Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 30 juni 2010 over het Drinkwaterbesluit.

De heer Jansen (SP):

Voorzitter. Ik heb twee moties. De eerste dien ik mede in namens mevrouw Lucas-Smeerdijk en de heer Koppejan.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat op grond van het Drinkwaterbesluit de kosten van buitenlandse projecten tot 1% van de omzet mogen worden toegerekend aan het drinkwatertarief voor binnenlandse leveringen;

van mening dat:

  • - de transparantie van en verantwoording over buitenlandse activiteiten beter kan;

  • - een essentieel kenmerk van maatschappelijk verantwoord ondernemen is dat de eigenaren van de onderneming daar zelf de kosten van dragen;

verzoekt de regering, het ontwerp-Drinkwaterbesluit zodanig aan te passen dat de kosten van de buitenlandse projecten in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen in mindering worden gebracht op de wettelijk toegestane vermogenskostenvergoeding aan aandeelhouders,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jansen, Lucas-Smeerdijk en Koppejan. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 58(30895).

De heer Jansen (SP):

Mijn tweede motie wordt meeondertekend door mevrouw Lucas-Smeerdijk en de heer Samsom.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat:

  • - de drinkwatervoorziening gediend is met een goede bescherming van winningsputten en innamepunten en de sanering van alle bodemverontreiniging die een bedreiging kan (gaan) vormen voor de drinkwaterwinning;

  • - in het kader van het convenant bodemontwikkelingsbeleid met de VNG, het IPO en de Unie van Waterschappen vrijwillige afspraken zijn gemaakt voor een gebiedsgerichte aanpak;

verzoekt de regering, bij de midterm review in het kader van het Convenant bodemontwikkelingsbeleid (2012) te rapporteren over de voortgang bij het gebiedsgericht beheer ter bescherming van de drinkwaterwinning (putten, innamepunten), in het bijzonder de stand van zaken rond de spoedlocaties,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Jansen, Lucas-Smeerdijk en Samsom. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 59(30895).

De heer Koppejan (CDA):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het beginsel van kostendekkende tarieven van de Drinkwaterwet van toepassing is op alle aanbiedingen van het drinkwaterbedrijf vanuit dezelfde rechtspersoon;

overwegende dat op grond van de Drinkwaterwet drinkwaterbedrijven de kostendragers van de vanuit dezelfde rechtspersoon geleverde diensten en watersoorten moeten specificeren;

constaterende dat in het ontwerp-Drinkwaterbesluit thans nadere regels ontbreken voor de kostendragers en voor de wijze van berekenen van de tarieven voor de onderscheiden leveringen van drinkwaterbedrijven;

verzoekt de regering, het ontwerp-Drinkwaterbesluit zodanig aan te passen dat drinkwaterbedrijven de kostendragers van de te leveren watersoorten en diensten duidelijk moeten specificeren en op basis daarvan kostendekkende tarieven afleiden voor de levering van drinkwater met als doel kostentransparantie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Koppejan, Lucas-Smeerdijk, Jansen en Samsom. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 60(30895).

Het woord is aan mevrouw Lucas-Smeerdijk, die haar maidenspeech zal houden.

Mevrouw Lucas-Smeerdijk (VVD):

Voorzitter. Het is inderdaad mijn maidenspeech. Het is mij een eer om hier te mogen spreken. Ik heb besloten mijn maidenspeech op dezelfde wijze in te vullen als ik voornemens ben om mijn Kamerlidmaatschap in te vullen: sterk op de inhoud, met als doel Nederland bij iedere beslissing die hier wordt genomen een beetje mooier, beter en eerlijker te maken. Daarom schakel ik snel over op de inhoud.

Aan de orde is het VAO inzake het Drinkwaterbesluit. Voor de VVD is bij de Drinkwaterwet en het Drinkwaterbesluit een aantal zaken van belang. Allereerst moeten wij ons realiseren dat de drinkwatervoorziening een publieke taak is. De drinkwaterbedrijven hebben een monopoliepositie. Daarom is het van belang dat er transparantie is ten aanzien van de tarieven die drinkwaterbedrijven hanteren en dat die tarieven zo laag mogelijk zijn voor de klant. De klant heeft het recht om te weten waarvoor hij betaalt. Dat is eerlijk. Om die transparantie te kunnen bieden, is een degelijk toezicht op zowel de kwaliteit van het drinkwater als de hoogte van de tarieven noodzakelijk. Over het laag houden van de tarieven door geen oneigenlijke kosten toe te rekenen aan het drinkwatertarief heeft mijn collega van de SP, de heer Jansen, net gesproken. De door hem ingediende motie heb ik medeondertekend.

Ontwikkelingssamenwerking is een taak van het Rijk, niet van drinkwaterbedrijven. Dat zij hun expertise inzetten, is goed, maar ik ben van mening dat dit niet betaald dient te worden door de burgers via hun drinkwaternota.

Mij gaat het nu om het laatste punt: een degelijk toezicht op zowel de kwaliteit van het drinkwater als de financiën van de drinkwaterbedrijven. Afgelopen zondag was ik met mijn twee kinderen van zes en zeven in het wetenschapsmuseum NEMO in Amsterdam, een fantastisch museum waar kinderen en volwassenen spelenderwijs leren over wetenschap en innovatie. In het museum was het mogelijk water te zuiveren tot drinkwater. Samen met de kinderen ben ik een halfuurtje intensief in de weer geweest met emmertjes water, duinzand en het doden van schadelijke bacteriën. Aan het einde van de rit hadden we schoon drinkwater en mijn oudste zoon vroeg: mam, wie controleert nu of dit drinkwater schoon is? Ik zei: dat is een goede vraag, schat; dat zoekt mama voor je uit.

In de Drinkwaterwet is vastgelegd dat de VROM-Inspectie een wettelijke taak heeft bij het houden van toezicht op de drinkwaterbedrijven. In de beantwoording van de schriftelijke vragen van de fracties over het Drinkwaterbesluit en in de mondelinge beantwoording van de minister in het algemeen overleg van gisteren, heeft de minister aangegeven ook gebruik te willen maken van de kennis en kunde van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, de NMa, bij het toezicht op de financiën en de controle op de toekenning van kosten aan het kostendekkende tarief voor drinkwater. De betrokkenheid van de NMa is, anders dan de betrokkenheid van de VROM-Inspectie, niet bij wet geregeld. Ook in het besluit wordt onvoldoende duidelijk wanneer de NMa gevraagd zal worden toezicht te houden.

Het liefst had de VVD gezien dat er nog maar één inspectie nodig was geweest om toezicht te houden op de drinkwaterbedrijven, maar dat is toekomstmuziek. Daarom vindt de VVD-fractie het van belang dat het Drinkwaterbesluit de taak- en rolverdeling tussen de VROM-Inspectie en de NMa helder regelt. De minister heeft aangegeven een rol van de NMa logisch te vinden, maar wij zouden die rol graag verankerd zien in het Drinkwaterbesluit. Wat ons betreft, is de VROM-Inspectie aan zet voor de controle op waterkwaliteit en de volksgezondheid, en is de NMa de logische instantie om toezicht te houden op de benchmark en de financiële verantwoording. Ook zou de NMa een rol kunnen spelen bij het opstellen van nadere regels voor fusies. Graag horen wij van de minister hoe zij hierover denkt.

Over de verankering van de rol en de taakverdeling tussen de VROM-Inspectie en de NMa dient de VVD-fractie de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Kamer bij de behandeling van de Drinkwaterwet op 2 juni 2008 via de motie-Boelhouwer/Koppejan heeft uitgesproken dat transparantie ten aanzien van de tarieven van drinkwaterbedrijven essentieel is;

overwegende dat een goed financieel toezicht op de drinkwaterbedrijven noodzakelijk is om die transparantie te bewerkstelligen;

constaterende dat de NMa nu geen formele rol heeft in dit toezicht, maar dat wel gebruikgemaakt kan worden van de expertise van de NMa;

constaterende dat de Kamer van mening is dat ten aanzien van het financiële toezicht op drinkwaterbedrijven een formele rol van de NMa voor de hand ligt, omdat de NMa niet alleen toezicht houdt op het algemene verbod op misbruik van machtspositie in de Mededingingswet, maar ook toezicht houdt op sectorspecifieke wetgeving ter voorkoming van misbruik van monopoliepositie, zoals de Gas-, Warmte- en Elektriciteitswet;

overwegende dat het financiële toezicht op de uitvoering van de Drinkwaterwet effectiever en efficiënter wordt, doordat de NMa anders dan de VROM-Inspectie veel kennis en ervaring heeft met de regulering van monopolies;

verzoekt de regering, in het Drinkwaterbesluit duidelijkheid te geven over de rol en taakverdeling van enerzijds de VROM-Inspectie en anderzijds de NMa bij het toezicht op de drinkwaterbedrijven, door het toezicht op de waterkwaliteit bij de VROM-Inspectie te leggen en het financieel toezicht bij de NMa, waarbij minimalisering van de administratieve lasten voor de drinkwaterbedrijven als randvoorwaarde gesteld wordt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Lucas-Smeerdijk, Koppejan, Jansen en Samsom. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 61(30895).

(applaus)

De voorzitter:

Ik wil graag van de gelegenheid gebruikmaken om u als eerste te feliciteren met uw maidenspeech. Als u thuis bent, zeg dan tegen de kinderen dat zij trots kunnen zijn op hun moeder.

Mevrouw Lucas-Smeerdijk (VVD):

Dank u wel.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Huizinga-Heringa:

Voorzitter. Ik zal direct ingaan op de moties, allereerst op de motie-Jansen c.s. op stuk nr. 58. Deze verzoekt de regering het ontwerp-Drinkwaterbesluit zodanig aan te passen dat kosten van buitenlandse projecten in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen in mindering worden gebracht op de wettelijk toegestane vermogenskostenvergoeding aan aandeelhouders. We hebben dit met elkaar besproken in het algemeen overleg en toen heb ik al gezegd dat dit mij een goede regeling lijkt, dus ik laat het oordeel over deze motie aan de Kamer.

Vervolgens is er de motie-Jansen c.s. op stuk nr. 59. Deze verzoekt de regering om bij de midterm review in het kader van het convenant te rapporteren over de voortgang bij het gebiedsgericht beheer ter bescherming van de drinkwaterwinning en in het bijzonder de stand van zaken rond de spoedlocaties. Dit lijkt mij ook geen probleem. Ik zou zelfs willen zeggen dat deze motie ondersteuning van beleid is. Bij de midterm review wordt bekeken hoe de stand van zaken is. Er wordt dan ook gekeken of er mogelijk maatregelen nodig zijn. Het lijkt mij dat dit daarbij hoort.

De voorzitter:

Ik denk dat u de volle winst binnen hebt.

De heer Jansen (SP):

Zeker, voorzitter. Daarom tel ik mijn zegeningen en trek ik de motie in. Deze wordt feitelijk overgenomen door de minister en dat lijkt mij meer dan een garantie dat we dat krijgen.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Jansen c.s. (30895, nr. 59) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

Minister Huizinga-Heringa:

Dan kom ik op de motie-Koppejan c.s. op stuk nr. 60. Deze verzoekt de regering het ontwerp-Drinkwaterbesluit zodanig aan te passen dat drinkwaterbedrijven de kostendragers van de te leveren watersoorten en diensten duidelijk moeten specificeren en op basis daarvan kostendekkende tarieven afleiden voor de levering van drinkwater met als doel kostentransparantie. Ook daarover hebben wij gesproken tijdens het algemeen overleg. Ik heb toen gezegd dat ik denk dat die specificatie in feite voldoende geregeld is doordat deze is opgenomen in de benchmark, maar het kan ook geen kwaad. Als de Kamer daaraan hecht, doen we dat, dus ik laat het oordeel over deze motie aan de Kamer.

Dan de motie-Lucas c.s. op stuk nr. 61. Deze verzoekt de regering in het Drinkwaterbesluit duidelijkheid te geven over de rol en taakverdeling van enerzijds de VROM-Inspectie en anderzijds de NMa door het toezicht op de waterkwaliteit bij de VROM-Inspectie te leggen en het financieel toezicht bij de NMa, waarbij minimalisering van administratieve lasten voor drinkwaterbedrijven als randvoorwaarde gesteld wordt. Wij hebben hierover kort gesproken tijdens het algemeen overleg, omdat deze zaak bij de behandeling van de Drinkwaterwet wel aan de orde is geweest. Hij is in de Tweede Kamer, maar zeker ook heel uitgebreid in de Eerste Kamer aan de orde geweest. Ik zal niet op de inhoudelijke argumentatie ingaan, want dat heb ik in het AO ook niet gedaan. Bij de bespreking van de Drinkwaterwet is zowel de Tweede als de Eerste Kamer akkoord gegaan met één toezichthouder en dat is de VROM-Inspectie. Dat besluit was met redenen omkleed.

Ik wil wel het eerste gedeelte van het dictum toezeggen: verzoekt de regering helderheid te geven over die taakverdeling. Ik kan daarin wel opnemen dat in het Drinkwaterbesluit de rol van de NMa nog eens helder wordt; dat deze om advies wordt gevraagd of wordt geconsulteerd. Maar het vereist een verandering van de Drinkwaterwet om daarin op te nemen dat de NMa financieel toezichthouder wordt. Ik heb mij laten vertellen dat deze vorig jaar in de laatste week voor het reces in de Eerste Kamer is behandeld en goedgekeurd. Daarom ontraad ik deze motie.

Mevrouw Lucas-Smeerdijk (VVD):

Voorzitter. Wij willen de motie toch handhaven, omdat eerder toezeggingen zijn gedaan over de rol van de NMa die wij onvoldoende zien vertaald in dit besluit.

Minister Huizinga-Heringa:

Mag ik dan de motie zo lezen dat in het Drinkwaterbesluit verhelderd wordt wat de rol van de NMa is. Als de motie uitgevoerd zou moeten worden met de woorden dat ook het financieel toezicht bij de NMa moet liggen, dan vraagt dat om een wijziging van de pas aangenomen nieuwe Drinkwaterwet.

Mevrouw Lucas-Smeerdijk (VVD):

Dan stel ik voor dat wij de motie zodanig wijzigen dat aangegeven moet worden wat de rol en taakverdeling wordt en welke rol de NMa speelt bij het financiële toezicht.

Minister Huizinga-Heringa:

Ik ben bereid om dat te doen. Dan kan ik het oordeel over deze motie aan de Kamer laten.

Voorzitter. Ik wil ten slotte mevrouw Lucas van harte feliciteren met haar maidenspeech.

De beraadslaging wordt gesloten.

Naar boven