Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg van heden over Q-koorts.

De voorzitter:

Dit VAO is aangevraagd door mevrouw Ouwehand. Ik zie haar, dus zij kan het woord krijgen.

Mevrouw Ouwehand, u kunt alleen moties indienen, zonder nadere versierselen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Ik heb begrip daarvoor. Ik dien de volgende moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de infectiedruk van de c. burnetiibacterie in de omgeving van besmette bedrijven nog erg hoog is;

constaterende dat het Q-koortsvaccin infecties met deze bacterie bij geiten niet voorkomt;

constaterende dat onvoldoende bekend is of het vaccin de uitstoot van Q-koortsbacteriën in voldoende mate kan voorkomen om de volksgezondheid niet langer in gevaar te brengen;

overwegende dat het belang van de volksgezondheid voorop moet staan in het Q-koortsbeleid;

verzoekt de regering, het fok- en aanvoerverbod in de melkgeiten- en schapensector in stand te houden totdat onomstotelijk is aangetoond dat de dreiging voor de volksgezondheid daadwerkelijk geweken is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ouwehand, Thieme en El Fassed. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 414(28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het RIVM stelt dat de aanvoer van een groot aantal geiten op een besmet bedrijf een grotere kans biedt op een mogelijke overdracht naar de mens dan herbevolking met minder dieren;

constaterende dat tijdens de uitbraak ook gebleken is dat het grootste besmettingsgevaar van de grote bedrijven komt;

overwegende dat bedrijven met 10.000 geiten binnenkort mogen herbevolken;

verzoekt de regering, de herbevolking van melkgeiten- en schapenstallen aan een maximumaantal dieren te binden en een voorstel daartoe voor 15 augustus aan de Kamer te zenden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ouwehand, Thieme en El Fassed. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 415(28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat ongevaccineerde melkgeiten en -schapen een direct risico voor de volksgezondheid kunnen vormen vanwege de uitstoot van Q-koortsbacteriën;

constaterende dat de regering ontheffing heeft verleend aan twee bedrijven die vanwege gewetensbezwaren niet willen vaccineren;

overwegende dat hierdoor een onnodig risico wordt genomen voor de volksgezondheid;

voorts overwegende dat het onacceptabel is, dieren te doden in plaats van te vaccineren;

verzoekt de regering, af te zien van een ontheffing voor gewetensbezwaren tegen vaccinatie van melkgeiten en -schapen en de vaccinatieplicht onverkort op te leggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ouwehand, Thieme en Verhoeven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 416(28286).

De heer Dijkgraaf (SGP):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering de versoepelingen van het maatregelenpakket ter bestrijding van de Q-koortsepidemie voor besmette bedrijven op een later moment wil doorvoeren dan voor Q-koortsvrije bedrijven;Dijkgraaf

overwegende dat per 15 juli 2010 op alle melkgeiten- en melkschapenbedrijven tijdig en volledig is gevaccineerd;

overwegende dat de definitieve publicatie van het Rendac-onderzoek, inclusief peer review, de enige reden lijkt te zijn om versoepelingen voor Q-koortsvrije en besmette bedrijven op verschillende data door te voeren;

verzoekt de regering om voor zowel Q-koortsvrije als besmette melkgeiten- en melkschapenbedrijven de versoepelingen van het maatregelenpakket ter bestrijding van de Q-koortsepidemie per 15 juli 2010 door te voeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dijkgraaf, Snijder-Hazelhoff, Wiegman-van Meppelen Scheppink en Ormel. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 417(28286).

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Ik heb één motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er onrust in de samenleving is naar aanleiding van de Q-koortsuitbraak en andere gezondheidsrisico's die geassocieerd worden met de intensieve dierhouderij;

overwegende dat de Kamer, mede in reactie op deze onrust, een themacommissie Dierhouderij heeft ingesteld;

overwegende dat hier inzichten kunnen ontstaan, die van belang zijn voor het besluit om het uitbreidings- en nieuwvestigingsverbod in de geitenhouderij al dan niet (on)voorwaardelijk op te heffen;

verzoekt de regering, geen besluit tot opheffing van het uitbreidings- en nieuwvestigingsverbod in de geitenhouderij te nemen voordat de themacommissie Dierhouderij haar conclusies in de Kamer heeft gepresenteerd en de Kamer deze heeft besproken en in ieder geval het uitbreidings- en nieuwvestigingsverbod tot 1 juni 2011 te handhaven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 418(28286).

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de overgebleven dieren op de geruimde bedrijven een levenslang fokverbod hebben en dat hier ook de jonge dieren, die nog niet gelammerd hebben, onder vallen;

overwegende dat deze jonge dieren geboren zijn uit gevaccineerde moederdieren en/of reeds zelf twee keer zijn gevaccineerd;

overwegende dat vanwege dit levenslange fokverbod deze dieren geen enkel nut hebben voor de melkgeiten- en melkschapenhouderij en daarom wellicht direct worden gedood;

verzoekt de regering, het levenslang fokverbod voor jonge gevaccineerde melkgeiten en melkschapen op te heffen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Snijder-Hazelhoff, Dijkgraaf en Ormel. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 419(28286).

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Q-koorts een ernstig probleem vormt en een bedreiging van de volksgezondheid;

van mening dat bij herbevolken van besmette bedrijven zorgvuldig en verantwoord dient te worden gehandeld en het volksgezondheidsbelang voorop dient te staan;

overwegende dat deskundigen stellen dat alvorens tot herbevolking van besmette bedrijven over te gaan eerst een pilot aan te bevelen is omdat een vaccin geen 100% zekerheid biedt en eventuele risico's zo geminimaliseerd kunnen worden;

verzoekt de regering, alvorens herbevolken van besmette bedrijven toe te staan, eerst een pilot uit te voeren met een aantal bedrijven;

verzoekt de regering tevens, de resultaten van deze pilot eerst met de Kamer te bespreken voordat toestemming tot herbevolken wordt gegeven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Arib, El Fassed, Van Gerven en Verhoeven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 420(28286).

Minister Verburg:

Wij hebben vanmorgen een uitvoerig overleg met de Kamer gevoerd over de ontwikkelingen in het hele Q-koortsvraagstuk. Ik herken een aantal moties. Wij hebben die onderwerpen vanmorgen ook uitvoerig bij de kop gehad. Daarom kan ik ook direct op de moties ingaan.

In de motie-Ouwehand c.s. op stuk nr. 414 wordt de regering verzocht, het fok- en aanvoerverbod in de melkgeiten- en schapensector in stand te houden totdat onomstotelijk is aangetoond dat de dreiging voor de volksgezondheid daadwerkelijk geweken is. Wij hebben daar voldoende argumentatie bij. Die is geweken, want de bron is weggenomen en de vaccinatie is actief. Dat is de reden waarom ik deze motie ontraad.

In de motie-Ouwehand c.s. op stuk nr. 415 wordt de regering verzocht, de herbevolking van melkgeiten- en schapenstallen aan een maximum aantal dieren te binden en een voorstel daartoe voor 15 augustus aan de Kamer te zenden. Ik ontraad ook deze motie. Wij hebben deze optie uitgebreid bestudeerd en besproken met de deskundigen. Er zijn geen criteria aan te geven op basis waarvan we een grens zouden kunnen en moeten trekken. Bovendien hebben we geen enkele juridische onderbouwing. Laat staan dat we het zouden kunnen rechtvaardigen en handhaven, ook op het moment dat er een rechtszaak wordt aangespannen. Dat is de reden waarom ik deze motie ontraad.

In de motie-Ouwehand c.s. op stuk nr. 416 wordt de regering verzocht, af te zien van een ontheffing voor gewetensbezwaren tegen vaccinatie van melkgeiten en -schapen en de vaccinatieplicht onverkort op te leggen. Gewetensbezwaren krijgen onder zeer strikte voorwaarden een ontheffing voor vaccinatie. Wanneer er een besmetting wordt geconstateerd, worden de drachtige dieren geruimd en krijgen de niet-drachtige dieren een levenslang fokverbod. Daarmee is het risico voor de volksgezondheid niet groter dan op andere bedrijven. Minister Klink heeft dat vanmorgen ook helder uiteengezet. Dat is de reden waarom ik deze motie eveneens ontraad.

In de motie-Dijkgraaf c.s. op stuk nr. 417 wordt de regering verzocht, voor zowel Q-koortsvrije als besmette melkgeiten- en melkschapenbedrijven de versoepelingen van het maatregelenpakket ter bestrijding van de Q-koortsepidemie per 15 juli 2010 door te voeren. Ik ontraad deze motie. De onderbouwing voor het onderscheid tussen versoepeling op besmette bedrijven en versoepeling op vrije bedrijven is dat de rapportage van het Rendac-onderzoek nog niet beschikbaar is. Minister Klink en ik vinden het verstandig om dat af te wachten. Wij hebben afgesproken dat die peer review, die publicatie van die onderzoeksrapportages, voor 1 augustus zal plaatsvinden. Dan kunnen vanaf 15 augustus ook de besmette bedrijven herbevolkt worden. Wij ontraden nu deze motie.

In de motie van de heer Van Gerven op stuk nr. 418 wordt de regering verzocht, geen besluit tot opheffing van het uitbreidings en nieuwvestigingsverbod in de geitenhouderij te nemen voordat de themacommissie Dierhouderij haar conclusies in de Kamer heeft gepresenteerd en de Kamer deze heeft besproken, en in ieder geval het uitbreidings- en nieuwvestigingsverbod tot 1 juni 2011 te handhaven. De heer Van Gerven zei dat er onrust onder de bevolking is. Ik zou willen stellen dat er onrust gezaaid wordt onder de bevolking, want op dit moment is er een helder pakket. Het eerste pakket aan maatregelen, dat zeer ingrijpend was, heeft gefunctioneerd. Het heeft geleid tot het wegnemen van de bron. Wij nemen nu zeer wel overwogen nieuwe stappen. Het is allemaal zeer gebalanceerd. Dat is de reden waarom ik deze motie ontraad. Er is voldoende vertrouwen in het vaccin. Het uitbreidingsverbod blijft gehandhaafd tot 1 juni 2011.

In de motie-Snijder-Hazelhoff c.s. op stuk nr. 419 wordt de regering verzocht het levenslang fokverbod voor jonge gevaccineerde melkgeiten en melkschapen op te heffen. Ook deze motie moet ik helaas ontraden. Ik heb vanmorgen uitvoerig betoogd waarom. Het advies van de deskundigen luidt dat er geen helder onderscheid kan worden gemaakt op besmettingsrisico's tussen jonge en oudere dieren. Ik heb vanmorgen ook aangegeven dat er twee zaken zijn waaraan wij kunnen zien dat jonge dieren, die voor de eerste keer drachtig zijn, de Q-koortsbacterie bij zich dragen en uitscheiden. Als wij jonge dieren uitzonderen van het levenslange fokverbod, lopen wij het risico dat wij volgend jaar weer een toename van de problemen zullen zien. Dat is de reden waarom ik de aanneming van deze motie moet ontraden.

Mevrouw Arib verzoekt de regering in haar motie om alvorens herbevolken van besmette bedrijven toe te staan, eerst een pilot uit te voeren met een aantal bedrijven. Zij verzoekt de regering tevens, de resultaten van deze pilot met de Kamer te bespreken. Ik ontraad deze motie sterk, want de optie om herbevolking eerst in een pilotproject uit te voeren hebben wij al uitgebreid bestudeerd en uitvoerig besproken met deskundigen. Er zijn geen wetenschappelijke criteria aan te geven waaraan een pilot zou moeten voldoen. Een pilot levert dus niet de gegevens op die je wil hebben om op een verantwoorde manier tot herbevolking over te gaan. Bovendien zijn er op dit moment geen belemmeringen om te herbevolken tot het niveau van de novemberopgave, laat staan dat wij een juridisch houdbare pilot zouden kunnen inrichten. Al met al voldoende reden om ook deze motie te ontraden.

Voorzitter. Daarmee heb ik alle moties van een oordeel voorzien.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

De stemmingen over de moties zijn bij de eindstemming. Er is reeds gebeld. Wij kunnen dus direct door met het volgende VAO.

Naar boven