Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de waterhuishouding en de Wet milieubeheer ten behoeve van de implementatie van richtlijn nr. 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PbEG L 327) (Implementatiewet EG-kaderrichtlijn water) (28808),

- over:

- de motie-Van Lith/Van der Staaij over de opzet van een meetprogramma (28808, nr. 16).

(Zie wetgevingsoverleg van 24 juni 2004.)

Artikel I, aanhef, en de onderdelen A t/m F worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van der Staaij (stuk nr. 14, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement de overige op stuk nr. 14 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

Onderdeel G, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van der Staaij (stuk nr. 14, I), wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel H wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel I, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van der Staaij (stuk nr. 14, II), wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel J wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel K, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van der Staaij (stuk nr. 14, III), wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen L en M worden zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel II, aanhef, en onderdeel A worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Boelhouwer (stuk nr. 19, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Lazrak en D66 voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 19 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Onderdeel B wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen C t/m E worden zonder stemming aangenomen.

Artikel II wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen III en IV en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

De motie-Van Lith/Van der Staaij (28808, nr. 16) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het Vierde Nationaal Milieubeleidsplan en in de Vierde Nota Waterhuishouding wordt gesproken over streefbeelden en inspanningsverplichtingen;

constaterende dat het kabinet voornemens is dit bestaande beleid als basis te hanteren voor de implementatie van de Kaderrichtlijn Water;

constaterende dat het kabinet conform het Hoofdlijnenakkoord in beginsel geen nieuw beleid zal introduceren dat stringenter is dan Europese normen voorschrijven;

constaterende dat in 2006 een meetprogramma wordt opgezet dat in 2007 in werking moet zijn getreden;

overwegende dat er een gelijk speelveld in Europa gewenst is voor behoud van een sterke concurrentiepositie en innovatiekracht voor alle sectoren;

overwegende dat deze innovatiekracht nodig is om met best beschikbare technieken doelen, normen en maatregelen te realiseren;

roept de regering op:

• - een maximale inspanning te leveren om met andere landen te komen tot een uniforme meetmethode voor knelpunten per (internationaal) stroomgebied met betrekking tot locatie, diepte en tijd;

• - gegevens die voortvloeien uit het genoemde meetnet als basis te hanteren voor de vast te stellen doelen, normen en maatregelen in 2009;

• - een daadwerkelijk duurzame economisch verantwoorde invulling te geven aan de Kaderrichtlijn Water en een gelijk speelveld in Europa te bereiken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 20 (28808).

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Lith c.s. (28808, nr. 20).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van GroenLinks tegen deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fractie ervoor, zodat zij is aangenomen.