nr. 371
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 juni 2008
In de brief van 17 juni 2008 (SZW-08-B-050) vraagt u mij in aanvulling
op mijn brief van 17 juni 2008 (Kamerstuk 26 448, nr. 369) nader
in te gaan op de invoering en stopzetting van deDefinitieve
voorziening Wia. Ik voldoe hier graag aan. Ik wijs u er echter op
dat het nader onderzoek door UWV naar de oorzaken van de problemen die tot
deze stopzetting hebben geleid, nog niet afgerond is. Na ontvangst van de
uitkomsten van dit onderzoek en dat van de inspectie, zal ik u in de loop
van september informeren over de gang van zaken rond de Definitieve voorziening Wia en de maatregelen die ik heb getroffen.
Hierbij betrek ik de door de Raad van Bestuur UWV genomen beslissingen, het
onderzoeksrapport van de Taskforce WIA, het onafhankelijk oordeel van Het
Expertise Centrum en de uitkomsten van het onderzoek van de inspectie. Ik
kan hierop nu niet vooruitlopen.
Hieronder ga ik nader op uw vragen in.
Redenen voor ontwikkelen van de Definitieve voorziening
Wia
UWV had hier de volgende redenen voor.
• Volledige uitvoering van de wet was feitelijk niet mogelijk binnen
het op dat moment reeds technologisch verouderde WAO-systeem.
• Doorvoeren van de ambities van het programma Vernieuwing was op
basis daarvan niet mogelijk, wat zou betekenen dat zonder nieuwbouw de verlaging
van de uitvoeringskosten in het gedrang zou komen.
• Het was gewenst gebruik te gaan maken van generieke softwareproducten
omdat zonder die producten geen herbruikbare componenten ontstaan.
• Sturings- en verantwoordingsinformatie zou zonder nieuwbouw zeer
beperkt blijven, ondersteuning van de keten van werk en inkomen zou gehinderd
worden, en daarmee de re-integratie.
Redenen voor stopzetten van de Definitieve voorziening
Wia
UWV blijkt onvoldoende in staat te zijn geweest om een grootschalig ICT-programma
als dit te sturen en te beheersen. Hierdoor heeft het programma vertraging
opgelopen en zijn vergeleken met de productie te hoge kosten gemaakt. Doorgaan
is volgens UWV geen optie. Als er dan alsnog een functionerend systeem zou
komen, zou dit veel te complex en te duur zijn. Extern adviseur Het Expertise
Centrum (HEC) onderschrijft de beslissing tot stopzetting. Ik heb de inspectie
om een oordeel gevraagd. Volgens IWI is het stoppen van het programma een
onvermijdelijke keuze.
Welke kosten zijn gemaakt voor de ontwikkeling van de
Definitieve voorziening Wia?
UWV geeft aan dat de Definitieve voorziening Wia € 87 miljoen
heeft gekost. De cijfers worden verder onderzocht. Ook wordt onderzocht in
hoeverre de voor de Definitieve voorziening Wia
ontwikkelde producten in de toekomst bruikbaar zijn.
Welke gevolgen zijn gegeven aan de waarschuwingen uit
het rapport «Invoering WIA» van de inspectie en welke maatregelen
zijn getroffen?
In het rapport «Invoering WIA»
oordeelt de inspectie onder andere het volgende.
• De hoge ambities van UWV zijn extra onder druk gezet door ontwikkelingen
inzake de polisadministratie en besluiten rond de Vernieuwing.
• Als het nieuwe systeem niet bruikbaar blijkt voor de uitvoering
van verschillende wetten is er sprake van een zeer duur systeem.
• Er is sprake van een groot afbreukrisico.
UWV heeft de eerste helft van dit jaar de Definitieve
voorziening Wia onderzocht. Hiertoe is onder directe verantwoordelijkheid
van de Raad van Bestuur onder andere een Taskforce opgericht, en een onafhankelijk
bureau ingeschakeld. Uit de beslissing van UWV tot stopzetting blijkt dat
de waarschuwingen van IWI terecht waren. Op mijn verzoek doet de inspectie
onderzoek. Uiteraard volg ook ik nauwlettend de ontwikkelingen.
Of, en in welke mate, zijn er gevolgen te verwachten voor
de tijdigheid en de rechtmatigheid van de te verstrekken uitkeringen?
De Wia wordt sinds de invoering op 29 december 2005 met behulp van
een voorlopige voorziening naar behoren uitgevoerd. De uitvoering van sommige
onderdelen van de wet vindt voorlopig handmatig plaats. Uiteraard is het op
termijn niet wenselijk handmatig uit te blijven voeren, vanwege de hogere
uitvoeringskosten, de lagere snelheid, en de grotere foutgevoeligheid. Het
onderzoek dat nu uitgevoerd wordt zal ook moeten uitwijzen op welke wijze
alsnog een structurele oplossing kan worden gevonden.
Uit de rapportages van UWV blijkt dat UWV voldoet aan de gestelde normen
inzake tijdigheid en dat het rechtmatigheidspercentage voor de WIA voor 2007
95,8% is. De inspectie is in het rapport «Invoering WIA» positief over het verwerken van aanvragen en
het verstrekken van uitkeringen Wia door UWV. Hoewel de Definitieve voorziening Wia nog ontbreekt, zorgt UWV er volgens de
inspectie wel voor dat de uitvoering geen gevaar loopt.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. P. H. Donner