Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 30 juni 2004 over de tariefverhogingen Nederlandse Spoorwegen.

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter. Vanochtend werden wij verrast met een prijsverhoging bij de NS. De Kamer heeft daar gisteren nog over gesproken met de staatssecretaris. De staatssecretaris heeft toegezegd, de volgende keer de Kamer wel te zullen raadplegen bij een verrassende prijsverhoging. Deze verhoging laat hij echter doorgaan. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat een prijsverhoging van de NS ongewenst is voor treinreizigers;

voorts van mening dat ook de NS zich dient te houden aan gemaakte afspraken met het Rijk;

overwegende dat de tarieven van de NS per 1 juli 2004 in strijd met de originele bepalingen uit het Overgangscontract II verhoogd zullen worden;

constaterende dat de regering volop mogelijkheden heeft om deze prijsstijging te voorkomen;

verzoekt de regering om de prijsstijging van de NS per 1 juli 2004 tegen te houden en NS te binden aan de originele bepalingen omtrent de tarieven uit het Overgangscontract II,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Gerkens, Duyvendak en Dijksma. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 72(23645).

Staatssecretaris Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Voorzitter. Ik ontraad het aannemen van deze motie om een aantal redenen. Wij hebben over het proces gesproken. Het is aan de minister om dit besluit te nemen. Ik heb gezegd dat wij bij de concessie, waarbij wij over het totale prijsniveau voor de komende jaren zullen spreken, ook over de tweede verhoging met LOKOV zullen spreken. Dan is er dan ook een kans voor de Kamer om daarover mee te spreken.

Ik ben het inhoudelijk eens met de afspraak tussen de NS en de consumentenorganisaties dat er een prijsverhoging kan plaatsvinden als er sprake is van kwaliteitsverbetering. Die afspraak is duidelijk en die ondersteun ik omdat het noodzakelijk is voor de klant dat er wordt gewerkt aan kwaliteitsverbetering en dat een gebrek aan geld bij de NS niet leidt tot een verdere achteruitgang. Het is ook van belang voor de NS dat zij op basis hiervan kunnen blijven investeren in materieel en dienstverlening, in tegenstelling tot wanneer zij nog voor een heel jaar hun tariefsstijging zouden missen.

Als de Kamer mij zou opdragen om niet akkoord te gaan met deze prijsstijging, moet ik terug naar de NS om het overgangscontract 2 aan te passen. De rechter heeft zich er immers inmiddels wel al over uitgesproken en heeft aangegeven dat zo'n tariefswijziging mogelijk is. Als de NS dat weigeren, moet ik naar de rechter. Dat is kansloos, want de rechter heeft zich er vorig jaar al over uitgesproken. Als de NS wel akkoord zouden gaan, zouden zij de prijsstijging terug moeten draaien. Dat leidt tot een omzetverlies van ongeveer 16 mln. De NS zullen dan zeggen dat ik moet aangeven waar dat geld vandaan moet komen. De heer Duyvendak zei dat het wel uit de gebruiksvergoeding kan worden gehaald. Dat betekent dat er een jaarlijks gat ontstaat in de begroting van Verkeer en Waterstaat onder de nota Mobiliteit. Het gaat in de periode tot 2020 om ongeveer 275 mld. Ik had graag gehoord waarvoor dit in de plaats zou moeten komen.

De prijsstijging is conform de afspraken met de consumentenorganisaties LOKOV met de NS. Deze is ook in lijn met het standpunt dan het ministerie voorheen ook al had, namelijk dat het goed zou zijn voor de NS om in elk geval dat gebroken jaar te kunnen herstellen. Zij hoeven dan niet op materieel en andere zaken te bezuinigen zodat de kwaliteit va de dienstverlening ook niet verder achteruit gaat. Ik ontraad dus het aannemen van deze motie.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor om vandaag aan het eind van deze vergadering over deze motie te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven