Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 23 juni 2004 over stationsfietsenstallingen.

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter. Op 29 juni heeft de minister in een interview in het tijdschrift de Vogelvrije Fietser gezegd, dat zij vindt dat de Nederlandse Spoorwegen zich aan hun contract moeten houden. Dat vindt mijn fractie ook. Wij dienen dan ook de volgende motie in om de minister te helpen de NS aan het contract te houden.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat mensen een veilige plek moeten hebben om hun fiets bij het station te parkeren;

voorts van mening dat de Nederlandse Spoorwegen zich dienen te houden aan de gemaakte afspraken in het Overgangscontract II;

overwegende dat het streven uit het Overgangscontract II om alle door NS Stations BV beheerde, bewaakte/beveiligde fietsenstallingen toegankelijk te maken voor reizigers vanaf minstens een kwartier voor begin tot minstens een kwartier na einde van de dienstregeling, niet gehaald wordt;

voorts overwegende dat artikel 21, lid 3, van het Overgangscontract II stelt dat NSR verplicht is om de openingstijden van bewaakte fietsenstallingen niet te verslechteren ten opzichte van de situatie per 1 juli 2000;

constaterende dat NSR nu ruim onder die verplichte ondergrens zit;

verzoekt de regering, de NS aan haar verplichting te houden om de openingstijden van de bewaakte fietsenstallingen niet te verslechteren ten opzichte van de situatie per 1 juli 2000 en de NS te verplichten deze situatie per 1 januari 2005 weer op peil te hebben,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Gerkens, Dijksma en Duyvendak. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 141(29200 XII).

Minister Peijs:

Voorzitter. Ik vind het jammer dat wij dit debat hebben. Wellicht had ik het de vorige keer kunnen voorkomen, waarvoor mijn excuses.

In het overgangscontract voor fietsenstallingen staat dat ernaar wordt gestreefd dat de fietsenstallingen open zijn een kwartier voordat de eerste trein aankomt tot een kwartier nadat de laatste trein is aangekomen. Er staat ook in dat de openingstijden niet mogen verslechteren ten opzichte van 1 juli 2000. Mevrouw Gerkens heeft daar groot gelijk in. Kijken wij nu naar de toekomst. Ik vraag mevrouw Gerkens of zij toch niet akkoord kan gaan met de toekomstvisie van de NS. Het betekent dat in 2010 niet alleen voor de 300 reizigers die nu zijn gedupeerd, maar voor alle reizigers alle stationstallingen dag en nacht toegankelijk zijn. Wij besparen nu 3 mln tot 2010 door de verslechterde openingstijden. Dat geld kunnen wij besteden aan de automatisering van de fietsenstallingen. Ik geef dat mevrouw Gerkens in overweging. Het spijt mij dat het debat de vorige keer zo is verlopen. Ik vraag u om te gaan voor de toekomstvisie, zodat met de inzet van deze 3 mln straks in 2010 alle stallingen dag en nacht toegankelijk zijn. De NS zorgen voor de automatisering en Verkeer en Waterstaat zorgt ervoor dat de stallingen kwantitatief op orde zijn met de 60 mln die ik in de vorige begroting heb toegevoegd. Tegen die achtergrond ontraad ik de Kamer de motie aan te nemen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan het eind van de vergadering over de motie te stemmen.

Daartoe wordt besloten.