6 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde, de volgende aangehouden moties zijn vervallen: 32043-47; 29689-355; 30597-211; 32154-18; 33011-16; 31293-115; 31293-118; 29398-290; 29398-293; 29398-294; 33000-47; 21501-32-519; 29538-122; 31920-9; 27859-49; 27859-51; 27859-54; 26643-194; 26643-195; 26643-200; 26643-201; 23645-487; 23645-489; 27625-240; 27625-241; 33000-IV-27; 24095-295; 28760-28; 19637-1464; 19637-1465; 19637-1466; 19637-1468; 29270-57; 33000-VI-26; 33000-VI-35; 33000-XIII-17; 33000-XIII-31; 33000-XIII-33; 33000-XIII-34; 33000-XIII-40; 33000-XIII-47 en 33000-IV-13.

Ik stel voor, de onderstaande stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 22112-1316; 21501-08-401; 22112-1347; 2011Z24082; 32670-23; 30825-149; 32670-27; 30654-99; 32670-25; 30825-112; 32670-31; 30825-142; 32670-30; 30654-100; 32670-29; 30825-109; 32670-24; 30654-97; 33000-IXA-6; 33000-IXA-5; 33000-VIII-165; 2012Z01244; 28676-139; 2012Z01123; 33000-XIII-159; 29683-116; 29683-114; 30825-152; 33000-VIII-160; 29544-342; 17050-358; 17050-400; 17050-407; 17050-415; 18106-205; 18106-206; 18106-207; 18106-208; 18106-209; 18106-210; 19637-1458; 19637-1479; 19637-1481; 19637-1482; 19637-1484; 2008Z01113; 2008Z01114; 2008Z01117; 2008Z01229; 2008Z02201; 2008Z06363; 2008Z07278; 2009Z04695; 2009Z05510; 2009Z05763; 2009Z05800; 2009Z09945; 2009Z16927; 2009Z19404; 2009Z20955; 2009Z23913; 2009Z24668; 2010Z00357; 2010Z04014; 2010Z04254; 2010Z04668; 2010Z05136; 2010Z06152; 2010Z07447; 2010Z13596; 2010Z14077; 2010Z14250; 2010Z14566; 2010Z14597; 2011Z02312; 2011Z08117; 2011Z09647; 2011Z14740; 2011Z14798; 2011Z16047; 2011Z16284; 2011Z16803; 2011Z16825; 2010Z13601; 2011Z20785; 2011Z20807; 2011Z20815; 2011Z21068; 2011Z21647; 2011Z22325; 2011Z22425; 2011Z22503; 2011Z22869; 2011Z23121; 2011Z23125; 2011Z23445; 2011Z23488; 2011Z23725; 2011Z23786; 2011Z23841; 2011Z24005; 2011Z24223; 2011Z24271; 2011Z24317; 2011Z24361; 2011Z24362; 2011Z24789; 2011Z25864; 2011Z25906; 2011Z26170; 2011Z26758; 2011Z27183; 2011Z27479; 2012Z00315; 21501-31-171; 21501-31-176; 21501-31-221; 21501-31-256; 21501-31-257; 21501-31-259; 21501-31-261; 22112-1255; 22112-1260; 24170-110; 24515-185; 24515-186; 24515-187; 24515-188; 24515-189; 24515-190; 24515-191; 24515-192; 24515-193; 24515-194; 24515-195; 24515-198; 24515-204; 24515-213; 24515-214; 25883-133; 25883-148; 25883-150; 25883-157; 25883-173; 25883-174; 25883-175; 26447-44; 26448-371; 26448-376; 26448-384; 26448-395; 26448-397; 26448-398; 26448-400; 26448-407; 26448-415; 26448-437; 26448-438; 26448-439; 26448-440; 26448-441; 26448-442; 26448-443; 26448-461; 26448-469; 26642-113; 28294-39; 28294-41; 28719-59; 28719-73; 28719-74; 28719-77; 29389-13; 29389-27 en 29389-29

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van een van de volgende weken:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de medische keuringen in verband met het opnemen van de mogelijkheid tot onderbrenging van de klachtenbehandeling bij aanstellingskeuringen bij de Sociaal-Economische Raad en enige andere wijzigingen (33050).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • - het VAO Tijdelijke regeling uitkering voor voormalig WWik-gerechtigden, met als eerste spreker het lid Jasper van Dijk.

  • - het VAO Voortgangsbericht aanpak kinderpornografie, met als eerste spreker het lid Dibi.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Slob.

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter. Daar staan we weer. Gisteren heb ik namens de volledige oppositie en namens de VVD en de PVV opheldering aan het kabinet gevraagd over berichtgeving in De Telegraaf over het feit dat er onder verantwoordelijkheid van het kabinet een inventarisatie was gemaakt van 15 mld. aan bezuinigingen. We hebben de brief gekregen, maar ik constateer dat het een nietszeggend en formeel briefje van het kabinet is geworden – ik heb hem hier in mijn hand – waarin wij in een paar regeltjes richting de zomer worden gestuurd. We leven in een tijd van grote financieel-economische problemen, we zien de werkloosheid oplopen, er worden voorbereidingen getroffen voor miljarden aan aanvullende bezuinigingen, en de minister-president zegt eigenlijk tegen de Kamer: gaat u maar rustig slapen. Hij duikt weg voor overleg en voor samenwerking met het parlement, juist nu dat vanwege de ernst van de situatie zo nodig is. Ik vind ook dat hij daarmee breekt met zijn belofte die hij heeft gedaan bij het debat over de regeringsverklaring, dat hij met een open, constructieve houding het parlement steeds zou opzoeken voor samenwerking. Om die reden vraag ik een debat aan met de minister-president om over deze brief te spreken en met hem afspraken te maken over de manier waarop we de komende maanden procesmatig en inhoudelijk gaan toewerken naar heel zware besluiten die genomen moeten worden.

De heer Cohen (PvdA):

Voorzitter. Steun voor dit verzoek. Het is niet de eerste keer dat dit verzoek gedaan wordt. Ik mag oprecht hopen dat we erin slagen om op korte termijn hierover een debat te voeren.

De heer Pechtold (D66):

We kregen anderhalf jaar geleden als oppositie de uitgestoken hand gereikt. Ik heb na anderhalf jaar een lamme arm, want ik zit maar te wachten. Mijn taak als volksvertegenwoordiger is om de regering te controleren en dat kan ik alleen wanneer de regering ook informatie geeft. Terwijl wij nu praten, staat de belangrijkste Eurocommissaris ons in dit gebouw te vertellen hoe het met de Europese landen en hun financiën gaat. Deze regering geeft ons niet de mogelijkheid om daarin mee te denken.

De heer Van Raak (SP):

Ik heb het idee dat elders, buiten dit gebouw, heel belangrijke beslissingen worden genomen over onze toekomst door een minderheidskabinet. Het lijkt mij niet meer dan logisch dat wij daar een debat over gaan voeren. Dus van harte steun. Ik kan mij niet voorstellen dat er in deze Kamer partijen zijn die dat níét willen.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Voorzitter. De SGP-fractie gaat dat debat zeker niet blokkeren. Wij zouden in ieder geval een debat aanvragen als dit kabinet geen voorbereidende maatregelen zou treffen. Ik vermoed dat het debat niet veel gaat opleveren gezien de brief. Ik kan mij dat op zich ook wel voorstellen, omdat voor mij het tijdpad wel duidelijk is. Op 20 maart komt het Centraal Planbureau met cijfers, waarna de discussie over de bezuinigingen plaatsvindt. Gezien de vele partijen echter die dit debat steunen, gaan wij het zeker niet blokkeren.

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

De woorden van de heer Pechtold waren deels uit mijn hart gegrepen. De regering moet regeren en besluiten nemen. Die besluiten worden voorbereid. Soms gebeurt dat op basis van notities. Nu en dan worden die notities overgenomen en wordt het een besluit. Dan komt het terecht in een brief aan de Kamer. Vervolgens is inderdaad de Kamer aan zet, want dan wordt de regering gecontroleerd op de besluiten die zij neemt. Dat gebeurt zowel door de oppositie als door de coalitie. Op dat moment moeten we het debat voeren. Ik denk dus dat dit verzoek veel te vroeg komt.

Mevrouw Agema (PVV):

Wij steunen het verzoek voor een debat niet. Wij wachten eerst de cijfers van het CPB af. Verder zal elke fractie haar eigen inventarisaties moeten maken.

De heer Van Hijum (CDA):

De CDA-fractie sluit zich daarbij aan. Ook zij vindt dat het voorbarig is om op dit moment een debat te houden.

De heer Slob (ChristenUnie):

Er is sprake van een misverstand. Natuurlijk is duidelijk wanneer het CPB met cijfers komt, maar we weten allemaal dat we ons moeten voorbereiden op een groot, ingrijpend debat. Mogelijkerwijs zullen er bezuinigingen worden doorgevoerd van vele miljarden. Daar moeten we elkaar wel in meenemen. Daarom is die informatie-uitwisseling ontzettend belangrijk. Ik heb gerefereerd aan uitspraken die de minister-president zelf heeft gedaan in het debat over de regeringsverklaring. Toen heeft hij gewezen op de bijzondere constructie van een minderheidskabinet met gedoogsteun van de PVV voor een aantal voor de regering belangrijke onderwerpen. De minister-president heeft echter aangegeven dat er een open, constructieve houding zal worden aangenomen ten aanzien van de Kamer. Hij heeft gezegd dat hij met de Kamer gaat samenwerken en gebruikte de woorden: we gaan het samen doen. Juist nu, in deze economisch zware situatie, mogen we toch verwachten dat we weten hoe we een en ander de komende maanden gaan invullen. Daarover wil ik met hem spreken.

De voorzitter:

Ik begrijp uw intentie. Ik constateer dat er geen meerderheid is voor uw verzoek. Tevens constateer ik dat we voor dit soort verzoeken, dat gesteund wordt door een grote minderheid, een aparte regeling hebben, namelijk die dat dat debat met dertig leden kan worden gevoerd.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter, mag ik een oproep doen? De heer Slob hoeft zich niet te verdedigen, maar drie jaar geleden stond ik hier met collega Rutte, een ander kabinet, in een veel minder economisch precaire situatie en verzocht ik om informatie. Die kregen we. Nu vraag ik aan de collega's, die 76 zetels vertegenwoordigen, waarom zij de voorhoede van een kabinet moeten zijn. Waarom heeft de premier u nodig om zich hier te verdedigen? Laat hem dat zelf doen! Als hij niets te melden heeft, merken we dat wel binnen een uurtje. Misschien zou hij uit onze bijdragen juist ideeën kunnen putten. Waarom blokkeert een minderheidscoalitie met één stem meerderheid een debat met de premier over datgene wat heel Nederland bezighoudt?

De heer Slob (ChristenUnie):

Ik deel deze verontwaardiging, maar mag ik nog één voorstel doen? De drie partijen die nu zeggen dat zij geen behoefte hebben aan het voeren van dat debat, hoeven helemaal niet daaraan deel te nemen. Misschien hebben ze andere plekken en momenten om met het kabinet te spreken, maar laat ons dan de ruimte om hier een volwaardig debat met de minister-president te voeren. Daar vraag ik om. Ik vraag ze niet om er zelf bij te zijn. Dat is aan hen. Als ze thuis willen blijven, is dat prima. Geef ons echter de ruimte.

De heer Cohen (PvdA):

Ook ik vind het buitengewoon teleurstellend, gegeven de argumenten die aan bod zijn, dat de meerderheid, die 76 zetels vertegenwoordigt, zegt: het spijt me, maar ik doe er niet aan mee. Misschien is het goed om dit verslag door te geleiden naar de regering. Ik kan me namelijk voorstellen dat de premier zich nog heel goed herinnert dat hij over die uitgestoken hand heeft gepraat en dat hij misschien op basis daarvan, mochten we dat debat niet krijgen, een uitvoeriger verhaal vertelt dan dat wat in zijn brief staat.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Misschien is het goed om op te merken dat drie jaar geleden hetzelfde debat heeft plaatsgevonden, namelijk toen het kabinet ook niet wilde leveren. Die informatie is pas geleverd op het moment dat de rapporten van de commissie-Gerritse gereed waren. Als dat verslag van nu vergeleken wordt met dat van toen, is te zien dat het debat waarom wordt verzocht exact hetzelfde is, terwijl er andere partijen in het kabinet zaten.

De voorzitter:

Ik kom tot besluitvorming. De heer Slob heeft een verzoek ingediend dat gesteund wordt door meer dan dertig leden. Er kan dus een dertigledendebat plaatsvinden. En ik kom tegemoet aan het verzoek van de heer Cohen door dit deel van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter, zou u daar nog één ding aan willen toevoegen vanwege het feit dat dit deel van het stenogram wordt doorgeleid naar het kabinet? De minister-president kan ook zichzelf laten uitnodigen voor een debat. Zou u aan hem willen doorgeven dat wij volledig bereid zijn om hem te ontvangen en met hem in gesprek te gaan? Misschien kunnen wij dan een volwaardig debat voeren.

De voorzitter:

Dat maakt onderdeel uit van dat deel van het stenogram dat doorgeleid wordt naar het kabinet. Het debat wordt gehouden met spreektijden van drie minuten.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. De heer Slob heeft net een debat aangevraagd over bezuinigingen, maar het is ook belangrijk om het te hebben over de noodzakelijke investeringen. Onderdeel daarvan zijn investeringen in onderzoek en innovatie. Er is net een rapport uitgekomen van het Rathenau Instituut, dat heeft becijferd dat de daling van de investeringen nog groter is dan berekend bij eenzelfde inventarisatie in 2011. De inventarisatie destijds was gebaseerd op cijfers van de ministeries waarin de gevolgen van het regeerakkoord nog niet volledig waren verwerkt. Met andere woorden, er wordt straks minder geïnvesteerd dan het kabinet in eerste instantie had aangenomen. Naast bezuinigingen moeten wij het ook over die investeringen hebben. Ik wil daarom een debat daarover met in ieder geval de staatssecretaris van Onderwijs, want die is toch de leidinggevende wat betreft innovatie- en wetenschapsmiddelen. Ik wil graag een debat met de hele Kamer – ik vraag niet om een spoeddebat, want dit is iets wat ons allen aangaat, oppositie en coalitie – om te zien of dat verstandig is en of wij in dit klimaat niet juist meer moeten investeren in wetenschap en onderzoek.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Het belang van kennis en innovatie is enorm, dus steun voor dit debat. Het lijkt mij ook goed als voorafgaand aan dat debat de regering met een brief reageert op dat rapport van Rathenau.

Mevrouw Jadnanansing (PvdA):

Voorzitter. Ook steun voor dit debat. Ik vraag of de minister van EL&I, de heer Verhagen, daarbij aanwezig kan zijn, omdat het met name gaat over innovatie en het snijden in programma's die daarmee te maken hebben.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Ik sluit mij graag aan bij het verzoek dat de minister van EL&I aanschuift bij dat debat. Wij hebben het te vaak alleen over de stabiliteit in Europa, terwijl wij het nu juist moeten hebben over de groei. Daar hoort investeren in kennis zeker bij.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Steun voor het debat en voor een brief daaraan voorafgaand.

Mevrouw Lucas (VVD):

Voorzitter. Steun voor een brief, geen steun voor het debat. Wij hebben op 28 maart een AO valorisatie, waarbij dit prima kan worden betrokken.

De heer De Rouwe (CDA):

Voorzitter. Steun voor de brief. Ook wat mij betreft, is het onderdeel van het debat in het AO Valorisatie. Dan kunnen wij er ook op korte termijn over spreken.

De heer Beertema (PVV):

Voorzitter. Een brief is prima, maar een debat is echt prematuur.

De voorzitter:

Ik constateer dat er geen meerderheid is voor een volledig debat, wel grote steun voor het vragen van een brief en voldoende steun voor een dertigledendebat.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. U zult op het lijstje van de dertigledendebatten zien dat mijn naam er niet bij staat, omdat ik er helemaal niet van houd, zeker niet als het over dit soort grote onderwerpen gaat. Ik wilde juist een breed debat houden met goede spreektijden, zodat wij er goed op kunnen ingaan. Maar het feit dat ook hier de coalitie zegt er niet over te willen spreken in een plenair debat, noodzaakt mij tot een dertigledendebat.

De voorzitter:

Dan zal ik u op de lijst opnemen met spreektijden van drie minuten. Ik zal dit deel van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet om in ieder geval de brief spoedig te mogen ontvangen.

Het woord is aan mevrouw Hazekamp.

Mevrouw Hazekamp (PvdD):

Voorzitter. Er liggen nog vier sets Kamervragen van de Partij voor de Dieren aan de staatssecretaris van EL&I die nog niet beantwoord zijn. Het betreft twee vragensets over 28 in beslag genomen pony's in Elkenrade. De beantwoording hiervan was al uitgesteld tot eind januari, maar ook die termijn is inmiddels verstreken. Daarnaast liggen er vragen over het inzetten van orka Morgan in een fokprogramma en in shows en vragen over het op slot blijven van ecoducten voor groot wild op de Veluwe. Die vragen zijn nog steeds niet beantwoord. Deze vier sets Kamervragen wil ik hierbij graag rappelleren.

De voorzitter:

Wij zullen dit rappel doorgeven aan het kabinet en dit deel van het stenogram doorgeleiden met het verzoek zo spoedig mogelijk te antwoorden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Voorzitter: Arib

Naar boven