5 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, aanstaande dinsdag ook te stemmen over de moties ingediend bij het notaoverleg over patiëntveiligheid en het wetgevingsoverleg over het jaarverslag van het ministerie van Binnenlandse Zaken over het jaar 2012.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel mee dat de volgende aangehouden moties zijn vervallen: 31389-92; 31389-93; 31389-109; 31389-113; 31389-114; 31389-116; 31389-121; 26485-154; 29538-143; 23645-534; 31016-39; 19637-1639; 24587-493.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: de motie-Van Veldhoven (26956, nr. 152); de motie-Van Gerven (31532, nr. 103); de motie-Van Gerven (31532, nr. 104); de gewijzigde motie-Van Gerven (31389, nr. 127, was nr. 122).

Ook stel ik voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 33400-VIII-142; 31293-150; 31293-160; 30079-36; 30079-38; 31289-137; 31865-51; 2013Z11685; 33400-VIII-136; 2013Z11686; 33400-VIII-19; 33605-VIII-6; 33400-VIII-139; 33400-VIII-124; 32156-46; 2013Z08343; 29240-53; 29362-215; 31289-149; 33400-VIII-144; 33605-VIII-5; 21501-34-205; 2013Z09024; 31288-329; 31524-165; 2013Z08886; 31288-341; 33495-12; 31524-159; 33495-10; 33489-10; 33495-2; 33000-VIII-155; 31524-158; 31524-151; 29240-52; 33421-2; 29240-51; 29240-50; 31700-VIII-130; 31368-6; 33400-VIII-135; 2013Z09890; 33400-VIII-145; 31497-99; 33495-26; 33495-27; 33566-41; 33400-VIII-146; 31524-166; 31524-143; 31524-168; 31288-305.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de PvdA-fractie heb ik een aantal benoemingen in commissies gedaan:

  • - in de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking het lid Cegerek tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Cegerek tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Defensie het lid Cegerek tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Cegerek tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties het lid Cegerek tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Tanamal tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Groot.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • - het VAO Mogelijke sluiting havo/vwo-afdelingen onderbouw van vmbo-scholen, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 18 juni, met als eerste spreker de heer Rog (CDA).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Dik-Faber van de ChristenUnie.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik wil graag onbeantwoorde schriftelijke vragen rappelleren. Die vragen heb ik 23 mei jongstleden gesteld. De termijn van drie weken is inmiddels verstreken. Het waren schriftelijke vragen over de abonnementen op het scholierenvervoer.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van het debat doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Kooiman van de SP.

Mevrouw Kooiman (SP):

Voorzitter. Wij hebben twee weken geleden een debat gevoerd over de afbraakplannen van het gevangeniswezen van staatssecretaris Teeven. Er waren hevig verzet en protest vanuit het gevangeniswezen zelf. Toen kon de staatssecretaris niet anders dan de plannen naar de prullenbak verwijzen en met een nieuw plan komen. Dat nieuwe plan is er. Alsnog is het een enorme shock en een strop voor het personeel en de veiligheid van Nederland. Namens het CDA, de PVV, GroenLinks, D66 en de ChristenUnie zou ik graag een debat willen aanvragen met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat dus. Ik weet niet wie er als eerste was. Ik begin dus gewoon bij de heer Recourt.

De heer Recourt (PvdA):

Steun voor het debat, maar niet voor de kwalificaties die eraan gegeven worden. Wel steunen wij de kwalificatie dat dit een belangrijk onderwerp is en dat wij dat in de plenaire zaal willen bediscussiëren.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Mevrouw Kooiman heeft het verzoek mede namens D66 gedaan, maar ik doe een dringend beroep op u, voorzitter, om het debat nog voor het zomerreces te plannen, hoewel ik weet dat het allemaal krap is op de agenda. Er zijn toch wel heel veel mensen afhankelijk van de uitkomsten van een dergelijk debat.

De heer Van der Steur (VVD):

Wij hebben tijdens het vorige debat afgesproken dat wij alle ruimte zouden geven aan een nieuw debat als er een herijkt masterplan zou komen. Dat is er nu. Ik deel de kwalificaties die mevrouw Kooiman eraan verbindt, niet. Ik wil haar dan ook expliciet in de gelegenheid stellen om tijdens het debat te zeggen wat er juist goed is aan het herijkte masterplan. Die uitnodiging doe ik ook aan de andere partijen. Steun dus namens de VVD-fractie voor een debat.

Mevrouw Helder (PVV):

Mevrouw Kooiman heeft het debat mede namens de PVV aangevraagd. Ik steun de kwalificaties van harte. Ik wil een aanvullend verzoek doen, namelijk of er iets ruimere spreektijd mogelijk is. Ik stel acht minuten voor.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Wij hebben vanmorgen met enige verbazing gadegeslagen hoe de pyromaan, de staatssecretaris, de brand die hij zelf heeft aangestoken, nu denkt te hebben geblust. Daarover willen wij graag volgende week debatteren, als dat zou kunnen.

De heer Bisschop (SGP):

Steun voor een debat.

De heer Klein (50PLUS):

Mevrouw Kooiman deed het verzoek niet mede namens 50PLUS, maar dat had goed gekund. Steun voor het debat dus.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Steun voor het debat. Het is hard nodig om daar eens een hartig woordje met de staatssecretaris over te spreken.

De voorzitter:

Mevrouw Kooiman, u hebt ruime steun voor het houden van een debat. Er was al per telefoon gevraagd om te bekijken of hiervoor ruimte is in de agenda. Ik kan mevrouw Berndsen geruststellen. Die ruimte in de agenda is er volgende week. Ik ga het debat dus voor volgende week plannen. Het verzoek van mevrouw Helder is lastiger te realiseren. Normaal is de spreektijd in een debat vier minuten. De leden hebben over dit onderwerp kort geleden nog een hele dag en avond gedebatteerd. Ik herinner u hieraan, maar u hebt vast nog blaren op uw voeten staan van dat debat. Ik stel voor dat wij spreektijden van vijf minuten per fractie hanteren.

Mevrouw Kooiman (SP):

Dat is prima.

De voorzitter:

Wij gaan dat regelen.

Het woord is aan de heer Voordewind van de ChristenUnie.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Er zijn twee berichten verschenen, gisteren en vandaag, die niet allebei waar kunnen zijn. Gisteren verscheen het ANP-bericht dat minister Timmermans EU-sancties tegen Israël niet uitsluit. Het zou gaan over de eventuele bouwplannen van Israël in de zogenaamde E1-zone. Vandaag verscheen het bericht dat minister Timmermans een veto zou uitspreken over dergelijke sancties binnen de EU. Ik vraag een debat aan, voorafgegaan door een brief. In die brief zou ik de volgende antwoorden van de minister willen krijgen. Wat was de aanleiding om te spreken over eventuele EU-sancties tegen Israël? Zijn dergelijke EU-sancties momenteel in de maak? Klopt het bericht dat Nederland dergelijke sancties zal steunen, of klopt het bericht dat Nederland een veto over dergelijke sancties zal uitspreken? In het bericht van vandaag geeft de minister aan dat de bouwplannen de bilaterale relatie tussen Nederland en Israël negatief zouden kunnen beïnvloeden. Kan de minister concretiseren waaraan hij denkt bij het "verminderen" van de bilaterale relatie tussen Nederland en Israël?

De voorzitter:

De heer Voordewind wil graag een uitgebreide brief en daarna een debat over eventuele sancties tegen Israël.

De heer De Graaf (PVV):

Wij steunen het verzoek van harte.

De heer Sjoerdsma (D66):

Wij steunen het verzoek ook, maar als wij een uitgebreid debat voeren, zou ik daaraan graag toegevoegd zien de Midden-Oostenbrief van minister Timmermans en de kabinetsreactie op het AIV-advies, zodat wij niet alleen over deze reis praten, maar over het Israëlbeleid in den brede.

De heer Omtzigt (CDA):

Wij steunen het verzoek om een brief. Die kan wat mij betreft op korte termijn in de Kamer liggen. Dat lijkt mij heel zinnig, want ik kon ook geen chocola maken van die twee verschillende berichten kort na elkaar. Het is bijzonder dat er voor Israël wel tot sancties wordt opgeroepen, terwijl het heel veel moeite kost om iets te doen in Turkije. Daarvoor bestond toch grotere urgentie in mijn ogen, maar dat terzijde. Het debat zal dan na de zomer plaatsvinden. Ik zou nu eigenlijk alleen de brief willen ontvangen. Na de zomer kunnen wij dan kijken welke zaken wij kunnen agenderen. Ik ben bang dat wij anders vijf maanden later pas spreken over persberichten uit juni. Dat vind ik zonde. Dan zou ik liever een AO houden.

De voorzitter:

Ik begrijp u zo dat u brede steun uitspreekt voor de brief, maar dat u op dit moment geen steun geeft aan het houden van een debat.

De heer Bisschop (SGP):

De SGP-fractie doet de suggestie om dit punt te betrekken bij het overleg over de RAZEB – dit is gepland voor morgen, als ik goed ben geïnformeerd – zodat het gesprek over dit verwarrende bericht op korte termijn plaatsvindt.

De voorzitter:

Is het een idee om te vragen dat de brief er dan voor het RAZEB-overleg is?

De heer Bisschop (SGP):

Dat lijkt mij fantastisch.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

GroenLinks steunt het verzoek om een brief en een debat.

De heer Ten Broeke (VVD):

Ik dacht even dat dit zou gaan over hoe schandalig het is dat minister Timmermans in plaats van het vliegtuig de telefoon had gepakt, maar het gaat erom dat hij gewoon uitvoering geeft aan wat hij vorige week heeft gezegd. Een brief houden wij niet tegen. Morgenochtend voeren wij al een debat. Tenzij wij het vliegtuig van minister Timmermans vanavond nog omleiden hiernaartoe, denk ik dat dat het vroegste moment is om hierover een debat te voeren.

De heer Servaes (PvdA):

Ik sluit mij aan bij de suggestie van de heer Bisschop. Wij willen graag een brief voor het AO van morgen, zodat wij het onderwerp in eerste instantie daar kunnen bespreken. Op dit moment geven wij dus geen steun aan het verzoek om een debat.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Het AO is morgen om 10.00 uur. Ik zie dat er geen meerderheid is voor een debat. Het is jammer dat de coalitiepartijen daar niet in meegaan om duidelijkheid te krijgen, maar goed, dan krijg ik graag voor morgen 10.00 uur een brief van de minister in lijn met de vragen die ik gesteld heb, zodat wij dit onderwerp kunnen betrekken bij het RAZEB-overleg.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Ik zal het kabinet met klem verzoeken om die brief morgen voor 10.00 uur naar de Kamer te sturen.

Het woord is aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Ik wil twee vragen rappelleren die al meer dan zes weken wachten op een antwoord. De eerste vraag is 26 april jongstleden gesteld aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het betreft het bericht dat Achmea Health Center adverteert met tien kilo afvallen in tien weken.

De tweede vraag is 1 mei jongstleden gesteld aan de staatssecretaris van Financiën en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Die vraag gaat over het belastingtarief voor alternatieve genezers.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven