Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 30 juni 2004 over het algemeen verbindend verklaren van cao's.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. Wij hebben gisteren een debat gehad over de vraag of het kabinet en het algemeen belang synoniemen zijn, dus of kabinetsbeleid per definitie het algemeen belang dient. Ik meen dat dat niet het geval is en de literatuur geeft mij gelijk. Het kabinet wil het algemeen verbindend verklaren van cao's toetsen aan de hand van de vraag of er sprake is van loonstijging, of het tweede ziektejaar wordt doorbetaald en of er afwijkende vut- en prepensioenafspraken worden gemaakt. Als dat inderdaad het geval is, wil het kabinet cao's niet verbindend verklaren. In de literatuur wordt integendeel het uitgangspunt gehanteerd dat het algemeen verbindend verklaren van cao's het algemeen belang dient. Verder mag de Wet op het algemeen verbindend verklaren van cao's niet gebruikt worden voor een loonpolitieke beslissing. Dan moet je de Wet op de loonvorming toepassen. Mijn fractie is erop tegen dat het kabinet cao's niet algemeen verbindend verklaart als er sprake is van loonstijging, doorbetaling in het tweede ziektejaar en van afwijkende vut- en prepensioenafspraken. Vandaar dat ik de volgende motie indien.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de algemeenverbindendverklaring van cao's op zichzelf in het algemeen belang is;

overwegende dat de totstandkoming van en de inhoud van arbeidsvoorwaarden in beginsel de verantwoordelijkheid is van werkgevers en werknemers en hun organisaties;

overwegende dat de Wet op het algemeen verbindend verklaren van cao's geen geschikt instrument is voor uitvoering van een (loon-) politieke beslissing en dat de Wet op de loonvorming daartoe dient;

verzoekt de regering, af te zien van het niet algemeen verbindend verklaren van cao's indien daarin contractloonstijgingen en/of bovenwettelijke aanvullingen in het tweede ziektejaar zijn opgenomen,

en gaat over tot de orde van dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid De Wit. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 98(29200 XV).

Minister De Geus:

Voorzitter. De motie sluit goed aan op het debat dat wij gisteren hebben gevoerd en markeert precies het verschil van inzicht dat gisteren is gebleken. Ik heb er weinig aan toe te voegen en ontraad aanneming van de motie.

De beraadslaging wordt gesloten.

Naar boven