Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, aan de stemmingslijst van heden toe te voegen, moties ingediend tijdens het notaoverleg Inburgering (27083, nrs. 46 t/m 57).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Voorts stel ik voor, aan het eind van de vergadering ook te stemmen over:

  • - het Voorstel van wet van de leden Karimi, Dubbelboer en Van der Ham tot wijziging van het voorstel van wet van de leden Karimi, Dubbelboer en Van der Ham betreffende het houden van een raadplegend referendum over het grondwettelijk verdrag voor de Europese Unie (Wet raadplegend referendum Europese Grondwet) in verband met het tijdstip van het referendum (29608).

Het woord is aan de heer Van der Staaij.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Ik ga ervan uit dat uw voorstel op een misverstand berust. Vanmorgen in de procedurevergadering van de commissie voor BZK is een inbrengtermijn afgesproken van ongeveer twee weken. Derhalve kan het wetsvoorstel nu niet als hamerstuk op de agenda komen.

De voorzitter:

De informatie die ik heb gekregen, was dat er een blanco verslag zou zijn. Dat laatste blijkt nu niet het geval te zijn. Aangezien er nog een schriftelijke behandeling volgt, is het wetsvoorstel uiteraard nog niet rijp voor afhandeling. Deze laatste informatie had mij nog niet bereikt. Excuses daarvoor. U heeft gelijk. Ik neem mijn voorstel dus terug.

Op verzoek van de vaste commissie voor Justitie stel ik voor, de wens te kennen te geven nadere inlichtingen te ontvangen over de voorgenomen instelling van het Studiecentrum Rechtspleging (SSR) als baten-lastendienst (29670).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de PvdA-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Financiën het lid Smeets tot lid in plaats van het lid Blom en het lid Blom tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Smeets.

Het woord is aan de heer De Nerée tot Babberich.

De heer De Nerée tot Babberich (CDA):

Voorzitter. Namens de CDA-fractie vraag ik via u om een korte heropening van de beraadslaging over de Raming van de Tweede Kamer voor 2005.

Mevrouw Kant (SP):

Ik wil graag de reden voor de heropening weten.

De heer De Nerée tot Babberich (CDA):

Wij willen graag wat nadere informatie van het Presidium over de Raad van economische adviseurs.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en de heropening te doen plaatsvinden om drie uur vanmiddag, waarna vanaf kwart over drie de verschillende VAO's behandeld zullen worden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Albayrak.

Mevrouw Albayrak (PvdA):

Voorzitter. Ik verzoek u om het verslag van het algemeen overleg over drugs, dat gisteren is gehouden, op de plenaire agenda te plaatsen.

Mevrouw Veenendaal (VVD):

Voorzitter. In het algemeen overleg waarop mevrouw Albayrak doelt, bleek geen ruimte meer voor een tweede termijn. Het lijkt mij dan ook niet gebruikelijk om er nu een VAO op aan te laten sluiten. Bovendien hebben de betrokken ministers toegezegd dat er in het reces geen onomkeerbare beslissingen zullen worden genomen.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter. Dat zou ook mijn lijn zijn. Wij hebben afgesproken dat allerlei vragen die gisteren niet beantwoord konden worden, schriftelijk beantwoord zullen worden. Er is in september een AO over het drugsbeleid voorzien. Wij gaan dus door. Het AO is niet afgerond.

Mevrouw Joldersma (CDA):

Ik ondersteun het verzoek van mevrouw Albayrak. Er komt een nieuw AO na het reces waarin een aantal elementen van de heroïneverstrekking terugkomen. De eerste termijn van de discussie gisteren is goed afgerond. Wij hebben afgesproken een VAO aan te vragen.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Voorzitter. Wij hebben gisteren een eerste termijn afgehandeld tijdens het AO. Wij hebben toen afgesproken dat een aantal vragen schriftelijk zal worden beantwoord. Zelf heb ik gisteren voorgesteld, niet op voorhand genoegen te nemen met een schriftelijke beantwoording, maar het debat over een aantal principiële punten, waaronder het heroïne-experiment, in tweede termijn in een vervolg-AO of nieuw AO na het reces af te handelen. Het ging onder meer om een aantal principiële vragen rond het drugsbeleid. De regering is gevraagd in die tussentijd geen verdere stappen te zetten. Mij lijkt het geen correcte gang van zaken als de Kamer nu al conclusies trekt, terwijl wij nog in gesprek zijn met de regering over al die punten. Ik zou dat wel wat curieus vinden.

Mevrouw Giskes (D66):

De fractie van D66 steunt het verzoek van mevrouw Albayrak.

Mevrouw Tonkens (GroenLinks):

De fractie van GroenLinks steunt dat verzoek ook. Een aantal punten is nog niet afgerond, maar daarmee gaan wij later verder. Het sluit niet uit dat wij over enkele onderdelen alvast een VAO kunnen houden.

De voorzitter:

Als het gaat om een voortzetting van een AO, een tweede termijn zoals mevrouw Veenendaal zei, dan zou het niet correct zijn nu een afsluitend VAO te houden. Als het gaat om een afgesloten AO met de afspraak om over het onderwerp wederom een AO te houden na de zomer, dan kan over het afgesloten AO een VAO worden gehouden. Ik moet wel weten welke afspraak precies is gemaakt.

Mevrouw Albayrak (PvdA):

Het klopt dat er geen tijd was voor een tweede termijn. De conclusie van de voorzitter van de vaste commissie voor VWS was wel degelijk dat het de Kamerleden vrij stond een plenaire afronding te vragen. Er is niet besloten tot een nieuw AO over de onderwerpen die gisteren op de agenda stonden. Het staat eenieder van ons natuurlijk vrij dat te vragen. De fractie van de Partij van de Arbeid is van mening dat ook in eerste termijn door de regering zodanig is geantwoord dat wij op dit moment onze conclusies kunnen trekken. Het is misschien voorbarig, maar ik vermoed dat de antwoorden in tweede termijn van de regering niet anders zullen zijn dan in eerste termijn. Wij kunnen op basis van de eerste termijn zonder meer onze conclusies op dit moment al trekken.

De voorzitter:

Uw helderziendheid deel ik functioneel en persoonlijk niet. Daar kan ik niet op ingaan. Ik zal mijn vraag iets anders stellen. Zal er van het AO dat tot nu toe is gehouden, een afzonderlijk verslag worden gemaakt? Heeft u dat afgesproken?

Mevrouw Albayrak (PvdA):

Ja.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Ik heb gisteren aan het eind van het algemeen overleg, toen de voorzitter van het overleg voorstelde om de overgebleven vragen schriftelijk te beantwoorden, gezegd dat mij dit niet afdoende leek, omdat wij met de regering het debat over een aantal punten willen voortzetten. Schriftelijke antwoorden kunnen behulpzaam zijn bij het vervolg van het debat, dus een tweede termijn. Of wij die nu plakken aan een ander algemeen overleg of niet, het onderwerp waarover wij gisteren gesproken hebben, zullen wij verder willen bediscussiëren, waaronder het heroïne-experiment. Ik heb ook gezegd dat het correct zou zijn als over de onderwerpen die nog verder besproken zullen worden, van de regering te vragen in de tussenliggende tijd geen verdergaande stappen te zetten. Dat was zeer tegen de zin van de regering. De minister heeft zich daarbij neergelegd met de woorden: u gaat over uw agenda; als u het debat wilt voortzetten, dan zal ik mij daarbij neerleggen. Hij vond het niet plezierig. De parlementaire zorgvuldigheid vereist dat wij nu niet ondertussen doen alsof het debat afgesloten is. Ik zou dat incorrect vinden tegenover de regering.

De voorzitter:

Ik constateer dat er een verslag komt van het algemeen overleg, zoals u dat tot nu toe hebt gevoerd. Als dat zo is, stel ik u voor, aan het verzoek van mevrouw Albayrak te voldoen en het VAO vanmiddag te houden. Zo zijn de regels. De V van VAO staat voor verslag. Als er een verslag komt, kan het verslag op de agenda geplaatst worden.

De heer Van der Vlies (SGP):

Daar is gisteren met geen woord over gesproken. Dat is het verschil van inzicht. Ik erken dat wij nalatig zijn geweest – laat ik althans de hand in eigen boezem steken – door gisteren aan het eind van het AO de zaak niet strakker te formuleren. Mijn perceptie is dat het AO wordt voortgezet na het zomerreces en dat wij ondertussen de schriftelijke antwoorden krijgen.

De voorzitter:

Als u al meningsverschil hebt over uw eigen afspraken, zet ik dit punt op één punt na aan het eind van de regeling. Ik wil graag dat de voorzitter van de commissie er dan is om namens de commissie te spreken, want zo komen wij niet verder.

Het woord is aan mevrouw Gerkens.

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter. Ik verzoek u om het verslag van het algemeen overleg over de prijsverhoging van de treinkaartjes van de NS op de plenaire agenda te plaatsen. Tevens verzoek ik u om het verslag van het gisteren gevoerde algemeen overleg over de breedbandnota op de plenaire agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor om aan de twee verzoeken van mevrouw Gerkens te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Vos.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter. Er vindt vandaag een voortzetting plaats van het algemeen overleg over de bouwfraude, met nog een gedeelte met minister Donner. Het overleg is nog niet afgerond, maar mijn fractie voorziet dat wij zeer graag een motie willen indienen. Ik verzoek u om daarmee rekening te houden op de plenaire agenda. Dat geldt overigens ook voor het algemeen overleg over "twee op één cel", maar op dat punt wacht ik het voorstel van de heer Straub af.

De voorzitter:

Ik stel voor om aan het verzoek inzake de bouwfraude te voldoen. Dat houdt in dat ik de Kamer vraag om mij te machtigen om zonder een verdere regeling van werkzaamheden na afloop van het AO het VAO op de agenda te zetten. In de praktijk zal dit betekenen dat het VAO op de agenda komt.

Mevrouw Giskes (D66):

Met dien verstande dat het AO nogal laat zal zijn. Daar waarschuw ik u wel voor.

De voorzitter:

Hoe laat is het AO afgelopen?

Mevrouw Giskes (D66):

Volgens mij om 18.30 uur.

De voorzitter:

O, dat is nog vroeg.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Straub.

De heer Straub (PvdA):

Voorzitter. Ik vraag u om het verslag van het algemeen overleg over de politie op de plenaire agenda te plaatsen. Daarnaast wil ik u erop wijzen dat er vanmiddag een AO plaatsvindt over "twee op één cel". Ik voorzie de mogelijkheid dat wij ook het verslag van dat AO heel graag op de plenaire agenda willen plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor om te voldoen aan het verzoek om het verslag van het AO over de politie op de plenaire agenda te zetten. Ik heb daarbij één vraag aan de heer Straub. Is het voldoende om dat VAO alleen met de minister van BZK te doen of zou hij daarbij ook de minister van Justitie aanwezig willen zien?

De heer Straub (PvdA):

Als ik goed heb geluisterd naar mijn collega Van Heemst, is het voldoende als de minister van BZK aanwezig is.

De voorzitter:

Akkoord, dan regelen wij het zo. Met betrekking tot uw tweede verzoek, over het VAO over de meerpersoonscellen, hanteer ik dezelfde formulering als zojuist bij het verzoek van mevrouw Vos: ik vraag de Kamer om mij te machtigen om zonder een nadere regeling van werkzaamheden te beslissen om dat VAO na afloop van het AO aan de agenda van vandaag toe te voegen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Örgü.

Mevrouw Örgü (VVD):

Voorzitter. Ik wil graag namens de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het verzoek doen om het verslag van het AO over het Schattingsbesluit WAO op de plenaire agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor om aan het verzoek van mevrouw Örgü te voldoen en om ook dit VAO toe te voegen aan de agenda van vandaag.

Daartoe wordt besloten.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. Ook ik heb een vooraankondiging. Er zijn vanmiddag twee AO's over de zorg: één over het zittend ziekenvervoer en één over de eigen bijdrage in de thuiszorg. Ik voorspel dat over beide AO's nog het verzoek komt om het verslag op de agenda te zetten.

De voorzitter:

Ik kan natuurlijk ook bij de griffiers informeren, maar kunt u een indicatie geven hoe laat die AO's zijn afgelopen?

Mevrouw Kant (SP):

Het ene AO is van 15.30 uur tot 16.30 uur en het andere van 16.30 uur tot 17.30 uur.

De voorzitter:

Ik stel voor om ook over deze twee verzoeken te concluderen dat de Kamer mij machtigt om na afloop van de AO's zonder regeling van werkzaamheden de VAO's op de agenda te zetten.

Daartoe wordt besloten.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. Ik vraag u het verslag van het algemeen overleg over het Voorzitteralgemeen verbindend verklaren van cao's en cao-fondsen van gisteren op de plenaire agenda van vandaag te plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen en het verslag toe te voegen aan de agenda van vandaag.

Aldus wordt besloten.

Mevrouw Dijksma (PvdA):

Voorzitter. Ik verzoek om het verslag van het algemeen overleg over de Zuiderzeelijn op de agenda te plaatsen. Mede namens mijn college Van Hijum verzoek ik tevens om het verslag van het algemeen overleg over de nota Mobiliteit op de agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan beide verzoeken te voldoen en om deze verslagen toe te voegen aan de agenda van vandaag.

Aldus wordt besloten.

De heer Wilders (VVD):

Voorzitter. Vier weken geleden hebben de Amerikanen aangegeven dat de in Nederland gevestigde Al Haramein-stichting op de zwarte lijst van terreurorganisaties moet komen te staan. Die stichting is verbonden met de Al Tawheed-moskee. Ik heb daar samen met collega Nawijn vragen over gesteld en gevraagd of die voor 8 juni beantwoord konden worden. Ik heb plenair verzocht om de antwoorden naar voren te halen. Ik heb een brief ontvangen dat de vragen binnen de gebruikelijke termijn zouden worden beantwoord. Die termijn is ruim verstreken. Vandaag staat in Het Parool dat de regering niet voornemens is hieraan iets te doen vanwege onenigheid over toepassing van de Sanctiewet. Ik vraag via u aan het kabinet om deze vragen ruim voor het einde van de vergadering van vandaag te beantwoorden.

De voorzitter:

De sprekers voor u hebben het kabinet enkele uren meer de tijd gegeven om aan dit verzoek te voldoen!

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik kom terug op het verzoek van mevrouw Albayrak. Ik geef het woord aan de heer Blok als voorzitter van de commissie-VWS.

De heer Blok (VVD):

Voorzitter. Gisteren is aangegeven dat het verslag op de plenaire agenda zou kunnen worden gezet. Over het punt van de heroïneverstrekking is een deel van de partijen van mening dat wij niet verder kunnen. Een ander deel vindt van wel. Bij de behandeling van het verslag moet maar volgen hoe de verhoudingen liggen. De bewindslieden zullen niet verbaasd zijn dat het punt op de agenda wordt gezet.

De voorzitter:

Ik stel voor, te voldoen aan het verzoek van mevrouw Albayrak en het verslag van het algemeen overleg op de agenda te plaatsen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Timmermans.

De heer Timmermans (PvdA):

Voorzitter. Ik heb een vraag aan u. Volgens het Nederlands Dagblad van vandaag heeft u een oproep gedaan aan collega Eurlings om een voorbeeld te stellen en zijn zetel in de Tweede Kamer aan te houden. U heeft daarbij gezegd dat niets een dubbelfunctie in de weg staat. Ik vraag u de Kamer te informeren namens wie u die oproep heeft gedaan. Ik vraag u ook hoe het kan dat u zegt dat niets dit in de weg staat, terwijl volgens mij verdragsrechtelijke verplichtingen van Nederland verhinderen dat er een dubbelmandaat uitgeoefend kan worden.

De voorzitter:

Ik wil het antwoord mondeling geven. Daarom heb ik de vragen van de heer Timmermans tot het laatste bewaard. Ik verzoek de heer Rijpstra om de vergadering voor te zitten, omdat het Reglement van orde stelt dat de voorzitter van de Kamer vanaf deze plaats niet aan een inhoudelijk debat kan meedoen.

Voorzitter: Rijpstra

De voorzitter:

In antwoord op vragen van het lid Timmermans is het woord aan het lid Weisglas.

De heer Weisglas (VVD):

Door te zeggen "het lid Weisglas" beantwoordt de fungerende voorzitter eigenlijk al de eerste vraag. Ik heb in een interview met de GPD-bladen, waaronder het Nederlands Dagblad, inderdaad gezegd dat het goed zou zijn indien leden van grotere fracties – het lijkt mij voor kleinere fracties in de praktijk niet te doen – die gekozen zijn in het Europees Parlement ook lid zijn van de Tweede Kamer, het zogenaamde dubbelmandaat. Ik heb die mening op persoonlijke titel gegeven, dus als het lid van de Tweede Kamer Weisglas, wetende dat ik niet geïnterviewd zou zijn als ik geen voorzitter was. Dat begrijp ik ook wel. Het antwoord is dus dat het mijn persoonlijke opvatting is.

Uiteraard ben ik ervan op de hoogte dat het volgens de Nederlandse Kieswet en andere betrokken regelingen wel mogelijk is om een dubbelmandaat te hebben. Sinds 19 juni 2004, de verkiezingen van het Europees Parlement, is het volgens de regelingen van het Europees Parlement echter niet meer mogelijk. Ik heb mijn mening dan ook meer als een politieke mening gezien, in die zin dat ik het persoonlijk zou toejuichen indien die regeling van het Europees Parlement weer veranderd zou worden. Ik realiseer mij dat het voor de heer Eurlings kort dag zou zijn. Ik merk echter op dat ik de heer Eurlings meer als een symbool zie van iemand die dat dubbelmandaat zou kunnen vervullen. Als het zou lukken om de regelingen voor het einde van het verstrijken van de formele termijn van de heer Eurlings te veranderen, dan zou ik het mooi vinden.

De heer Timmermans (PvdA):

Dit betekent dat de stelling van de heer Weisglas dat niets dit in de weg staat, gewoon niet klopt en die trekt hij bij dezen dus in.

De heer Weisglas (VVD):

Formeel hebt u gelijk dat de regeling van het Europees Parlement dit in de weg staat. Als ik als het lid Weisglas spreek, ben ik even actief politicus. Dan kun je, zoals bij politici wel meer het geval is, een politieke wens op een bepaalde manier formuleren. Formeel kan het niet, maar ik hoop dat die formaliteit uit de wereld wordt geroepen.

De heer Timmermans (PvdA):

Het gaat gewoon om een verdrag waar Nederland zijn handtekening onder heeft gezet. Het gaat niet om een speeltje van het Europees Parlement. Ook de voorzitter van de Tweede Kamer is gehouden de wet te kennen en verdragen te eerbiedigen.

De heer Weisglas (VVD):

Dat is absoluut waar. Wat ik nu ga zeggen, is een beetje op de grens. Toen ik het zei, dacht ik ook aan mevrouw D'Ancona, die bij vorige verkiezingen graag een dubbelmandaat wilde vervullen, wat haar partij verhinderde.

Voorzitter: Weisglas

De vergadering wordt van 13.28 uur tot 15.00 uur geschorst.

Voorzitter: Hamer

Naar boven