Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 30 juni 2010 over erfpacht Staatsbosbeheer.

De voorzitter:

We gaan proberen het tempo erin te houden. Ik geef het woord aan de heer Van Gerven. De leden kunnen alleen moties indienen.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter, ik wil acht moties indienen. Nee, dat is een grapje, hoor.

De voorzitter:

Dat is een opluchting!

De heer Van Gerven (SP):

Ik zie aan uw gelaatsuitdrukking dat u het voor mogelijk acht dat ik dat zou doen.

De voorzitter:

Ja, nou, iedereen hier.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter, ik wil de volgende motie indienen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Wadden werelderfgoed zijn en we daarom extra zuinig moeten zijn met dit gebied qua natuurbeheer en eigendom;

verzoekt de regering, in het algemeen belang ernaar te streven Staatsbosbeheer geen of zo min mogelijk grond over te laten dragen aan derden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 51(29659).

De heer Van Gerven (SP):

Dank u wel.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Jacobi. Die zit nog helemaal te wachten op die andere zeven. Sneller dan het licht was de heer Van Gerven immers weer weg. Maar dat kan mevrouw Jacobi ook.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Voorzitter. Ik heb drie moties. De eerste gaat over de ontwikkelagenda voor betaalbare recreatie. Die motie dien ik in mede namens collega Verhoeven van de D66-fractie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de unieke natuur van het wad de belangrijkste toeristische trekpleister is van het gebied;

overwegende dat erfpacht een passend instrument kan zijn voor behoud en beheer van deze bijzondere natuur- en landschapsdoelstellingen;

overwegende dat een onderzoek naar de toeristisch-recreatieve ontwikkeling op de eilanden implementatie van het advies van de commissie-Groothuis/Zevenbergen niet in de weg hoeft te staan;

van mening dat een duurzame basis nodig is voor een ontwikkelagenda, waarbij in gezamenlijkheid een plan gemaakt wordt om te komen tot verbetering van de recreatieve toeristische mogelijkheden, het betaalbaar houden van de recreatie en het herstel van natuur op de eilanden;

van mening dat iedereen moet kunnen genieten van het bijzondere karakter en de schoonheid van het Waddengebied;

van mening dat de ontwikkeling van steeds grotere opstallen en omzetting van kampeerterreinen naar parken met chalets niet bevorderlijk is voor het betaalbaar houden van de recreatie en kan verhinderen dat recreatie op de eilanden voor iedereen bereikbaar is;

verzoekt de regering om een onderzoek te laten uitvoeren naar de wijze waarop Staatsbosbeheer en de Waddeneilanden in moeten spelen op de ontwikkelingen in het patroon van toerisme en recreatie alsmede de sociaaleconomische situatie op de eilanden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jacobi en Verhoeven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 52(29659).

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Mijn tweede motie gaat over knelgevallen bij erfpacht voor de Wadden.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de slepende erfpachtkwestie al jaren zorgt voor onduidelijkheid en onzekerheid bij de erfpachters over in welke financiële situatie zij zich bevinden;

overwegende dat de "wijzen" Groothuis en Zevenbergen vaststellen dat voor erfpachters rechtszekerheid, redelijkheid en billijkheid een grote rol spelen;Jacobi

van mening dat Staatsbosbeheer gezien de langdurige onzekerheid bij de erfpachters moet zorgen voor een goede en tijdige informatievoorziening, en een heldere en transparante communicatie om zo continuïteit en zekerheid aan de erfpachters te geven;

verzoekt de regering, in onderling overleg met Staatsbosbeheer en de gemeente alternatieve constructies te bedenken in die situaties waar zich knelgevallen voordoen, zoals daar mogelijk zijn verrekening bij verkoop, kwijtschelding van erfpacht bij opstallen met een maatschappelijk doel of korting op de erfpacht bij permanente bewoning;

verzoekt de regering tevens, het overleg tussen Staatsbosbeheer, gemeente en erfpachters op te starten en voor half november de Tweede Kamer te informeren over de voortgang,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jacobi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 53(29659).

Mevrouw Jacobi (PvdA):

De laatste motie gaat over de invoering van het advies van de commissie van wijzen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de slepende erfpachtkwestie gezorgd heeft voor een langdurige periode van onzekerheid voor de erfpachters;

van mening dat de toeristische voorzieningen op de Waddeneilanden bereikbaar en betaalbaar dienen te blijven voor brede lagen van de bevolking;

van mening dat erfpacht de verhuurbaarheid op de eilanden kan bevorderen en een instrument kan zijn in het behouden van de traditionele vakantiewoningen, die veelal al generaties lang in familiebezit zijn;

verzoekt de regering, het advies van de "wijzen" Groothuis en Zevenbergen in te voeren met de mogelijkheid van differentiatie van de canon, waarbij het gebruiksdoel wordt meegewogen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jacobi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 54(29659).

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Voorzitter. Twee moties dien ik namens mijn fractie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de gronden op de Waddeneilanden met een niet natuurgerelateerde functie kunnen worden afgestoten aan de gebruikers, zoals verwoord in de brief van de minister van LNV van 16 juni 2010;

overwegende dat de verkoopprijs redelijk en billijk dient te zijn, waarbij uitgangspunt is dat de grondwaarde 30% van de woz-waarde bedraagt, maar waarbij op dit moment geen differentiatie in gebruiksdoel wordt meegewogen;

verzoekt de regering, bij de verkoop als grondwaarde 30% van de woz-waarde te blijven hanteren, maar daarnaast een differentiatie aan te brengen in de depreciatie waarbij het gebruiksdoel wordt meegewogen;

verzoekt de regering tevens, het overleg tussen Staatsbosbeheer, gemeente en erfpachters op te starten en voor half november de Tweede Kamer te informeren over de eventuele knelpunten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Snijder-Hazelhoff. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 55(29659).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Staatsbosbeheer op de Waddeneilanden gronden bezit waarop gemeenschapsvoorzieningen aanwezig zijn die geen natuurfunctie hebben;

overwegende dat het niet tot de taak van Staatsbosbeheer moet worden gerekend om gronden te beheren die geen natuurfunctie hebben;

overwegende dat Staatsbosbeheer deze gronden bij verzelfstandiging niet heeft verkregen;

verzoekt de regering, er zorg voor te dragen dat Staatsbosbeheer in overleg treedt met betrokken gemeenten om te komen tot verkoop tegen een symbolische prijs van de gronden waarop gemeenschapsvoorzieningen zijn gevestigd;

verzoekt de regering, de Kamer over de uitkomsten van dit overleg voor half november te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Snijder-Hazelhoff. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 56(29659).

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter. Het was ons het debat wel. Daarom hebben wij een motie opgesteld waarmee we proberen de problematiek zo goed mogelijk op te lossen. Zij is wat aan de lange kant, waarvoor mijn excuus, maar ik laat het bij een.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de commissie van wijzen voorgesteld heeft om te kijken naar de vastgoedportefeuille van Staatsbosbeheer op de Waddeneilanden met het oog op eventuele verkoop van gronden die nu onder erfpacht vallen;

overwegende dat er enkele gebouwen op de Waddeneilanden met een publieke nutsfunctie zijn, zoals de zeevaartschool op Terschelling en de passantenhaven op Vlieland, die momenteel verpacht worden door Staatsbosbeheer;

overwegende dat er zorgen leven bij de bewoners of deze voorzieningen behouden kunnen worden na een verhoging van de erfpachtcanon;

voorts overwegende dat gebieden binnen of aan de rand van bestaande dorpskernen zich het meeste lenen als basis van een ontwikkelagenda gericht op een kwaliteitsimpuls voor zowel de ruimtelijke kwaliteit, de recreatiemogelijkheden als de beschikbaarheid van de eilandvoorzieningen;

verzoekt de regering:

  • - Staatsbosbeheer binnen zijn vastgoedportefeuille te laten zoeken naar de meest geschikte gebieden binnen of aan de rand van bestaande dorpskernen die als basis kunnen dienen voor een positieve ontwikkelingsagenda;

  • - in samenspraak met lokale gemeenten te streven naar het maken van langjarige afspraken waarbij middels verkoop of grondruil zekerheid geboden wordt voor zowel de blijvende toegankelijkheid van voorzieningen als de blijvende versterking van de unieke natuurwaarde van de eilanden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Verhoeven en Jacobi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 57(29659).

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter. De fracties hebben gisteren uitvoerig gedebatteerd over het onderwerp "erfpacht op de Waddeneilanden". Als ik hoor wat sommige moties uitspreken en als ik hoor dat sommige moties aangeven dat knelgevallen straks aan de Kamer kunnen worden voorgelegd, dan betekent dit dat we in de praktijk helemaal niets oplossen. Er komen dan namelijk komend najaar 1500 knelgevallen in de regeling. Wij denken dat de oplossing daarom toch een andere zou moeten zijn. Die oplossing is verwoord in de volgende motie, waarbij ik volledigheidshalve benadruk dat niet alles voor niets hoeft te worden overgedragen. Wat marktconform moet worden overgedragen ...

De voorzitter:

Mijnheer Atsma, uw motie.

De heer Atsma (CDA):

... moet je marktconform doen. Dit leidt tot de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de "wijzen" Zevenbergen en Groothuis concluderen dat gronden die niet nodig zijn voor realisering van de doelstellingen van Staatsbosbeheer kunnen worden afgestoten;

verzoekt de regering, met onmiddellijke ingang stappen te zetten om de gronden die voor afstoting in aanmerking komen, zoals gronden met maatschappelijke voorzieningen, woningen, bedrijven en recreatieve doeleinden, over te dragen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Atsma. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 58(29659).

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Verburg:

Voorzitter. Er zijn acht moties ingediend. Kortheidshalve ga ik onmiddellijk op de moties in.

De motie op stuk nr. 51 is ingediend door het lid Van Gerven. Hij verzoekt de regering in het algemeen belang ernaar te streven Staatsbosbeheer geen of zo min mogelijk grond over te laten dragen aan derden. Ik ontraad aanname van deze motie. Grond die niet nodig is voor de natuurdoelen van Staatsbosbeheer zou kunnen worden overgedragen tegen reële marktwaarde. Dat staat in het advies en dat lijkt mij een verstandige keuze. Daarom ontraad ik het aannemen van deze motie. Dat is overigens ook de wens van de gemeenten op de Waddeneilanden.

In de motie op stuk nr. 52 wordt de regering verzocht om een onderzoek te laten uitvoeren naar de wijze waarop Staatsbosbeheer en de Waddeneilanden in moeten spelen op de ontwikkelingen in het patroon van toerisme en recreatie alsmede de sociaaleconomische situatie op de eilanden. Deze motie beschouw ik als ondersteuning van beleid. Staatsbosbeheer en de Waddengemeenten zijn het zeer met elkaar eens dat dit moet gebeuren. Ik ga er zonder meer van uit dat zij dit onderzoek samen zullen instellen en daar een opdracht voor zullen formuleren.

In de motie van mevrouw Jacobi op stuk nr. 53 wordt de regering verzocht om in onderling overleg met Staatsbosbeheer en de gemeenten alternatieve constructies te bedenken in die situaties waar zich knelgevallen voordoen, zoals daar mogelijk zijn: verrekening bij verkoop, kwijtschelding van erfpacht bij opstallen met een maatschappelijk doel of korting op de erfpacht bij permanente bewoning. Tevens wordt de regering verzocht het overleg tussen Staatsbosbeheer, gemeenten en erfpachters op te starten en de Tweede Kamer voor half november te informeren over de voortgang. Ik heb deze motie goed op mij laten inwerken en beschouw haar als ondersteuning van beleid. Gisteren heb ik de Kamer gezegd dat ik zal beoordelen wanneer er knelgevallen zijn, dat ik de Kamer daarvan op de hoogte zal stellen en dat ik ervoor zal zorgen dat maatwerkoplossingen gevonden worden voor knelgevallen. Die moeten wij nu niet rubriceren of verzinnen; ik zal de Kamer ervan op de hoogte stellen als zij zich voordoen. Een van de leden zei dat de Kamer mij daarvan ook op de hoogte zal stellen. Dan blijft er niets onopgemerkt. Daar heb ik veel vertrouwen in. Het tweede verzoek aan de regering beschouw ik als een aanmoediging. Na het overleg en na de stemmingen van vanavond moeten wij ervoor zorgen dat Staatsbosbeheer, de gemeenten en de erfpachters voortgang boeken met de uitvoering van de agenda omdat de onzekerheid lang genoeg heeft geduurd. In die zin zie ik ook dit deel van de motie als ondersteuning van beleid.

In haar motie op stuk nr. 54 verzoekt mevrouw Jacobi de regering om het advies van de "wijzen" Groothuis en Zevenbergen in te voeren met de mogelijkheid van differentiatie van de canon. Deze motie is evenzeer ondersteuning van beleid, omdat dit onderdeel uitmaakt van het advies. De "wijzen" hebben gezegd: kijk nu eens heel goed naar een aantal elementen en weeg die zorgvuldig mee bij de taxatie van een en ander.

In haar motie op stuk nr. 55 verzoekt mevrouw Snijder-Hazelhoff de regering bij de verkoop als grondwaarde 30% van de woz-waarde te blijven hanteren, maar daarnaast een differentiatie aan te brengen in de depreciatie, waarbij het gebruiksdoel wordt meegewogen. Tevens verzoekt zij de regering het overleg tussen Staatsbosbeheer, gemeenten en erfpachters op te starten en de Tweede Kamer voor half november te informeren over de eventuele knelpunten. Ik ontraad aanname van deze motie. Op de Wadden zijn immers grote en kleine percelen. Er wordt een combinatie gemaakt: 30% opstal en 70% grond. In de motie wordt een omgekeerde verhouding voorgesteld. In de taxatie wordt rekening gehouden met de bestemming, zoals ik al heb gezegd in reactie op de motie van mevrouw Jacobi. Verdere differentiatie is niet nodig en is ook niet gewenst, want er moet langzamerhand de nodige zekerheid en duidelijkheid ontstaan.

De motie op stuk nr. 56 is ook ingediend door mevrouw Snijder-Hazelhoff. Zij verzoekt de regering er zorg voor te dragen dat Staatsbosbeheer in overleg treedt met betrokken gemeenten om te komen tot verkoop tegen een symbolische prijs van de gronden waarop gemeenschapsvoorzieningen zijn gevestigd. Verder verzoekt zij de regering de Kamer voor half november te informeren over de uitkomsten van dit overleg. Als er geen natuurdoel is, kan verkoop wel. Dat kan echter niet tegen een symbolische prijs, maar wel tegen de reële marktwaarde. Verkoop tegen een symbolische prijs is immers niet conform de staatssteunregel en in strijd met de Comptabiliteitswet. Dat betekent dat ik het aannemen van deze motie ontraad.

Dan ga ik in op de motie die is ingediend door de heer Verhoeven. Hij verzoekt de regering om Staatsbosbeheer binnen zijn vastgoedportefeuille te laten zoeken naar de meest geschikte gebieden binnen of aan de rand van bestaande dorpskernen die als basis kunnen dienen voor een positieve ontwikkelagenda. Hij verzoekt de regering verder om in samenspraak met lokale gemeenten te streven naar het maken van langjarige afspraken waarbij door middel van verkoop of grondruil zekerheid wordt geboden voor zowel de blijvende toegankelijkheid van voorzieningen als de blijvende versterking van de unieke natuurwaarde van de eilanden. Dit zie ik als een ondersteuning van mijn beleid, want het is heel goed als Staatsbosbeheer en de waddengemeenten samen naar de toekomst kijken. Dat is de inzet en het absolute doel van de ontwikkelagenda. Het zoeken en vinden van een balans, niet alleen voor nu, maar ook gericht op de toekomst, hoort daarbij.

De laatste motie is ingediend door het lid Atsma. Hij verzoekt de regering om met onmiddellijke ingang stappen te zetten om de gronden die voor afstoting in aanmerking komen, zoals gronden met maatschappelijke voorzieningen, woningen, bedrijven en recreatieve doeleinden, over te dragen. Dat zie ik als een ondersteuning van beleid, zij het dat het hier gaat om gronden die met een publieke voorziening te maken hebben. Het moet gaan om een reële marktwaarde en het moet passen binnen de regels van staatssteun en binnen de Comptabiliteitswet. Als dat wordt bedoeld – ik heb alle aanleiding om dat te veronderstellen – dan zie ik deze motie ook als een ondersteuning van beleid.

Hiermee ben ik aan het einde van de beoordeling van de acht moties.

De beraadslaging wordt gesloten.

Naar boven