Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | nr. 94, pagina 7820-7824 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | nr. 94, pagina 7820-7824 |
Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 29 juni 2010 over bezuinigingsvoorstellen zorgsector.
Mevrouw Leijten (SP):
Voorzitter. Ik weet dat ik alleen moties mag indienen, maar we hebben lang gedebatteerd over de bezuinigingen in de zorg en we hebben toch nog een hoop wensen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat loophulpmiddelen, zoals de rollator, ter voorkoming van valincidenten van groot belang zijn;
overwegende dat de loophulpmiddelen de leefwereld en mobiliteit van mensen die hierop zijn aangewezen, enorm verruimen en verbeteren;
constaterende dat het instellen van een maximumsalaris voor zorgbestuurders in de berekening van het Centraal Planbureau en het ministerie 50 mln. aan besparing oplevert;
constaterende dat de pakketkosten van loophulpmiddelen jaarlijks 21 mln. bedragen;
verzoekt de regering, de loophulpmiddelen uit het basispakket te blijven vergoeden en dit te dekken door een maximumsalaris voor zorgbestuurders in te stellen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Leijten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 142(32123 XVI).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de anticonceptiemiddelen ongewenste zwangerschappen voorkomen en voorgeschreven worden voor de behandeling van gynaecologische klachten en huidaandoeningen;
constaterende dat Nederland het VN-Vrouwenverdrag heeft ondertekend waarin anticonceptie als basisvoorziening wordt genoemd;
constaterende dat de jaarlijkse kosten van anticonceptiva voor vrouwen boven de 21 jaar ongeveer 32 mln. bedragen;
constaterende dat het instellen van een maximumsalaris voor zorgbestuurders in de berekening van het Centraal Planbureau en het ministerie 50 mln. aan besparing oplevert;
verzoekt de regering, anticonceptiva uit het basispakket te blijven vergoeden en dit te dekken door een maximumsalaris voor zorgbestuurders in te stellen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Leijten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 143(32123 XVI).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het pgb-budget tekortschiet, waardoor patiënten essentiële zorg en begeleiding onthouden dreigt te worden;
van mening dat iedereen recht op zorg heeft, in welke financieringsvorm dan ook;
constaterende dat de zorg gebukt gaat onder bureaucratie en dat het opheffen van het Centraal Indicatieorgaan Zorg 100 mln. oplevert;
verzoekt de regering, een knelpuntenpot pgb van 100 mln. in te stellen en dit te dekken door het afschaffen van het Centraal Indicatieorgaan Zorg,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Leijten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 144(32123 XVI).
Mevrouw Leijten (SP):
Voorzitter. Dan volgt mijn laatste motie. Het is een zeer belangrijke motie, omdat de regering in dezen de Kamer eigenlijk een beetje schoffeert.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering voorstelt om de contracteerplicht in de AWBZ op te heffen;
constaterende dat de Kamer de toekomst van de AWBZ controversieel heeft verklaard, omdat zij van mening is dat een nieuw kabinet moet oordelen over de toekomst van de AWBZ;Leijten
van mening dat het opheffen van de contracteerplicht een grote wijziging is van beleid in de AWBZ;
verzoekt de regering, de wens van de Kamer om besluiten over de toekomst van de AWBZ aan een nieuw kabinet te laten, te eerbiedigen en derhalve de contracteerplicht niet op te heffen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Leijten en Wolbert. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 145(32123 XVI).
De heer Dijkgraaf (SGP):
Voorzitter. Ik dien één motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de bezuiniging op het pgb niet of nauwelijks een feitelijke bezuiniging is, vanwege de substitutie door andere zorg en een inhaaleffect in 2011;
overwegende dat zorg in natura duurder is dan zorg ingekocht met een pgb, gezien het tarief en gezien de onderbesteding jaar na jaar;
constaterende dat mensen met een indicatie recht zouden moeten hebben op de keuze tussen zorg in natura en een pgb;
constaterende dat zorgaanbieders die afhankelijk zijn van klanten die inkopen met een pgb voor grote financiële problemen worden gesteld als zij op korte termijn met een bezuiniging te maken krijgen;
verzoekt de regering, de subsidiestop van het pgb per 1 juli niet in te voeren;
verzoekt de regering voorts, de Kamer te informeren over alternatieve maatregelen ter dekking,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dijkgraaf, Leijten en Wiegman-van Meppelen Scheppink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 146(32123 XVI).
Mevrouw Van Miltenburg (VVD):
Voorzitter. Ik dien één motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het recht op een persoonsgebonden budget onverkort dient te worden gehandhaafd;
overwegende dat het kabinet in staat moet zijn om te sturen op zorginhoudelijke problemen in plaats van op boekhoudkundige problemen;
constaterende dat zorginstellingen meer moeten worden gestimuleerd om een breder en gevarieerder zorgaanbod te bieden;
voorts constaterende dat er behoefte is aan inzicht in de verhouding tussen behoefte aan zorg in natura en zorg als pgb;
van mening dat het voor het voortbestaan van het pgb essentieel is dat er langetermijnfinancieringszekerheid wordt geboden;
van mening dat het beperken van de keuzevrijheid tussen zorg in natura en het pgb nooit meer mag voorkomen als gevolg van boekhoudkundige problemen;
verzoekt de regering om de aparte pgb-subsidieregeling op te heffen en de pgb's ten laste te brengen van de groeiruimte van de AWBZ en daarmee het recht op een pgb in de wet vast te leggen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Miltenburg, Voortman, Dijkgraaf, Dijkstra, Wolbert en Wiegman-van Meppelen Scheppink.
Zij krijgt nr. 147(32123 XVI).
De heer Van der Veen (PvdA):
Voorzitter. Ik dien vier moties in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de regering van plan is 287 mln. extra te besparen in de AWBZ;
van mening dat deze besparing ten koste zal gaan van de kwaliteit en de zorg voor kwetsbare mensen;
verzoekt de regering, voor Prinsjesdag 2010 alternatieve beleidsmaatregelen aan de Kamer te zenden, waarbij nadrukkelijk maatregelen betrokken worden ten aanzien van overhead in instellingen, directiesalarissen en het invoeren van een vermogensinkomensbijtelling van 12%,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Veen, Wolbert, Wiegman-van Meppelen Scheppink, Voortman en Dijkstra.Van der Veen
Zij krijgt nr. 148(32123 XVI).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het bevriezen van het pgb-plafond kan leiden tot meerkosten bij de intramurale zorg;
overwegende dat de pgb-ingreep bedoeld is om de kosten te beheersen;
verzoekt de regering, voor cliënten die zonder een pgb-toekenning gedwongen worden in een duurdere instelling opgenomen te worden een uitzondering te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Veen, Wolbert, Voortman, Dijkgraaf en Dijkstra.
Zij krijgt nr. 149(32123 XVI).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat onduidelijk is welke gevolgen het beperken van de aanspraken mondzorg voor jongeren tussen 18 en 21 jaar zal hebben;
verzoekt de regering, af te zien van de beperking van de aanspraken mondzorg voor jongeren tussen 18 en 21 jaar en de noodzakelijke bezuiniging te vinden in de beperking van de aanspraak implantaatgedragen protheses,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Veen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 150(32123 XVI).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat herberekening van het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) met een vrijloper binnen ieder cluster tot kostenbesparing zal leiden;
overwegende dat er nog onvoldoende inzicht bestaat in de gevolgen van het invoeren van eigen betalingen bij paramedische zorg en tweedelijns ggz-zorg en het doorvoeren van deze bezuiniging daarom op dit moment onverstandig is;
verzoekt de regering, af te zien van invoering van eigen betalingen bij paramedische zorg en tweedelijns ggz-zorg en de noodzakelijke bezuiniging te vinden in de herberekening van het geneesmiddelenvergoedingssysteem met een vrijloper binnen ieder cluster, waarbij voor 2011 rekening wordt gehouden met de hoogte van bijbetaling;
verzoekt de regering tevens, zo spoedig mogelijk selectieve herberekening van het GVS toe te passen, zodat specifieke groepen patiënten niet geconfronteerd worden met te hoge bijbetalingen en deze selectieve herberekening uiterlijk per 1 januari 2012 in te voeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Veen, Zijlstra en Voortman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 151(32123 XVI).
Wij wachten tot de minister over de teksten van alle moties beschikt. Ik zie dat ik mevrouw Wiegman vergeet. Het spijt mij. Ik geef haar alsnog het woord.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik dien twee moties in. Het nut en de noodzaak van de ene kan wellicht vervallen bij de aanname van de andere, maar dat zullen wij zien.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering in de gedachtewisseling met de Tweede Kamer over de aanpassing van het GVS een balans wil vinden bij een maximum aan bijbetalingen van € 200 per verzekerde per jaar;
overwegende dat sinds de invoering van de Zorgverzekeringswet chronisch zieken en mensen met een handicap steeds vaker geconfronteerd worden met eigen betalingen;
overwegende dat deze problematiek ook in de huidige voorstellen manifest aanwezig is;
overwegende dat chronisch zieken en mensen met een handicap hun gedrag niet kunnen beïnvloeden wanneer zij aangewezen zijn op noodzakelijke zorg;
overwegende dat CVZ bij de ontwikkeling van de pakketcriteria (waaronder het criterium noodzakelijk) gewezen heeft op de noodzaak van maximeringen van eigen betalingen dan wel eigen bijdragen of besparingsbijdragen;Wiegman-van Meppelen Scheppink
verzoekt de regering, een maximum te stellen aan het totaal aan eigen bijdragen, bijbetalingen, besparingsbijdragen te heffen per persoon dan wel het huishoudniveau en per jaar, wanneer mensen aanspraak maken op de Zorgverzekeringswet en deze op te nemen in het besluit dan wel de regeling Zorgverzekeringswet,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Wiegman-van Meppelen Scheppink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 152(32123 XVI).
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Bij mijn tweede motie zeg ik nadrukkelijk dat het geen motie is over geld, maar over organisatie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering voornemens is de eenvoudige mobiliteitshulpmiddelen zowel uit de Zvw als de AWBZ te laten uitstromen;
constaterende dat gemeenten op grond van de Wmo een compensatieplicht hebben voor het zich verplaatsen in en om de woning;
overwegende dat de preventieve betekenis van eenvoudige loophulpmiddelen in het kader van valproblematiek onomstreden is;
overwegende dat voor kinderen die, gelet op hun groei, regelmatig nieuwe hulpmiddelen nodig hebben, het spaarmotief niet kan opgaan;
overwegende dat voor alle lagere-inkomensgroepen de maatregel een extra cumulerend effect heeft;
overwegende dat met het voorstel de Zvw- en de AWBZ-loophulpmiddelen als voorliggende wettelijke voorzieningen verdwijnen;
overwegende dat het CVZ vorig jaar in het kader van het advies Heroriëntatie hulpmiddelenzorg heeft voorgesteld, de eenvoudige loophulpmiddelen over te hevelen naar de Wmo;
overwegende dat gemeenten in het kader van de Wmo er steeds beter in slagen om oplossingen te realiseren die afgestemd zijn op persoon, leeftijd en omstandigheden, en daarbij ook de financiële mogelijkheden van burgers meewegen bij het oplossen van mobiliteitsproblemen;
verzoekt de regering, gemeenten in staat te stellen om hun compensatieplicht na te komen voor burgers, en met name voor kinderen, die vanwege een beperking niet in staat zijn om zich zelfstandig in en om de woning te verplaatsen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Wiegman-van Meppelen Scheppink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 153(32123 XVI).
Ik bied u nogmaals mijn excuses aan, mevrouw Wiegman.
Minister Klink:
Voorzitter. In de eerste motie van mevrouw Leijten wordt de regering verzocht om de loophulpmiddelen in het basispakket te blijven vergoeden en dit te dekken door een maximumsalaris voor zorgbestuurders in te stellen. Ik ontraad de Kamer deze motie aan te nemen, gegeven het feit dat door het kabinet over de salarissen nog een wetsvoorstel moet worden ingediend. Wij hebben afgesproken op dit punt het coderegime te hanteren. Volgens mij is daarmee de dekking niet gegarandeerd.
In haar tweede motie zoekt mevrouw Leijten eenzelfde dekking voor het voorstel om anticonceptiva uit het basispakket te blijven vergoeden. Ik ontraad de Kamer ook het aannemen van deze motie vanwege de gelijksoortige dekking. Bovendien meent het CVZ vanwege de criteria voor het pakketbeheer dat anticonceptiva uit het pakket kunnen. Ik wil het CVZ daarin volgen. De anticonceptiva blijven in het pakket voor mensen tot 18 jaar. Voor mensen van 18 jaar of ouder kunnen ze eruit.
In haar derde motie vraagt mevrouw Leijten de regering, een knelpuntenpot pgb van 100 mln. in te stellen en dit te dekken door het opheffen van het Centraal indicatieorgaan zorg. Het CIZ is noodzakelijk voor de toegang en de beoordeling c.q. indicatiestelling binnen de AWBZ. Ik heb geen idee welke kosten er uit zouden voortvloeien als er geen CIZ meer zou zijn. Daarom is de dekking van deze motie naar mijn stellige overtuiging niet deugdelijk en ontraad ik het aannemen van deze motie.
In de vierde motie verzoekt mevrouw Leijten de regering, besluiten over de toekomst van de AWBZ aan een nieuw kabinet te laten en de contracteerplicht niet op te heffen. Ik heb deze middag tijdens het AO omstandig betoogd dat het noodzakelijk is om de contracteerplicht wél op te heffen. Het onder contracteerruimte brengen van de honderden miljoenen waarover vanmiddag is gesproken, is noodzakelijk om überhaupt volgend jaar overschrijdingen te voorkomen. Voor de zomer dient een en ander de zorgkantoren bekend te zijn die beginnen met de contractering. Om die reden kan en moet ik het aannemen van deze motie ontraden.
Ik kom bij de motie van de heer Dijkgraaf over de alternatieve maatregelen voor de subsidiestop. Ik heb vanmiddag omstandig aangegeven dat die alternatieven zijn gezocht en niet zijn gevonden. Ze kunnen niet in een prijsmaatregel gerealiseerd worden. Er is ook geen "stroppenpot" binnen de AWBZ die daarvoor gebruikt kan worden. Ik moet aanneming van de motie dus ontraden.
De volgende motie is die van mevrouw Van Miltenburg over de groeiruimte van de AWBZ. Daar heb ik vanmiddag ook omstandig over gesproken. Ik zie de motie als ondersteuning van wat ik vanmiddag heb gemeld. Ik zal mij er sterk voor maken dat de besluitvorming daartoe voorbereid gaat worden. Ik laat het oordeel aan de Kamer over om dat nog eens een keer te adstrueren.
Dan de motie van de heer Van der Veen c.s. met het verzoek alternatieve beleidsmaatregelen aan de Kamer te zenden om de 287 mln. die gemoeid is met de extra zorgzwaarte die verondersteld wordt daaraan ten grondslag te liggen, anderszins te dekken. Ik ontraad aanneming van de motie. Wij willen dat geld binnen de contracteerruimte terughalen. Er is geen zicht op alternatieve beleidsmaatregelen en de mate waarin die gerealiseerd worden. Dat neemt niet weg dat binnen de contracteerruimte en de zorgkantoren die daarover contracten sluiten, uiteraard wel naar overhead en dergelijke gekeken kan worden. De invoering van de vermogensinkomensbijtelling is aan de Kamer, maar ik wijs erop dat 12% een behoorlijke slok op een borrel is voor degenen die vermogen hebben. In de combinatie van deze motie, moet ik aanneming ervan ontraden.
Dan de motie van de heer Van der Veen c.s. om een uitzondering te maken voor degenen die gedwongen worden in duurdere instellingszorg opgenomen te worden zonder pgb-toekenning. Ik heb vanmiddag betoogd dat ik de effecten van de subsidiestop zal monitoren. Ik zal verder bekijken in hoeverre ik tegemoet kan komen aan degenen die zorg in natura aanbieden via onderaannemerschap voor degenen die de zorg anders niet kunnen verkrijgen, omdat dat alleen maar via een pgb of het onderaannemerschap kan. Zoals de motie nu is opgesteld, moet ik aanneming ervan echter ontraden.
Het oordeel over de motie van de heer Van der Veen c.s. over het GVS laat ik aan de Kamer over. Ik wil er wel aan toevoegen – dat is vanmiddag ook aan de orde geweest naar aanleiding van een vraag van de heer Van der Veen – dat ik zeker in mijn gesprekken met specialisten zal nagaan in hoeverre het mogelijk is via hun inzet daadwerkelijk tot doelmatigheid van voorschrijven te komen. Ik plaats wel de kanttekening dat ik daar zekerheid over moet hebben, want ik ga geen ongewis avontuur aan voor volgend jaar. We hebben niet voor niets met elkaar gesproken over de 1,4 mld. die moet binnenkomen. De strekking van de motie dat we deze kosten moeten zien te verminderen, spreekt mij aan, maar ik laat het oordeel aan de Kamer.
Ik kom bij de motie van mevrouw Wiegman over de maximering van de eigen bijdrage. Die is voor 2011 niet te realiseren. Ik heb vanmiddag gezegd dat ik de cumulatie van de eigen bijdrage graag in kaart breng, maar aanneming van de motie moet ik ontraden.
Dan de compensatieplicht voor loophulpmiddelen. Naar mijn beleven is het zo dat wanneer de voorliggende voorziening die gemoeid is met Zvw wegvalt, de Wmo vanzelf in beeld komt. Het groeit in feite uit onze huidige wet- en regelgeving voort dat gemeenten dan aan zet zijn. Ik ontraad aanneming van de motie omdat deze overbodig is.
De voorzitter:
Ik mis nog het antwoord op de motie-Van der Veen (32123-XVI, nr.150) over de mondzorg.
Minister Klink:
In de motie-Van der Veen wordt de regering verzocht om de beperking van de aanspraken op mondzorg voor jongeren tussen 18 en 21 jaar niet door te laten gaan en daarvoor de aanspraken op implantaten te beperken. Mij staan de precieze getallen niet voor ogen, maar ik meen mij te herinneren dat de groep van 18 tot 21 jaar een opbrengst kent die zou betekenen dat dit, gezien de aanspraak op implantaten, uit het pakket zou moeten verdwijnen. Ik kijk voor de verhoudingsgetallen, die ik nu niet kan oplepelen maar ordinaal wel in mijn hoofd heb, even naar de heer Van der Veen.
De voorzitter:
Is dat een vraag van de minister aan de heer Van der Veen?
Minister Klink:
Dat is een vraag van mijn kant, ja.
De voorzitter:
Alleen een antwoord graag, mijnheer Van der Veen.
De heer Van der Veen (PvdA):
Het antwoord is: tandheelkunde levert u 90 mln. op, implantaten 129 mln. U gaat er dus nog op vooruit ook.
Minister Klink:
Is dat zo omdat het volledig uit het pakket gaat of gaat het om een bepaalde eigen bijdrage?
De heer Van der Veen (PvdA):
Het is dan uit het pakket. Het gaat dan niet alleen over de eigen bijdrage.
Minister Klink:
Ik laat het oordeel over de motie aan de Kamer, maar daarmee wordt dan wel een enorm bedrag gevraagd aan degenen die een implantaat moeten krijgen.
De heer Van der Veen (PvdA):
Het idee is dat er gesproken wordt met de NMT over hoe dat opgevangen kan worden.
Minister Klink:
Dat begrijp ik, maar ik laat het oordeel graag aan de Kamer met het oordeel dat ik er zonet heb bijgegeven.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Wij gaan stemmen over de moties om 22.30 uur bij de eindstemming.
De vergadering wordt van 21.45 uur tot 22.30 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20092010-94-7820.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.