Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg van heden over staatssteun woningcorporaties.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. De volgende motie dien ik in samen met de fracties van de Partij van de Arbeid, GroenLinks en D66.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat inwerkingtreding van de ministeriële regeling ter implementatie van het besluit van de Europese Commissie aangaande staatssteun aan woningcorporaties per 1 oktober 2010, zeer nadelige gevolgen kan hebben voor de Nederlandse sociale volkshuisvesting, waaronder de huisvestingsmogelijkheden van circa 667.000 huishoudens;

overwegende dat invoering van de ministeriële regeling per 1 oktober 2010 de keuzemogelijkheden van huishoudens met lage middeninkomens – waaronder ouderen, jongeren en zorgbehoevenden – op een goede en betaalbare woning aanzienlijk kan doen afnemen en het functioneren van de woningmarkt als geheel verder onder druk komt te staan;

overwegende dat de Europese Commissie bij monde van EU-commissaris Andor expliciet heeft verklaard dat er geen inkomensgrens is gesteld vanuit de EU voor toegang tot sociale woningbouw en daarmee wordt erkend dat de doelgroep van de sociale woningbouw een nationale afweging is;

voorts overwegende dat herziening van de woningmarkt een onderwerp is dat een nieuw kabinet aangaat;

verzoekt de regering:

  • - de ministeriële regeling niet per 1 oktober in te voeren, maar eerst de gevolgen van de regeling voor de woningmarkt en de keuzemogelijkheden van huishoudens met een inkomen boven de € 33.000 nader te onderzoeken;

  • - in overleg te treden met de Europese Commissie om een zodanig uitstel van uitvoering van het Europese besluit te bewerkstelligen, dat tot een verantwoorde invoering kan worden gekomen;

  • - niet tot invoering van de ministeriële regeling over te gaan dan nadat de rapportage zoals hierboven bedoeld alsmede de te nemen maatregelen om nadelige gevolgen te voorkomen met de Tweede Kamer zijn besproken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Karabulut, Monasch, Van Gent en Verhoeven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 165(29453).

Minister Van Middelkoop:

Voorzitter. Ik heb goed geluisterd en ik ben het ongeveer met elke overweging oneens. Ik heb vanmiddag mijn uiterste best gedaan om uit te leggen wat de werkelijke situatie is waarin ik verkeer. Wat wel goed in de motie staat, is dat ik gehouden ben om een besluit van de Europese Commissie te implementeren. Dat is het enige wat klopt. Vervolgens wordt mij een aantal vrijheden toegedicht die ik niet heb. Kennelijk is het vechten tegen de bierkaai. Ik ben zeer teleurgesteld over de ondertekening van deze motie. Ik ontraad de aanvaarding ervan ten stelligste.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, over de ingediende motie vanavond te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven