Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 6 februari 2008 over de NAVO-defensieministeriële bijeenkomst.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Voorzitter. Wij debatteerden vorige week met de minister over de NAVO. Er bleek een behoorlijk verschil in appreciatie te bestaan tussen de minister en leden van deze Kamer, in ieder geval mijzelf, over het welzijn van de NAVO. Terwijl de lidstaten rollebollen over benodigde troepenaantallen en de nieuwe strategie voor Afghanistan, was er volgens de minister nog niet zó veel aan de hand dat het al tijd was om met een aanzet tot een Nederlandse analyse van de inzet te komen. Daarover wil ik het nu niet hebben.

Een tweede punt in verband met de NAVO vormen de raketschilden die de Verenigde Staten in Polen en Tsjechië willen plaatsen. Bemoedigend was de uitlating van de minister dat hij erkent dat het een kwestie is die de bilaterale verhoudingen van deze landen met de VS ontstijgt en die de hele NAVO aangaat. De kwestie grijpt in de mondiale verhoudingen in, verscherpt tegenstellingen met Rusland en zet de verhoudingen met Iran op scherp. Er wordt een keuze gemaakt in wat nu de veiligheidsrisico's van deze wereld zijn en wat de daarbij de passende maatregelen vormen. De NAVO wordt voor de pertinente vraag gesteld wat de taken van dit verdedigingscollectief versus die van de individuele leden zijn als het gaat om de veiligheid van het Europese continent.

Daarmee heeft de kwestie tevens een onmiskenbaar Europees perspectief. Ook binnen de EU zorgen de plannen voor verdeeldheid. Polen lijkt wel te willen, maar het maakt zich tegelijk zorgen over punitieve maatregelen van Rusland en wil daarom tegelijk meer Amerikaanse militaire steun voor de verdediging tegen Rusland. Zo is nu al te zien hoe het raketschild polariserend werkt. Tsjechië is verdeeld. Tegenover positieve politici staat een sceptische bevolking. Duitsland wil dat het raketschild op Europese bodem in NAVO-verband wordt geregeld, niet bilateraal. Roemenië wil nu zelf ook een raketschild. Oostenrijk is tegen. Solana, de EU, heeft geen standpunt. Dit wekt verbazing. Het raketschild raakt het Europese veiligheidsbeleid namelijk in de kern.

Daarom dien ik een motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering bij monde van de minister van Defensie tijdens het algemeen overleg van 6 februari 2008 over de NAVO-defensieministeriële bijeenkomst te kennen heeft gegeven positief te staan tegenover Petersde door de Verenigde Staten voorgenomen plaatsing van raketschilden in Polen en Tsjechië ter verdediging tegen een vermeende dreiging vanuit Iran;

overwegende dat deze plaatsing het buitenland- en veiligheidsbeleid van zowel de Europese Unie als de NAVO ten aanzien van Rusland raakt;

overwegende dat Rusland er fel tegen is gekant;

overwegende dat de Amerikaanse inlichtingendiensten de mate van dreiging vanuit Iran recentelijk hebben genuanceerd;

verzoekt de regering, met medeneming van deze overwegingen de Kamer schriftelijk een gemotiveerd standpunt te doen toekomen ten aanzien van de wenselijkheid van plaatsing van Amerikaanse raketschilden in Europa,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Peters. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 47(28676).

De heer Knops (CDA):

Voorzitter. Wij hebben de afgelopen week uitgebreid met de minister mogen discussiëren over onder andere het raketschild. De CDA-fractie heeft altijd erkend dat er een reële dreiging voor Europa bestaat vanuit onder andere landen als Iran. De fractie heeft ook erkend dat de discussie over dat raketschild die al enige tijd binnen de NAVO wordt gevoerd, binnen de NAVO als geheel gevoerd moet blijven. En dat in een goede dialoog met Rusland.

Recentelijk is de National Intelligence Estimate verschenen waarin enige nuancering is aangebracht op sommige onderdelen van de dreigingsanalyse waarop dit raketschild is gebaseerd. Dit heeft onder andere tot discussie in de Verenigde Staten geleid.

Is de minister bereid om dit rapport te betrekken bij de definitieve Nederlandse standpuntbepaling over dit raketschild binnen de NAVO? Is de minister met ons van mening dat de discussie over het raketschild binnen de NAVO moet worden gevoerd en dat de Europese landen binnen de NAVO, dus inclusief Nederland, actief moeten participeren in deze discussie en deze niet over hun hoofden heen moeten laten gaan tussen de Verenigde Staten en Rusland? Immers, het gaat over de veiligheid van Europa. Graag krijg ik een reactie op dit punt en ook op de vraag in hoeverre de minister deze elementen gaat meenemen naar de komende top in april in Boekarest.

Minister Van Middelkoop:

Mevrouw de voorzitter. Wij hebben verleden week inderdaad een vrij uitvoerig, en wat mij betreft goed, overleg gehad over de geannoteerde agenda voor de informele NAVO-bijeenkomst in Vilnius. De heer Knops en mevrouw Peters zijn in Washington een tijdje geleden zeer uitvoerig gebrieft over het continentale raketschild. Na de uitvoerige interventies van de heer Knops en mevrouw Peters over juist dit onderwerp was er een moment dat ik dacht: misschien dienen wij de discussie met een notitie. In feite is dat wat mevrouw Peters vraagt. Ik ben haar daarvoor erkentelijk. Het kost mij dan ook niet veel moeite om de strekking van haar motie te honoreren.

Het lijkt mij verstandig om uw Kamer vóór de top van Boekarest te dienen met een notitie over dit onderwerp. De Kamer krijgt natuurlijk het reguliere verslag van de bijeenkomst in Vilnius. Daarin zal staan dat dit onderwerp zijn legitieme plek heeft gekregen op de NAVO-agenda's voor de komende tijd, niet alleen voor de top in Boekarest. Dit is meteen het antwoord op een vraag van de heer Knops. Ik zal het meenemen in een wat bredere notitie. Daarin zal ik zeker ook, zoals de heer Knops verzocht, aandacht besteden aan wat de Amerikaanse veiligheidsdiensten enigszins verrassend een tijdje geleden naar buiten hebben gebracht over hun inschatting van de dreiging vanuit Iran.

Ik zal het in de notitie uitschrijven, maar zeg nu alvast voor de volledigheid tegen mevrouw Peters dat de positie in dezen van Tsjechië en Polen primair een zaak is tussen de Verenigde Staten en deze twee landen. Het is niet als zodanig een NAVO-zaak. Wij praten wel over de noodzaak om binnen het bondgenootschap een veiligheidsgarantie voor het Europese deel dichterbij te brengen. Daarin speelt dat wellicht een rol.

Ik kan de Kamer verzekeren dat er een heleboel kwesties zijn die het onderwerp mateloos gecompliceerd maken. Ik noem de vraag wie er op een gegeven moment beslissingen neemt. Maar dat doet er momenteel niet zo toe. Het gaat erom dat de zaak zelf is geagendeerd is. Ik vind het verstandig om er als kabinet en Kamer zelfstandig bij stil te staan. In het verleden is dat waarschijnlijk nog nooit op die wijze gebeurd. Ik beloof dus om het verzoek van mevrouw Peters te honoreren. Dat maakt naar mijn overtuiging de motie overbodig. Ik heb er nu dus ook nog een kwalificatie aan gegeven. Ik voeg er alleen aan toe dat ik de overwegingen in de motie inzake de positie van Rusland voor rekening van mevrouw Peters laat. Dat geldt ook voor wat zij in de motie heeft neergelegd over Tsjechië en Polen en wat ik zo-even al heb geadresseerd. Het komt vanzelf terug in het debat dat wij kunnen voeren over de notitie die ik bij dezen toezeg.

De voorzitter:

Wellicht dat dit antwoord van de minister voor mevrouw Peters reden is om haar motie in te trekken? In feite heeft zij de daarin gevraagde toezegging gekregen.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Natuurlijk ben ik er blij mee dat die notitie er komt en dat wij het debat kunnen vervolgen, maar ik heb toch enige aarzeling. De minister zei dat dit een bilaterale kwestie is tussen de Verenigde Staten en Polen en Tsjechië. Er zijn Europese landen die er anders over denken. De consequenties van dat raketschild in die landen als resultaat van die bilaterale onderhandelingen hebben toch ook een Europese dimensie? Ik zou de minister dan ook willen vragen om die Europese dimensie nadrukkelijk in de notitie op te nemen.

Minister Van Middelkoop:

Het kost mij weinig moeite om dat toe te zeggen. Voor alle duidelijkheid: mijn opmerkingen over Polen en Tsjechië sloegen vooral op de juridische kant, zeg maar de bevoegdheden. Op dat niveau is het echt een zaak tussen de Amerikanen en Polen en Tsjechië, maar het maakt natuurlijk wel onderdeel uit van het hele fenomeen raketschild of hoe je het ook wil noemen. Juist dat onderwerp is, ook op verzoek van de Amerikanen, in Vilnius voor de komende tijd binnen de NAVO geagendeerd en is dus als een legitiem onderwerp binnen de NAVO geïdentificeerd. In die zin heeft mevrouw Peters natuurlijk gelijk als zij zegt dat het een niet losstaat van het ander.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Ik dank de minister voor deze toezegging en ik trek mijn motie dan ook in.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Peters (28676, nr. 47) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

Mevrouw Eijsink (PvdA):

Voorzitter. Zonder in herhaling te willen vervallen, zou ik de minister willen vragen om toch nog even te kijken naar de andere vragen die tijdens het algemeen overleg van verleden week zijn gesteld. We waren zo enthousiast dat we uit de tijd liepen, helaas zat er bijna geen tweede termijn meer in. Dat waren bijvoorbeeld vragen over financiën, over de risicodreiging, enz. Ik zou graag zien dat de vragen die toen gesteld zijn maar vanwege tijdsgebrek niet beantwoord konden worden eveneens werden meegenomen in de notitie die de minister heeft toegezegd.

Minister Van Middelkoop:

Vanzelfsprekend. Ik herinner mij de relevantie van die vragen. Als ik een notitie over dit onderwerp toezeg, zal mevrouw Eijsink die relevantie zeker in de notitie terugvinden.

De beraadslaging wordt gesloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven