Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg van heden over eigen bijdrage thuiszorg.

Mevrouw Smits (PvdA):

Voorzitter. In het algemeen overleg hebben wij met de staatssecretaris gewisseld dat de verhoging van de eigen bijdrage heeft geleid tot opzeggingen van de zorg waar die noodzakelijk was of tot een sterke koopkrachtdaling, vooral in combinatie met andere maatregelen in de zorg. Vandaar dat mijn fractie de volgende motie in wil dienen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de dit jaar verhoogde eigen bijdrage voor thuiszorg in combinatie met overige maatregelen in de zorg, hebben geleid tot een sterke daling van het besteedbare inkomen van mensen met een chronische ziekte of handicap;

van mening dat compensatiemaatregelen via fiscus of gemeentelijke sociale dienst onvoldoende zijn om sterke koopkrachtdaling te voorkomen, zoals onder meer is aangetoond in onderzoek van het Nibud;

verzoekt de regering, de gehanteerde percentages bij het berekenen van de inkomensafhankelijke maxima in de eigenbijdrageregeling thuiszorg te verlagen naar 8% voor de laagste inkomens,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Smits. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 73(23235).

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. Vanmiddag zijn de argumenten uitvoerig gewisseld over de problemen die veroorzaakt worden door de verhoging van de eigen bijdrage. Die zal ik niet herhalen. Ook ik beperk mij voor het aangeven van onze wensen tot het indienen van een motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, de verhoging terug te draaien Kanten dit te dekken door de AWBZ-premie te verhogen met 0,04% en/of door het afschaffen van het absolute maximum van de eigen bijdrage, bij de zorg in de natura en in de PGB, door ook voor de hogere inkomens de eigen bijdrage te heffen naar draagkracht,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kant, Tonkens en Rouvoet. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 74(23235).

Staatssecretaris Ross-van Dorp:

Voorzitter. Mevrouw Smits zegt in haar motie dat zij van mening is dat de compensatiemaatregelen via de fiscus of gemeentelijke sociale dienst onvoldoende zijn. In het algemeen overleg heb ik haar gezegd dat ik een andere mening ben toegedaan. Dus het zal haar niet verbazen dat ik de Kamer aanvaarding van deze motie ontraad.

Mevrouw Kant wil de verhoging terugdraaien om dezelfde redenen die mevrouw Smits aanvoerde. Zij wil dit dekken door de AWBZ-premie te verhogen. Ook dat zal ik niet doen om redenen die ik in het algemeen overleg reeds genoemd heb. Daarom ontraad ik ook aanvaarding van deze motie.

Mevrouw Smits (PvdA):

Wat bedoelt de staatssecretaris als zij zegt dat zij het niet eens is met de motie? Is zij het niet eens met de door het NIBUD gesignaleerde koopkrachtdaling of is zij het niet eens met het verzoek?

Staatssecretaris Ross-van Dorp:

Ik ben het er niet mee eens dat de compensatie onvoldoende is om de gevolgen van de maatregelen op te vangen. Naar mijn mening is die compensatie wel voldoende. Bovendien zal in incidentele gevallen gemeentelijk beleid van toepassing zijn. Als het gaat om de fiscale maatregelen betreft dat het generieke beeld. Er zullen zonder twijfel incidentele gevallen zijn van mensen die het moeilijk hebben. Ook dan zullen de compenserende maatregelen voldoende soelaas bieden. Dit heb ik in het debat ook aangegeven.

Mevrouw Kant (SP):

Het kabinet verhoogt vanaf vandaag de AWBZ-premie voor iedereen in Nederland met 0,3%. Het voorstel om de verhoging van de eigen bijdrage terug te draaien zou slechts een extra verhoging van 0,04% betekenen. Weegt die kleine extra verhoging voor de staatssecretaris zwaarder dan de gevolgen die de invoering van de verhoging van de eigen bijdrage voor heel veel mensen in Nederland heeft?

Staatssecretaris Ross-van Dorp:

Voorzitter. Het gaat niet alleen om het percentage, maar ook om de reden waarom wij de eigen bijdrage hebben verhoogd. Het betreft een noodzakelijke indexering. Wij vinden het nodig dat een inkomensafhankelijke bijdrage gevraagd wordt om de eigen verantwoordelijkheid van mensen ingevolge de zorgconsumptie nadrukkelijker onder de aandacht te brengen. Ik ben het niet met mevrouw Kant eens dat het verhogen van de premie met 0,04% een oplossing biedt voor de problematiek die wij met andere maatregelen proberen op te lossen. Daarover zijn de argumenten in het overleg gewisseld. Ik sta voor de maatregelen die wij hebben getroffen en ik zie geen enkele reden om daar nu op terug te komen of andere maatregelen aan te kondigen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties zal aan het eind van de vergadering worden gestemd.

Naar boven