Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 19 mei 2010 over koopsubsidie.

De heer Van Bochove (CDA):

Voorzitter. In dien de volgende motie in, mede namens mevrouw Albayrak, mevrouw Van Gent en mevrouw Van der Burg. Wat bevind ik mij weer in prachtig gezelschap!

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat tussen de aankondiging en de definitieve sluiting van het loket voor koopsubsidie enkele weken zaten;

constaterende dat hiermee de overheid geen zekerheid heeft gegeven voor een (beperkte) groep die op het punt stond een huis mede met behulp van deze subsidie te kopen en reeds op basis van de (onvolledige) informatie verplichtingen is aangegaan;

overwegende dat het belangrijk is dat de overheid zekerheid geeft aan de burgers, zeker in deze economische tijden;

overwegende dat het hier om een beperkte groep gaat die geen duidelijkheid had, terwijl ze wel verplichtingen moest aangaan;

verzoekt de regering, middelen beschikbaar te stellen om alsnog een koopsubsidie te verstrekken aan deze groep die een koopsubsidie heeft aangevraagd tussen 30 maart 2010 en 13 april 2010 en hierover de Kamer te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Bochove, Albayrak, Van Gent en Van der Burg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 72(32123-XVIII).

Minister Van Middelkoop:

Voorzitter. Ik heb goed naar u geluisterd. Wij hoeven de beraadslaging niet over te doen. Daarom ben ik ook niet genoodzaakt de onzorgvuldigheid, onredelijkheid en onverantwoordelijkheid van deze motie nog eens uit te leggen. Op grond van de brief die ik vanmorgen naar de Kamer heb gestuurd, kan ik niet anders dan deze motie ontraden.

De beraadslaging wordt gesloten.

Naar boven