Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de moties ingediend bij het notaoverleg over het rapport Vertrouwen en zelfvertrouwen en over de aangehouden motie-Samsom (31239, nr. 56). Verder stel ik voor, te stemmen over de moties ingediend bij de wetgevingsoverleggen over het jaarverslag van het ministerie van Buitenlandse Zaken, het jaarverslag van het ministerie van VWS en het jaarverslag van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Ik stel voor om bij het debat van morgen over protectionisme en steunmaatregelen G-20 de spreektijden vast te stellen op vijf minuten per fractie.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de GroenLinks-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Justitie het lid Van Gent tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Halsema.

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Justitie het lid Koppejan tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Haersma Buma.

Het woord is aan mevrouw Gesthuizen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Ik verzoek u om het verslag van het algemeen overleg over nanotechnologie op de plenaire agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Wij zullen het VAO toevoegen aan de agenda van volgende week.

Het woord is aan mevrouw Koşer Kaya.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. Ik verzoek u om het verslag van het algemeen overleg over interlandelijke adoptie op de plenaire agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Wij zullen het VAO toevoegen aan de agenda van volgende week. Ik zeg er alvast bij dat dan het kerstregime zal gelden.

Het woord is aan de heer Ulenbelt.

De heer Ulenbelt (SP):

Voorzitter. Ik verzoek om een spoeddebat met de minister van Justitie en de minister-president over openbaarmaking van de onderzoeken van de Rijksrecherche naar de Catshuisbrand. De minister van Justitie is verantwoordelijk voor dat rapport, maar ik vraag in het bijzonder ook om de aanwezigheid van de minister-president, omdat de landsadvocaat nog een aantal stukken onder zich houdt waarmee de minister-president nog iets zou doen.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Alle steun voor dit verzoek.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Alle steun. Ik spreek mijn verbazing uit dat toen wij donderdag om informatie vroegen, het helemaal stil bleef. Ik vind dus dat de premier nu heel snel moet komen met zijn informatie.

De heer Teeven (VVD):

Voorzitter. Steun voor dit verzoek.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. De PVV-fractie steunt dit verzoek om een spoeddebat.

De heer Koppejan (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie steunt het verzoek om een spoeddebat.

Mevrouw Timmer (PvdA):

Voorzitter. Ook wij steunen het verzoek. Ik heb nog wel een aanvullend verzoek. Ik zou graag nog hedenmiddag, voor 18.00 uur, een brief ontvangen waarin beschreven is onder welke voorwaarden mensen gehoord zijn en hoe het zit met het eventueel geanonimiseerd bekendmaken van die gegevens.

De heer Anker (ChristenUnie):

Voorzitter. Steun voor dit spoeddebat.

De voorzitter:

We zullen het stenogram doorgeleiden en het debat plannen. Mijn voornemen is om dit meteen na de avondpauze te houden. Daarbij geldt een spreektijd van drie minuten per fractie.

Het woord is aan de heer Teeven.

De heer Teeven (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie heeft moeten constateren dat de staatssecretaris van Justitie mensen die een schadevergoeding moeten betalen aan criminelen maar dat niet doen, hun vervangende hechtenis laat uitzitten voor de televisie met een videootje erbij. Dat lijkt ons een buitengewoon ongezonde ontwikkeling. Om die reden zouden wij graag een spoeddebat voeren met de staatssecretaris van Justitie. Ik wil u verzoeken om daarvoor een ruime spreektijd te reserveren.

De voorzitter:

Ja, maar u kent de agenda. Ik heb gezien dat er op 1 juli een algemeen overleg is over, naar mijn weten, hetzelfde onderwerp.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. Ik steun het verzoek van de heer Teeven.

De heer Jager (CDA):

Voorzitter. U zegt al dat er op 1 juli een AO is. We hebben net in de procedurevergadering een procedure afgesproken, de feitelijke vragen zijn onderweg, we hebben een rondetafelgesprek en we hebben vervolgens de afronding van het masterplan. Daarbij kan dit meer dan voldoende aan de orde komen. In het andere geval had het misschien anders gelegen, maar nu lijkt het mij dat we voldoende tijd hebben om het te kunnen behandelen.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Voorzitter. Ik hoop dat ik met een mooie tussenoplossing mijn welgewaardeerde collega's kan overtuigen. Is het een optie om eerst de staatssecretaris om een brief te vragen en vervolgens op basis daarvan te bekijken of we het debat op 1 juli zouden kunnen houden? Dan hebben we goede spreektijden en dan doen we recht aan het onderwerp en aan het verzoek van de heer Teeven.

De voorzitter:

Maar steunt u het verzoek van de heer Teeven? Dat is de kern van een regeling van werkzaamheden. Dat staat er ook boven: de voorzitter verzoekt u, te reageren op het voorstel.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Voorzitter. Ik dacht: ik doe een alternatief voorstel.

De voorzitter:

Dat is dus niet de bedoeling.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Wij zijn niet voor een spoeddebat, maar wel voor een debat op 1 juli. Wij willen eerst graag een brief ontvangen, zodat we weten waar we het over hebben.

De voorzitter:

Dan is het mij helder.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Ik steun het voorstel niet. Zoals u aangeeft, komt er een algemeen overleg waarin wij dit aan de orde kunnen stellen. De fractie van de Partij van de Arbeid zegt eerst een brief te willen. Dat kun je altijd vragen, maar dan moet je ook aangeven waar die brief over moet gaan. Wat mij betreft zou daarin moeten staan wat er nu eigenlijk aan de hand is. Ik snap namelijk niets van de getallen over elektronische detentie. Hoeveel mensen zitten op die manier vast? Wat voor toezicht is er? Wat zijn de resultaten als het gaat om recidive? Als daar in de brief op kan worden ingegaan, dan kunnen wij dit onderwerp agenderen voor het algemeen overleg.

De heer Anker (ChristenUnie):

Voorzitter. Wij steunen het verzoek om een spoeddebat niet.

De voorzitter:

Mijnheer Teeven, u hebt steun voor een spoeddebat, maar ik geef u dringend in overweging om het te combineren.

De heer Teeven (VVD):

Ik wil het niet combineren. De VVD-fractie voelt zich lichtelijk bedonderd door de staatssecretaris als het gaat om de voorlichting over dit onderwerp. Dit heeft niets te maken met het algemeen overleg. Er is een nieuwe situatie ontstaan. Ik verzoek u om het spoeddebat echt deze week te plannen.

De voorzitter:

Ik ga het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Dan kan men zien of men uit eigen beweging nog een brief schrijft. Ik ga het spoeddebat plannen, maar ik kan nog niet zeggen wanneer het kan plaatsvinden.

Het woord is aan mevrouw Peters.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Voorzitter. Ik verzoek om een spoeddebat met de minister van OCW over mogelijke schendingen bij de publieke omroep van de Mediawet en de eigen gedragscode met betrekking tot de inkomsten.

De voorzitter:

Ik doe weer de oproep om dit onderwerp in een algemeen overleg te bespreken, als hier steun voor is.

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter. Ik voel niets voor een spoeddebat, temeer omdat wij vandaag stemmen over een aantal amendementen en moties, ingediend bij het debat dat deze Kamer nog geen twee weken geleden heeft gevoerd over ongeveer hetzelfde onderwerp.

De heer Bosma (PVV):

Voorzitter. Ik steun het verzoek wel.

De heer Ten Broeke (VVD):

Wij ook, voorzitter.

De voorzitter:

Dan gaan wij het spoeddebat plannen. Ik geef mevrouw Peters nogmaals dringend in overweging om het in de vorm van een algemeen overleg te doen.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Ik wil toch een spoeddebat in deze zaal, omdat het zo ontzettend belangrijk is en wij allemaal zo zijn geschrokken van de inkomsten die men bij de publieke omroep incasseert.

De voorzitter:

Ik maak bezwaar tegen het argument dat het zo belangrijk is. Wij houden zelfs debatten over onze troepen in Afghanistan in commissiezalen. Het heeft dus niets met het belang van een debat te maken of het in de plenaire zaal wordt gehouden. U hebt echter steun. Ik ga het debat plannen. Ik kan alleen niet zeggen wanneer.

Het woord is aan mevrouw Langkamp.

Mevrouw Langkamp (SP):

Voorzitter. Ik verzoek u om het verslag van het algemeen overleg over voor- en vroegschoolse educatie op de plenaire agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Ik zal het VAO toevoegen aan de agenda van volgende week.

Het woord is aan de heer Kalma.

De heer Kalma (PvdA):

Voorzitter. Mede namens de heer Schinkelshoek verzoek ik om uitstel met één week van de stemmingen over de moties die zijn ingediend bij het notaoverleg over de parlementaire zelfreflectie.

De voorzitter:

Wij zullen de stemmingen uitstellen.

Het woord is aan de heer Brinkman.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Ik wil graag een interpellatiedebat met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat het politiekorps Amsterdam-Amstelland van plan is om 3,2 mln., maar naar ik begrijp in ieder geval 2,9 mln., uit te geven aan een project waarbij tien hoogopgeleide allochtonen worden aangenomen. Die opdracht wordt verleend aan het bedrijf Workforce. Dat is een ICT-bedrijf dat helemaal geen ervaring hiermee heeft.

De voorzitter:

Dit gaat mij allemaal te diep. U verzoekt om een interpellatiedebat. Wie van de leden wil daarover het woord?

Mevrouw Griffith (VVD):

Voorzitter. Ook mijn fractie is geschrokken van de bedragen, maar ik zou eerst een brief van de minister willen waarin zij opheldering geeft, alvorens wij besluiten of wij nader willen discussiëren.

De heer Çörüz (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie sluit zich aan bij mevrouw Griffith.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Een brief is heel verstandig, voorzitter.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Voorzitter. Ik ga akkoord met een brief.

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. Ik sluit mij aan bij iedereen.

De voorzitter:

Dat zou ik nooit doen als ik u was.

De heer Van Raak (SP):

Behalve mijnheer Brinkman!

De voorzitter:

Kijk! Mijnheer Brinkman?

De heer Brinkman (PVV):

Ik ben in ieder geval blij met een brief. Ik zou die graag donderdag voor 12.00 uur ontvangen. Ik zou ook graag willen dat daarin ingegaan wordt op de verhouding tussen de hoofdcommissaris en het bedrijf en de insinuaties dat hij in 1985 al eens samengewerkt heeft met een aantal mensen binnen dat bedrijf bij een soortgelijk ICT-bedrijf. Ik zou dat ook graag aanhangig willen hebben. Dan kunnen we donderdag om 12.00 uur beslissen wat we er verder mee gaan doen.

De voorzitter:

We zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is opnieuw aan de heer Brinkman.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Ik heb nog een verzoek, namelijk om een debat over het niet opstappen van de heer Borghouts, de commissaris van de Koningin van Noord-Holland. De heer Borghouts is door de Kroon benoemd maar heeft wel stemrecht in het college – zeer belangrijk – en ik vind het ongepast dat 78 mln. overheidsgeld en belastinggeld weg is en dat de heer Borghouts als hoofdverantwoordelijke hiervan niet de consequenties aanvaardt.

De voorzitter:

U stelt een debat voor?

De heer Brinkman (PVV):

Ja.

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. De provinciale democratie is een provinciale democratie. Ik heb me ook geërgerd; ik heb ook veel vragen. We hebben voor het zomerreces nog een algemeen overleg hierover. Daar zal ik dit zeker aan de orde stellen. Volgens mij moet iedereen dat doen.

De heer Anker (ChristenUnie):

Voorzitter. Ook mijn handen jeukten om mijn lokale fractie in Noord-Holland op te bellen, maar dáár gaan ze erover en wij hier niet. Ik steun het verzoek om een debat dus niet.

De heer Heijnen (PvdA):

Voorzitter. De heer Van Raak heeft heel verstandige woorden gesproken en daar sluit ik mij graag bij aan.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Voorzitter. Het is natuurlijk schandalig dat een GroenLinks-bestuurder op deze manier op het pluche blijft zitten, maar ik ben het wel eens met de voorgaande sprekers. We nemen het mee in het AO: provincie is provincie.

De heer Van Beek (VVD):

Voorzitter. Het is primair de verantwoordelijkheid van de staten van Noord-Holland om zich een oordeel te vormen over het vertrouwen dat zij al dan niet hebben in hun commissaris. Het is geen zaak van de Tweede Kamer.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Wij sluiten ons aan bij de opmerkingen van de heer Van Raak en wij willen graag overal over spreken in het algemeen overleg.

Mevrouw Spies (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie sluit zich aan bij de woorden van de heren Van Beek en Heijnen.

De voorzitter:

Dat was duidelijk, mijnheer Brinkman.

De heer Brinkman (PVV):

Reden te meer om over de rol van de provincies na te denken.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Halsema.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Vanochtend bracht het Centraal Planbureau de nieuwe economische cijfers naar buiten en die zijn dramatisch. De werkloosheid loopt op tot 9,5% volgend jaar en het begrotingstekort loopt op tot 6,7% van het bruto binnenlands product. Ik zou willen vragen om een brief met het oog op een te houden debat volgende week, waarin de regering ingaat op deze nieuwe economische cijfers en aangeeft of ze bereid is tot aanpassing van het crisispakket. Ik denk hierbij aan het overwegen van extra werkgelegenheidsmaatregelen en het eindelijk uitvoeren van de benodigde hervormingen onder andere met het oog op de houdbaarheid van de overheidsfinancieringen.

De heer Tang (PvdA):

Voorzitter. Een brief lijkt me uitstekend, maar we hebben al een debat gepland staan. Dat is het debat over de Voorjaarsnota over twee weken.

De heer Cramer (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik heb geen behoefte aan een debat over de cijfers. Ik denk dat de Voorjaarsnota voldoende handvatten biedt.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Voorzitter. Ik heb wel degelijk behoefte aan een debat. Ik denk dat het inderdaad tijd wordt dat er eens gekeken wordt naar het plan van aanpak op het gebied van de crisismaatregelen. Die maatregelen zijn niet voldoende; dat blijkt. Daarom steun ik een debat.

De heer De Nerée tot Babberich (CDA):

Voorzitter. Het debat over de Voorjaarsnota biedt voldoende aanknopingspunten om daar heel diep op in te gaan.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Voorzitter. Ook wij willen graag een brief. Het debat over de Voorjaarsnota is dichtbij genoeg om dit aan de orde te stellen.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Ik zie dat ik onvoldoende steun heb voor een debat op dit moment. Ik heb wel voldoende steun voor een brief. Ik verzoek u om een en ander door te geleiden. Ik hoop dat die brief er uiterlijk dinsdagochtend kan zijn. Op dat moment kunnen wij besluiten of er separaat een debat moet worden gehouden. Ik wijs erop dat de Voorjaarsnota vooral gaat over de lopende begroting van dit kabinet. Ik vind de cijfers zo dramatisch dat het mij op zijn plaats lijkt om daar apart een debat aan te wijden.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Tijdens het VAO Europees asielbeleid van vorige week hebben de heer Heemelaar, die vandaag nog wel mijn collega is, en ik een motie ingediend. Ik zou willen vragen om de stemming over de motie-Van Velzen/Heemelaar (22112, nr. 872) aan te houden. De reden daarvoor is dat de staatssecretaris tijdens het debat heeft gezegd dat haar helemaal geen schendingen van mensenrechten in het asielbeleid in Griekenland bekend zijn. Inmiddels heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens Griekenland veroordeeld. Ik wil vragen of de staatssecretaris daarop wil ingaan, en vooral op de consequenties voor haar beleid van overdracht van asielzoekers van Nederland terug naar Griekenland. Ik vraag om pas over de motie te stemmen als die brief binnen is.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voor de duidelijkheid wil ik vragen of wij die brief morgen kunnen krijgen. Dan kunnen wij proberen om donderdag al over de motie te stemmen. Het gaat alleen om de motie van mij en de heer Heemelaar.

De voorzitter:

Wij zullen de stemming over de motie-Van Velzen/Heemelaar (22112, nr. 872) uitstellen. De stemming over de andere bij dat VAO ingediende motie gaat wel door.

Het woord is aan de heer Ten Broeke.

De heer Ten Broeke (VVD):

Voorzitter. Ik verzoek om de stemmingen over de amendementen en moties in verband met de Wijziging van de Mediawet 2008 en de Tabakswet ter implementatie van de richtlijn Audiovisuele mediadiensten (31876) uit te stellen. De VVD-fractie heeft een behoorlijke hoeveelheid nieuwe informatie gekregen, waarvan zij eerst de relevantie voor die stemmingen wil bekijken. Op basis daarvan verzoek ik u om de stemmingen op dit punt nog even aan te houden.

De voorzitter:

Wij hadden vorige week een vergelijkbaar verzoek. Dat heeft toen tot een enorme discussie geleid. Het is gebruikelijk dat wij verzoeken om uitstel van stemmingen honoreren. Ik zie dat er ook geen discussie hierover is. Wij zullen de stemmingen over wetsvoorstel 31876 dus van de agenda afvoeren.

Het woord is aan mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik verzoek u, het verslag van het algemeen overleg over de health check van vorige week op de plenaire agenda te zetten.

De voorzitter:

Wij zullen dit VAO toevoegen aan de agenda van volgende week.

Het woord is aan mevrouw Ferrier.

Mevrouw Ferrier (CDA):

Voorzitter. Ik wil vragen om de stemmingen over de moties ingediend bij het wetgevingsoverleg over het jaarverslag van het ministerie van Buitenlandse Zaken uit te stellen. De motie-Van Bommel (31924, nr. 6) is gewijzigd. Mijn fractie wil daar graag een oordeel van de regering over hebben en geïnformeerd worden over de wijze waarop de regering deze motie denkt uit te voeren.

De voorzitter:

Heeft niemand er bezwaar tegen om de stemmingen over de moties-Van Bommel (31924, nrs. 5 en 6) uit te stellen?

De heer Van Bommel (SP):

Die motie is door mij ingediend, samen met mevrouw Gill'ard van de PvdA. De motie is slechts marginaal gewijzigd. Het politiek-inhoudelijke oordeel kwam gewoon aan de Kamer toe, zoals de minister voor Ontwikkelingssamenwerking heeft gemeld. Wat dat betreft, is het oordeel van de regering dus niet meer relevant.

Mevrouw Ferrier (CDA):

Voor mijn fractie is dat oordeel wel relevant. Hier wordt de regering gevraagd om te oordelen over reizen die Kamerleden maken, geheel conform het register en de regelingen die wij hier hebben. Ik wil weten hoe de regering dat gaat doen.

Mevrouw Gill'ard (PvdA):

Zoals de heer Van Bommel zegt, is de inhoud van de motie niet gewijzigd. Wat ons betreft, brengen wij haar dus gewoon in stemming.

De voorzitter:

Ik zie dat enkele leden hierop willen reageren, maar wij gaan hier niet een heel debat over voeren. Ik bekijk of wij een meerderheid hebben om hierover te stemmen.

De heer Pechtold (D66):

Gezien de ernst van de problematiek, lijkt mij dat zo snel mogelijk stemmen hierover wel ter zake is.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Wij willen vandaag hierover stemmen.

De heer Boekestijn (VVD):

Ik vind het heerlijk om vandaag hierover te stemmen.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Wij willen graag vandaag stemmen.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Vandaag.

De voorzitter:

Zo gaan de zaken hier. De Kamerleden kennen de gebruiken hier. Wij gaan vandaag dus gewoon over de moties stemmen.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ik kom hier nog even op terug, want het is toch gebruikelijk dat een verzoek om uitstel van stemmingen wordt gehonoreerd. Het vorige verzoek om uitstel werd ook gehonoreerd. Er zit verder niets anders achter dan deze vraag.

De voorzitter:

Ja, dat heb ik net nog gezegd, maar uiteindelijk bepaalt een Kamermeerderheid hoe het loopt. Dat heb ik ook gezegd.

Naar boven