32 820 Nieuwe visie cultuurbeleid

Nr. 162 GEWIJZIGDE MOTIE VAN DE LEDEN MONASCH EN VAN VEEN TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 147

Voorgesteld 2 juli 2015

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het verwerven van culturele competenties van toenemend belang is voor onze samenleving en voor de brede, toekomstgerichte vorming van jonge mensen;

overwegende dat het verwerven van culturele en creatieve competenties zich voor jonge mensen zowel binnen de scholen afspeelt als, voor een belangrijk deel, ook daarbuiten;

constaterende dat er toenemende lokale verschillen ontstaan 1) in de mate waarin de binnenschoolse cultuureducatie tot uitvoering wordt gebracht, en 2) in het lokale voorzieningenniveau voor de buitenschoolse cultuureducatie;

overwegende dat hierdoor toenemende verschillen ontstaan in de toegang van kinderen en jongeren tot de culturele en creatieve vorming;

overwegende dat het platform onderwijs onder leiding van de heer Schnabel dit najaar haar advies over de kennis en vaardigheden waarover leerlingen in het funderend onderwijs moeten beschikken, gaat presenteren;

verzoekt de regering om een overkoepelend referentiekader voor cultuureducatie te ontwikkelen als gemeenschappelijk houvast voor samenhangend, weloverwogen beleid dat niet alleen het onderwijs maar ook het lokale voorzieningenniveau beslaat;

verzoekt de regering verder om de verantwoordelijkheden van de betrokken partijen bij het uitvoeren van het referentiekader goed vast te leggen;

verzoekt de regering voorts om over de voortgang hiervan de Kamer te rapporteren voor het einde van 2015,

en gaat over tot de orde van de dag.

Monasch

Van Veen

Naar boven