Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over Passend onderwijs, te weten:

- de motie-Kraneveldt-van der Veen c.s. over kleinere aanjaagsubsidies (31497, nr. 3);

- de motie-Dezentjé Hamming-Bluemink over het wegwerken van de clusterschotten (31497, nr. 5);

- de motie-Dezentjé Hamming-Bluemink/Dibi over duidelijkheid omtrent resultaten van de experimenten en draagvlak onder ouders en leraren (31497, nr. 6).

(Zie notaoverleg van 23 juni 2008.)

De voorzitter:

De motie-Kraneveldt-van der Veen c.s. (31497, nr. 3) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat regering en parlement terecht kiezen voor een lerende aanpak, als het gaat om het traject Passend onderwijs;

van mening dat de resultaten van de aangekondigde experimenten en veldinitiatieven bij die lerende aanpak van groot belang zijn;

constaterende dat de aangekondigde experimenten en veldinitiatieven met name bedoeld zijn voor het opbouwen van nieuwe netwerken en samenwerkingsverbanden, maar veel minder voor wat meer onderwijsinhoudelijke initiatieven;

van mening dat dit een gemiste kans is, omdat er in het veld ook op het onderwijsinhoudelijke vlak mooie initiatieven en projecten worden opgestart;

verzoekt de regering om – naast de experimenten en veldinitiatieven – binnen de vastgestelde financiële kaders kleinere aanjaagsubsidies in te stellen waarmee binnen vastgestelde financiële kaders waardevolle initiatieven op kleinere schaal kunnen worden gestimuleerd, waarbij als voorwaarde wordt gesteld dat de kennis en ervaring die zo wordt opgedaan, met anderen wordt gedeeld en dat deze initiatieven geen afbreuk doen aan een regionaal sluitend systeem,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening van deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 7 (31497).

Ik stel vast dat wij hierover nu kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Kraneveldt-van der Veen c.s. (31497, nr. 7).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Dezentjé Hamming-Bluemink (31497, nr. 5).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van D66, de VVD en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Dezentjé Hamming-Bluemink/Dibi (31497, nr. 6).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, de PvdD, de VVD, de PVV en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven