Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | nr. 104, item 73 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | nr. 104, item 73 |
Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het VAO Uitgangspunten Cultuurbeleid,
te weten:
-de motie-Bergkamp c.s. over het opnemen van productiehuizen voor de podiumkunsten in de BIS (32820, nr. 137);
-de motie-Bergkamp c.s. over tussentijdse verkenningen naar ontwikkelingen in de kunst- en cultuursector (32820, nr. 138);
-de motie-Keijzer/Monasch over een festival gespecialiseerd in oude muziek (32820, nr. 139);
-de motie-Keijzer over Leeuwarden-Fryslân als culturele hoofdstad van Europa (32820, nr. 140);
-de gewijzigde motie-Keijzer over het ontwikkelen van een Nationaal Referentiekader Cultuureducatie (32820, nr. 157, was nr. 142);
-de gewijzigde motie-Ouwehand c.s. over een nota over popmuziek (32820, nr. 159, was nr. 143);
-de motie-Ouwehand over cultuureducatie als onderdeel van het lesprogramma in basis- en voortgezet onderwijs (32820, nr. 146);
-de motie-Monasch/Van Veen over een overkoepelend referentiekader voor cultuureducatie (32820, nr. 147);
-de motie-Monasch/Keijzer over een festival gespecialiseerd in locatietheater (32820, nr. 148);
-de motie-Monasch/Jasper van Dijk over een paragraaf over werkgeverschap bij alle subsidieaanvragen voor de BIS (32820, nr. 149);
-de motie-Monasch over een festival gespecialiseerd in jeugdfilm en -media (32820, nr. 150);
-de motie-Monasch/Ouwehand over de Centra voor Kunstzinnige Vorming en muziekscholen (32820, nr. 151);
-de motie-Monasch over kansen voor nieuwe makers en het bereiken van nieuw publiek (32820, nr. 152);
-de motie-Van Veen/Monasch over een beoordelingskader voor de toelating tot de BIS (32820, nr. 153);
-de motie-Jasper van Dijk/Bergkamp over financiering van een negende jeugdtheater (32820, nr. 154);
-de motie-Jasper van Dijk/Ouwehand over geen btw-verhoging in de cultuursector (32820, nr. 155);
-de gewijzigde motie-Jasper van Dijk c.s. over (32820, nr. 158, was nr. 156).
(Zie vergadering van heden.)
De voorzitter:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het verwerven van culturele competenties van toenemend belang is voor onze samenleving en voor de brede, toekomstgerichte vorming van jonge mensen;
overwegende dat het verwerven van culturele en creatieve competenties zich voor jonge mensen zowel binnen de scholen afspeelt als, voor een belangrijk deel, ook daarbuiten;
constaterende dat er toenemende lokale verschillen ontstaan (1) in de mate waarin de binnenschoolse cultuureducatie tot uitvoering wordt gebracht, en (2) in het lokale voorzieningenniveau voor de buitenschoolse cultuureducatie;
overwegende dat hierdoor toenemende verschillen ontstaan in de toegang van kinderen en jongeren tot de culturele en creatieve vorming;
overwegende dat het platform onderwijs onder leiding van de heer Schnabel dit najaar haar advies over de kennis en vaardigheden waarover leerlingen in het funderend onderwijs moeten beschikken, gaat presenteren;
verzoekt de regering om een overkoepelend referentiekader voor cultuureducatie te ontwikkelen als gemeenschappelijk houvast voor samenhangend, weloverwogen beleid dat niet alleen het onderwijs maar ook het lokale voorzieningenniveau beslaat;
verzoekt de regering verder om de verantwoordelijkheden van de betrokken partijen bij het uitvoeren van het referentiekader goed vast te leggen;
verzoekt de regering voorts om over de voortgang hiervan de Kamer te rapporteren voor het einde van 2015,
en gaat over tot de orde van de dag.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
De voorzitter:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er een festival is voor jeugdfilms en (nieuwe) media dat een centrale programmering combineert met een gespreide programmering over het land, gericht op jongeren;
overwegende dat vanuit deze festivalorganisatie ook een belangrijke bijdrage wordt geleverd aan mediaeducatie op scholen, waardoor jongeren wordt geleerd met een kritische blik media te ervaren en hun wereldbeeld wordt verbreed;
overwegende dat de extra middelen voor festivals in de huidige plannen op een zodanige wijze via fondsen worden ingezet dat versnippering van het budget dreigt, terwijl juist scherpe keuzes gemaakt moeten worden;
verzoekt de regering om een festival gespecialiseerd in jeugdfilm en -media als bovengenoemd op te nemen in de basisinfrastructuur en de benodigde financiële ruimte in de basisinfrastructuur te creëren uit de, door de verplaatsing ontstane, vrijval bij het Filmfonds en de aanvullend nodige middelen te betrekken bij allocatie van de extra middelen voor festivals zoals is voorgenomen in het voorliggende concept-Kunstenplan 2017-2020,
en gaat over tot de orde van de dag.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
De voorzitter:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat voor een goed cultuuraanbod de Centra voor Kunstzinnige Vorming en muziekscholen essentieel zijn;
constaterende dat het aanbod per gemeente sterk verschilt;
voorts constaterende dat het aanbod per instelling tevens in haar programmering en organisatie uiteenloopt;
verzoekt de regering, in kaart te brengen of deze instellingen in voldoende mate een bijdrage leveren aan de essentiële culturele en creatieve vorming op het gebied van muziek, dans, zang en overige kunsten voor jong en oud in Nederland, en daarbij aan te geven hoeveel van de potentiële doelgroepen worden bereikt, en hierover medio 2016 aan de Tweede Kamer te rapporteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Ik stel vast dat wij nu over deze gewijzigde moties kunnen stemmen.
In stemming komt de motie-Bergkamp c.s. (32820, nr. 137).
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de ChristenUnie, Klein, D66, GroenLinks, de PvdA, de PvdD en de SP voor deze motie hebben gestemd. We moeten deze stemming hoofdelijk doen, want ik kan de uitslag op deze manier niet vaststellen.
De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):
Voorzitter. Wij zijn voor deze motie en daarmee is ze volgens mij aangenomen.
De voorzitter:
Dan ga ik nog een keer proberen om dat per fractie vast te stellen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de ChristenUnie, Klein, de Groep Kuzu/Öztürk, D66, GroenLinks, de PvdA, de PvdD en de SP voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de ChristenUnie, Klein, de Groep Kuzu/Öztürk, 50PLUS, D66, GroenLinks, de PvdD en de SP voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de ChristenUnie, Klein, de Groep Kuzu/Öztürk, GroenLinks, de PvdA, de PvdD en de SP voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de ChristenUnie, de SGP, de VVD, Klein, de Groep Kuzu/Öztürk, Van Vliet, 50PLUS, D66, GroenLinks, de PvdA, de PvdD en de SP voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de Groep Kuzu/Öztürk, de PvdD en de SP voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de ChristenUnie, de Groep Kuzu/Öztürk, D66, GroenLinks, de PvdD en de SP voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de VVD, Klein, de Groep Kuzu/Öztürk, Van Vliet, D66, GroenLinks, de PvdA, de PvdD en de SP voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de Groep Kuzu/Öztürk, Houwers, GroenLinks, de PvdD en de SP voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de ChristenUnie, de VVD, Klein, de Groep Kuzu/Öztürk, Houwers, Van Vliet, 50PLUS, GroenLinks, de PvdA, de PvdD en de SP voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, Klein, de Groep Kuzu/Öztürk, GroenLinks, de PvdA, de PvdD en de SP voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SGP, Klein, de Groep Kuzu/Öztürk, 50PLUS, de PvdA, de PvdD en de SP voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, Klein, de Groep Kuzu/Öztürk, GroenLinks, de PvdA, de PvdD en de SP voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de ChristenUnie, Klein, de Groep Kuzu/Öztürk, Houwers, 50PLUS, D66, GroenLinks, de PvdA, de PvdD en de SP voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de ChristenUnie, de SGP, de VVD, Klein, de Groep Kuzu/Öztürk, Houwers, Van Vliet, 50PLUS, D66, GroenLinks, de PvdA, de PvdD en de SP voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de ChristenUnie, de SGP, de VVD, Klein, de Groep Kuzu/Öztürk, Houwers, Van Vliet, 50PLUS, de PvdA en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de ChristenUnie, Klein, de Groep Kuzu/Öztürk, D66, GroenLinks, de PvdA, de PvdD en de SP voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de Groep Bontes/Van Klaveren, het CDA, de ChristenUnie, Klein, de Groep Kuzu/Öztürk, 50PLUS, D66, GroenLinks, de PvdD en de SP voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
De voorzitter:
Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de Groep Kuzu/Öztürk, GroenLinks, de PvdD en de SP voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20142015-104-73.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.