24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting

29 362 Modernisering van de overheid

Nr. 191 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 september 2010

Met deze brief bied ik u de quickscan Voedselbanken en de evaluatie Bereken uw Recht aan.1

Het gebruik van de bestaande inkomensondersteunende regelingen is belangrijk om leven in financiële armoede te voorkomen en om mensen (weer) te laten participeren. Ook is het gebruik van inkomensondersteunende regelingen een belangrijk middel om schulden te voorkomen.

Het Rijk en gemeenten proberen op verschillende manieren om het niet-gebruik van (gemeentelijke) regelingen terug te dringen. U bent op 19 december 2009 geïnformeerd over de wijze waarop Rijk en gemeenten dat de afgelopen periode gedaan hebben (Kamerstuknummer 24 515, nr. 170).

Twee werkwijzen zijn nu geëvalueerd: 1) de samenwerking tussen gemeenten en lokale voedselbanken en 2) de website Bereken uw Recht.

Deze evaluaties zijn eerder aangekondigd. De quickscan voedselbanken is aangekondigd bij de verzending van de nulmeting (Kamerstuknummer 24 515, nr. 141). De evaluatie van Bereken uw Recht is aangekondigd in de Eindrapportage Dienstverlening Regeldruk en Informatiebeleid van BZK (Kamerstuknummer 29 362, nr. 166).

Samenwerking tussen gemeenten en lokale voedselbanken

In het Bestuursakkoord is afgesproken dat de samenwerking tussen gemeenten en lokale voedselbanken verbeterd moet worden met het doel bezoekers van voedselbanken gebruik te laten maken van gemeentelijke voorzieningen. Om inzicht te krijgen in het aantal gemeenten dat samenwerkt met voedselbanken en hoe afspraken er uit zien heeft SZW in 2008 een eerste quickscan (0-meting) laten uitvoeren naar samenwerkingsafspraken. Om de ontwikkelingen te monitoren is dit jaar een nieuwe quickscan; «een 1-meting» uitgevoerd. Voor de 1-meting zijn de hoofden van de sociale diensten van alle gemeenten in Nederland benaderd om een vragenlijst in te vullen. In totaal is namens 217 gemeenten de vragenlijst ingevuld. De respons is hiermee 50%. Daarnaast zijn ook de besturen van 25 voedselbanken gevraagd naar hun ervaringen.

De belangrijkste conclusies uit deze 1-meting worden hieronder weergegeven.

Van de respondenten geeft 66% aan dat er een voedselbank in de gemeente aanwezig is. In 2008 was dit 48%. Ten opzichte van 2008 is het percentage respondenten dat aangeeft overleg en/of afspraken te hebben met de voedselbank gestegen van 47% naar 58%. Deze afspraken gaan in bijna drie kwart van de gevallen over doorverwijzing van de voedselbank naar de gemeente. In 2008 was dit nog 56%. Maar ook in 61% van de gevallen over de doorverwijzing van de gemeenten naar de voedselbank. In 2008 was dit percentage nog 45%.

Uit het onderzoek blijkt dat het dan gaat om bijvoorbeeld mensen die door het afbetalen van schulden een (te) laag besteedbaar inkomen hebben, of mensen met een minimuminkomen die moeten wachten op toekenning van een aangevraagde regeling. Op de vraag hoe de respondent de samenwerking tussen de voedselbank en gemeente zou omschrijven antwoordt 87% van de gemeenten met goed. 10% van de gemeenten vindt de samenwerking zelfs zeer goed. In 2008 was dit nog 77% en 8%.

Uit de resultaten van de meting blijkt dat 58% van de respondenten die een voedselbank hebben, samenwerkt met de voedselbank en dat een zeer groot aantal van de ondervraagde gemeenten tevreden is met de huidige samenwerking. Ik vind het een goede ontwikkeling dat steeds meer voedselbanken hun klanten doorverwijzen naar de gemeenten, zodat mensen ook daadwerkelijk duurzaam uit de armoede geholpen kunnen worden.

De 1-meting geeft geen aanleiding om extra maatregelen te nemen om de samenwerking tussen voedselbanken en gemeenten op dit moment verder te stimuleren. Er zijn veel verbeteringen ten opzichte van de 0-meting en gemeenten en voedselbanken zijn op de goede weg. De doelstelling uit het Bestuurlijk Akkoord om mensen gebruik te laten maken van voorzieningen blijft onverkort van belang. Verbeteringen zijn nog mogelijk en noodzakelijk om meer mensen duurzaam op weg te helpen.

Evaluatie en verkenning Bereken uw Recht

Bereken Uw Recht is een initiatief van Stimulansz en Nibud. Deze website is ontwikkeld met ondersteuning van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en is sinds 2007 operationeel. Via de website kunnen burgers nauwkeurig berekenen of zij recht hebben op landelijke inkomensondersteunende regelingen zoals zorgtoeslag en huurtoeslag. Als een gemeente zich aansluit bij Bereken Uw Recht kunnen de inwoners van die gemeente via Bereken Uw Recht ook het recht op gemeentelijke vergoedingen berekenen zoals bijzondere bijstand, kwijtschelding van gemeentelijke heffingen en langdurigheidstoeslag. Ook intermediaire organisaties die zich bezig houden met armoedebestrijding kunnen hiervan gebruik maken. Op dit moment zijn 144 gemeenten aangesloten op Bereken Uw Recht (stand op 6 september 2010). 44% van de Nederlanders woont in een gemeente die is aangesloten bij Bereken Uw Recht en kan dus naast de landelijke regelingen, ook uitrekenen wat zijn lokale rechten zijn.

Het onderzoek is gezamenlijk uitgevoerd met de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, omdat Bereken Uw Recht mogelijk ook bijdraagt aan een toegankelijke dienstverlening aan burgers en aan het verminderen van administratieve lasten. In de evaluatie is onderzocht in hoeverre Bereken Uw Recht bijdraagt aan het terugdringen van niet-gebruik van inkomensafhankelijke regelingen. Daarnaast is onderzocht of Bereken Uw Recht bijdraagt aan het merkbaar verminderen van administratieve lasten voor burgers en hoe een bijdrage aan administratieve lastenvermindering mogelijkerwijs in de toekomst geoptimaliseerd kan worden.

Uitkomst van de evaluatie is dat Bereken Uw Recht nog onvoldoende gebruikt wordt door de doelgroep en gemeenten. Hierdoor draagt Bereken Uw Recht niet voldoende bij aan het terugdringen van niet-gebruik van regelingen en het verminderen van administratieve lasten. De meerderheid van gemeenten heeft wel het idee dat het bijdraagt, maar er zijn geen gegevens bekend over bijvoorbeeld de toename van het aantal aanvragen en de link van die aanvragen met het instrument.

In het rapport wordt beschreven hoe dat komt en in vier scenario’s wordt geschetst hoe het instrument verbeterd zou kunnen worden.

Stimulansz en Nibud hebben aangegeven dat zij met een aantal aanbevelingen uit het rapport aan de slag gaan om de effectiviteit van het instrument te verbeteren.

Ook zullen zij het actief werven van gemeenten om deel te nemen aan Bereken uw Recht voortzetten.

U wordt in het eerste kwartaal van 2011 geïnformeerd over de uitkomsten van het onderzoek naar niet-gebruik. Belangrijke kennisvraag van dat onderzoek is welke mensen die wél recht hebben, geen gebruikmaken van een voorziening. Daarnaast zal er aandacht zijn voor de redenen dat mensen geen gebruik maken van een voorziening en de wijze waarop niet-gebruik verdeeld is over maatschappelijke groepen. In het onderzoek wordt gekeken naar zowel gemeentelijke regelingen als landelijke regelingen.

In de verzamelbrief informeer ik gemeenten over beide evaluaties.

Ik zal de gemeenten oproepen het terugdringen van niet-gebruik van inkomensregelingen voort te zetten.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven