18 Afscheid Schouw

Aan de orde is afscheid van het lid Schouw (D66). 

De voorzitter:

Ingekomen is de volgende brief. 

Geachte Voorzitter, beste Anouchka, 

Ruim 25 jaar geleden zette ik de eerste voorzichtige stapjes op het soms glibberende Binnenhof. Mijn eerste officiële baan: ik werd voor de D66-fractie juniorbeleidsmedewerker. Met de overzichtelijke portefeuille landbouw-, wetenschaps- en emancipatiebeleid, en dat voor acht uur in de week en verdeeld over drie ambitieuze Kamerleden die dagelijks wilden schitteren in de oude vergaderzaal. Het werk verveelde geen seconde! Van een zinnebeeld als "de patatbalie" had toen nog nooit iemand gehoord. Er werd vergaderd in een doorrookte, halfduistere rechthoek en politici zaten, tegen wil en dank, gedrieën opeengepropt in groene pluche bankjes. Elke politieke generatie heeft zijn eigen dorpspomp waar opvattingen en nieuwtjes voorbijrazen. Nu zijn dat Twitter en Facebook. Toen was dat het roemruchte Binnenhof 5A, hét Kamercafé, waar de leden aan formicatafeltjes verhitte discussies voerden, de klok rond gevoed met gehaktballen en sfeerverhogende consumpties. Wat is het jammer dat daar nooit een documentaire over is gemaakt. 

Met de juniordeeltijdbaan is de liefde voor de politiek en het openbaar bestuur aangewakkerd en gegroeid. Toen en de jaren daarna heb ik mij er met hart en ziel voor ingezet, op verschillende plaatsen en altijd met boeiende mensen: als wethouder en lid van de gemeenteraad in Dordrecht, en vervolgens ruim twaalf jaar als parlementariër. In de relatieve rust en bezonkenheid van de Eerste Kamer ben ik, mediatechnisch beschouwd, voor de buitenwereld onopgemerkt gebleven. Wanneer Eerste Kamerleden gewoon hun werk doen, is daar geen sterveling in geïnteresseerd. 

Het was een voorrecht om elke dinsdag losjes te schrijden over de roodfluwelen vuistdikke tapijten. Ik kan het overigens iedereen aanraden om eerst ervaring op te doen in de Eerste Kamer en daarna het Binnenhof over te steken naar de Tweede. Waarom? Om het belang van goede wetgeving te beproeven en je te bekwamen in de kwaliteit van wetgeving en de leer van het debatteren met de regering. De kern daarvan is dit: op het juiste moment net die éne vlijmscherpe vraag stellen. De overstap naar de Tweede Kamer was best wennen. In plaats van een stroom wetsvoorstellen dicteert "de kop in de krant" en "het oog van de camera" het ritme van de dag. Positief geformuleerd: het is in deze Kamer exotischer, maar soms wel met onvoorspelbare orkaandreigingen. 

Ik heb hier een aantal fantastische jaren gehad en wil via u de collega's bedanken voor de goede samenwerking. Zo was het een plezier in de vergaderzaal wagonnetjes aaneen te rijgen bij de interruptiemicrofoons. En wanneer een bewindspersoon al bij het placeren van zo'n wagonnetje de wenkbrauwen stijf optrok, dacht ik: beet, de vinger op de zere plek! En zeker, er is ook een kers op de taart. Het knutselen aan en verdedigen van initiatiefwetsvoorstellen. Mooi werk. Het is geen groot geheim dat de aandacht voor actuele politieke incidenten en de langetermijnonderwerpen zo af en toe wat uit balans raken. Dat is een reëel risico voor de democratische werking van onze huidige parlementaire democratie. Daardoor gaan dingen mis. Achteraf en dus te laat komt dat aan het licht door parlementaire onderzoeken of enquêtes. Meebewegen of juist tegenwicht bieden: dat is de vraag waar de Kamer wel wat vaker bij stil mag staan. 

Het werk in een politieke omgeving is prachtig. Ik had dit nog vele jaren met plezier kunnen doen. Tegelijkertijd wil ik ook mezelf blijven uitdagen. Daarom ga ik per 1 augustus wat anders doen. In een nieuwe omgeving met andere onderwerpen. 

Een Kamerlid is verweesd zonder de betrokken toewijding van de medewerkers in de Kamer. Altijd attent, zorgvuldig en met de dienstverlening voorop. Van Bureau Wetgeving, de Griffie, ICT en telefoon, bodes en al diegenen die zorgen voor de inwendige mens, heel hartelijk bedankt! 

Ik wens iedereen alle goeds. 

Met vriendelijke groet, 

Gerard Schouw 

(Applaus) 

De voorzitter:

Van dit ontslag is mededeling gedaan aan de voorzitter van het centraal stembureau en aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Ik stel voor de brief voor kennisgeving aan te nemen. 

Daartoe wordt besloten. 

De voorzitter:

Geachte heer Schouw, beste Gerard, 

Een leven zonder politiek … kun je het je voorstellen? Tóch heb ik zojuist jouw afscheidsbrief voorgelezen, waarin je aangeeft dat er een nieuwe fase aanbreekt en dat je een andere weg inslaat. 

Een kwart eeuw was het openbaar bestuur jouw leven. Je was gemeenteraadslid en wethouder in Dordrecht en in 2003 zette je de stap naar het Binnenhof. Geen onbekend terrein voor jou; van 1988 tot 1990 liep je hier als jong broekie rond als beleidsmedewerker van de D66-fractie. Dat je eerst Eerste Kamerlid werd, maakte dat je hier in 2010 met de nodige bagage binnenkwam. Je maidenspeech ging over de benoeming van een nieuwe Kamervoorzitter. Het was een glashelder betoog, waarin je niet alleen een profiel voor een nieuwe Kamervoorzitter schetste, maar waarin je ook je eigen ambitie een klein beetje liet doorschemeren. 

In de jaren die volgden heb je die ambitie op een heel eigen manier vormgegeven. Je koos voor complexe, gevoelige dossiers, bijvoorbeeld op het beleidsterrein van Justitie of Binnenlandse Zaken, met het vreemdelingenbeleid, het toezicht op de inlichtings- en veiligheidsdiensten, de staatsrechtelijke verhoudingen en niet in de laatste plaats: de betrokkenheid van burgers bij de politiek. Het zijn dossiers die jou passen. 

Jij houdt van inhoud, van diepgang. Je geniet ervan om de Kamer op te roepen om nog een spade dieper te steken, terwijl je een beetje peinzend en in je handen wrijvend achter het katheder of de interruptiemicrofoon staat. Op het moment dat jij een haakje ziet, gaan je ogen glimmen. Je gaf het zelf al aan: voor jou ligt de kern van het Kamerwerk in die ene scherpe vraag op dat ene kritische moment. 

Je bent een Kamerlid dat zijn medewetgevende taak heel actief invult. Voor jou is het initiatiefwetsvoorstel geen exotisch instrument. In de vijf jaar dat je Kamerlid was, heb je elf initiatiefwetsvoorstellen ingediend of mocht je daar, zoals je dat zelf pasgeleden zei, zo nu en dan "een beetje bij meehelpen". Zo heb je Boris van der Ham "een beetje geholpen" met het initiatiefwetsvoorstel voor wijziging van het Reglement van Orde, over de aanwijzing van de informateur of formateur door de Tweede Kamer. Door de val van het kabinet werd deze wijziging van het Reglement van Orde versneld in de praktijk gebracht. En onlangs — ik zei het deze week ook al in de speech voor de scheidend griffier — overhandigde de commissie-Bovend'Eert mij de evaluatie van de kabinetsformatie. Hun voornaamste conclusie is dat de formatie goed is verlopen en dat het Reglement van Orde slechts op een klein detail moest worden aangepast. Gisteren heeft de Kamer daarmee ingestemd. Een mooi resultaat van iets wat jullie in gang hebben gezet. 

Ook het vermelden waard zijn de initiatieven tot deconstitutionalisering van de benoeming van burgemeester en commissaris van de Koning, een verbod op weigerambtenaren, democratisering van gemeenschappelijke regelingen, het raadgevend en correctief referendum, het schrappen van het verbod op godslastering, de verbetering van rechtsbescherming in asielzaken en — nu nog aanhangig — de vernieuwing van de Wet openbaarheid van bestuur. Die, tekenend voor jouw ideeën, Wet open overheid zou moeten gaan heten. Veel van deze voorstellen hebben de eindstreep gehaald en zijn inmiddels ook door de Eerste Kamer aanvaard. Je was, kortom, niet alleen een actief, maar zeker ook een effectief Kamerlid. Je hebt je tijd hier ten volle benut, en daar mag je trots op zijn. 

Gerard, een leven zonder politiek … je gaat eraan beginnen. Per 1 augustus word je algemeen directeur van Nefarma, de Nederlandse Vereniging voor Innovatieve Geneesmiddelen. Maar je vertrekt met een blijvende herinnering aan een kwart eeuw politiek. Ik mag je namelijk vertellen dat het Zijne Majesteit de Koning heeft behaagd, jou te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Mag ik je verzoeken naar voren te komen, zodat ik je de versierselen mag opspelden die horen bij deze benoeming? 

De heer Schouw krijgt de versierselen opgespeld. 

De voorzitter:

Ik heb nog een paar zinnen voor je, Gerard. We gaan je missen: je ervaring, je kennis van het staatsrecht en je inhoudelijke bijdragen. Maar wees niet bang: ook zonder jouw aanwezigheid proberen we die spade dieper te steken. Ik ben ervan overtuigd dat jij dat ook zult doen, buiten de Kamer, met dezelfde eigenzinnigheid en hetzelfde plezier als we hier al die jaren hebben kunnen zien. Het ga je goed. 

(Applaus) 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Voorzitter: Van Miltenburg

Naar boven