak eerder uit dat zij technisch-juridische problemen voorzag. Die zijn in de gewijzigde versie ondervangen. Waarover heeft de minister zojuist een oordeel uitgesproken?

Minister De Boer:

Voorzitter! Ik ben zeker bereid schriftelijk te reageren op de moties. Ik zeg dit ook in antwoord op de vraag van mevrouw Verbugt. Dat ik niet schriftelijk heb gereageerd, heeft puur te maken met het feit dat ik de meeste moties pakweg vijftien minuten geleden voor het eerst gezien heb. Ik ben dus zeker bereid er schriftelijk op te reageren, maar ik neem aan dat de stemmingen dan vanavond plaatsvinden.

Mevrouw Versnel-Schmitz (D66):

Voorzitter! VoorzitterWat gebeurt er dan met de eindstemming?

De voorzitter:

Die moet dan ook vanavond plaatsvinden.

Mevrouw Versnel-Schmitz (D66):

Akkoord.

De voorzitter:

Ik neem aan, dat de minister ook schriftelijk zal reageren op de opmerkingen die zojuist aan de interruptiemicrofoon zijn gemaakt.

Dan stel ik voor, de stemmingen die staan vermeld onder punt 1 van de stemmingslijst, aan te houden tot hedenavond. Wij zullen vanavond dus ook beslissen over deel 3a van de PKB, zoals reeds is medegedeeld op de stemmingslijst. Dat wordt dus gehandhaafd.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven