Tweede Kamer der Staten-Generaal

36 560 X Jaarverslag en Slotwet Ministerie van Defensie (X) 2023

Nr. 1 JAARVERSLAG VAN HET MINISTERIE VAN DEFENSIE

Ontvangen 15 mei 2024

Vergaderjaar 2023–2024

GEREALISEERDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Figuur 1 Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 15.122,2

Figuur 2 Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 222,9

A. ALGEMEEN

1 1. Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening

AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik, mede namens de staatssecretaris van Defensie, het departementale jaarverslag van het Ministerie van Defensie (X) over het jaar 2023 aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Defensie decharge te verlenen over het in het jaar 2023 gevoerde financiële beheer.

Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 7.14 van de Comptabiliteitswet 2016 een rapport op. Dit rapport wordt op grond van artikel 7.15 van de Comptabiliteitswet 2016 door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer over:

  • a. het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer, materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk;

  • b. de centrale administratie van de schatkist van het Rijk van het Ministerie van Financiën;

  • c. de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • d. de totstandkoming van de niet-financiele verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • e. de financiële verantwoordingsinformatie in het Financieel jaarverslag van het Rijk.

Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:

  • a. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2023;

  • b. het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;

  • c. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;

  • d. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2023 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten over 2023, alsmede over de saldibalans over 2023 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 7.14, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016.

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

Minster van Defensie,K.H.Ollongren

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

2. Leeswijzer

Algemeen

Voor u ligt het jaarverslag 2023 van het ministerie van Defensie, begrotingshoofdstuk X van de Rijksbegroting. In het jaarverslag worden de gerealiseerde beleidsdoelen, gebruikte instrumenten en ingezette middelen verantwoord ten opzichte van de begroting. Waar relevant wordt verwezen naar Kamerstukken of andere beschikbare verantwoordingsinformatie. De Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) en de Comptabiliteitswet (CW) vormen het regelgevend kader voor het jaarverslag.

Vanwege tussentijdse afrondingen op duizenden, miljoenen of miljarden euro’s kan het voorkomen dat de som der delen afwijkt van het totaal in de tabellen.

Opbouw van het jaarverslag

Het jaarverslag bestaat, conform RBV, uit de volgende onderdelen:

  • A. Algemeen;

  • B. Beleidsverslag;

  • C. Jaarrekening;

  • D. Bijlagen.

A. Algemeen

Dit gedeelte bestaat uit de aanbieding van het jaarverslag met een verzoek tot dechargeverlening en deze leeswijzer (hoofdstukken 1 en 2).

B. Beleidsverslag

De kern van het jaarverslag wordt gevormd door het beleidsverslag (hoofdstuk 3): welke resultaten zijn bereikt in 2023? Hierin wordt teruggekeken op de beleidsagenda uit de begroting 2023, waarin de belangrijkste beleidsdoelen voor 2023 staan. De beleidsagenda en dus ook het beleidsverslag zijn opgesteld langs de lijnen van de Defensienota 2022.

Beleids- en niet beleidsartikelen

Daarna wordt in de beleidsartikelen (hoofdstuk 4) en de niet-beleidsartikelen (hoofdstuk 5) per artikel op hoofdlijnen gerapporteerd over de bereikte resultaten in 2023. De beleidsartikelen in het jaarverslag hebben volgens de RBV standaard de volgende indeling:

  • A.Algemene doelstelling;

  • B.Rol en verantwoordelijkheid;

  • C.Beleidsconclusies;

  • D.Tabel Budgettaire gevolgen van beleid;

  • E.Toelichting op de instrumenten.

Tabel budgettaire gevolgen van beleid

Zowel de beleidsartikelen als de niet-beleidsartikelen bevatten een tabel ‘Budgettaire gevolgen van beleid’ met een toelichting op de verschillen tussen de begrote en gerealiseerde bedragen.

Niet alle verschillen in verplichtingen, uitgaven en ontvangsten worden toegelicht. Voor het opnemen van een toelichting zijn op het niveau van financiële instrumenten onderstaande normen gehanteerd:

  • Het grensbedrag van € 5 miljoen voor de artikelen 1, 4, 5, 7 en 9.

  • Het grensbedrag van € 10 miljoen voor de artikelen 2, 3, 8 en 10.

Bedrijfsvoeringsparagraaf

Hoofdstuk 6 is de bedrijfsvoeringsparagraaf met relevante aandachtspunten in de bedrijfsvoering van het ministerie van Defensie. De bedrijfsvoeringsparagraaf heeft het karakter van een uitzonderingsrapportage. Er wordt onder andere ingegaan op de door de Algemene Rekenkamer geconstateerde onvolkomenheden bij het vorige jaarverslag (2022) en de maatregelen die zijn getroffen om deze onvolkomenheden in het verantwoordingsjaar (2023) en de jaren daarna weg te werken. Ook wordt gerapporteerd over de rechtmatigheid van de verantwoorde bedragen, rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen en belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering.

C. Jaarrekening

De hoofdstukken 7 tot en met 11 vormen de jaarrekening. Hoofdstuk 7 geeft de verantwoordingsstaten weer. De hoofdstukken 8 en 9 zijn gericht op de verantwoording van het agentschap Paresto. Hoofdstuk 10 is de saldibalans met toelichtingen en hoofdstuk 11 de verantwoording betreffende de Wet Normering Topinkomens (WNT).

D. Bijlagen

Tot slot zijn negen bijlagen opgenomen:

  • Bijlage 1: Toezichtsrelaties zelfstandige bestuursorganen (ZBO’s) en rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT’s)

  • Bijlage 2: Moties en Toezeggingen

  • Bijlage 3: Afgerond evaluatie- en overig onderzoek

  • Bijlage 4: Inhuur externen

  • Bijlage 5: Focusonderwerp FJR 2023

  • Bijlage 6: Rijksuitgaven Caribisch Nederland

  • Bijlage 7: Rapportage burgerbrieven

  • Bijlage 8: Veiligheid

  • Bijlage 9: Lijst van afkortingen

Grondslagen voor de vastlegging en de waardering 

De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften 2024 en de Regeling agentschappen. Voor de departementale begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast en voor de baten-lasten agentschappen het baten-lastenstelsel.

Groeiparagraaf

Ten opzichte van het jaarverslag Defensie 2022 zijn een aantal verbeteringen doorgevoerd.

  • De bijlage integriteitsmeldingen is vanaf dit jaar geen onderdeel meer van het Jaarverslag Ministerie van Defensie. Integriteitsmedlingen worden verantwoord in het het seperate Jaarverslag Integriteit Defensie.

  • De bijlage focusonderwerp FJR 2023 is eenmalig opgenomen. In overleg met de IRF-sectie Defensie is gekozen om in de tabel de onderuitputting op grote posten weer te geven. Dit wijkt af van het format van de RBV maar draagt bij aan een beter inzicht over de onderuitputting bij Defensie.

B. BELEIDSVERSLAG

3. Beleidsprioriteiten

3.1 Beleidsverslag

Inleiding

De veiligheidssituatie in 2023 is verder verslechterd. De oorlog in Oekraïne duurt voort, er zijn staatsgrepen in de Sahel, conflicten in Nagorno-Karabach en tussen Kosovo en Servië. Sinds het najaar is daar het conflict tussen Israël en Gaza bijgekomen en de aanvallen van de Houthi’s op de scheepvaart in de Rode Zee.

Voor Nederland en Europa ligt er de taak om in deze situatie beter in staat te zijn de eigen belangen te beschermen. Die noodzaak is het afgelopen jaar verder toegenomen. Niet alleen onze welvaart, maar ook de waarden en idealen die kenmerkend zijn voor onze vrede en veiligheid. Daarom is ook in 2023 Oekraïne gesteund, door Oekraïense militairen te trainen en materieel te leveren. Daarnaast wordt financiële steun geleverd zowel voor militaire als humanitaire doeleinden. Dit alles doet Defensie in samenwerking met de NAVO en de EU en afgestemd op de behoeftes van Oekraïne.

Defensie is in 2023 voor verschillende doelen ingezet en werkt tegelijkertijd met de extra middelen van dit kabinet aan versterking van de krijgsmacht om klaar te zijn voor het gevecht van vandaag en morgen. In Europa zijn onze vrouwen en mannen actief in onder andere EUFOR ALTHEA in Bosnië, voor eFP in Litouwen en voor operatie Interflex worden in Groot-Brittannië Oekraïense militairen getraind. Voor de NAVO zijn militairen aanwezig in Irak en tegelijkertijd ondersteunt Defensie civiele autoriteiten, bijvoorbeeld voor de opvang van asielzoekers en inzet van blushelikopters. Naast de inzet voor onze grondwettelijke taken werkt Defensie door aan de benodigde transformatie van de organisatie. De organisatie raakt steeds meer op stoom. De uitgaven stegen met ruim €2 miljard en de verplichtingen met bijna €5 miljard.

Een belangrijke opgave is het verbeteren van de operationele gereedheid en inzetbaarheid. Onze mensen zijn de ruggengraat van de organisatie. Defensie heeft in 2023 meer dan 8.000 nieuwe mensen aangenomen, waaronder de eerste lichting dienjaarmilitairen die aankomend jaar een functie binnen de krijgsmacht vervullen. Mede hierdoor zijn er nu bijna 70.000 mensen werkzaam voor Defensie, maar de opgave is groter. Daarom zijn meerdere maatregelen in gang gezet en is er een nieuw arbeidsvoorwaardenakkoord gesloten, zodat Defensie een aantrekkelijke werkgever blijft.

Op het gebied van materieel heeft Defensie zich ook in 2023 versterkt. Bewapening wordt verbeterd en uitgebreid, zodat onder andere F-35’s en fregatten doelen op meer afstand en met meer precisie kunnen bereiken. Met het updaten van bestaande wapensystemen zoals de CV90 en de Apache-gevechtshelikopter wordt de gevechtskracht vergroot. Voor deze nieuwe capaciteiten en middelen zorgen we voor vastgoed en IT-systemen die aansluiten bij deze nieuwe behoeftes.

Het beschermen van onze belangen en de nationale veiligheid kan alleen als we samenwerken. In 2023 is ingezet op verdere versterking met partners. Zowel internationaal met de EU, NAVO en bilaterale partners, als nationaal met de industrie en andere overheden. De vraag naar inzet en betrokkenheid van Defensie neemt toe, zoals ook blijkt uit de permanente taak voor de bescherming van de Noordzee die in 2023 werd toegevoegd. De hele samenleving moet zich voorbereiden op een nieuw tijdperk waarin we het onverwachte moeten verwachten. Voor nationale samenwerking is van belang dat het veiligheidsbewustzijn onder de samenleving wordt vergroot en we samen deze maatschappelijke discussie voeren. Er is een mentaliteitsverandering nodig om als samenleving als geheel klaar te zijn voor onverwachte gebeurtenissen.

Financiële ontwikkelingen

Het kabinet Rutte IV heeft geïnvesteerd in het verhogen van de defensie-uitgaven. Gelet op de verhoging van budgetten van alle bondgenoten en de zeer krappe defensiematerieelmarkten en arbeidsmarkt ontstaat er spanning op de realisatie van verplichtingen en de daaraan verbonden uitgaven. Deze krapte heeft ertoe geleid dat enkele investeringen in 2023 vertraagd zijn.

Defensie heeft in 2023 een deel van de defensie-uitgaven verschoven naar latere jaren. De extra middelen die het kabinet aan Defensie beschikbaar heeft gesteld, worden dus verspreid over de komende jaren uitgegeven. Ondanks externe marktkrapte lukt het Defensie om in budgettaire omvang in korte tijd snel te groeien. Dit toont niet alleen de ambitie van Defensie, maar ook het aanpassings- en groeivermogen van de organisatie.

In 2023 gaf Nederland 1,50% bbp uit aan Defensie. In onderstaande figuur is de ontwikkeling van de omvang van de Nederlandse defensie-uitgaven weergegeven (blauwe lijn). In deze figuur is ook het gemiddelde van de Europese bondgenoten opgenomen (paarse lijn). Het Nederlandse NAVO-percentage is gebaseerd op de Nederlandse berekeningswijze; hierin wordt bijvoorbeeld gerekend met bbp-gegevens van het Centraal Planbureau. De NAVO-percentages zijn gebaseerd op NAVO-cijfers. De NAVO rapporteert voor Nederland over 2023 een percentage van 1,63% (NATO Annual Report 2023)

Figuur 3

De investeringsverplichtingen zijn in 2023 sterk toegenomen ten opzichte van voorgaande jaren. De investeringsquote (de totale investeringsuitgaven afgezet tegen de totale uitgaven) kwam uit op 23,9%. Het vijfjaarsgemiddelde is 24,5% waardoor, voor het vijfde jaar op rij, Nederland voldoet aan de gestelde NAVO-eis van 20%.

Figuur 4

Ondersteuning

Ondersteuning van gevechtseenheden

De toegenomen dreiging vraagt om een verbeterde gereedheid en inzetbaarheid. Er zijn grote stappen gezet om het tekort aan operationele ondersteuning (combat support en combat service support) op te lossen. Om de gevechtseenheden te versterken zijn onder andere de operationele ondersteunende capaciteiten bij 414 tankbataljon uitgebreid. De Luchtmobiele Brigade en het Korps Mariniers beschikken weer over eigen mortier- en stingercapaciteiten. Daarnaast is de vuursteunketen versterkt en is de Grondgebonden Lucht- en Raketverdedigingscapaciteit uitgebreid. Ook is de bewakingseenheid op Volkel uitgebreid en is de capaciteit intelligence, surveillance and reconnaissance (ISR) uitgebreid met beeldanalisten en andere specialisten voor het verwerken van inlichtingengegevens uit de sensoren van de MQ-9. Verder wordt de geneeskundige keten versterkt onder andere door vervanging van het tactisch luchttransport en de uitbreiding van Role-2 capaciteit. Op maritiem vlak wordt de operationele ondersteuning versterkt door de vervanging van de huidige generatie hulpvaartuigen. Het algemeen voorkomend materieel dat benodigd is om de genoemde capaciteitsuitbreidingen te realiseren is grotendeels in opdracht gegeven, denk hierbij aan operationele wielvoertuigen (DVOW-2), Mobiele Energie Voorziening (aggregaten), Klein Kaliber Wapens en zichtapparatuur.

Vergroten van voorradenIn 2023 heeft Defensie grote stappen gezet om de inzetvoorraden verder te verhogen, richting een volume toegespitst op de eerste hoofdtaak voor de eigen en bondgenootschappelijke verdediging conform de NAVO-normering. De concrete voorbeelden hierbij worden genoemd in het Materieelverslag van het Defensiematerieelbegrotingsfonds. Ook met de extra financiele middelen van de Defensienota 2022 moet Defensie nog altijd keuzes maken. Met de gezette stappen kan vooralsnog de inzetvoorraad niet volledig worden aangevuld tot een eerste hoofdtaak niveau.

Nationaal en civiel-militaire samenwerkingDefensie voert in samenwerking met Justitie en Veiligheid, veiligheidsregio’s, bedrijfsleven en politie het programma Civiel-Militaire Samenwerking uit. In dit programma wordt de rol van Defensie in het nationale veiligheidsdomein structureel verstevigd en de civiel-militaire samenwerking verder ontwikkeld tot een robuuste pijler van de nationale crisisbeheersing. Deze verstevigde positie van Defensie is ook van groot belang in het kader van de versterking van de weerbaarheid van vitale processen tegen statelijke dreigingen. In 2023 is de verstevigde rol van Defensie meegenomen in de uitwerking van het programma Versterking Crisisbeheersing en in de Rijksbrede Veiligheidsstrategie. Tevens is gestart met het opstellen van een Landelijk Crisisplan Militaire Dreigingen, een kaderstellend bestuurlijk plan voor de territoriale en bondgenootschappelijke verdediging van het Koninkrijk.

Naar aanleiding van de sabotage van Nordstream 2 heeft Defensie in 2023 een permanente taak op de Noordzee gekregen met het oog op de veiligheid van vitale infrastructuur op de Noordzee. Daarnaast levert Defensie een actieve bijdrage aan de interdepartementale aanpak die door het Programma Bescherming Noordzee Infrastructuur (PBNI) wordt vormgegeven.

In het afgelopen jaar heeft Defensie bijgedragen aan de strijd tegen de georganiseerde ondermijnende criminaliteit. Eén van de speerpunten was de oprichting van de eenheid Persoonsbeveiliging Binnenland bij de KMar. Deze eenheid beveiligt personen als ministers, officieren van justitie, advocaten en rechters in Nederland.

Nationale inzetEvenals voorgaande jaren waren in 2023 militairen dagelijks actief in Nederland en het Caribische deel van het Koninkrijk. Voorbeelden van deze inzet zijn de verleende bijstand voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid door eenheden van de KMar, inzet van doorzoekingsteams ter ondersteuning van strafrechtelijke onderzoeken door CLAS, inzet van de Defensie duikgroep van CZSK, inzet van blushelikopters van CLSK en de inzet van de Explosieven Opruimingsdienst Defensie. Tevens onderschepte de Kustwacht Carib en Defensie verdovende middelen in het Caribisch deel van het Koninkrijk.

In de afgelopen jaren, en nu nog steeds, levert Defensie een belangrijke bijdrage aan het opvangen van ontheemden en asielzoekers. Daarnaast leverde de KMar bijstand aan de politie om bij te dragen aan de openbare orde gerelateerd aan de opvang en ondersteunde tevens het asielproces op het gebied van identificatie en registratie.

3.1.2 Een goede werkgever, verbonden met de samenleving

Personeel

Defensie is met ongeveer 70.000 medewerkers de grootste werkgever van Nederland geworden. In een krappe arbeidsmarkt zijn meer dan 8.000 nieuwe collega’s aangesteld. Daarmee is niet de volledige behoefte aan militair personeel en reservisten ingevuld, de defensieonderdelen blijven vacatures houden. Wel is bij een toegenomen aantal arbeidsplaatsen het vullingspercentage gestegen van 85,6% naar 87,7%. Maatregelen uit de Contourenbrief behouden, binden en inspireren (BBI) zijn in uitvoering (Kamerstuk 36200-X, nr. 8). Het dienjaar is gestart, de samenwerking met ROC’s uitgebreid, de generatie D-campagne uitgerold, regionale werving geïntensiveerd en de beoogde groei van Defensity College gehaald. De eerste effecten op de bezetting van de BBI-maatregelen en van de behoudmaatregel om manschappen en korporaals een vaste aanstelling te geven worden in 2024 verwacht. Ook het AV-akkoord 2024 draagt bij aan behoud, met naast loonontwikkeling afspraken over regelingen voor inzet en voor plaatsing in het buitenland, deeltijdwerken voor militairen en het verbeteren van de beloningspositie van burgerpersoneel. Dat zijn nieuwe stappen in het realiseren van het HR-model, naast de invoering van een nieuwe gesprekscyclus tussen medewerkers en leidinggevenden en strategische personeelsplanning bij eenheden van alle defensieonderdelen. Ook in de toekomst blijven alternatieve maatregelen noodzakelijk om de defensieorganisatie met de forse uitbreiding van de formatie kwalitatief en kwantitatief gevuld te houden. De belangrijke stappen die in 2023 gezet zijn, bieden een goede basis om schaalbaarheid verder in te richten binnen de Krijgsmacht.

ReservistenHet reservistenbestand is van 6.540 naar 7.081 gegroeid. 817 reservisten hebben een aanstelling als burger bij Defensie. 915 reservisten zijn uitgestroomd. Defensie werkt aan afspraken om de uitstroom te verminderen en aan het binnenhalen van meer reservisten door het netwerk van inmiddels meer dan 150 bedrijven verder te vergroten. In de Kamerbrief over het reservistenbeleid van april 2023 (Kamerstuk 36200-X nr. 72) is aangekondigd dat Defensie reservisten in de toekomst vast deel laat uitmaken van eenheden.

VeteranenDefensie heeft invulling gegeven aan haar bijzondere zorgplicht. Het Militair Invaliditeitspensioen (MIP) is geïndexeerd en verhoogd. De terugkeerreizen voor Dutchbat III-veteranen zijn op gang en zullen tot 2026 plaatsvinden. Ook is gewerkt aan het vormgeven van een stelsel van uitkeringen en voorzieningen waarin maatschappelijke participatie en re-integratie centraal staan. Met het Nederlands Veteraneninstituut (NLVi) is beleid gemaakt voor de inzet van hulphonden bij psychische uitzendgerelateerde problemen. Om zorg te optimaliseren heeft het NLVi onderzoeksprioriteiten voor begeleiding en behandeling van veteranen en hun relaties vastgesteld. Het programma ‘Veteraan in de Klas’ is geïntensiveerd. Het project ‘Helden op Bruggen en Viaducten’ is voortgezet, om meer namen van militairen die na 1960 tijdens missies zijn omgekomen op bouwkundige kunstwerken geplaatst te krijgen.

Veiligheid en integriteitIn 2023 heeft Defensie het veiligheidsbeleid verder bestendigd en verankerd in de organisatie. Het veiligheidsmanagementsysteem van Defensie – het geheel van beleid, regelgeving en (bedrijfsvoerings)procedures ten behoeve van het managen van risico’s, het waarborgen van veiligheid en het verbeteren van het veiligheidsbewustzijn – is geëvalueerd en herziene regelgeving wordt in 2024 vastgesteld. Daarnaast is begonnen met de herziening van de overkoepelende regelgeving over het melden van voorvallen.

Op het gebied van sociale veiligheid en integriteit lag de focus in 2023 op het vergroten van de bewustwording bij leidinggevenden en medewerkers en het beschouwen van de werking van onderdelen van het integriteitsbeleid. Trainingen voor medewerkers en teams over sociale veiligheid, integriteit, diversiteit en (sociaal) leiderschap zijn geïntensiveerd. Voor de cursussen is vanaf 2023 extra budget voor vrijgemaakt en we zien sindsdien dat de vraag naar de trainingen groter is dan verwacht. Daarnaast zijn in 2023 de voorbereidingen gestart om het aanbod van deze trainingen uit te breiden. Verder zijn evaluaties uitgevoerd naar onder andere het functioneren van het netwerk van vertrouwenspersonen en de interne meldprocedure voor vermoedens van misstanden.

In 2023 zijn er verdere stappen gezet met de uitvoering van de Nadere Inventarisatie Gevaarlijke Stoffen (NIGS). Via de NIGS krijgt Defensie beter inzicht in welke medewerkers het risico lopen om blootgesteld te worden. Hiermee kan ook structurele gezondheidsmonitoring verder worden geprioriteerd.

Het onderwerp veiligheid en integriteit komt ook aan bod in het separate jaarverslag van de Inspectie Veiligheid Defensie en het Jaarverslag Integriteit Defensie.

VastgoedEr is de afgelopen kabinetsperiode fors geïnvesteerd in de ontwikkeling van onze krijgsmacht met mede als gevolg dat de defensieorganisatie de komende jaren groeit. Er is tevens geïnvesteerd in het vastgoed van Defensie. Defensie heeft een omvangrijke vastgoedopgave waarbinnen veel locaties moeten worden verbouwd of gerevitaliseerd. In het Strategisch Vastgoedplan 2022 (SVP) is het kader hiervoor geschetst. De concrete voorbeelden hierbij worden genoemd in het Materieelverslag van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF).

Ruimtelijke ordening en leefomgevingDefensie is het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD) gestart. Het doel van het NPRD is het in beeld brengen van de ruimtebehoeften van Defensie, het maken van een integrale afweging van deze ruimtebehoeften ten opzichte van de andere ruimtelijke opgaven en het planologisch-juridisch borgen van het nieuwe ruimtegebruik van Defensie. In 2023 zijn de toekomstige ruimtelijke behoeften van de verschillende defensieonderdelen in kaart gebracht en is de concept-Nota Reikwijdte en Detailniveau ter inzage gelegd ten behoeve van inspraak en participatie.

De stikstofproblematiek blijft onderwerp van aandacht bij de (uitbreiding van) defensieactiviteiten. Defensie draagt interdepartementaal bij aan de ontwikkelingen op dit dossier, ook met betrekking tot wet- en regelgeving. Op het gebied van wet- en regelgeving zijn er het afgelopen jaar geen grote veranderingen opgetreden. Defensie blijft instrumenten als salderen en het treffen van bronmaatregelen of natuurcompensatie daar waar dat kan benutten of doet onderzoek naar de mogelijkheden hiertoe. Ook is Defensie bezig het inzicht te vergroten in de beschikbare stikstofruimte en stikstofruimte die nodig is voor de (uitbreiding van) defensieactiviteiten.

DuurzaamheidDefensie draagt bij aan de uitvoering van het rijksbrede beleid voor verduurzaming, zoals de programma’s Zon op Rijksdaken, Energieopwekking op Rijksgronden en Duurzame Mobiliteit. Zo zijn er in 2023 ruim 600 zonnepanelen op daken van defensiegebouwen geplaatst, 248 zero-emissie en 562 hybride voertuigen aangeschaft. Verder heeft Defensie in juli 2023 de intentieverklaring ondertekend voor het OER-project ‘A28 Amersfoort-Utrecht’. Dit samenwerkingsproject onderzoekt de mogelijkheden voor het opwekken van hernieuwbare energie langs de snelweg tussen Utrecht en Amersfoort en de aanpalende terreinen van het Ministerie van Defensie.

De verduurzaming van het defensievastgoed is ingezet door de transformatie hiervan met als pijlers concentreren, verduurzamen en vernieuwen. Een voorbeeld is het vastgoedproject ‘vervangen korte golf zenders van de Koninklijke Marine’ waarbij dankzij innovatie het energieverbruik van de koelinstallaties met circa 80 procent is verminderd.

Voor de structurele integratie van duurzaamheidsmaatregelen in de grote materieelprojecten gebruikt Defensie een in 2023 ontwikkeld afwegingskader. Hiermee wordt beoogd de operationele afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen en bij te dragen aan de duurzaamheidsdoelstellingen. Tegelijkertijd moeten (wapen)systemen wel de noodzakelijke effectiviteit behouden. Defensie heeft daarom structureel budget beschikbaar gesteld om innovatieve verduurzamingsmaatregelen aan te jagen. Zo is in 2023 met een geslaagde pilot aangetoond dat het dieselverbruik van mobiele aggregaten aanzienlijk kan worden verminderd door het gebruik van een wagen met batterij-unit. Verder is Defensie samen met de kennisinstituten begin 2023 een breed kennisonderzoek gestart om de kennis voor toekomstige duurzame materieelprojecten en kampementen te vergroten.

Defensie streeft naar het structureel bijmengen van gemiddeld 30 procent hernieuwbare brandstoffen (kerosine, diesel en scheepsdiesel). Defensie heeft in 2023 wederom 20 procent bijgemengde diesel voor haar rijdend materieel geleverd. De geplande stap voor het 10 procent bijmengen van scheepsbrandstof is vanwege een technisch mankement noodgedwongen uitgesteld tot 2024.

Om de organisatie ook in de toekomst verder te kunnen blijven verduurzamen, wordt sterk ingezet op innovatie en duurzamere werkvormen. Hiervoor werkt Defensie samen met de Nederlandse industrie en kennissector, zodat zij zich met duurzame oplossingen internationaal kunnen onderscheiden. Defensie heeft in 2023 (het identificeren van) duurzaamheidseisen verder opgenomen in de reguliere bedrijfsvoering zoals bijvoorbeeld in het inkoopproces. Daarbij wil Defensie haar inkoopvolume gebruiken om verduurzaming in de keten te stimuleren door bijvoorbeeld duurzaamheidseisen te stellen aan de leveranciers.

3.1.3 Versterken van specialismen

Materieelproces en nieuwe capaciteiten

In lijn met de motie motie-Valstar c.s. (Kamerstuk 35 925-X, nr. 70 van 21 april 2022) heeft Defensie in 2023 wijzigingen in de informatievoorziening doorgevoerd over de grote materieel- en vastgoedinvesteringen (Kamerstuk 27 830, nr. 379 van 1 november 2022). Zo is de grens van het Defensie Materieelproces (DMP) voor het eerst sinds 2001 gecorrigeerd voor de inflatie en stijgende prijzen van defensiematerieel. Met deze verhoging van de wendbaarheid van processen behaalt Defensie versnelling. Om nieuw materieel te verwerven, heeft Defensie mechanismen nodig om de schaarse capaciteit in de voorzien-in keten zo efficiënt mogelijk in te zetten. In deze context behelst ‘wendbaarheid’ ook het prioriteren van projecten, niet alleen naar kortere doorlooptijden. Als gevolg van deze wijzigingen zijn in het Defensie Projectenoverzicht (DPO) van 2023 25 projecten niet langer opgenomen omdat zij onder de DMP-grens van € 50 miljoen vallen.

Daar staat tegenover dat in het afgelopen jaar 19 nieuwe projecten zijn gestart met een financiële omvang van meer dan € 50 miljoen. De concrete voorbeelden worden toegelicht in het materieelverslag van het Defensiematerieelbegrotingsfonds.

3.1.4 Meer Europese samenwerking

NAVO-samenwerking

Tijdens de NAVO-top in Vilnius in 2023 hebben de NAVO-bondgenoten ingestemd met militaire plannen die de afschrikking en verdediging van het bondgenootschappelijk grondgebied versterken. Met het aannemen van de Defence Investment Pledge tijdens de Vilnius-top hebben de bondgenoten tevens een bodem gelegd onder deze plannen door zich te committeren aan de afspraak om ten minste 2% van het BBP te besteden aan Defensie-uitgaven. Het is aan een volgend kabinet om te besluiten over de financiële en materiële invulling hiervan na 2025.

In 2023 heeft Nederland een bijdrage geleverd aan staande NAVO-inzet, in het bijzonder aan de versterking van de NAVO-Oostflank. Noemenswaardig zijn bijdragen aan de enhanced Forward Presence (eFP) in Litouwen en Roemenië, verschillende NAVO-vlootverbanden en luchtruimbewaking vanuit Polen. Daarnaast hield Nederland eenheden standby voor de NATO Response Force en het NATO Readiness Initiative. Mede op aandringen van Nederland zijn binnen de NAVO belangrijke stappen gezet in het tegengaan van hybride dreigingen, waaronder voor de bescherming van onderzeese infrastructuur. Finland is in 2023 toegetreden tot de NAVO en een aanstaand Zweeds lidmaatschap zal de NAVO verder versterken. Nederland heeft in alle relevante gremia aangedrongen op het zo spoedig mogelijk afronden van de toetreding van Zweden tot de NAVO. Tot slot heeft de NAVO ingestemd met het toekennen van de organisatie van de NAVO-top in 2025 aan Nederland.

EU-samenwerkingNederland heeft in 2023 bijgedragen aan militaire missies en operaties van de EU. Nederland neemt momenteel deel aan operatie EUFOR Althea, in Bosnië en Herzegovina, de Militaire Assistentie Missie (EUMAM) voor Oekraïne en maritieme operatie EUNAVFOR Atalanta voor de kust van de Hoorn van Afrika en in de Rode Zee. Ook heeft Nederland in 2023 bijgedragen aan de operationalisering van de Rapid Deployment Capacity door een vrijwillige financiële bijdrage te leveren aan de communicatiesystemen van de EU die benodigd zijn voor snel en veilig contact met een operatie- of missiegebied.

Nederland heeft zich in 2023 ingezet voor meer Europese samenwerking bij het versterken van de Europese Defensie Technologische en Industriële Basis (EDTIB), en met name het opschalen van de productiecapaciteit. Zo is Nederland actief pleitbezorger geweest van twee nieuwe EU-instrumenten die in 2023 in werking traden: de ASAP-verordening, ter ondersteuning van opschaling van productie van munitie, en de EDIRPA-verordening, om de gezamenlijke aanschaf van capaciteiten door lidstaten te stimuleren. Voor het EDF werkprogramma 2022, dat in totaal bijna € 900 miljoen omvat, staat Nederland op de vijfde plaats voor wat betreft het aantal entiteiten dat participeert in de goedgekeurde projecten. Voor het EDF werkprogramma 2023 heeft Nederland interesse getoond in 10 onderzoeks- en 9 ontwikkelingsonderwerpen. Medio juni 2024 worden de uitslagen van het EDF werkprogramma 2023 verwacht. Tenslotte heeft Nederland ook vaker deelgenomen aan projecten vanuit het Europees Defensieagentschap (EDA). Met name op het gebied van de gezamenlijke verwerving van munitie, onder andere voor Oekraïne, is het EDA een belangrijke rol gaan vervullen. Nederland draagt hier € 130 miljoen aan bij.

Versterking EU-NAVO samenwerkingNederland maakt zich hard voor de versterking van de NAVO-EU-samenwerking. Begin 2023 is er een derde gemeenschappelijke EU/NAVO-verklaring aangenomen. Nederland ziet graag dat de acties in deze verklaring verder worden geïmplementeerd en benadrukt het belang van verdere uitwerking in een Roadmap met concrete acties.

Nederland heeft in 2023 een non-paper binnen de EU en NAVO gepresenteerd om de coördinatie van EU- en NAVO-activiteiten omtrent de opschaling van de defensie-industriële productiecapaciteit te stimuleren.

NAVO en EU samenwerking inzake OekraïneIn 2023 heeft Nederland zich doorlopend en niet aflatend ingezet voor de steun aan Oekraïne. In juli 2023 is tijdens de NAVO-top in Vilnius een stevig pakket aangenomen om NAVO-lidmaatschap van Oekraïne dichterbij te brengen. De Europese Raad heeft besloten te starten met EU toetredingsonderhandelingen met Oekraïne. De EU lidstaten hebben in juni 2023 besloten tot het afgeven van meerjarige veiligheidsarrangementen om de Oekraïense krijgsmacht te ondersteunen en waar nodig te helpen hervormen - mede met het oog op mogelijke toetreding van Oekraïne tot de EU en de NAVO.

De totale waarde van de door Nederland geleverde militaire steun aan Oekraïne in 2023 bedroeg op 4 december 2023 € 1,6 miljard ( € 2,6 miljard in 2022 en 2023 totaal). Naast macro-economische steun, noodhulp en humanitaire steun, financiert de EU via de Europese Vredesfaciliteit (EPF) militaire steun die door de lidstaten wordt geleverd. Ook Nederland leverde in 2023 veel militair materieel aan Oekraïne, waarvan de kosten deels worden vergoed door de EPF. Verder tekende Nederland samen met vijftien andere landen (waarvan 11 NAVO-landen) een politieke verklaring om het commitment aan het door Nederland en Denemarken geleide F16 trainingsinitiatief te formaliseren. Nederland kondigde tijdens de NAVO Defensie Ministeriele in oktober 2023 aan om samen met Denemarken en de Verenigde Staten deel te nemen aan de coalitie die zich richt op het moderniseren van de Oekraïense luchtmacht. Nederland heeft in 2023 bijgedragen aan het trainen van circa 26.000 Oekraïense militairen via operatie Interflex en aan het trainen van circa 1.000 Oekraïense mariniers in het VK. Ook via de EU Militaire Assistentie Missie (EUMAM) droeg Nederland bij aan het opleiden van Oekraïense militairen. In totaal werden er via EUMAM al ruim 32.000 militairen getraind.

Samenwerking in kleinere multilaterale verbandenDe samenwerking in de Northern Group, de Joint Expeditionary Force (JEF) en het European InterventionInitiative (EI2) is in 2023 voortgezet. Ook stond in 2023 Oekraïne hoog op de agenda bij bijeenkomsten binnen deze multilaterale verbanden.

In juni 2023 heeft Nederland een JEF ministeriele vergadering georganiseerd, waarbij concrete afspraken zijn gemaakt over de bescherming van kritieke onderzeese infrastructuur, namelijk het actiever delen van inlichtingen- en monitoringsinformatie over maritieme dreigingen, maritieme aanwezigheid beter op elkaar afstemmen en meer aandacht voor kritieke infrastructuur in en op zee tijdens gezamenlijke oefeningen. In december is naar aanleiding van de kabelincidenten in de Baltische en Finse zee de JEF geactiveerd om spionage en sabotage in en op zee tegen te gaan, waarbij Nederland met een mijnenjager en vliegtuigen van de Kustwacht extra gepatrouilleerd heeft op de Noordzee. Binnen de Northern Group is op strategisch niveau gesproken over ontwikkelingen in het hybride domein, evenals de oostflank en Baltische Zee. In 2023 heeft er geen ministeriele bijeenkomst van het EI2 plaatsgevonden.

Bilaterale samenwerkingDe bilaterale samenwerking met strategische partners (België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten) en andere partnerlanden is in 2023 verder versterkt. Er zijn regeringsconsultaties geweest met Frankrijk en Duitsland, waar afspraken zijn gemaakt om de bilaterale samenwerking verder te bestendigen. Dit heeft onder andere geleid tot de herziening van de Declaration of Intent met Duitsland in november, waarmee we de mate van interoperabiliteit en standaardisatie vergroten. Daarnaast zijn door de integratie van 13 Lichte Brigade in de Duitse 10. Panzerdivison (maart 2023) alle gevechtsbrigades van de Landmacht verbonden met een Duitse divisie, waarmee we onze gevechtskracht versterken en de capaciteit vergroten om samen op te treden. Tijdens de regeringsconsultaties met Frankrijk is afgesproken om de Statement of Intent uit 2019 te actualiseren en daarmee voort te bouwen op de sterke onderlinge samenwerking. In 2023 zijn de eerste twee mijnenbestrijdingsvaartuigen uit een binationaal project met België te water gelaten. Samen met België trekken we de komende jaren samen op bij de verwerving van de nieuwe mijnenbestrijdingsvaartuigen en Anti Submarine Warfare fregatten. Frankrijk heeft zich in de zomer van 2023 bij het project ter vervanging van de mijnenbestrijdingsvaartuigen gevoegd, waarmee ze de ontwerpen van de vaartuigen overnemen. 2023 stond ook in het teken van 50 jaar United Kingdom/Netherlands Amphibious Force, waar in juni tijdens de Marinedagen een verklaring is getekend met de Britten om het komende jaar de mogelijkheid te onderzoeken om samen te werken bij de aanschaf van nieuwe marineschepen (Landing Platform Docks) en waar het MoU UK/NL Amphibious Force is hernieuwd, waarbij de belangrijkste focus ligt op Littoral Strike capaciteiten en de samenwerking hierbinnen. Tot slot hebben Denemarken, Duitsland, Finland, Nederland, Noorwegen en Zweden in december een Memorandum of Understanding (MoU) ondertekend over samenwerking bij de bouw van maritiem materieel (Northern Naval Capability Cooperation). Het doel van dit MoU is om gezamenlijk te onderzoeken hoe de synergie van de maritieme industrie in deze landen kan worden versterkt en dit uit te werken in concrete projecten.

3.1.5 Innoverend vermogen en nieuwe domeinen

Innovatie en onderzoek

In 2023 zijn de investeringen in de Defensie-specifieke kennisbasis, technologieontwikkeling, (inter)nationale kennis & innovatie (K&I) samenwerking en in innovatie toegenomen. Leidend in de activiteiten was de Uitvoeringsagenda Innovatie en Onderzoek (nov 2022, Kamerstuk 31 125, nr. 122). In totaal is € 214,5 miljoen besteed. De KPI voor Research & Technology (R&T) is, ook al nam de totale defensiebegroting in omvang toe, door de extra middelen licht gestegen naar 1,4%.

Nieuwe kennisopbouwprogramma’s, technologieontwikkelingsprojecten met kennisinstituten en bedrijven, (inter)nationale samenwerkingen en innovatieprojecten zijn gestart in 2023. Kennisopbouwprogramma’s bij de strategische kennispartners TNO, NLR en Marin die in 2023 zijn gestart zijn o.a. op onderwerpen zoals arbeidsextensivering, cyber, hypersone wapens, informatie-gestuurd optreden en verduurzaming.

Defensie is nieuwe samenwerkingen aangegaan. Voorbeelden zijn de geïnitieerde onderzoekstrajecten met civiele universiteiten op onderwerpen als Artificial Intelligence & Data Science, psychische gezondheid en stigma en life cycle management van schepen. Tevens zijn uit deze maatregel middelen toegekend aan de kennisinstituten om hen beter in staat te stellen namens Nederland deel te nemen aan NAVO Science & Technology werkgroepen om internationale onderzoekssamenwerking te faciliteren.

Om gebruik te maken van dual use technologie zijn er verschillende innovatie initiatieven ontplooid. In 2023 is voor een bedrag van € 2,4 miljoen aan uitgaven gerealiseerd voor kort cyclische innovatieprojecten. Ook is voor € 5,5 miljoen aan nieuwe verplichtingen aangegaan. De samenwerking in Nederlandse ecosystemen is opgezocht: een letter of intent is getekend met Brainport en daarmee is de samenwerking onder de noemer BITS een feit. In NAVO-verband is de samenwerking opgezocht langs de weg van DIANA.

RuimtedomeinDe A-brief ‘Opbouw operationele satelliet capaciteit’ is in juni aan het kabinet gestuurd (Kamerstuk 27 830, nr. 405). Hiermee heeft CLSK goedkeuring gekregen het project te gaan uitvoeren.

In het begin van het jaar lanceerde Space X een Noorse en Nederlandse satelliet. In het samenwerkingsverband SMART/MilSpace werken, naast de ministeries van Defensie, ook de strategische kennispartners heel nauw samen. De personele capaciteit van Defence Space Security Centre (DSSC) is toegenomen. Defensie droeg uitgebreid bij aan het interdepartementaal ontwikkelen van deze agenda, waarmee de Defensie belangen zijn geborgd. Vanuit het Europees Defensiefonds zijn drie voor het ruimtedomein interessante projecten gehonoreerd met Nederlandse inbreng.

Arbeidsextensief werkenDefensie richt processen arbeidsextensiever in door meer gebruik te maken van technologie. Hierdoor kan Defensie haar mensen daar inzetten waar ze het hardste nodig zijn en bovendien het werk voor hen veiliger, interessanter, minder routinematig en effectiever inrichten. In 2023 zijn verschillende stappen gezet, zoals de bijdrage van TNO voor een brede kennisbasis voor arbeidsextensief werken, de publicatie van de Defensie strategie Data Science en meer toepassing van AI en Robotic Process Automation (RPA).

3.1.6 Informatiegestuurd werken en optreden

Commandovoering

Defensie heeft het afgelopen jaar geïnvesteerd in de modernisering van de commandovoeringssystemen om de domeinoverstijgende samenwerking te verbeteren. Bij de Koninklijke Luchtmacht is gestart met het aanpassen van de IT-infrastructuur waardoor een grotere hoeveelheid data kan worden verwerkt en de benodigde informatie-integratie mogelijk wordt. Bij de Koninklijke Marine lag de focus op de integratie van de commandovoering in vlootverbanden. De Koninklijke Landmacht richtte zich op het moderniseren van de mobiele commandoposten als onderdeel van het programma Foxtrot.

In lijn met de in 2023 verschenen beleidsvisie Informatiegestuurd Optreden lopen er ook projecten die het stelsel van sensor-, verwerkings- en analysecapaciteiten met commandovoeringselementen verbindt ter ondersteuning van de militaire besluitvorming. Voorbeelden hiervan vormen het opstarten van het C2 sensor fusing project van de Koninklijke Luchtmacht waarbij beschikbare data van verschillende radarsystemen nu kan worden gecombineerd tot één radarbeeld. Ook is de aankoop gestart van de MQ-9 sensor die de maritieme beeldopbouw verbetert doordat het mogelijk wordt om schepen te detecteren en volgen.

Een verdere randvoorwaarde voor informatiegestuurd werken en optreden is een verbeterde informatiehuishouding. Hiertoe heeft Defensie het programma Defensie Open op Orde (DOO, 2021-2026) opgezet. Defensie investeert middels dit programma meerjarig in IT-systemen, informatieverstrekking, het herkennen en opvolgen van signalen van binnen en buiten de organisatie, en versterking van I-vakmanschap. Het programma Defensie Open op Orde is in 2023 begonnen met nulmetingen om het volwassenheidsniveau van de informatiehuishouding te bepalen. De resultaten van de nulmetingen geven richting aan de verbetermaatregelen waarmee in 2024 zal worden gestart.

InlichtingenDefensie heeft geïnvesteerd in de versterking van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) en de inlichtingencapaciteit van de krijgsmacht. Dit heeft geleid tot een verdere versterking van de inlichtingenpositie of een aanzet daartoe gegeven voor de toekomst. De versterking van de informatie- en inlichtingenpositie van de krijgsmacht wordt onder andere verwezenlijkt met de oprichting van het operationeel hoofdkwartier. Daarnaast zijn de krijgsmachtdelen begonnen met het versterken van de inlichtingen- en veiligheidsketen.

De MIVD werkt nauw samen met de krijgsmacht, de AIVD, de NCTV en met buitenlandse collega-diensten. Mede door de goede informatiepositie van de diensten, zijn talrijke in Nederland gehuisveste internationale organisaties, (inter)nationale partners, andere ministeries en de defensie-industrie voorzien van handelingsperspectief en in staat gesteld hun weerbaarheid te verhogen door tijdig passende maatregelen te treffen. Een voorbeeld daarvan is de actieve participatie van Defensie bij het opbouwen van een goed inlichtingenbeeld van de Noordzee.

Het is de AIVD en MIVD in 2023 niet gelukt om het voorgenomen percentage veiligheidsonderzoeken op tijd af te ronden. Om de norm weer te kunnen halen zetten diensten continu in op extra werving en behoud van personeel van de Unit Veiligheidsonderzoeken. Ook kijken de diensten naar verdere automatisering van het proces om de werkdruk te verlichten.

Defensie heeft in samenwerking met BZK gewerkt aan een Tijdelijke wet, die in 2023 door de Tweede Kamer is aangenomen en nu voorligt in de Eerste Kamer. De bredere herziening van de Wiv 2017 blijft onverminderd noodzakelijk en urgent. De hoofdlijnennotitie hiervoor is eveneens in 2023 uw Kamer toegezonden.

Multidomein optredenDe huidige dreigingen en het veranderde karakter van oorlogsvoering vragen om een nieuwe manier van optreden. De NAVO heeft hiervoor het operationele concept Multidomein optreden (MDO) geïntroduceerd en de definitie hiervan in 2023 vastgesteld. Nederland heeft dit operationele concept omarmd en is in 2023 gestart met de vertaling naar onze eigen Defensie organisatie. Dit wordt gedaan langs de zes operatielijnen die corresponderen met de in 2023 verschenen beleidsvisie Informatiegestuurd optreden. In 2023 is MDO opgenomen in het curriculum van één van de opleidingsinstituten, wat bijdraagt aan de benodigde kennis en mindset binnen de defensieorganisatie.

Voor betere communicatie tussen eenheden heeft Defensie in 2023 geïnvesteerd in interoperabiliteit en connectiviteit. Op internationaal vlak heeft Defensie stappen gemaakt in het Federated Mission Networking programma door samen met NAVO en andere partnerlanden interoperabiliteitsstandaarden vast te stellen. Met behulp van deze standaarden is Defensie in staat om in elke omstandigheid de netwerken en systemen laagdrempelig te koppelen met andere landen om informatie uit te kunnen wisselen.

CybercapaciteitenMet het Uitvoeringsplan Cyber is door Defensie in 2023 een meerjarig verbetertraject ingezet om de cyber readiness te versterken. Naast het verbeteren van de inlichtingenpositie en de rechtshandhaving is begonnen met het versterken van de cybersecurity. Op basis van een cyber readiness index heeft Defensie cyberrisico’s in kaart gebracht. Om de mogelijkheden tot tijdig ingrijpen bij potentiele cybersecuritydreigingen te vergroten, wordt het interne stelsel van security operation centres (SOC) uitgebreid.

Daarnaast investeert Defensie in de doorgroei van het Defensie Cyber Commando (DCC). Hechtere samenwerking tussen het DCC en de MIVD verbetert de mogelijkheden om militaire cyberoperaties uit te voeren. Verder richt Defensie zich op een meer intensieve samenwerking met nationale en internationale cyberpartners. Ter vergroting van de gezamenlijke digitale weerbaarheid richt Defensie zich daarbij vooral op multilaterale initiatieven, zoals het EU PESCO Cyber Rapid Response Teams (CRRT) en de NAVO Virtual Cyber Incident Support Capability (VCISC). Ook neemt Defensie per 1 oktober 2023 deel aan het PESCO-project Cyber Information Domain Coordination Centre (CIDCC) dat de status Initial Operational Capability (IOC) heeft. Defensie blijft daarnaast meedoen aan (inter)nationale cyberoefeningen om partners beter te leren kennen, om procedures te oefenen en om de gereedheid te verhogen.

Omdat het cyberdomein en cyberdreigingen zich continu ontwikkelen, is Defensie in het verlengde van de nieuwe interdepartementale veiligheids- en cyberstrategieën gestart met de herziening van de Defensie Cyberstrategie (DCS) uit 2018. In 2023 heeft Defensie hiertoe een strategische contextanalyse uitgevoerd die de basis vormt voor het ontwikkelen van de nieuwe strategie in 2024.

Counter HybridDe bestrijding van hybride conflictvoering is daarin een van de actielijnen in de Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden. Ook de NAVO en de EU gingen het afgelopen jaar in hun publicaties opnieuw in op het belang van de bestrijding van hybride dreigingen. Bij de aanpak van hybride dreigingen speelt Strategische Communicatie (StratCom) een belangrijke rol. Om deze capaciteit te versterken, richt Defensie bij de Directie Operaties een StratCom-entiteit op. Hiervoor zijn eind 2023 binnen Defensie de eerste vacatures gepubliceerd. Verder is TNO in opdracht van Defensie in 2023 een meerjarige onderzoeksopdracht gestart om onze kennis van hybride dreigingen te vergroten.

3.3 Realisatie periodieke rapportages en beleidsdoorlichtingen

Realisatie periodieke rapportages en beleidsdoorlichtingen

Elke minister is op basis van de Comptabiliteitswet 2016 verantwoordelijk voor het periodiek onderzoeken van de doeltreffendheid en doelmatigheid van het gevoerde beleid. Hiervoor maken alle departementen sinds 2021 gebruik van de Strategische Evaluatieagenda (SEA), die jaarlijks in de begroting verschijnt. De periodieke rapportages van de SEA vervangen op termijn de beleidsdoorlichtingen. Zoals aangegeven in de vierde voortgangsrapportage (Kamerstuk 31865, nr. 184) van de rijksbrede Operatie Inzicht in Kwaliteit, gelden de begrotingsjaren 2022 en 2023 als overgangsperiode voor het werken met de SEA. Defensie is in 2023 gestart met de laatste twee beleidsdoorlichtingen en heeft nog geen periodieke rapportages afgerond. In de tabel hieronder zijn dan ook enkel de gerealiseerde beleidsdoorlichtingen (periode 2017-2022) zichtbaar.

Tabel 1 Realisatie beleidsdoorlichtingen

Realisatie periodieke rapportages / beleidsdoorlichtingen

BD/PR

Thema

Artikel-nummer

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Kamerstuk

BD

Inzet

1

x

      

Kamerstuk 31516, nr. 20

BD

Koninklijke Marine1

2

       

Kamerstuk 31516, nr. 39

BD

Koninklijke Landmacht

3

x

      

Kamerstuk 31516, nr. 22

BD

Koninklijke Landmacht

3

  

x

    

Kamerstuk 31516, nr. 27

BD

Koninklijke Landmacht2

3

      

Uitgesteld

Kamerstuk 31516, nr. 42

BD

Koninklijke Luchtmacht

4

  

x

    

Kamerstuk 31516, nr. 30

BD

Koninklijke Marechaussee

5

     

x

 

Kamerstuk 31516, nr. 37

BD

Investeringen3

6

    

x

  

Kamerstuk 31516, nr. 34

BD

Defensie Materieel Organisatie

7

    

x

  

Kamerstuk 31516, nr. 34

BD

Defensie Ondersteuningscommando4

8

      

Uitgesteld

Kamerstuk 31516, nr. 40

BD

Algemeen

9

        

BD

Apparaat Kerndepartement

10

        

BD

Geheim

11

        

BD

Nog onverdeeld

12

        
           

1In 2023 is Defensie een beleidsdoorlichting gestart van artikel 2 Koninklijke Marine. Specifiek wordt tijdens deze beleidsdoorlichting de Fleet Operational Sea Training (FOST) als onderwerp bestudeerd. De resultaten van de beleidsdoorlichting worden conform planning in 2024 aan de Kamer toegestuurd (Kamerstuk 31516, nr. 39).

2In de memorie van toelichting van de Defensiebegroting 2019 is aan de Kamer toegezegd dat Defensie in 2023 een beleidsdoorlichting van artikel 3 Koninklijke Landmacht oplevert. In het specifiek wordt tijdens deze beleidsdoorlichting naar de samenwerking tussen Nederland en Duitsland gekeken en wordt project Taurus als casus bestudeerd. Deze beleidsdoorlichting heeft helaas vertraging opgelopen. De planning van de beleidsdoorlichting is daarom gewijzigd en de uitkomsten worden in 2024 aan de Kamer toegestuurd. De Kamer is hier op 23 februari 2023 (Kamerstuk 33279, nr. 37) en op 19 december 2023 (Kamerstuk 31516, nr. 42) over geïnformeerd.

3Door de introductie van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) zijn de middelen uit beleidsartikel 6 Investeringen per 2021 overgeheveld naar het DMF.

4In de Memorie van Toelichting bij de Defensiebegroting 2020 is in bijlage 7.5 «Evaluatie- en overig onderzoek» toegezegd dat in 2022 een beleidsdoorlichting van beleidsartikel 8 «Ondersteuning Krijgsmacht door Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO)» wordt opgeleverd. Het onderwerp van deze beleidsdoorlichting is de militaire gezondheidszorg (MGZ). Deze beleidsdoorlichting heeft helaas vertraging opgelopen. De planning van de beleidsdoorlichting is gewijzigd en de uitkomsten worden in 2024 aan de Kamer toegestuurd. De Kamer is hier op 25 september 2023 over geïnformeerd (Kamerstuk 31516, nr. 40).

Conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) is de SEA ingedeeld op basis van (beleids)thema's en kent de SEA een looptijd van vier jaar. Bij Defensie is de indeling van de SEA gelijk aan de indeling van de Defensienota. Dit betekent dat voor elke actielijn uit de Defensienota 2022 een thema op de SEA staat. Dat zijn de volgende thema's:

  • 1. Krachtige ondersteuning

  • 2. Een goede werkgever, verbonden met de samenleving

  • 3. Versterken van specialismen

  • 4. Meer Europese samenwerking

  • 5. Innoverend vermogen en nieuwe domeinen

  • 6. Informatiegestuurd werken en optreden.

Voor deze thema's is nog geen periodieke rapportage afgerond.

Voor het meest recente overzicht van de programmering van periodieke rapportages / beleidsdoorlichtingen, zie het overzicht ingepland en uitgevoerd onderzoek op rijksfinancien.nl.

Voor de realisatie van deze en andere grote (evaluatie)onderzoeken, zie de bijlage «Afgerond evaluatie- en overig onderzoek».

3.4 Openbaarheidsparagraaf en overzicht risicoregelingen

Openbaarheidsparagraaf

Actieve openbaarmaking

Defensie heeft in 2023 gewerkt aan de verdere implementatie van de Wet open overheid (Woo). Defensie heeft verdere actieve openbaarmaking van documenten voorbereid, beginnend met convenanten. Intern is een inventarisatie gemaakt van de afgesloten convenanten. Hierbij is gekeken of deze nog relevant zijn en of er informatie in staat die niet openbaar gemaakt mag worden.

Vooruitlopend op de realisatie van het Rijksbrede publicatieplatform is Defensie gestart met het intern publiceren van de Woo-documenten, zoals convenanten, op het eigen Defensiepublicatieportaal. Daarmee is alles ingericht om deze documenten ook extern te publiceren zodra dat Rijksbreed gefaciliteerd wordt.

Ook heeft Defensie de trainingen voor het schrijven van beslisnota's geborgd binnen de organisatie. Hiervoor is een deel opgenomen in bestaande cursussen en trainingen; aanvullend worden gerichte coachingsessies georganiseerd.

Passieve openbaarmaking

In 2023 zijn door Defensie 125 Woo-verzoeken in behandeling genomen. Dit is nagenoeg hetzelfde aantal als in de voorgaande jaren. Om de behandeltermijn van Woo-verzoeken verder te verkorten zijn in 2023 diverse acties ondernomen. Zo is de sectie Woo-verzoeken uitgebreid om de capaciteit te vergroten. Daarnaast zijn decentrale Woo-functionarissen aangewezen bij de directies van het kerndepartement. Zij zijn verantwoordelijk voor het geordend en tijdig aanleveren van de gevraagde informatie. Verder zijn in 2023 voorbereidingen getroffen voor de introductie van het nieuwe documentmanagementsysteem DefDoc. Dit systeem moet het proces van het verzamelen en beoordelen van documenten voor de behandeling van Woo-verzoeken aanzienlijk verkorten. Zo zijn de eerste gebruikers van DefDoc met behulp van het systeem in staat gebleken om, in het kader van een Woo-verzoek, informatie in een tijdsbestek van vier uur op te leveren. In 2023 is ook de analysefase gestart van een project om laksoftware op het Defensiesysteem (MULAN) te laten draaien. Het is de bedoeling om deze in 2024 te integreren in DefDoc.

Verbetering van de informatiehuishouding

Het programma Defensie Open op Orde (DOO) versterkt in de periode 2021 t/m 2026 de informatiehuishouding van Defensie. Dat vergroot onze wendbaarheid en versterkt zowel de commando- als de bedrijfsvoering. De behaalde resultaten op dit gebied zijn terug te vinden in de paragraaf over commandovoering in het Materieelverslag.

Overzicht risicoregelingen

Per 31 december 2023 bestaat er één openstaande garantie. Deze betreft een overeenkomst met de Vereniging Verbond van Verzekeraars over de verzekerbaarheid van personeel. De looptijd is onbepaald en er is geen gegarandeerd bedrag vastgesteld. De overeenkomst regelt de verhouding tussen Defensie en de Vereniging met als doel de belemmeringen die defensieambtenaren in het maatschappelijkverkeer ondervinden als gevolg van uitsluitingsclausules bij levensverzekeringen, gekoppeld aan de finan ciering van een woning, weg te nemen. In 2023 heeft geen uitkering plaats gevonden.

3.5 Budgettair overzicht Oekraïne

Op 24 februari 2022 begon Rusland met een grootschalige militaire inval in Oekraïne. De gevolgen van deze oorlog zijn niet alleen groot voor Oekraïne maar ook voor Nederland, Europa en de wereld als geheel. Een permanent lid van de Veiligheidsraad probeert met grof militair geweld een lidstaat van de Verenigde Naties van zijn land, soevereiniteit en zelfs van zijn identiteit te beroven. Nederland heeft zich dan ook ingezet om zoveel mogelijk militaire, financiële en humanitaire steun te leveren aan Oekraïne, samen met internationale partners.

Gezien de zwaarwegende veiligheidsbelangen voor Nederland en onze bondgenoten, was de militaire steun aan Oekraïne in 2023 een topprioriteit. De Nederlandse steun was breed en in samenwerking met bondgenoten en partners, in de context van de NAVO, EU en de Ukraine Defence Contact Group. Die samenwerking en coördinatie was onontbeerlijk om te zorgen dat de steun effectief was en de levering ervan zo efficiënt mogelijk.

Defensie heeft een breed pallet aan militair materieel aan Oekraïne kunnen leveren om Oekraïne te ondersteunen in haar strijd. De steun bestond uit materiële steun, training, opleidingen en onderhoud. Defensie heeft het materieel zowel commercieel aangekocht als geleverd uit eigen voorraad. Daarnaast heeft Defensie bijgedragen aan forensische onderzoeken in Oekraïne, internationale trainingsmissies als Interflex en Interforge en de EU Militaire Assistentie Missie. Op deze wijze leverde Nederland een samenhangend pakket waarmee de Oekraïense strijdkracht in alle facetten van de strijd werd ondersteund. De Tweede Kamer is periodiek op de hoogte gehouden van deze bijdragen middels diverse Kamerbrieven.1 Hierbij is de Kamer ook geïnformeerd over de inhoud van deze steun middels de vertrouwelijke bijlagen.

In onderstaande tabel wordt gerapporteerd, conform de RBV, over de uitgaven, verplichtingen en ontvangsten voor 2023. De commerciële leveringen en de bijdragen aan de forensische onderzoeken en internationale trainingsmissies hebben dit jaar geresulteerd in uitgaven, verplichtingen en ontvangsten. Daarbij heeft een co-financieringsproject met Denemarken geleid tot ontvangsten. Verder zijn er verplichtingen aangegaan voor de aankoop van materieel dat in toekomstige jaren aan Oekraïne wordt geleverd. De vervanging van het eigen materieel en de misgelopen verkoopopbrengsten, leiden tot ontvangsten en verplichtingen in het Defensiematerieelbegrotingsfonds en staan dus niet in onderstaande tabel. Ook staan de kostenvergoedingen die dit jaar door de Europese Vredesfaciliteit zijn toegewezen voor het geleverde militair materieel niet in onderstaande tabel, omdat die ontvangsten in 2024 worden verwacht.2

Alle uitgaven en gemiste verkoopopbrengsten zijn generaal gedekt door het ministerie van Financiën en zijn dus niet ten koste gegaan van de middelen op de Defensiebegroting. De steun aan Oekraïne wordt gefinancierd via het Budget Internationale Veiligheid (BIV) op artikel 1 van de Defensiebegroting.

Tabel 2 Budgettair overzicht Oekraine (bedragen x € 1000)

Artikelnr.

Artikelnaam

Maatregel

Verplichtingen 2023

Uitgaven 2023

Ontvangsten 2023

Relevante Kamerstukken

1

Inzet

Commerciële leveringen

1.599.869

991.339

72.387

N.v.t.

1

Inzet

FO KMAR

1.655

1.679

9

N.v.t.

1

Inzet

Trainingen t.b.v. Oekraïne

3.261

3.261

0

N.v.t.

1

Inzet

EUMAM

9

9

0

N.v.t.

  

Totaal

1.604.794

996.288

72.396

 

4. Beleidsartikelen

4.1 Artikel 1 Inzet

A. Algemene doelstelling

Defensie beschermt wat ons dierbaar is. Die opdracht is een afgeleide van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden en de Grondwet. Deze leidt tot drie hoofdtaken:

  • 1. Bescherming van het eigen en bondgenootschappelijke grondgebied, inclusief het Caribisch deel van het Koninkrijk.

  • 2. Bescherming en bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit.

  • 3. Ondersteuning van civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp, zowel nationaal als internationaal.

Alle drie de hoofdtaken vergen meer inzet vanwege de toegenomen instabiliteit in de wereld. Om deze taken te kunnen uitvoeren stelt Defensie militaire eenheden gereed die daarvoor kunnen worden ingezet.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen en daadwerkelijk inzetten van eenheden om de veiligheid van het eigen en bondgenootschappelijk grondgebied te handhaven. Verder is de Minister in samenwerking met bondgenoten verantwoordelijk voor de uitvoering van bijdragen aan missies voor conflictpreventie, crisisbeheersing en vredesopbouw, zowel in Europa als daarbuiten. Het Koninkrijk der Nederlanden draagt daarmee bij aan de handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde. De eenheden kunnen ook worden ingezet ten behoeve van nationale taken en het verlenen van (internationale) noodhulp.

Beleidsartikel 1 Inzet biedt een overzicht van de gehele inzet van de krijgsmacht. Dit betreft de bijdragen van Defensie aan onder andere crisisbeheersingsoperaties, contributies aan gezamenlijk gefinancierde NAVO- en EU-operaties, inzet voor nationale en koninkrijkstaken en overige inzet. In Beleidsartikel 1 is de verantwoording opgenomen van de additionele uitgaven voor inzet onder verantwoordelijkheid van de CDS. In de beleidsartikelen 2 tot en met 5 wordt de taakuitvoering verantwoord van de marine, landmacht, luchtmacht, marechaussee en de aan hen gemandateerde inzet, voor zover deze niet valt onder artikel 1.

C. Beleidsconclusies

Nederlandse militairen zijn in 2023 wederom breed ingezet voor vrede en veiligheid.

Eind februari 2022 is Rusland met een grote strijdmacht Oekraïne binnen gevallen waardoor de veiligheidsomgeving van de NAVO-partners drastisch is veranderd. Nederland steunt de Oekraïense strijdkrachten volop. Een groot deel van deze steun, het commercieel aangeschafte materieel en de bijdrage aan het air defence consortium, loopt via artikel 1. Andere vormen van steun aan Oekraïne worden ook gefinancierd vanuit artikel 1, zoals diverse trainingsmissies waarbij Nederlandse militairen Oekraïense militairen trainen of de forensische opsporingsteams die opereren ter ondersteuning van het International Criminal Court.

De Russische agressie zorgt ervoor dat de verdediging van het bondgenootschappelijk gebied meer aandacht heeft gekregen. Dit komt onder andere tot uiting bij bijdragen in NAVO-verband, waaronder de bijdrage aan de enhanced Forward Presence (eFP) inzet in Litouwen en Roemenië. Daarnaast zijn vier F-35s ingezet in Polen voor de enhanced Air Policing (eAP) missie en vier F-35s gereed gesteld voor de versterking van de NAVO posturing binnen de enhanced Vigilance Activities (eVA).

In Bosnië en Herzegovina werd gestart met de Nederlandse bijdrage aan de EU-missie EUFOR Althea, met als doel om meer stabiliteit en veiligheid in de Westelijke Balkan te brengen. Nederland draagt sinds januari 2023 bij met enkele stafofficieren. In september werd deze inzet uitgebreid met een infanteriecompagnie en een Human Intelligence (HUMINT)-team.

In het Midden-Oosten liep in 2023 de spanning op, hetgeen uiteindelijk leidde tot diverse gewapende conflicten. Defensie zette in 2023 op meerdere plekken in Irak personeel in, om bij te dragen aan onder andere de NATO Missie Iraq (NMI) ter bevordering van de veiligheid en Operation Inherent Resolve (OIR) ter bestrijding van ISIS. Om waar nodig Nederlandse burgers te kunnen evacueren rondom werden militairen en militair materieel ingezet in de NEO predeployment. Defensie droeg al bij aan diverse maritieme missies, zoals EMASoH, Atalanta en Combined Maritme Forces (CMF). Vanwege de raketaanvallen van de Houthi’s op koopvaardijschepen in de Rode Zee werd extra stafcapaciteit bijgedragen aan de CMF-missie.

Daarnaast continueerde Defensie de bijdragen aan verschillende overige missies zoals UNDOF, UNTSO, UNIFIL en USSC.

Figuur 5

Nationale inzet

Evenals voorgaande jaren waren in 2023 militairen dagelijks actief in Nederland en het Caribische deel van het Koninkrijk. Voorbeelden van deze inzet zijn de verleende bijstand voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid door eenheden van de KMar, inzet van doorzoekingsteams ter ondersteuning van strafrechtelijke onderzoeken door CLAS, inzet van de Defensie duikgroep van CZSK, inzet van blushelikopters van CLSK en de inzet van de Explosieven Opruimingsdienst Defensie. Tevens onderschepte de Kustwacht Carib en Defensie verdovende middelen in het Caribisch deel van het Koninkrijk.

In de afgelopen jaren, en nu nog steeds, levert Defensie een belangrijke bijdrage aan het opvangen van ontheemden en asielzoekers. Defensie stelde in 2023 onder andere militaire locaties ter beschikking in Ede en Huis ter Heide. Daarnaast leverde de KMar bijstand aan de politie om bij te dragen aan de openbare orde gerelateerd aan de opvang en ondersteunde tevens het asielproces op het gebied van identificatie en registratie.

In het afgelopen jaar heeft Defensie bijgedragen aan de strijd tegen de georganiseerde ondermijnende criminaliteit. Eén van de speerpunten was de oprichting van de eenheid Persoonsbeveiliging Binnenland bij de KMar. Deze eenheid beveiligt personen als ministers, officieren van justitie, advocaten en rechters in Nederland.

Naar aanleiding van de sabotage van Nordstream 2 heeft Defensie in 2023 een permanente taak op de Noordzee gekregen met het oog op de veiligheid van vitale infrastructuur op de Noordzee. Daarnaast levert Defensie een actieve bijdrage aan de interdepartementale aanpak die door het Programma Bescherming Noordzee Infrastructuur (PBNI) wordt vormgegeven.

Host Nation Support (HNS)

HNS (gastlandsteun) is de militaire ondersteuning die door Nederland wordt geleverd aan bondgenootschappelijke eenheden en NAVO-organisaties die verblijven op of zich verplaatsen over Nederlands grondgebied. Dit is een verplichting die ten grondslag ligt aan de NAVO en in verschillende MOU’s is vastgelegd.

In 2023 waren er drie HNS operaties waar de Nederlandse Krijgsmacht Host Nation Support aan heeft geleverd. Deze operaties waren in het kader van Atlantic Resolve. Zowel het 2nd Armoured Brigade Combat Team van de 1st Infantry Division als de Combat Aviation Brigade, ook onderdeel van de 1st Infantry Division, zijn verplaatst richting Duitsland, Polen en Letland. De Combat Aviation Brigade van de 3rd Infantry Division kwam juist uit die richting aan in Nederland, om zich te verplaatsen richting de Verenigde Staten.

Overige inzet

In 2023 zijn in totaal 12 afgeronde Vessel Protection Detachment (VPD) inzetten uitgevoerd. Voor 2022 werden 24 inzetten gerapporteerd. De daling van het aantal inzetten is het gevolg van een wijziging in de Wet ter bescherming koopvaardij. Sinds 1 februari 2022 is het voor rederijen mogelijk om onder voorwaarden gebruik te maken van maritieme beveiligingsbedrijven, op 23 juni 2023 was er een eerste vergunning van kracht. Vanwege deze wijziging werd al een daling in het aantal VPD-inzetten verwacht, daarnaast zijn vanwege het negatieve vaaradvies in de Rode Zee eind 2023 een aantal geplande VPD-inzetten geannuleerd.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

In artikel 1 Inzet worden alleen uitgaven voor inzet begroot en verantwoord mits:

  • 1. Deze uitgaven additioneel zijn. Dit betekent dat vormen van inzet budgettair niet in dit artikel zichtbaar zijn indien geen sprake is van aanvullende uitgaven ten opzichte van de uitgaven voor gereedstelling en instandhouding binnen de artikelen van de operationele commando’s (bijvoorbeeld de inzet van helikopters voor Search and Rescue) of indien deze worden verrekend met tweeden of derden (bijvoorbeeld noodhulp die wordt verrekend met het Ministerie van Buitenlandse Zaken).

  • 2. Deze inzet onder directe verantwoordelijkheid van de CDS wordt uitgevoerd. Verschillende vormen van inzet zijn gemandateerd aan de operationele commando’s, zoals de inzet voor de Kustwacht, en worden daarom bij die artikelen begroot en verantwoord.

Om het geïntegreerde karakter te borgen wordt besluitvorming over het Budget Internationale Veiligheid (BIV) interdepartementaal voorbereid en uitgevoerd.

Tabel 3 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 1 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Art.

Verplichtingen

149.074

109.842

137.128

403.767

1.747.908

205.446

1.542.462

         
 

Uitgaven

167.502

153.751

165.232

313.048

1.142.595

232.925

909.670

         
 

Apparaatsuitgaven

0

0

0

0

0

0

0

         
 

Programmauitgaven

167.502

153.751

165.232

313.048

1.142.595

232.925

909.670

         

1.1

Programmauitgaven

167.502

153.751

165.232

313.048

1.142.595

232.925

909.670

 

Opdrachten

167.502

153.751

165.232

313.048

1.142.595

232.925

909.670

 

Crisisbeheersingsoperaties

163.128

127.381

149.442

301.725

1.136.963

214.973

921.990

 

Financiering nationale inzet krijgsmacht

1.415

20.198

5.376

4.609

2.722

3.511

‒ 789

 

Overige inzet

2.959

6.172

10.414

6.714

2.910

14.441

‒ 11.531

         
 

Ontvangsten

11.140

6.638

6.739

11.954

76.303

2.907

73.396

E. Toelichting op de instrumenten

In onderstaande tabel wordt voor 2023 weergegeven hoeveel budget per missie begroot was en is gerealiseerd. De posten met een verschil groter dan € 5 miljoen worden nader toegelicht. De uitvoering van de civielrechterlijke regeling Srebrenica en de activiteiten voor Dutchbat III worden ook toegelicht.

Verplichtingen

De hogere verplichtingen zijn met name het gevolg van de materiële steun aan Oekraïne. Deze was niet toegekend ten tijde van de ontwerpbegroting, maar gedurende 2023 is budget uit algemene middelen overgeheveld naar de defensiebegroting voor de te leveren steun aan Oekraïne.

Uitgaven

Tabel 4 Crisisbeheersingsoperaties (BIV/HGIS) (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Begroting

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Uitgaven missies

       

AFGHANISTAN

39.498

24.533

16.588

2.904

  

0

NEO AFGHANISTAN

  

9.392

3.318

107

 

107

STRIJD TEGEN ISIS (ATF ME & CBMI)

6.474

1.874

3.425

867

519

 

519

Veiligheidsinzet in IRAK (CBMI & KAR)

11.827

8.365

15.083

19.650

18.329

10.000

8.329

NMI

268

239

317

517

1.286

 

1.286

MINUSMA

27.340

5.417

9.328

9.846

5.687

 

5.687

eFP LTU

37.212

27.540

44.129

34.063

31.372

36.000

‒ 4.628

MISSIES ALGEMEEN

3.314

5.477

4.579

2.439

13.517

17.300

‒ 3.783

Contributies

23.601

28.015

28.731

25.460

29.189

42.000

‒ 12.811

Snelle Inzetbare Capaciteiten (SIC)

7.727

5.921

5.073

3.012

9.849

 

9.849

Personeelszorg

 

6.611

748

1.769

1.733

3.100

‒ 1.367

EU ATALANTA

186

79

43

43

52

 

52

EUTM MALI

173

200

420

547

315

 

315

EU NAVFOR MED

185

15

24

43

0

 

0

EMASOH

 

10.057

417

441

324

 

324

EULPC

   

170

109

 

109

EUFOR Althea

   

2

4.966

 

4.966

EUMAM

    

9

 

9

UNTSO

838

661

502

875

650

900

‒ 250

UNDOF

183

226

57

66

47

 

47

UNIFIL

147

73

63

86

167

 

167

CMF

244

276

249

309

346

260

86

Compensatie Hawija

  

3.484

1.007

  

0

NLTC

64

55

36

67

87

 

87

FSE MIRAGE

2.429

1.308

1.688

1.507

44

 

44

OP FORTIS (Carrier Strike Group)

  

1.404

1.233

  

0

Task Force Takuba

  

184

725

113

 

113

USSC

459

303

343

386

496

 

496

AP BUL

   

6.248

1.748

 

1.748

MN AMDTF SVK

   

6.572

937

 

937

EFP ROU

   

11.247

13.577

19.000

‒ 5.423

eAP Polen

    

4.075

 

4.075

Mat Supp OEK

   

163.996

991.339

18.169

973.170

FO OEK

   

1.480

1.679

 

1.679

OP INTERFLEX

   

768

3.261

 

3.261

IDR-TEAM DJIBOUTI

   

8

  

0

NEO ISRAEL/LIBANON/CYPRUS

    

1.034

 

1.034

Beëindigde missies

961

136

3.136

119

  

0

Voorziening HGIS en gereserveerde bijdragen

     

68.244

‒ 68.244

Totale uitgaven aan missies

163.128

127.381

149.442

301.792

1.136.963

214.973

921.990

Capacity Building Mission Iraq (CBMI)

De hogere realisatie van CBMI is voornamelijk het gevolg van nagekomen facturen van Duitsland voor de Real Life Support (€ 4,2 miljoen) en de Verenigde Staten voor Base Life Support (€ 3,0 miljoen) voor het gebruik van Camp Bulldog. In het jaarverslag van 2022 werd al aangegeven dat de toenmalige lagere realisatie het gevolg was van het uitblijven van deze facturen. Daarnaast leiden een aantal kleinere posten tot € 1,1 miljoen hogere kosten.

United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission (MINUSMA)

De hogere realisatie is het gevolg van de laatste uitgaven voor de redeployment, transport and reset van personeel en materieel (€ 2,3 miljoen) na het vertrek uit Mali. Daarnaast zijn er ook nog na gekomen VN-facturen voor voeding en brandstof betaald (€ 3,4 miljoen).

Contributies

De post contributies omvat de Nederlandse contributiebijdragen aan Internationale Organisaties en samenwerkingsverbanden. Voorbeelden hiervan zijn de NAVO, de Alliance Operations & Missions (AOM), de EU, de European Peace Facilty (EPF) en de Strategic Airlift Capability (SAC) C-17. De contributiebijdrage aan SAC C-17 is € 3,2 miljoen lager dan in de MOU-afspraken is vastgelegd. In 2023 is minder contributie bij de deelnemende landen afgeroepen dan de plafondwaarde van de MOU. De contributiebijdrage aan AOM is € 9,3 miljoen lager dan de meerjarige raming. Door een lager budgettair plafond en door de reguliere vooruitbetaling eind 2022 voor het volgende begrotingsjaar, bedroeg de contributiebijdrage in 2023 slechts € 633 duizend. De contributiebijdrage aan EPF is € 0,3 miljoen lager dan geraamd. Het gaat hier om de contributiebijdrage aan de gemeenschappelijke kosten inzake de militaire operaties en missies van de EU.

SIC

De realisatie komt voort uit de Assured Access contracten als gevolg van de verkorting van de Notice To Move tijd ten behoeve van de gereedstelling van VJTF eenheden.

eFP Roemenië

De Technical Agreement behorende bij deze missies is later dan gepland getekend, waardoor kosten later zijn gefactureerd en in 2024 vallen.

Materiële steun Oekraïne

De materiële steun aan Oekraïne was beperkt toegekend ten tijde van de ontwerpbegroting. Gedurende 2023 is budget uit algemene middelen overgeheveld voor de te leveren steun naar de defensiebegroting. In het budgettair overzicht Oekraine (H3.6) is meer inzage gegeven in de uitgaven ten behoeve van de steun aan Oekraine.

Reservering Srebrenica arrest

In 2023 was er voor de civielrechterlijke regeling Srebrenica en de activiteiten voor Dutchbat III een bedrag van € 10,3 miljoen beschikbaar, gefinancierd vanuit de HGIS-eindejaarsmarge. Hiervan is is € 9,3 miljoen in 2023 gerealiseerd en is er een bedrag van € 1,0 miljoen teruggekomen in de voorziening BIV.

Ontvangsten

In 2023 is in artikel 1 Inzet € 76,4 miljoen ontvangen, hetgeen € 73,4 miljoen meer is dan begroot. Dit is het gevolg van de militaire steun aan Oekraïne. Deze steun wordt soms samen met andere landen georganiseerd, waarbij zij bijdragen aan de gezamenlijke aanschaf van materieel.

Nationale Inzet

Defensie voert taken uit ten behoeve van civiele overheden. De financiële middelen van deze taken zijn opgenomen in de verschillende begrotingsartikelen van Defensie. Deze taken zijn vastgelegd in wet- of regelgeving, inclusief ministeriële besluiten, convenanten of arrangementen. Onder deze taken vallen de taken van de KMar, de Kustwacht in Nederland en het Caribisch gebied, luchtruimbewaking, de Bijzondere Bijstandseenheden en de Explosieven Opruimingsdienst Defensie.

Tabel 5 Indicatieve Nationale Inzet

Grondslag/activiteit

Soort

Prognose

Realisatie

Explosieven opruiming

ruimingen

2.200

2.105

Explosieven opruiming Noordzee

ruimingen

55

23

Quick Reaction Alert (onderscheppingen luchtruim)

onderscheppingen

5

2

Strafrechtelijke handhaving rechtsorde (Politiewet)*

aanvragen

115

43

Handhaving openbare orde en veiligheid (Politiewet)

aanvragen

35

44

Wet Veiligheidsregio

aanvragen

25

9

Militaire steunverlening in het openbaar belang

aanvragen

40

9

KB 1987 inzet krijgsmacht in Aruba, Curacao en Sint Maarten - harde bijstand

aanvragen

25

13

KB 1987 inzet krijgsmacht in Aruba, Curacao en Sint Maarten - zachte bijstand

aanvragen

8

2

Wet BES

aanvragen

5

2

* duikassistentie wordt veelal uitgevoerd binnen deze grondslag/activiteit

   

Militaire bijstand en steunverlening (Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht)

Defensie verleent militaire bijstand (MB) voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid (OOV) en voor de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde (SHRO). Deze bijstand wordt zowel door de KMar geleverd als door andere eenheden van Defensie. Daarnaast wordt bijstand verleend in geval van een ramp of crisis, of de vrees voor het ontstaan daarvan (Wet Veiligheidsregio). Verder kan een civiele autoriteit/ Minister een beroep doen op militaire steunverlening in het openbaar belang (MSOB). Ook in het Caribische deel van het Koninkrijk worden door Defensie soortgelijke vormen van militaire bijstand en steunverlening verleend.

Toelichting Nationale Inzet

Defensie continueerde ook dit jaar diverse (nood)opvanglocaties voor evacuees uit Afghanistan, ontheemden uit Oekraïne en reguliere asielzoekers. Daarnaast levert Defensie jaarlijks ondersteuning in de vorm van luchtobservatiecapaciteit (UAS), searchcapaciteit, duikcapaciteit, CBRN-capaciteit en het opruimen van explosieven door de Explosieven Opruimingsdienst. Ook leverde Defensie militaire bijstand tijdens demonstraties en blokkades van snelwegen door Extinction Rebellion en militaire steunverlening in de vorm van specialistische waterboorcapaciteit voor het realiseren van calamiteiten(water)putten ter voorkoming van onbeheersbare natuurbranden. De KMAR levert personele capaciteit op en rondom het aanmeldcentrum Ter Apel ter handhaving van de openbare orde.

Tabel 6 Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK) (bedragen x €1000)
 

Realisatie

  

Begroting

Verschil

 

2021

2022

2023

2023

 

Uitgaven FNIK

     

- militaire bijstand en steunverlening regulier aanvragen

1.245

2.670

2.722

3.511

‒ 789

- militaire steunverlening (Nood)opvanglocaties

2.476

   

0

'- militaire steunverlening Testen en Vaccineren

0

1.768

  

0

- militaire bijstand en steunverlening ihkv COVID-19

1.654

171

  

0

Totaal

5.376

4.609

2.722

3.511

‒ 789

Ontvangsten FNIK

     

- militaire steunverlening (Nood)opvanglocaties

0

‒ 2.476

 

0

0

 

0

‒ 2.476

0

0

0

Overige inzet

In 2023 zijn in totaal 12 afgeronde Vessel Protection Detachment (VPD) inzetten uitgevoerd. Dat is lager dan voorheen, omdat het sinds 1 februari 2022 het voor rederijen mogelijk om onder voorwaarden gebruik te maken van maritieme beveiligingsbedrijven. Daarnaast zijn vanwege het negatieve vaaradvies in de Rode Zee eind 2023 een aantal geplande VPD-inzetten geannuleerd.

4.2 Artikel 2 Koninklijke Marine

A. Algemene doelstelling

De marine levert operationeel gerede maritieme expeditionaire capaciteit (zowel vloot als mariniers) voor maritieme gevechtsoperaties zoals onderzeebootbestrijding en amfibische operaties, maritieme veiligheidsoperaties zoals antidrugs- en antipiraterij-operaties, en maritieme assistentie bij bijvoorbeeld rampen en militaire bijstand. De marine kan zelfstandig wereldwijd operaties uitvoeren en kan ook samen optreden met de landmacht, luchtmacht, marechaussee, kustwacht en buitenlandse bondgenoten.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de marine alsmede de (mate van) gereedheid van maritieme eenheden. De marine is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van deze eenheden. De marine is inzetbaar voor zowel internationale als nationale taken.

C. Beleidsconclusies

De succesvolle inzet van de Marine Spearhead Task Unit (MSTU) in Soedan was een dankbare missie waarbij mariniers in goede samenwerking met CLSK en andere collega’s van Defensie en Buitenlandse Zaken (BZ) in een korte tijd vrijwel alle burgers konden evacueren. Hierbij is gebruik gemaakt van de lessons learned van de NEO Kabul. Ook zijn er zaken geïdentificeerd die ons in staat stellen het MSTU-concept te verbeteren zoals het eerder betrekken BZ op het uitvoerend niveau en de wijze waarop de redeployment wordt vormgegeven. In het najaar zijn mariniers en vlooteenheden ingezet bij OP ALTHEA, OP MISTRAL NEO Israël/Libanon en MARSOF-operaties. Nederlandse en Britse mariniers hebben met de operaties Interflex en Interforge in het Verenigd Koninkrijk gezamenlijk voor bijna 1.000 Oekraïense militairen trainingen verzorgd. De voorbereidingen voor INTERFORGE-3 zijn gestart. Samen met België is begonnen met het opleiden van Oekraïense militairen voor mijnenbestrijding.                                               

Dit jaar heeft de vloot actief deelgenomen aan de permanente NAVO-taakgroepen in de VJTF(M). De mijnenjagers Zr.Ms. Schiedam en Makkum maakten onderdeel uit van de Standing NATO Mine Countermeasures Group 1 en 2. Zr.Ms. Schiedam was vooral actief in de Oostzee, Noordzee en Atlantische Oceaan en nam deel aan Joint Warrior en Joint Viking. Zr.Ms. Makkum opereerde in de Middellandse Zee en was daarbij paraat voor het opsporen en vernietigen van mijnen in de Zwarte Zee. Het Luchtverdediging- en commando fregat (LCF) Zr.Ms. De Zeven Provinciën opereerde als onderdeel van Standing NATO Maritime Group ook in de Middellandse Zee. Een hoogtepunt daarbij was de samenwerking met de Franse Carrier Strike Group. Het LCF beschermde deze groep tegen luchtdreiging en nam deel aan een van de grootste Franse oefeningen van de afgelopen decennia. Zr.Ms. Van Amstel was inclusief NH90 helikopter actief in SNMG1 op de Atlantische Oceaan en speelde een belangrijke rol in Anti Submarine Warfare van het vlootverband. Daarbij heeft zij bijgedragen aan presence, assurance and deterrence operations in het kader van NAVO operatie Brilliant Shield. Tijdens de NAVO oefening BALTOPS 23 stonden luchtverdediging, mijnenbestrijding en amfibische operaties op het programma. Zr. Ms. Van Amstel, Makkum en Vlaardingen hebben hier aan deelgenomen. Zr. Ms. Tromp heeft tijdens de oefening Formidable Shield 2023 met eenheden van verschillende landen uitdagende scenario’s doorlopen, waarbij interoperabiliteit centraal stond. Daarnaast zijn Zr.Ms De Zeven Provinciën (ZPRV) en Van Amstel met de UK Carrier Strike Group ingezet voor NATO deterrence operaties in het noorden. Mariniers en vlooteenheden hebben na de Joint Arctic Training grootschalig deelgenomen aan de oefeningen Joint Warrior en Joint Viking in het noorden van Noorwegen. In Suriname vond de Jungle Warfare (Instructors) Course plaats en door mariniers uit de West is deelgenomen aan Caribbean Urban Warrior op Camp Lejeune (USA).

Dichter bij huis sloot de oefening Port Defender goed aan bij de actualiteit rondom de kritieke maritieme infrastructuur op en rond de Noordzee. Voor het uitvoeren van de permanente taak om potentiële dreigingen in de omgeving van het Nederlandse deel van de Noordzee in beeld te brengen, werkt het CZSK nauw samen met de Kustwacht. Om waakzaamheid te tonen voor het beschermen van vitale infrastructuur in de Noordzee worden met regelmaat Russische schepen door de Nederlandse Exclusieve Economische Zone (EEZ) begeleid. Daarnaast is het Seabed Security Experimentation Centre (SeaSEC) opgericht, waar in internationaal verband en in samenwerking met kennisinstituten en industrie het zicht op de zeebodem wordt vergroot.

Het CZSK organiseerde in augustus de oefening Sandy Coast 23, waarbij werd getraind in mijnenbestrijding en havenbescherming. Aan deze oefening deden ongeveer 500 militairen en meerdere schepen uit verschillende NAVO-landen zoals België, Duitsland, Canada, Polen en het jongste NAVO-lid Finland mee. Sandy Coast speelde zich voornamelijk af boven de Wadden en in de haven van Delfzijl.

Aan hoofdtaken 2 en 3 is invulling gegeven met onder andere 12 afgeronde Vessel Protection Detachments (VPD) inzetten voor het beschermen van koopvaardijschepen in kwetsbare gebieden, maritieme bijstand door de Defensie Duikgroep en het vernietigen van 23 explosieven op de Noordzee. Door achterblijvende realisatie van hydrografische zeedagen is de opname achterstand opgelopen. Bij operaties in de West is in 2023 ca. 13.000 kg drugs onderschept door het stationsschip in samenwerking met de US Coastguard. Sinds kort worden het DASH-8 patrouillevliegtuig (CZM-/KWCARIB) en de MQ 9 structureel geweigerd in de Venezolaanse FIR. Om escalatie te voorkomen wordt hieraan vooralsnog gehoor gegeven ondanks dat het internationaal rechtelijk geen stand houdt. De Nederlandse zaakgelastigde heeft hieromtrent een brief aan Venezuela overhandigd.

Het consolideren en verhogen van de OG blijft continu een opgave. De leverbetrouwbaarheid en voorraadniveaus zijn het afgelopen jaar verder verbeterd. Wel was sprake van een aantal onvoorziene tegenvallers, zoals het defect aan de voorstuwing van het JSS, Zr. Ms Karel Doorman. Het vervangingstraject van de transformatoren was aan het einde van het jaar afgerond. In 2023 is geen verbetering van de personele vulling opgetreden. Met de realisatie van 62% van de aanstellingsopdracht (tegen 68% in 2022) valt de werving van personeel tegen. Netto leidt dit tot krimp van de aantallen militair personeel (-90), het burgerbestand is daarentegen wel gegroeid (+180). De beoogde instroom voor het CSS Den Helder heeft ondanks grote belangstelling niet de benodigde bemanningsleden opgeleverd.

Sail Den Helder en de Marinedagen bleken een succesvolle combinatie om de marine voor het voetlicht te brengen. Tijdens de Marinedagen is de vernieuwde Memorandum of Understanding  voor de UK/NL Amphibious Force en de Statement of Intent aangaande samenwerking op het gebied van toekomstige scheepsbouw ondertekend door de Minister en haar Britse counterpart. Ook heeft de Staatssecretaris een bestuursakkoord gesloten met de provincie Noord-Holland en de gemeente Den Helder, waarin een gezamenlijk toekomstbeeld wordt geschetst van de ontwikkelingen in en rond de haven van Den Helder. Dit moet de duurzaamheid en betaalbaarheid van het vastgoed verbeteren en de medewerkers perspectief bieden op een betere leef- en werkomgeving.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 2 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Art.

Verplichtingen

977.958

1.108.335

1.027.350

994.610

1.072.034

1.034.161

37.873

         
 

Uitgaven

948.942

985.977

826.569

953.168

1.055.837

1.017.361

38.476

         
 

Apparaatsuitgaven

729.240

750.088

782.303

892.563

953.227

948.855

4.372

         

2.2

Apparaatsuitgaven

729.240

750.088

782.303

892.563

953.227

948.855

4.372

 

Personele uitgaven

692.094

724.614

766.079

873.474

925.309

916.922

8.387

 

Eigen personeel

637.195

677.897

720.472

793.283

833.575

846.692

‒ 13.117

 

Externe inhuur

10.112

13.541

10.395

8.594

7.394

2.276

5.118

 

Overige personele exploitatie

44.787

33.176

35.212

46.325

56.142

37.469

18.673

 

Kustwacht NL

0

0

0

9.291

9.517

7.946

1.571

 

Kustwacht CARIB

0

0

0

15.981

18.681

22.539

‒ 3.858

 

Materiële uitgaven

37.146

25.474

16.224

19.089

27.918

31.933

‒ 4.015

 

Instandhouding IT

840

1.211

0

0

0

0

0

 

Instandhouding Infrastructuur

7.093

3.859

0

0

0

0

0

 

Overige materiële exploitatie

29.213

20.404

16.224

17.320

25.951

28.200

‒ 2.249

 

Kustwacht NL

0

0

0

36

40

40

0

 

Kustwacht CARIB

0

0

0

1.733

1.927

3.693

‒ 1.766

         
 

Programmauitgaven

219.702

235.889

44.266

60.605

102.610

68.506

34.104

         

2.1

Programmauitgaven

219.702

235.889

44.266

60.605

102.610

68.506

34.104

 

Opdrachten

219.702

235.889

44.266

60.480

102.563

68.506

34.057

 

Gereedstelling

30.038

33.208

44.266

20.654

25.068

17.270

7.798

 

Instandhouding materieel

189.664

202.681

0

0

0

0

0

 

Kustwacht NL

0

0

0

36.695

74.794

36.741

38.053

 

Kustwacht CARIB

0

0

0

3.131

2.701

14.495

‒ 11.794

 

(Schade)vergoeding

0

0

0

125

47

0

47

 

Schadevergoeding overig

0

0

0

116

47

0

47

 

Kustwacht Carib

0

0

0

9

0

0

0

         
 

Ontvangsten

60.559

28.090

17.682

14.214

11.054

10.881

173

E. Toelichting op de instrumenten

De posten met een verschil groter dan € 10 miljoen of noemenswaardige verschillen worden hieronder nader toegelicht.

Verplichtingen

Ten opzichte van de ontwerpbegroting is er voor € 37,9 miljoen meer aan verplichtingenbudget gerealiseerd. Dit wordt met name veroorzaakt door de bijna evenredige verhoging van de uitgaven.

Uitgaven

Personele uitgaven

Binnen personele uitgaven is per saldo € 8,4 miljoen meer besteed dan in de ontwerpbegroting is aangegeven. De lagere uitgaven binnen het eigen personeel (€ 13,1 miljoen) is een combinatie van hogere uitgaven door het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021-2023 en lagere uitgaven i.v.m. personeelstekorten waarbij het budget is ingezet voor hogere uitgaven aan externe inhuur, hogere uitgaven aan overige personele uitgaven en het oplossen van defensiebrede problematiek als brandstof en energie. De hogere uitgaven binnen de Overige personele uitgaven (18,7 miljoen) is ondermeer de oorzaak van een gewijzigde procedure bij het reisbureau van Defensie (VCK Travel), voor doorbelasting van reis- en verblijfskosten bij oefeningen. Verder zijn er hogere uitgaven gemaakt voor onder andere opleidingen en alternatieve personele capaciteit zoals het HR-ecosysteem.

Opdrachten

Binnen opdrachten is per saldo € 34,1 miljoen meer besteed dan in de ontwerpbegroting is aangegeven. Dit wordt onder meer veroorzaakt door hogere uitgaven binnen Kustwacht NL (€ 38,1 miljoen). Deze zijn onder andere gemaakt voor het gereedstellen en inzetten van de Emergency Towing Vessels op de Noordzee (€ 17,8 miljoen) en uitgaven aan de Luchtverkenning (€ 22,3 miljoen).

Naast de hogere uitgaven van Kustwacht NL staan de lagere uitgaven van Kustwacht CARIB ter waarde van € 11,8 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door de bijdrage aan de uitgaven voor het leasen van vliegtuigen voor de Kustwacht CARIB. Deze bijdrage komt tot realisatie binnen het Defensiematerieelbegrotingsfonds waardoor de uitgaven lager uitvallen.

Het resterende verschil wordt veroorzaakt door kleinere verschuivingen binnen dit artikelonderdeel.

Groene Draeck

De Groene Draeck is in 1957 door de Nederlandse bevolking aan toenmalig kroonprinses Beatrix geschonken. De Staat gaf bij deze gelegenheid mede het onderhoud van de Groene Draeck als geschenk. De kosten voor het onderhoud aan de Groene Draeck worden begroot en verantwoord bij het Ministerie van Defensie zolang Prinses Beatrix gebruik maakt van de Groene Draeck. In de planperiode 2021 t/m 2025 is maximaal € 435.000 beschikbaar voor onderhoud, waarbij de daadwerkelijke uitgaven kunnen fluctueren over de jaren heen. Er is voor het benodigde meerjarige groot onderhoud inmiddels € 244.699 aan onderhoudskosten gemaakt. Dit meerjarig onderhoud wordt door tussenkomst van de Dienst van het Koninklijk Huis (DKH) bij een specialistische werf uitgevoerd. De in 2023 door Defensie gedragen kosten voor het in uitvoering zijnde meerjarige onderhoud van de Groene Draeck zijn € 120 duizend. Van het totaal beschikbare onderhoudsbudget tot en met 2025 resteert € 70.301. De meerkosten in de planperiode boven de € 435.000 voor het onderhoud aan de Groene Draeck komen voor rekening van de eigenaresse.

4.3 Artikel 3 Koninklijke Landmacht

A. Algemene doelstelling

De Koninklijke Landmacht stelt operationele eenheden gereed om bij te dragen aan de strategische afschrikking voor NATO. Indien nodig voeren grondeenheden onder de zwaarste omstandigheden, met mensen, door mensen en tussen mensen, gevechtsoperaties uit om Nederland en het bondgenootschappelijk grondgebied te verdedigen. De landmacht draagt met expeditionaire missies bij aan het bevorderen van de internationale veiligheid en rechtsorde en ondersteunt civiele autoriteiten bij crises- en rampenbestrijding en het verlenen van humanitaire hulp.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de landmacht alsmede de mate van gereedheid van de grondgebonden eenheden. De landmacht is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en instandhouden van de eenheden. De landmacht is inzetbaar voor zowel internationale als nationale taken.

C. Beleidsconclusies

Sinds de invasie van Rusland in Oekraïne staan landmachteenheden in verhoogde staat van gereedheid. In het bijzonder stond de NATO Very High Readiness Joint Task Force (VJTF), bestaande uit onder andere 2.800 landmacht-militairen, op stand-by als snelle reactiemacht. Ook in 2023 ondersteunde de landmacht de Oekraïense krijgsmacht door essentiële wapens, munitie en materieel te leveren en opleidingen en trainingen te verzorgen voor Oekraïense militairen. Voorbeelden hiervan zijn de operatie Interflex en European Union Military Assistance Mission Ukraine. Als onderdeel van de NATO Enhanced Forward presence (eFP) is een Duits-Nederlandse battlegroup permanent in Litouwen geplaatst.

Onder NAVO, EU, VN en nationale vlag werden landmachteenheden in 2023 ingezet in o.a. Libanon/Israël, Jordanië, Qatar, Koeweit, Sudan en Litouwen. Deelname aan missies in o.a. Burkina Faso, Tunis en Mali zijn in 2023 beëindigd.

Landmachteenheden voerden in 2023 continue een veelvoud aan nationale operaties, militaire steunverleningen en bijstand in het kader van handhaving van de rechtsorde, openbare orde en veiligheid uit. In het bijzonder ondersteunde de landmacht de politie bij de extra beveiligde rechtbank en de veiligheidsregio’s bij gespecialiseerde doorzoekingen. In het kader van Host Nation Support ondersteunde de landmacht verschillende strategische verplaatsingen van internationale eenheden over Nederlands grondgebied.

Daarnaast ondersteunde de landmacht zoals elk jaar vele herdenkingen zoals Bevrijdingsdag, de Vierdaagse in Nijmegen en Prinsjesdag.

Missies en oefeningen stonden veelvuldig in het teken van internationale militaire samenwerking. In het bijzonder heeft de landmacht op vele gebieden samengewerkt met strategische partners Duitsland, Engeland, Frankrijk, de Verenigde Staten, België, Luxemburg en Noorwegen. Daarnaast is Litouwen een operationele partner en bestaat hernieuwde samenwerking met Suriname. De intensieve samenwerking met Duitsland blijft uniek in de wereld. Ook in 2023 zijn grote stappen gezet, waaronder het onder bevelstellen van de derde en daarmee laatste Nederlandse brigade bij een Duitse divisie. Deze samenwerking is bovenal gericht op het integraal gereedstellen voor hoofdtaak 1 van de krijgsmacht, zodat conform NATO-plannen in grote verbanden kan worden opgetreden. Ondanks deze diepgaande internationale samenwerking blijft de inzet van Nederlandse eenheden een nationaal soeverein besluit.

Voor de gereedstelling van operationele eenheden vond een veelvoud aan grote en kleine oefeningen plaats in binnen- en buitenland. Voorbeelden van internationale en NATO-oefeningen zijn: Noble Jump, Steadfast Jupiter, Falcon Spring, Swift Response, Falcon Autumn, Schneller Degen, Furious Hunter, White Horse Arena, Black Horse en Flintlock. In de aanloop naar de start in 2025 is het nieuwe NATO Force Model (NFM) leidend voor de gereedstelling van de landmacht.

De vele inzetten en opdrachten, waaronder de voortdurende steun aan Oekraïne, in combinatie met de druk op de eigen personele en materiële gereedheid, zorgden ondanks alle krijgsmachtbrede inspanningen en investeringen voor beperkte verhoging van de operationele gereedheid van de landmacht.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 3 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Art.

Verplichtingen

1.571.278

1.576.567

1.402.621

1.611.486

1.745.807

1.696.487

49.320

         
 

Uitgaven

1.497.067

1.594.098

1.368.102

1.599.669

1.748.423

1.696.487

51.936

         
 

Apparaatsuitgaven

1.255.612

1.248.689

1.316.611

1.515.327

1.666.884

1.605.530

61.354

         

3.2

Apparaatsuitgaven

1.255.612

1.248.689

1.316.611

1.515.327

1.666.884

1.605.530

61.354

 

Personele uitgaven

1.151.310

1.225.482

1.291.079

1.489.214

1.635.208

1.573.453

61.755

 

Eigen personeel

1.069.948

1.159.863

1.223.200

1.404.130

1.536.328

1.502.045

34.283

 

Externe inhuur

12.662

13.238

10.864

13.075

20.211

8.290

11.921

 

Overige personele exploitatie

68.700

52.381

57.015

72.009

78.669

63.118

15.551

 

Materiële uitgaven

104.302

23.207

25.532

26.113

31.676

32.077

‒ 401

 

Instandhouding infrastructuur

0

701

0

0

0

0

0

 

Instandhouding IT

0

2

0

0

0

0

0

 

Overige materiële exploitatie

104.302

22.504

25.532

26.113

31.676

32.077

‒ 401

         
 

Programmauitgaven

241.455

345.409

51.491

84.342

81.539

90.957

‒ 9.418

         

3.1

Programmauitgaven

241.455

345.409

51.491

84.342

81.539

90.957

‒ 9.418

 

Opdrachten

241.455

345.409

51.491

84.223

81.169

90.957

‒ 9.788

 

Gereedstelling

61.578

46.560

51.491

84.223

81.169

90.957

‒ 9.788

 

Instandhouding materieel

179.877

298.849

0

0

0

0

0

 

(Schade)vergoeding

0

0

0

119

370

0

370

 

Schadevergoeding overig

0

0

0

119

370

0

370

         
 

Ontvangsten

13.380

8.662

5.967

11.521

6.720

8.054

‒ 1.334

E. Toelichting op de instrumenten

De posten met een verschil groter dan € 10 miljoen of noemenswaardige verschillen worden hieronder nader toegelicht.

Verplichtingen

De verplichtingen zijn € 49,3 miljoen hoger uitgevallen dan begroot. Deze verhoging hangt nauw samen met de hogere uitgaven die hieronder worden toegelicht.

Uitgaven

De uitgaven zijn € 51,9 miljoen hoger ten opzichte van de vastgestelde begroting. Het belangrijkste verschil is de personele uitgaven en dit wordt hieronder toegelicht.

De personele uitgaven zijn € 61,8 miljoen hoger uitgevallen dan begroot. Hiervan is € 34,3 miljoen voor eigen personeel. De in omvang voornaamste oorzaken hiervoor zijn de hogere uitgaven voor de nieuwe arbeidsvoorwaarden met circa € 70 miljoen en lagere uitgaven vanwege het personeelstekort met ongeveer € 50 miljoen. Daarnaast zijn de pensioenafdrachten gestegen. Voor de inhuur van extern personeel is € 11,9 miljoen meer gerealiseerd dan begroot. Door ondervulling bij het eigen personeel van het CLAS zijn meer functies gevuld door inhuur van personeel. Ten slotte zijn de uitgaven voor de overige personele exploitatie € 15,6 miljoen hoger uitgevallen dan begroot. De belangrijkste reden hiervoor is dat het CLAS de opleidingscapaciteit heeft vergroot.

4.4 Artikel 4 Koninklijke Luchtmacht

A. Algemene doelstelling

De Koninklijke Luchtmacht is een modern en technologisch krijgsmachtdeel dat wereldwijd actief is en paraat staat om op ieder moment, waar ook ter wereld Air- en Spacepower te leveren. De luchtmacht ondersteunt alle drie de hoofdtaken van Defensie: verdedigen van eigen en bondgenootschappelijk grondgebied, beschermen van internationale rechtsorde en ondersteunen van civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp. In Nederland zorgt ze voor veiligheid van en vanuit de lucht door onder andere bewaking en verdediging van het luchtruim. Hiervoor beschikt het krijgsmachtdeel over hooggekwalificeerd personeel, vliegtuigen, helikopters en andere systemen.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en de samenstelling van de luchtstrijdkrachten en van de mate van gereedheid van de luchtstrijdkrachten. Het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van de lucht- en grondgebonden capaciteiten van CLSK om te allen tijde inzetbaar te zijn voor alle drie de hierboven genoemde hoofdtaken.

C. Beleidsconclusies

De luchtmacht is het hele jaar op verschillende fronten ingezet. Het begon met de eerste inzet van F-35s in Polen in het kader van het Air Shielding Directive van AIRCOM. Daarnaast is het National Datalink Management Cell (NDMC) voor het eerst stand-alone ingezet. Zij hebben een bescheiden detachement geleverd dat toegevoegd is aan de reeds aanwezige delegatie in Litouwen in het kader van enhanced Forward Presence (eFP). Ook de geëmbarkeerde NH90’s zijn met onze partner CZSK doorlopend op zee geweest. Daarnaast is de MQ-9 gedurende 2023 ingezet op Hato (Curaçao) om de Operational Training & Evaluation (OT&E) af te ronden door een concept of employment voor Intelligence, Surveillance and Reconnaisance (ISR)-operaties te doorlopen. De rode draad van het afgelopen jaar is de inzet van de C-130 en bijbehorende aeromedische crews. Zij hebben met een korte notice-to-move inzet geleverd voor opvolgend de humanitaire hulp in Turkije, de Non-combattant Evacuation Operation (NEO) in Sudan en tot slot stonden zij stand-by in Cyprus voor een eventuele NEO in Israël en Libië. De luchtmacht heeft, samen met de CLAS, host nation support geleverd ten behoeve van Atlantic Resolve. Op het gebied van Space heeft Nederland samen met Noorwegen 2 satellieten gelanceerd binnen het Milspace 2 programma. Ook is de Norsat TD gelanceerd met aan boord een door TNO ontwikkelde lasercom terminal.

Om te trainen en te oefenen heeft de luchtmacht afgelopen jaar deelgenomen aan verschillende (inter)nationale oefeningen. Tijdens de oefening Cold Response zijn bemanningen van zowel NH90 als Cougar getraind in het maritieme domein. Daarnaast zijn de reguliere schietseries met Apaches en Chinooks in Duitsland en joint oefening Falcon Spring doorlopen. Voor de NDMC en de luchtgevechtsleiders was Joint Project Optic Windmill (JPOW) weer waardevolle training. Tevens hebben de F-16’s voor het laatst deelgenomen aan Steadfast Noon en Frisian Flag. Tot slot heeft divers personeel deelgenomen aan de Command Post Exercise en Computer Assisted Exercise (CPX/CAX) Steadfast Jupiter 2023 bij AIRCOM.

Parallel aan inzet en gereedstellen heeft de luchtmacht verdere stappen gezet op het gebied van transitie naar een duurzame organisatie met moderne wapensystemen. De eerste Apache type E is aangekomen op Vliegbasis Woensdrecht, de laatste (nieuwe) Chinook type F is geleverd aan DHC en de Multi Ship Multi Type (MSMT) simulatoren zijn gearriveerd op DHC. Daarnaast is het MQ9 type certificaat rond en is de F-35 on track om de Quick Reaction Alert (QRA) taken van de F-16 in 2024 over te nemen. Tenslotte zijn de eerste processtappen gezet richting doorontwikkeling naar een Operationeel Hoofdkwartier (OHK) en in de transitie van het National Air and Space Operations Center (NASOC). 

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 4 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Art.

Verplichtingen

967.155

887.150

610.043

701.883

875.278

778.887

96.391

         
 

Uitgaven

873.248

927.222

701.882

757.147

808.233

778.887

29.346

         
 

Apparaatsuitgaven

594.389

640.776

681.912

734.786

781.773

756.047

25.726

         

4.2

Apparaatsuitgaven

594.389

640.776

681.912

734.786

781.773

756.047

25.726

 

Personele uitgaven

538.723

608.607

661.032

710.822

741.530

730.028

11.502

 

Eigen personeel

479.371

513.865

534.128

582.968

629.584

640.330

‒ 10.746

 

Externe inhuur

5.997

7.649

6.658

4.711

12.504

0

12.504

 

Overige personele exploitatie

53.355

87.093

120.246

123.143

99.442

89.698

9.744

 

Materiële uitgaven

55.666

32.169

20.880

23.964

40.243

26.019

14.224

 

Instandhouding infrastructuur

0

1.938

0

0

0

0

0

 

Overige materiële exploitatie

55.666

21.342

20.880

23.964

40.243

26.019

14.224

 

Instandhouding IT

0

8.889

0

0

0

0

0

         
 

Programmauitgaven

278.859

286.446

19.970

22.361

26.460

22.840

3.620

         

4.1

Programmauitgaven

278.859

286.446

19.970

22.361

26.460

22.840

3.620

 

Opdrachten

278.859

286.446

19.970

22.348

26.422

22.840

3.582

 

Gereedstelling

21.231

18.553

19.970

22.348

26.422

22.840

3.582

 

Instandhouding materieel

257.628

267.893

0

0

0

0

0

 

(Schade)vergoeding

0

0

0

13

38

0

38

 

Schadevergoeding overig

0

0

0

13

38

0

38

         
 

Ontvangsten

13.799

10.452

14.486

19.459

15.155

12.111

3.044

E. Toelichting op de instrumenten

De posten met een verschil groter dan € 5 miljoen of noemenswaardige verschillen worden hieronder nader toegelicht.

Verplichtingen

De gerealiseerde verplichtingen overstijgen de initiële verplichtingen uit de verplichtingenbegroting met € 96,4 miljoen. Dit wordt onder andere veroorzaakt door het aangaan van nieuwe contracten voor vliegeropleidingen en vliegtuiggerelateerde technische opleidingen (€ 40 miljoen) binnen de uitgavencategorie Overige personele exploitatie. Deze contracten kennen een meerjarig karakter onder het construct van Foreign Military Sales en zijn aan prijsontwikkeling onderhevig, wat tot uitdrukking komt in de hoge verplichtingenstand. De behoefte aan Externe inhuur is in 2023 gestegen als gevolg van de personele ondervulling bij het CLSK (€ 16 miljoen), hierdoor zijn er meer inhuur contracten afgesloten. Er is sprake van een overrealisatie op de Gereedstelling. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het aangaan van een aanvullend contract, vanwege operationele noodzaak, voor de Targeting Support Cell (TSC, € 7 miljoen). De TSC ontwikkelt targeting producten en beheert hoog gerubriceerde targeting data. Binnen de Overige materiele exploitatie is voor de Data Science Cell een big data contract afgesloten (€5 miljoen) en er is een verplichting aangegaan voor een MRTT Simulator (€12 miljoen), welke beide hebben geleid tot overrealisatie.

Uitgaven

De onderrealisatie op Eigen personeel is voornamelijk het gevolg van ondervulling bij het CLSK. Door deze ondervulling zijn meer functies gevuld door inhuur van personeel. Inhuur is een duurdere oplossing dan eigen personeel, waardoor op Externe inhuur € 12,5 miljoen meer is gerealiseerd dan begroot. Door meer buitenlandse oefeningen, o.a. met de F-35 aan de oostflank van Europa, de MQ-9 in het Caribisch gebied en de intensivering van opleidingen en trainingen na de Coronajaren, is het budget binnen de Overige personele exploitatie overschreden. Ook heeft een gewijzigde procedure bij het reisbureau van Defensie (VCK Travel), voor doorbelasting van reis- en verblijfskosten bij oefeningen, bijgedragen aan een hogere realisatie. In zijn totaliteit is dit budget met € 9,7 miljoen overschreden.

De voornaamste reden dat is overgerealiseerd op de Overige materiele exploitatie komt door een versnelde bijdrage aan de NATO Support and Procurement Agency (NSPA), ten behoeve van een MRTT Simulator (€12 miljoen).

Ontvangsten

In 2023 zijn de ontvangsten € 3 miljoen hoger uitgevallen dan geraamd. Dit komt enerzijds door uitgestelde betalingen voor het medegebruik van Eindhoven Airport die in 2023 zijn ontvangen en anderzijds door ontvangsten op een eerder afgesloten FMS-case. Daarnaast is er subsidie ontvangen voor European Civil Protection and Humanitarian Air Operations.

4.5 Artikel 5 Koninklijke Marechaussee

A. Algemene doelstelling

De Koninklijke Marechaussee (KMar) waakt over de veiligheid van Nederland en het Caribisch gedeelte van het Koninkrijk der Nederlanden. Wereldwijd wordt de marechaussee ingezet op plaatsen van strategisch belang. Van koninklijke paleizen tot aan de buitengrenzen van Europa. Van luchthavens in Nederland en het Caribisch gebied tot oorlogs- en crisisgebieden overal ter wereld. De marechaussee heeft 3 hoofdtaken:

  • 1. Grenspolitietaak;

  • 2. Bewaken en beveiligen;

  • 3. (Inter)nationale en militaire politie(zorg)taken.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is beheersverantwoordelijk en verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang, samenstelling en de vereiste mate van gereedheid van de KMar. De uitvoering is opgedragen aan de KMar. Het gezag over de KMar berust bij meerdere ministeries. Afhankelijk van de betreffende taak zijn dat de ministeries van Justitie en Veiligheid (inclusief de Directoraat-Generaal Migratie, het Openbaar Ministerie en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid), Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Defensie.

In artikel 4 van de Politiewet wordt de KMar de onderstaande taken opgedragen:

  • Het waken over de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis, in samenwerking met andere daartoe aangewezen organen;

  • De uitvoering van de politietaak ten behoeve van Nederlandse en andere strijdkrachten en internationale militaire hoofdkwartieren en de personen behorende tot die strijdkrachten en hoofdkwartieren;

  • De uitvoering van de politietaak op de luchthaven Schiphol en op de andere door de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Defensie aangewezen luchtvaartterreinen en de beveiliging van de burgerluchtvaart;

  • De verlening van bijstand alsmede de samenwerking met de politie krachtens deze wet, daaronder begrepen de assistentieverlening aan de politie bij de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit, het bewaken en beveiligen van objecten en diensten en het waken over de veiligheid van aangewezen personen als bedoeld in artikel 42, eerste lid, onder c;

  • De uitvoering van de politietaak op plaatsen onder beheer van Onze Minister van Defensie, op verboden plaatsen die krachtens de Wet bescherming staatsgeheimen ten behoeve van de landsverdediging zijn aangewezen en op het terrein van de ambtswoning van Onze Minister-President;

  • De uitvoering van de bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000 opgedragen taken, waaronder begrepen de bediening van de daartoe door Onze Minister voor Immigratie en Asiel aangewezen doorlaatposten en het, voor zover in dat verband noodzakelijk, uitvoeren van de politietaak op en nabij deze doorlaatposten, alsmede het verlenen van medewerking bij de aanhouding of voorgeleiding van een verdachte of veroordeelde;

  • De bestrijding van mensensmokkel en van fraude met reis- en identiteitsdocumenten;

  • Het in opdracht van Onze Minister en Onze Minister van Defensie ten behoeve van De Nederlandsche Bank N.V. verrichten van beveiligingswerkzaamheden.

De Militaire Politiezorgtaak (art 4 lid 1 b PW) wordt zowel nationaal als internationaal en tijdens missies, oefeningen en andere inzet uitgevoerd. Door de uitvoering van deze taken levert de KMar een continue bijdrage aan de veiligheid van de Staat en de integriteit van de Krijgsmacht.

C. Beleidsconclusies

De marechaussee heeft in 2023 een bijdrage geleverd aan de hoofdtaken van Defensie en heeft uitvoering kunnen geven aan de aan haar opgedragen taken. De KMar heeft in 2023 met diverse onderdelen deelgenomen aan grote en kleine internationale operaties. Als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen is in 2023 wederom veel inzet gevraagd van de KMar, zoals de evacuatie-operatie in Sudan, de bezoeken van president Zelensky aan Nederland, de diverse missies van het forensisch onderzoeksteam in Oekraïne en een Non-combatant Evacuation Operations (NEO) - inzet vanwege de opgelaaide onlusten in de regio Israël en Gaza.

Grenspolitietaak

Het grensproces is volgens de Schengengrenscode uitgevoerd. Er zijn geen noemenswaardige knelpunten in de uitvoering geweest. Wel heeft steunverlening aan de Brigade Grensbewaking op Schiphol geleid tot verdringingseffecten op andere taakvelden. 

Bewaken en beveiligen

Alle taken zijn uitgevoerd volgens de geldende begeleidings- en beveiligingsconcepten. De KMar heeft een contingent Persoonsbeveiliging Binnenland (PBB) opgericht. De KMar, Nationale Politie en NCTV hebben, mede naar aanleiding van de bevindingen in het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV), het Landelijk Coördinatiecentrum (LCC) opgericht. Het doel is om in aansluiting bij de dreiging en hierbij passende beveiligingsconcepten en –pakketten een flexibelere, gezamenlijke inzet te kunnen doen. Met het inrichten van een gezamenlijk coördinatiecentrum wordt zorggedragen voor een optimale inzet van deze concepten en pakketten in de uitvoering.

(lnter)nationale en militaire politie(zorg)taken (IMPT)

Om bij te dragen aan de inzetbaarheidsdoelen van Defensie heeft de KMar de capaciteit (lnter)nationale en militaire politie(zorg)taken operationeel gereed. Voor Militaire Politiezorg (MPZ) geldt onverminderd dat de KMar een bijdrage levert aan de integriteit van de krijgsmacht. Als gevolg van verdringing, door onder andere inzet bij de Eurostar treinen, het inrichten van de derde Identificatie & Registratie straat, steunverlening aan Schiphol en het verlenen van bijstand aan de Nationale Politie bij de opvang van vluchtelingen in Noord-Nederland heeft er geen groei in geplande inzet MPZ plaatsgevonden.

Internationale inzet

De KMar heeft in 2023 voldaan aan de operationele gereedheid (OG)-norm van 153 vte ten behoeve van expeditionaire taken. Het Crowd Riot Control (CRC) peloton is niet ingezet voor specifieke opdrachten. De KMar is wel in staat om CRC-capaciteit te leveren wanneer daarom gevraagd wordt. De Close Protection Teams hebben in 2023 alle taken binnen de persoonsbeveiliging conform het geldende beveiligingsconcept uitgevoerd.

In 2023 is tweemaal een onderzoeksteam naar Oekraïne afgereisd om, onder verantwoordelijkheid van het International Criminal Court (ICC), forensisch onderzoek te doen naar mogelijke oorlogsmisdaden in Oekraïne. Het opsporingsteam is daarbij ondersteund door andere defensieonderdelen. Door het opgelaaide conflict in de regio Israël en Gaza is de spanning aldaar gestegen. De KMar heeft deelgenomen aan een Non-combatant Evacuation Operations (NEO) - inzet vanaf Cyprus en Egypte.

Grenade 29 / IV KMar

Informatie voorziening (IV) is hét wapensysteem van de KMar en hiermee de randvoorwaarde om informatiegestuurd en veilig op te kunnen treden. In 2023 was er nog sprake van onvoldoende realisatievermogen om alle ambities en projecten gekoppeld aan Grenade-29 / IV KMar uit te voeren. Er zijn wel tussenresultaten bereikt, die helpen om de achterstanden in te lopen. Ook zijn voorbereidingen getroffen voor de verdere doorontwikkeling. De ingezette uitbreidingen en vernieuwingen zullen echter pas in 2024 tot effect leiden. Daardoor is scherpe prioritering nog steeds noodzakelijk en worden operationele werkzaamheden nog regelmatig gehinderd door de verouderde IT.

Grenzen en Veiligheid

Op het gebied van Grenzen en Veiligheid speelt een aantal ontwikkelingen als gevolg van nieuwe EU-wetgeving die op termijn consequenties zullen hebben op o.a. de systemen van alle betrokken partijen, waaronder de KMar. Het afgelopen jaar zijn de wijzigingen in het Schengen Informatiesysteem (SIS) gerealiseerd. De komende jaren zal het gaan om de invoering van een Europees In- en Uitreissysteem (EES), een Europees Informatie- en Reisautorisatiesysteem (ETIAS) (inclusief het opzetten van een ETIAS National Unit (ENU) door de KMar), de voorstellen voor aanpassing van EURODAC, het Visum Informatiesysteem (EUVIS) (waarbij de taak van de VIS Designated Authority (VDA) in Nederland is belegd bij de KMar) en de Interoperabiliteit tussen deze systemen. Binnen de Europese Unie heeft er een vertraging plaatsgevonden, waardoor de volledige Europese planning is verschoven. In 2023 lag de focus met name op de zo optimaal mogelijke voorbereiding op de implementatie van EES, welke op Europees niveau is vertraagd tot Q4 2024, en op het mitigeren van de effecten van deze vertraging op deze en de andere verordeningen. Daarnaast is gewerkt aan de aanpassingen in de basisgrenssystemen ten behoeve van de invoering van deze verordeningen.

Eurostar

De KMar is volgens planning in oktober 2020 gestart met de grenscontroles op Amsterdam- en Rotterdam Centraal ten behoeve van twee Eurostartreinen. Per 22 december 2022 is er opgeschaald naar vier treinen per dag. Door het Ministerie van Justitie en Veiligheid zijn de benodigde structurele middelen beschikbaar gesteld. Operationeel gezien loopt het proces rond Eurostar zonder problemen.

Combat Support MP eskadron

De uitbreiding van de marechaussee met een eskadron dat gespecialiseerd is in de militaire politietaken in het hoogste geweldsspectrum is in voorbereiding. Het reorganisatietraject loopt en richt zich op het operationeel zijn van het eskadron in 2027.

Militaire mobiliteit

Voor het eerst sinds jaren heeft de KMar vanuit de Militaire Politiezorg-taak weer militaire kolonnes begeleid tijdens de verplaatsing voor oefening Furious Hunter van 13 Lichte Brigade. Hierbij zijn deze verplaatsingen ook afgestemd met het Kommando Feldjäger waardoor een vloeiende grensoverschrijding mogelijk werd. Ook is samengewerkt met CLAS aan de uitwerking van de wijze van optreden van de Nationale Reserve (NATRES) en KMar bij de bescherming van vitale militaire infrastructuur en processen.

Capaciteit voor bijstand

Het plan om tussen 2023 en 2027 de (opschaalbare) capaciteit voor bijstand aan civiele autoriteiten te vergroten, is vertraagd. De gereedstelling van deze eenheid wordt in 2029 verwacht waardoor ook het plan, de (opschaalbare) capaciteit voor bijstand aan civiele autoriteiten te vergroten, vertraging oploopt.

Implementatie Cyber Uitvoeringsplan

De KMar geeft als onderdeel van het versterken van de defensiebrede cybercapaciteiten uitvoering aan het programma Cyber Transitie. Dit programma heeft een aantal hoofdonderwerpen geïdentificeerd die projectmatig uitgewerkt gaan worden, namelijk: Cyber in de Operatie, Digital Fit, Passend HR Beleid voor een digitaliserende organisatie, Werken met Data, Juridische kaders en Ethische kaders.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 5 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Art.

Verplichtingen

459.737

481.437

501.168

576.983

632.220

614.826

17.394

         
 

Uitgaven

460.387

482.825

501.802

569.037

626.304

614.826

11.478

         
 

Apparaatsuitgaven

455.336

476.448

497.328

563.687

619.806

608.674

11.132

         

5.2

Apparaatsuitgaven

455.336

476.448

497.328

563.687

619.806

608.674

11.132

 

Personele uitgaven

440.314

462.232

484.265

544.365

605.211

586.255

18.956

 

Eigen personeel

398.462

435.912

451.984

509.945

562.938

560.266

2.672

 

Externe inhuur

14.296

6.484

7.518

6.969

10.101

3.478

6.623

 

Overige personele exploitatie

27.556

19.836

24.763

27.451

32.172

22.511

9.661

 

Materiële uitgaven

15.022

14.216

13.063

19.322

14.595

22.419

‒ 7.824

 

Instandhouding infrastructuur

0

533

0

0

0

0

0

 

Instandhouding IT

0

203

0

0

0

0

0

 

Overige materiële exploitatie

15.022

13.480

13.063

19.322

14.595

22.419

‒ 7.824

         
 

Programmauitgaven

5.051

6.377

4.474

5.350

6.498

6.152

346

         

5.1

Programmauitgaven

5.051

6.377

4.474

5.350

6.498

6.152

346

 

Opdrachten

5.051

6.377

4.474

5.123

6.414

6.152

262

 

Gereedstelling

4.974

5.167

4.474

5.123

6.414

6.152

262

 

Instandhouding materieel

77

0

0

0

0

0

0

 

(Schade)vergoeding

0

0

0

227

84

0

84

 

Schadevergoeding overig

0

0

0

227

84

0

84

         
 

Ontvangsten

12.478

8.463

8.199

6.205

8.923

4.459

4.464

E. Toelichting op de instrumenten

De posten met een verschil groter dan € 5 miljoen of noemenswaardige verschillen worden hieronder nader toegelicht.

De gerealiseerde verplichtingen zijn € 17,4 miljoen hoger dan begroot. Dit is het gevolg van de hogere apparaatsuitgaven (€ 11,1 miljoen) in 2023 zoals hieronder wordt toegelicht. Het verschil tussen uitgaven en verplichtingen van € 5,9 miljoen wordt veroorzaakt door het aangaan van nieuwe meerjarige inhuurcontracten voor onder meer het inhuren van IT-specialisten.

Uitgaven

Personele uitgaven

De gerealiseerde personele uitgaven zijn € 19,0 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door € 9,7 miljoen hogere uitgaven voor de overige personele exploitatie. Dit is het gevolg van hogere uitgaven waarvoor de KMar middels een aantal interdepartementale budgetoverhevelingen waarvoor de KMar budget heeft ontvangen (per saldo € 6,4 miljoen), waarvan de bijdrage van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de versterking van het grenstoezicht in de Caribische landen in het Koninkrijk (€ 2,5 miljoen) en een hogere bijdrage van het Ministerie van Justitie en Veiligheid voor het programma Grenzen en Veiligheid (€ 1,1 miljoen) de grootste zijn. De hogere realisatie is daarnaast het gevolg van hogere uitgaven voor externe inhuur (€ 6,6 miljoen) die wordt gedekt door het overhevelen van € 6,4 miljoen van het budget voor eigen personeel. Tot slot zijn, ondanks de ondervulling op de personele uitbreidingen, de hogere uitgaven onder andere veroorzaakt door de gevolgen van het Arbeidsvoorwaarden akkoord 2022.

Materiele uitgaven

De gerealiseerde uitgaven voor materiële uitgaven zijn € 7,8 miljoen lager dan begroot. Er is sprake van een toename van het materiële exploitatie budget behorend bij geplande formatieve personele uitbreidingen. Omdat deze personele uitbreidingen zijn vertraagd, zijn de daarmee samenhangende investeringen en uitgaven op de materiële exploitatie ook vertraagd.

4.6 Beleidsartikel 6 Investeringen

De middelen uit beleidsartikel 6 Investeringen zijn in 2021 overgeheveld naar het DMF. Zij worden verantwoord in het jaarverslag DMF 2023.

Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 6 Investeringen (bedragen x € 1000)
        
 

Realisatie

 

Vastgestelde begroting

Verschil

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

4.266.773

2.755.819

0

0

0

0

0

Opdrachten

4.161.635

2.662.718

0

0

0

0

0

Investeringen materieel

3.695.843

2.102.408

0

0

0

0

0

Investeringen infrastructuur

242.801

252.066

0

0

0

0

0

Investeringen IT

222.991

308.244

0

0

0

0

0

Begrotingsreserve

 

0

0

0

0

0

0

Bekostiging

80.774

66.001

0

0

0

0

0

Bijdrage aan internationale organisaties

24.364

27.100

0

0

0

0

0

        

Uitgaven

2.523.053

2.716.440

0

0

0

0

0

        

Opdrachten

2.426.235

2.641.111

0

0

0

0

0

Investeringen materieel

1.920.516

2.128.195

0

0

0

0

0

Investeringen infrastructuur

283.898

275.764

0

0

0

0

0

Investeringen IT

221.821

237.152

0

0

0

0

0

Begrotingsreserve

 

0

0

0

0

0

0

Reserve valutaschommelingen

 

0

0

0

0

0

0

Bekostiging

72.534

46.876

0

0

0

0

0

Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten

 

3.737

0

0

0

0

0

Technologieontwikkeling

 

35.599

0

0

0

0

0

Kennisgebruik

 

3.459

0

0

0

0

0

Kort-cyclische innovatie

 

4.081

0

0

0

0

0

Bijdrage aan internationale organisaties

24.284

28.453

0

0

0

0

0

Investeringen infrastructuur NAVO

24.284

28.453

0

0

0

0

0

        

Programma ontvangsten

110.797

66.513

0

0

0

0

0

- Verkoopopbrengsten strategisch materieel

72.691

36.602

0

0

0

0

0

- Overige ontvangsten materieel

26.140

22.054

0

0

0

0

0

- Verkoopopbrengsten strategisch infrastructuur

4.291

3.901

0

0

0

0

0

- Overige ontvangsten infrastructuur

4.578

1.458

0

0

0

0

0

- Ontvangsten internationale organisaties

3.097

2.498

0

0

0

0

0

4.7 Artikel 7 Commando Materieel en IT

A. Algemene doelstelling

De Defensie Materieel Organisatie (DMO) heeft sinds 25 april 2023 een nieuwe naam. De organisatie heet voortaan Commando Materieel en IT (COMMIT). COMMIT zorgt voor de verwerving van modern, robuust en kwalitatief hoogwaardig en inzetbaar materieel en de beschikbaarstelling van IT-middelen, brandstof, munitie, kleding en uitrusting aan de defensieonderdelen. COMMIT vergroot de impact van de ondersteuning door een integrale en innovatieve aanpak van materieel- en IT-projecten, (wapen)systeem-logistiek en ketenlogistiek.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de aanschaf en de instandhouding van materieel en de afstoting van overtollig materieel van de krijgsmacht.

C. Beleidsconclusies

In 2023 heeft COMMIT evenals in 2022 ondersteund in de levering van goederen en aanschaf van materieel voor de steunverlening aan Oekraïne.

In 2023 heeft COMMIT de krijgsmacht ondersteund door het leveren van brand- en bedrijfsstoffen. Daarmee is een bijdrage geleverd aan de inzetbaarheidsdoelstellingen van Defensie. De leverbetrouwbaarheid van het Defensie Brand- en Bedrijfsstoffenbedrijf (DBBB) is stabiel en op norm. De investeringsprojecten die worden uitgevoerd door COMMIT worden in het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) toegelicht.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 7 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Art.

Verplichtingen

1.156.092

985.425

538.836

696.020

810.649

672.061

138.588

         
 

Uitgaven

1.071.290

1.120.073

558.830

651.097

751.169

672.061

79.108

         
 

Apparaatsuitgaven

702.721

730.808

454.883

494.775

592.220

523.569

68.651

         

7.2

Apparaatsuitgaven

702.721

730.808

454.883

494.775

592.220

523.569

68.651

 

Personele uitgaven

408.366

431.648

443.263

482.601

554.547

507.836

46.711

 

Eigen personeel

332.005

369.436

391.361

431.076

462.792

459.338

3.454

 

Externe inhuur

56.717

49.220

36.662

29.618

63.787

28.919

34.868

 

Overige personele exploitatie

19.644

12.992

15.240

21.907

27.968

19.579

8.389

 

Materiële uitgaven

294.355

299.160

11.620

12.174

37.673

15.733

21.940

 

Instandhouding infrastructuur

0

385

0

0

0

0

0

 

Instandhouding IT

220.525

287.796

0

0

0

0

0

 

Overige materiële exploitatie

73.830

10.979

11.620

12.174

37.673

15.733

21.940

         
 

Programmauitgaven

368.569

389.265

103.947

156.322

158.949

148.492

10.457

         

7.1

Programmauitgaven

368.569

389.265

103.947

156.322

158.949

148.492

10.457

 

Opdrachten

368.569

389.265

103.947

156.264

158.935

148.492

10.443

 

Gereedstelling

269.291

93.939

103.947

156.264

158.935

148.492

10.443

 

Instandhouding materieel

99.278

295.326

0

0

0

0

0

 

(Schade)vergoeding

0

0

0

58

14

0

14

 

Schadevergoeding overig

0

0

0

58

14

0

14

         
 

Ontvangsten

80.177

45.419

18.829

26.340

16.532

25.765

‒ 9.233

E. Toelichting op de instrumenten

De posten met een verschil groter dan € 5 miljoen of noemenswaardige verschillen worden hieronder nader toegelicht.

Verplichtingen

De overrealisatie ten opzichte van de vastgestelde begroting wordt voornamelijk veroorzaakt door de achterblijvende vulling op IT-functies en de hieraan verbonden noodzakelijke inhuur van externen. Daar komt bij dat in 2023 een aantal inhuurcontracten is gesloten met een langere looptijd waarmee wordt ingezet op de langere termijn beschikbaarheid van voldoende capaciteit. Hierdoor zijn de aangegane verplichtingen in 2023 € 83 miljoen hoger dan de begrote verplichtingen. Ook is een aantal meerjarige contracten afgesloten voor innovatieprojecten.

Uitgaven

Voor Gereedstelling is de overrealisatie (€ 10,4 miljoen) ten opzichte van de Ontwerpbegroting te verklaren door extra uitgaven voor brandstof en smeermiddelen. Deze extra uitgaven heeft meerdere oorzaken:

  • 1. De brandstofvoorraad is hoger geëindigd dan op 1 januari 2023 was voorzien vanwege grote bulkafroepen.

  • 2. De olieprijs fluctureerde in 2023 gemiddeld tegen een hogere koers dan in de begroting gehanteerde olieprijs en bovendien was de wisselkoers voor de US-dollar sterker dan de voorgeschreven verrekenkoers.

Aan Externe inhuur is € 34,9 miljoen extra uitgegeven. De oorzaak is de eerdergenoemde achterblijvende vulling op IT-functies en de hieraan verbonden noodzakelijke inhuur van externen.

De extra uitgaven aan Overige materiële exploitatie van € 37,7 miljoen bestaan uit het vergroten van het innoverend vermogen en nieuwe domeinen (kort cyclische innovatie) zoals vastgelegd in actielijn Innovatie en nieuwe domeinen in de Defensienota 2022. Daarnaast betreft het uitgaven in het kader van de Algemene Beveiligingseisen voor Defensieopdrachten (ABDO) ten behoeve van de inrichting van de infrastructuur. Het gaat om kosten die zijn gemaakt om leveranciers veilig samen te laten werken met Defensie bij de handhaving van het beveiligingsbeleid van Defensie.

Ten slotte is € 8,4 miljoen meer uitgegeven aan Overige personele exploitatie. Dit wordt veroorzaakt door hogere uitgaven voor dienstreizen en het HR ecosysteem; een manier van samenwerking waarbij Defensie samenwerkt met het bedrijfsleven in het kader van kennisuitwisseling en –overdracht.

Apparaatsontvangsten

De realisatie op de apparaatsontvangsten is € 9,2 miljoen minder dan begroot. Dit komt door een te hoge ontvangstenraming.

4.8 Artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando

A. Algemene doelstelling

Het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO) ondersteunt de krijgsmacht in haar taken. Het DOSCO doet dit door te zorgen voor personele diensten, opleidingen, huisvesting, vastgoed, catering, beveiliging, bewaking, facilitaire zaken, gezondheidszorg, logistiek en transport. Het DOSCO voorziet zelf in die ondersteuning en koopt een deel van de producten en diensten in bij organisaties buiten het Ministerie van Defensie.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor een doeltreffende en doelmatige ondersteuning van de krijgsmacht. Het DOSCO kreeg voor 2023, net als de operationele commando's, een generieke gereedstellingsopdracht. DOSCO krijgt deze voor specialistische medische zorg en strategisch transport.

C. Beleidsconclusies

Het jaar 2023 was ook voor DOSCO een bewogen jaar waarin de krijgsmacht maximaal ondersteund is. Daarbij is snel en gericht ondersteuning vanuit geheel DOSCO geleverd. Ook de ondersteuning van DOSCO aan Oekraïne is onverminderd voortgegaan, onder meer met het leveren van diverse goederen, de opvang van ontheemden uit Oekraïne, behandeling van Oekraïense revalidanten en het opleiden van Oekraïense militairen. Net als in 2022 is de vraag naar transport fors gestegen, onder andere doordat er meer geoefend is maar ook bijvoorbeeld door de ondersteuning die Defensie biedt aan de Oostgrens van Europa. De formatie voor bewaken en beveiligen is hersteld en uitgebreid.

Het implementeren van de maatregelen uit de Defensienota is ook in 2023 voortgezet. Deze maatregelen vergroten vanuit de gehele defensieorganisatie de vraag naar ondersteuning vanuit DOSCO. Zo is de Defensie Bewakings- en Beveiligingsorganisatie geoptimaliseerd, zodat beter invulling kan worden gegeven aan de behoeftes van de opdrachtgevers. Met initiatieven voor verdere robotisering en intelligente automatisering is ervoor gezorgd dat op een krappe arbeidsmarkt, de mens wordt ingezet voor het werk waar zij de grootste toegevoegde waarde heeft.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 8 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Art.

Verplichtingen

1.401.191

1.541.365

1.238.835

1.331.844

1.592.958

1.338.383

254.575

         
 

Uitgaven

1.393.756

1.531.401

1.214.400

1.290.733

1.555.312

1.348.383

206.929

         
 

Apparaatsuitgaven

1.359.178

1.452.038

1.127.584

1.197.408

1.433.671

1.255.184

178.487

         

8.2

Apparaatsuitgaven

1.359.179

1.452.038

1.127.584

1.197.408

1.433.671

1.255.184

178.487

 

Personele uitgaven

771.503

774.498

857.609

866.280

952.839

949.816

3.023

 

Eigen personeel

581.098

604.573

617.054

661.840

693.773

750.441

‒ 56.668

 

Externe inhuur

26.031

27.498

22.006

23.509

29.269

4.035

25.234

 

Overige personele exploitatie

150.599

128.562

203.830

166.778

213.077

179.285

33.792

 

Attaches

13.774

13.865

14.719

14.153

16.720

16.055

665

 

Materiële uitgaven

587.676

677.540

269.975

331.128

480.832

305.368

175.464

 

Instandhouding infrastructuur

413.376

434.153

0

0

0

0

0

 

Instandhouding IT

0

28

0

0

0

0

0

 

Overige materiële exploitatie

168.563

238.698

266.685

325.172

473.972

298.084

175.888

 

Attaches

5.737

4.661

3.290

5.956

6.860

7.284

‒ 424

         
 

Programmauitgaven

34.577

79.363

86.816

93.325

121.641

93.199

28.442

         

8.1

Programmauitgaven

34.577

79.363

86.816

93.325

121.641

93.199

28.442

 

Opdrachten

133

11.737

152

184

224

0

224

 

Gereedstelling

133

76

152

184

224

0

224

 

Instandhouding materieel

0

11.661

0

0

0

0

0

 

Inkomensoverdrachten

34.444

67.626

86.664

0

0

0

0

 

Nationaal Fonds Ereschuld

34.444

67.174

85.922

0

0

0

0

 

Regeling Uitkering chroom 6 Defensie

0

452

742

0

0

0

0

 

(Schade)vergoeding

0

0

0

93.141

121.417

93.199

28.218

 

Schadevergoeding overig

0

0

0

10.547

7.425

8.239

‒ 814

 

Nationaal Fonds Ereschuld

0

0

0

82.193

113.628

81.109

32.519

 

Reservering schadevergoedingen Chroom-6 Defensie

0

0

0

401

364

3.851

‒ 3.487

         
 

Ontvangsten

89.784

90.346

58.178

74.696

77.985

68.995

8.990

E. Toelichting op de instrumenten

De posten met een verschil groter dan € 10 miljoen of noemenswaardige verschillen worden hieronder nader toegelicht.

Verplichtingen

In 2023 is voor een bedrag van € 254,6 miljoen meer aan verplichtingen aangegaan dan begroot. Als gevolg van de oorlog in Oekraïne is er een hogere realisatie van de verplichtingen (€ 25,9 miljoen) binnen de Defensie Gezondheidsorganisatie (DGO). Dit betreft onder andere geneeskundige goederen die het DGO levert aan Oekraïne. Daarnaast is er verplichtingenbudget bijgesteld vanwege hogere uitgaven voor opleidingen en formatie (€ 25,0 miljoen), als gevolg van een hogere vulling van de formatie dan was geprognosticeerd. Het overige deel van € 190,6 miljoen hangt samen met hogere kasuitgaven die hieronder worden toegelicht.

Uitgaven

(Schade)vergoedingOp het budget schadevergoeding is € 28,2 miljoen meer uitgegeven dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat er € 32,5 miljoen meer is uitgegeven voor het Nationaal Fonds Ereschuld (NFE) voor betalingen aan veteranen die een beroep op dit fonds hebben gedaan. Er zijn dus meer betalingen gedaan dan begroot is. Voor het overige was sprake van € 3,5 miljoen lagere uitgaven voor uitkeringen in het kader van Chroom 6.

Personele uitgaven

De realisatie van de personele uitgaven is per saldo € 3,0 miljoen hoger dan begroot. Enerzijds is de realisatie hierop € 26,5 miljoen hoger als gevolg van hogere salarisuitgaven door het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021-2023 en vanuit het CLAS zijn voor € 7,2 miljoen aan functies overgeheveld in het kader van Multi-Role Tanker Transport (MRTT) naar het DOSCO. Anderzijds is er ook minder uitgegeven. Mede door krapte op de arbeidsmarkt is er sprake van lagere personele vulling dan verwacht en is minder uitgegeven aan eigen personeel en juist meer aan externe inhuur (€ 27,3 miljoen). Aanvullend is ook € 46 miljoen overgeheveld naar elders op de begroting ter dekking van tegenvallers, onder andere voor energie en water vanwege de gestegen prijzen en voor de toegenomen vraag naar transport. Daarnaast is € 17,2 miljoen overgeheveld naar de Bestuursstaf voor de overdracht van de Diensten Geestelijke Verzorging (DGV), wat tot lagere uitgaven op dit begrotingsartikel heeft geleid.

Op het budget overige personele exploitatie is € 33,8 miljoen meer uitgegeven dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een naheffing van € 23,7 miljoen die van de Belastingdienst ontvangen is in het kader van de werkkostenregeling. Daarnaast is er meer uitgegeven aan defensiebrede werving van nieuw personeel (€ 4 miljoen), onder andere door extra uitgaven in het kader van behouden, binden en inspireren (BBI) en zijn de uitgaven voor internationale verhuizingen van militairen hoger uitgevallen vanwege hogere tarieven (€ 3 miljoen).

Materiële uitgavenDe realisatie van de materiële uitgaven is per saldo € 175,5 miljoen hoger dan begroot. Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere uitgaven voor transport als gevolg van de toegenomen vraag (€ 47,2 miljoen). Daarnaast vallen de uitgaven voor energie en water hoger uit door de gestegen prijzen (€ 118 miljoen), ondanks het feit dat Defensie het gasverbruik in 2023 met 7,7% heeft weten terug te dringen. Ook zijn de uitgaven voor schoonmaak gestegen onder andere door het afsluiten van een nieuw contract (€ 8,9 miljoen).

5. Niet-beleidsartikelen

5 5.1 Artikel 9 Algemeen

In dit artikel worden de departementsbrede programma-uitgaven begroot. Het betreft subsidies, bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken, bijdragen aan internationale organisaties, opdrachten, bekostiging en inkomensoverdrachten.

Tabel 14 Budgettaire gevolgen van niet-beleidsartikel 9 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Art.

Verplichtingen

103.992

142.948

172.023

199.989

242.564

187.495

55.069

         
 

Uitgaven

93.786

150.596

172.523

198.187

237.868

187.495

50.373

         

9.1

Programmauitgaven

93.786

150.596

172.523

198.187

237.868

187.495

50.373

 

Subsidies (regelingen)

30.978

36.898

39.444

47.293

47.432

43.326

4.106

 

Subsidies

30.978

36.898

39.444

47.293

47.432

43.326

4.106

 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

0

46.172

46.853

51.065

78.710

48.792

29.918

 

Kennisopbouw TNO via EZ

0

43.430

44.179

47.254

67.916

46.015

21.901

 

Kennisopbouw NLR via EZ

0

534

600

1.405

7.265

622

6.643

 

Kennisopbouw MARIN via EZ

0

1.900

2.000

2.332

3.529

2.072

1.457

 

Overige Bijdragen

0

308

74

74

0

83

‒ 83

 

Opdrachten

9.826

9.139

11.102

11.795

10.894

15.405

‒ 4.511

 

Opdrachten beleid

0

4.249

5.868

8.696

7.880

10.523

‒ 2.643

 

opdrachten milieu beleid

0

2.447

2.816

3.099

3.014

4.819

‒ 1.805

 

overige opdrachten

0

2.443

2.418

0

0

63

‒ 63

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

47.319

53.037

56.328

68.075

81.101

69.165

11.936

 

Bijdrage aan de NAVO

0

48.818

51.194

62.271

70.493

61.840

8.653

 

Bijdrage aan internationale samenwerking

0

4.219

5.134

5.804

10.608

6.110

4.498

 

Overige bijdragen

0

0

0

0

0

1.215

‒ 1.215

 

Bekostiging

4.448

4.518

4.147

3.649

4.672

4.051

621

 

Bekostiging diverse instellingen

0

4.518

4.147

3.649

4.672

4.051

621

 

Inkomensoverdrachten

1.215

832

14.049

83

31

300

‒ 269

 

Overige bijdragen

0

0

6.783

83

31

300

‒ 269

 

Regeling Uitkering chroom 6 Defensie

1.215

332

3.323

0

0

0

0

 

Civielrechtelijke regeling Srebrenica 2020

0

500

3.943

0

0

0

0

 

(Schade)vergoeding

0

0

600

16.227

15.028

6.456

8.572

 

Schadevergoeding overig

0

0

0

3.075

3.641

1.680

1.961

 

Regeling Chroom 6 Defensie

0

0

0

4.021

1.703

4.776

‒ 3.073

 

Civielrechtelijke Regeling Srebrenica 2020

0

0

0

8.366

9.305

0

9.305

 

Vrijwillige Bijdrage Hawija

0

0

600

765

379

0

379

         
 

Ontvangsten

893

1.594

2.052

6.135

16

1.600

‒ 1.584

         

Toelichting op de instrumenten

De posten met een verschil groter dan € 5 miljoen of noemenswaardige verschillen worden hieronder toegelicht.

Verplichtingen

De verplichtingen zijn € 55,1 miljoen hoger dan begroot. Gedurende het jaar is € 29,9 miljoen meer verplicht door intensivering van de onderzoeksprogramma’s van de kennisinstituten defensie. Daarnaast is er voor € 8,7 miljoen meer aan verplichtingen gerealiseerd door verhoging van de NAVO contributie vanwege intensivering van de NAVO-samenwerking. Aanvullend is er € 9,3 miljoen uitgekeerd aan nabestaanden Srebrenica, welke niet was meegenomen in de ontwerpbegroting. Daarnaast is er bij de bekostiging van diverse instellingen € 2,8 miljoen verplicht voor komende jaren. Het restant van € 4,4 miljoen wordt verklaard door een verzameling van kleine afwijkingen.

Uitgaven

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

De realisatie is totaal € 11,9 miljoen hoger. Dit is met name het gevolg van:

  • NAVO Contributie

    De intensivering van de NAVO-samenwerking heeft geleid tot een hogere NAVO-contributie van € 8,7 miljoen.

  • Bijdrage aan internationale samenwerkingDe realisatie is € 4,5 miljoen hoger. Deze middelen zijn besteed aan het European Defense Fund. Dit is onderdeel van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid van de Europese Unie, dat tot doel heeft de nationale investeringen in defensieonderzoek te coördineren, en de interoperabiliteit tussen de nationale strijdkrachten te verbeteren.

(Schade) vergoeding

De realisatie is € 8,6 miljoen hoger. Dit is het gevolg van:

  • Schadevergoeding, overigDoor de uitkoop van woningen nabij defensielocaties is € 2,0 miljoen meer uitgegeven.

  • Civielrechtelijke Regeling Srebrenica 2020In het jaar 2023 heeft de Commissie Uitvoering Civielrechtelijke Regeling Srebrenica € 9,3 miljoen meer schadevergoedingen aan nabestaanden uitgekeerd. Dit wordt veroorzaakt door beschikbaar gesteld budget van € 10,2 miljoen dat niet was opgenomen in de ontwerpbegroting van 2023. In 2024 zal de commissie haar werkzaamheden afronden.

  • Reservering Regeling Uitkering Chroom 6 DefensieHet tempo van de aanvraag van uitkeringen en de toekenning is onvoorspelbaar. Hierdoor is in 2023 € 3,1 miljoen minder uitgekeerd dan was begroot. De verwachting is dat het budget de komende jaren volledig wordt uitgekeerd.

5.2 Artikel 10 Apparaat Kerndepartement

Inzet is de kerntaak van Defensie. De Bestuursstaf (BS) geeft hier namens de Minister sturing aan door het formuleren van het defensiebeleid, het toewijzen van middelen aan alle defensieonderdelen, het toezicht houden op de besteding daarvan, het opstellen van kaders voor de defensiebrede bedrijfsvoering en het bijdragen aan militaire pensioenen en uitkeringen.

Tabel 15 Budgettaire gevolgen niet- beleidsartikel 10 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Art.

Verplichtingen

1.682.781

1.522.823

1.537.856

1.646.936

1.727.649

1.592.168

135.481

         
 

Uitgaven

1.675.816

1.517.171

1.529.926

1.627.051

1.712.070

1.592.168

119.902

         

10.2

Apparaatsuitgaven

1.675.816

1.517.171

1.529.926

1.627.051

1.712.070

1.592.168

119.902

 

Personele uitgaven

1.660.335

1.497.054

1.506.690

1.597.746

1.688.121

1.530.326

157.795

 

Eigen personeel

198.776

229.650

257.115

312.968

356.246

331.568

24.678

 

Externe Inhuur

7.986

9.192

10.205

14.758

26.089

1.500

24.589

 

Overige personele exploitatie

14.705

11.238

12.990

18.677

27.083

18.928

8.155

 

Uitkeringen (pensioenen en wachtgelden)

1.438.868

1.246.974

1.226.380

1.251.343

1.278.703

1.178.330

100.373

 

Materiële uitgaven

15.481

20.117

23.236

29.305

23.949

61.842

‒ 37.893

 

Instandhouding IT

0

605

0

0

0

0

0

 

Overige materiële exploitatie

15.481

19.512

23.236

29.305

23.949

61.842

‒ 37.893

         
 

Ontvangsten

13.362

42.212

34.397

10.205

10.222

7.462

2.760

         

Toelichting op de instrumenten

De posten met een verschil groter dan € 10 miljoen of noemenswaardige verschillen worden hieronder toegelicht.

Verplichtingen

De verplichtingen zijn € 135,4 miljoen hoger. Dit is het gevolg van hogere uitgaven door toegenomen personele kosten en door het aangaan van meerjarige verplichtingen onder externe inhuur.

Uitgaven

Personele uitgaven

De realisatie op personele uitgaven is € 157,8 miljoen hoger.

Eigen personeel, externe inhuur en overige personele kosten

Op het formatiebudget is € 24,6 miljoen meer gerealiseerd, voornamelijk als gevolg van de doorwerking het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021 ‒ 2023 en door de verschuiving van de Diensten Geestelijke Verzorging (DGV) van het DOSCO naar de Bestuursstaf. Daarnaast is de realisatie externe inhuur € 24,6 miljoen hoger. Deze inhuur is nodig om de groei van defensieactiviteiten mogelijk te maken vanwege ondervulling. Op het budget voor overige personele exploitatie is € 8,2 miljoen meer gerealiseerd. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door een inhaaleffect na het coronatijdperk, dat zich manifesteert als een toename van (externe) dienstreizen en opleidingen. Anderzijds wordt deze ontwikkeling beïnvloed door de verschuiving van de DGV van DOSCO naar de Bestuursstaf.

Pensioenen en uitkeringen

Deze post is € 100,4 miljoen hoger dan begroot, waarvan € 27,5 miljoen wordt verklaard door de doorwerking van het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021-2023. Overige oorzaken zijn de ophoging van de Wet Minimum Loon voor € 13,0 miljoen, ophoging van het militair invaliditeitspensioen voor € 18 miljoen en de pensioenindexatie voor € 51,3 miljoen.

Materiële uitgaven

De materiële uitgaven zijn € 37,9 miljoen lager. Onder andere is € 24,6 miljoen herschikt binnen het artikel, voornamelijk bestemd voor het inhuren van extra personele capaciteit. Daarnaast is een bijdrage gedaan van € 3,9 miljoen aan COMMIT. Dit is bestemd voor de uitrol van het nieuwe informatiesysteem van Defensie (DefDoc). Tenslotte is vanwege meeruitgaven in het jaar 2022 het budget met € 5,0 miljoen verlaagd. Het programma Defensie Open op Orde (DOO) heeft € 3,2 miljoen budget uit toekomstige jaren aan het budget voor 2023 toegevoegd. Het restant van € 7,6 miljoen laat zich verklaren door overhevelingen naar BZK voor bedrijfsvoeringkosten.

5.3 Artikel 11 Geheim

Het niet-beleidsartikel Geheim op basis van artikel 2.8 van de Comptabiliteitswet 2016 kent geen artikelonderdelen. Dit niet-beleidsartikel is bestemd voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten waarvoor geldt dat openbaarmaking via toedeling aan een expliciet beleidsartikel niet in het belang van de Staat is.

Tabel 16 Budgettaire gevolgen van niet- beleidsartikel 11 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Art.

Verplichtingen

14.617

10.891

14.724

16.893

18.468

15.685

2.783

         
 

Uitgaven

14.617

10.891

14.724

16.893

18.468

15.685

2.783

         

11.0

Geheim

14.617

10.891

14.724

16.893

18.468

15.685

2.783

 

Geheim

14.617

10.891

14.724

16.893

18.468

15.685

2.783

 

Geheim

14.617

10.891

14.724

16.893

18.468

15.685

2.783

         
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

         

Toelichting op de instrumenten

De geheime uitgaven worden onderzocht door het college van de Algemene Rekenkamer.

5.4 Artikel 12 Nog onverdeeld

Het niet-beleidsartikel Nog onverdeeld bestaat uit verplichtingen, uitgaven en ontvangsten. Uitgaven worden onderverdeeld naar loonbijstelling, prijs-bijstelling, onvoorzien en een eventuele taakstelling.

Tabel 17 Budgettaire gevolgen van niet- beleidsartikel 12 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Art.

Verplichtingen

0

0

0

0

0

350.775

‒ 350.775

         
 

Uitgaven

0

0

0

0

0

360.775

‒ 360.775

         

12.3

Nog onverdeeld Loon

0

0

0

0

0

215.101

‒ 215.101

 

Nog onverdeeld Loon

0

0

0

0

0

215.101

‒ 215.101

 

Nog onverdeeld Loon

0

0

0

0

0

215.101

‒ 215.101

12.4

Nog onverdeeld Prijs

0

0

0

0

0

145.674

‒ 145.674

 

Nog onverdeeld Prijs

0

0

0

0

0

145.674

‒ 145.674

 

Nog onverdeeld Prijs

0

0

0

0

0

145.674

‒ 145.674

         
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

         

Toelichting op de instrumenten

Dit artikel is een voorziening waarop geen realisatie plaatsvindt van verplichtingen en uitgaven. Met de eerste en tweede suppletoire begroting is het budget volledig uitgedeeld naar de defensieonderdelen.

5.5 Artikel 13 Bijdrage aan Defensiematerieelfonds

Op dit artikel worden de bijdragen aan het Defensiematerieelbegrotings fonds verantwoord.

Tabel 18 Budgettaire gevolgen van niet- beleidsartikel 13 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Art.

Verplichtingen

0

0

5.040.806

4.869.867

5.465.956

6.521.608

‒ 1.055.652

         
 

Uitgaven

0

0

5.040.806

4.869.867

5.465.956

6.521.608

‒ 1.055.652

         

13.0

Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds

0

0

5.040.806

4.869.867

5.465.956

6.521.608

‒ 1.055.652

 

Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds

0

0

5.040.806

4.869.867

5.465.956

6.521.608

‒ 1.055.652

 

Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds

0

0

5.040.806

4.869.867

5.465.956

6.521.608

‒ 1.055.652

         
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

         

Toelichting op de instrumenten

Dit begrotingsartikel is technisch van aard. Het betreft hier de bijdrage vanuit de begroting hoofdstuk X Defensie aan hoofdstuk K Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF). De uitgaven van het fonds worden verantwoord in het jaarverslag van het DMF.

6. Bedrijfsvoeringsparagraaf

6.1 Rapportage bedrijfsvoering

Deze paragraaf bevat een uitzonderingsrapportage voor de volgende verplichte onderdelen:

  • 1. Rechtmatigheid

  • 2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

  • 3. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

  • 4. Misbruik en oneigenlijk gebruik

  • 5. Overige aspecten van de bedrijfsvoering

  • 6. Fraude- en corruptierisico's

1. Rechtmatigheid

Er hebben zich geen overschrijdingen van de rapporteringstoleranties op de artikelen van de Defensiebegroting voorgedaan. En dit in het licht van de verkregen extra financiële middelen die Defensie (ook) in 2023 heeft ingezet ter versterking van de Krijgsmacht, verhoging van de operationele gereedheid (zowel de personele, als de materiele gereedheid, en de geoefendheid), en het verminderen van de tekorten in de operationele ondersteuning, bijvoorbeeld door kritieke voorraden aan te vullen. Deze versterking is in deel B (Beleidsverslag) uitgebreider beschreven.

2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

In 2023 heeft Defensie verdere voortgang geboekt met het verbeteren van de managementinformatie. Defensie hanteert verschillende prestatie-indicatoren die inzicht geven in hoeverre ze haar organisatiedoelstellingen behaalt zoals opgenomen in de Kamerbrief ‘Rapporteren voortgang bouwen aan een toekomstbestendige krijgsmacht’ (kamerstuk 33763 nr 155). In 2023 heeft Defensie twee maal de Stand van Defensie uitgebracht en is voortgang geboekt ten aanzien van de digitalisering van de managementinformatie. In Q2 2024 worden de eerste resultaten verwacht. Ten aanzien van de Operationele Gereedheid (OG) hanteert Defensie de Key Performance Indicators (KPI’s) OG, Personele Gereedheid (PG) en Materiële Gereedheid (MG). Ten behoeve van een breder beeld en inzicht hanteert Defensie daarnaast KPI’s die inzicht geven in de Informatiehuishouding, Europese en internationale samenwerking, Onderzoek en Innovatie, Duurzaamheid en een stand van zaken omtrent het opvolgen van de onvolkomenheden van de Algemene Rekenkamer (AR).

De managementinformatie OG, PG en MG wordt samengesteld uit informatie uit de bronsystemen van Defensie. Deze broninformatie wordt binnen Digitale Dashboard Operationele Gereedheid (DDOG) verwerkt en geapprecieerd. Dossiervorming van dit proces vindt plaats binnen DDOG. De betrouwbare totstandkoming van de managementinformatie vanuit de data uit de bronsystemen is geborgd ten behoeve van interne sturing en de externe verantwoording. De AR heeft het aandachtspunt op de totstandkoming van gereedheidsinformatie laten vervallen zoals opgenomen in het Verantwoordingsonderzoek over 2022.

De overige KPI's worden zoveel als mogelijk samengesteld uit informatie vanuit de bronsystemen en worden vanaf Q2 2024 geborgd en ontsloten binnen een digitaal dashboard (gelijk aan DDOG).

3. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Verplichtingenbeheer

Het verplichtingenbeheer bij Defensie heeft veel aandacht gekregen in de rapporten van de ADR en AR in de afgelopen jaren. Kern van de bevindingen is dat de financiële verplichting voortvloeiend uit het contract met de leverancier, beschikking of Memorandum of Understanding niet in alle gevallen juist, tijdig en/of volledig in de financiële administratie (SAP) wordt vastgelegd. Ten tweede moest betere monitoring op de realisatie van verplichtingenbudgetten plaatsvinden. In 2023 zijn de bevindingen van 2021 en 2022 grotendeels opgelost. De ADR heeft in het Auditrapport 2023 aangegeven dat aandacht voor het verplichtingenbeheer cruciaal blijft gezien de omvang, de complexiteit en het vaak meerjarige karakter van verplichtingen met geplande leverschema’s versus schuivende realisatie.

Na het succes van een goed bezochte netwerkbijeenkomst van inkopers en controllers in 2022 is er in 2023 wederom een bijeenkomst georganiseerd. Daarnaast zijn in 2023 digitale kennissessies georganiseerd om informatie over verplichtingen te delen met ketenspelers. Zowel op de netwerkbijeenkomst als tijdens de kennissessies zijn praktijkcases behandeld. Op deze manier is concreet gewerkt aan verbetering van het kennisniveau.

Daarnaast is er aandacht geweest voor betere monitoring op de realisatie van verplichtingenbudgetten. Een voorbeeld daarvan is de ontwikkeling van een dashboard verplichtingen door het Financieel Administratie en Beheerkantoor (FABK). Daarin zijn per Defensieonderdeel de aangegane verplichtingen, de bijstellingen van verplichtingen en de openstaande verplichtingen inzichtelijk gemaakt, waarmee de uitputting van verplichtingenbudgetten beter kan worden gemonitord. 

Voorschotten

De ADR constateerde eerder achterstanden in het afrekenen van openstaande voorschotten van het project F-35. Voor de verrekening van deze voorschotten moet veelal aanvullende informatie worden opgevraagd bij de Joint Program Office F-35 (JPO). Deze informatie is eind 2023 ontvangen, zodat in 2024 de achterstanden kunnen worden ingelopen. Daarnaast is een checklist voorschotten ontwikkeld zodat er een zorgvuldige afweging plaatsvindt voorafgaand aan de voorschotverstrekking.

Onrechtmatige aanbestedingen

Het totaal aan fouten en onzekerheden voor de rechtmatigheid van aangegane verplichtingen van hoofdstuk X bedraagt over 2023 € 133 miljoen. Circa € 110 miljoen betreffen (Europese) aanbestedingsfouten veroorzaakt door het niet of niet juist toepassen van de aanbestedingsregels. De grootste onrechtmatigheden hebben betrekking op artikel 8. Defensie Ondersteuningscommando en vloeien voort uit escalatiedossiers.

Overall is in 24 gevallen gebruik gemaakt van de escalatieprocedure met een totaalvolume van € 66 miljoen. In die procedure wordt expliciet vooraf afgewogen of sprake is van een onontkoombare noodzaak tot aanbesteding van een overheidsopdracht of verlenging van een overeenkomst om op basis daarvan af te wijken van de (Europese) aanbestedingsregelgeving. Het totaal aantal dossiers waarvoor de escalatieprocedure is ingeroepen is over beide begrotingen 32 stuks en is ten opzichte van 2022 (totaal 21 dossiers) toegenomen. Het hiermee gepaard gaande financieel volume is gestegen, maar ten opzichte van de totale verplichtingen is dit gelijk gebleven op circa 1,7%

Van de € 133 miljoen is Defensie in 2023 voor een totaalbedrag van € 48,5 miljoen onrechtmatige verplichtingen aangegaan voor inkopen onder categoriemanagement. Zo is het Ministerie van IenW categoriemanager voor een aantal rijksbrede raamovereenkomsten, waarvan er drie (Interim Management & Organisatieadvies, Inkoopadvies en Auditdiensten) in dit verslagjaar nog steeds waren verlengd middels een overbruggingsovereenkomst. Het ministerie van IenW heeft dit toegelicht in de Bedrijfsvoeringsparagraaf van haar jaarverslag. Als gevolg daarvan worden de verplichtingen die op nadere overeenkomsten onder deze overbruggingsovereenkomsten worden aangegaan als onrechtmatig bestempeld. De raamovereenkomsten voor Financiële Adviesdiensten zijn per 3 april 2023 gereedgekomen en hebben tot rechtmatige contracten geleid. De her-aanbestedingen voor de overige raamovereenkomsten zijn vertraagd, als gevolg van juridische bezwaren en rechtszaken door inschrijvers. Voor Organisatieadvies zijn de raamovereenkomsten gesloten, deze treden in werking op 15 maart 2024. Voor Interim Management is de lopende aanbesteding definitief ingetrokken en wordt met de nu ingezette maatregelen een rechtmatige oplossing medio 2024 voorzien. In het verslagjaar gaat het bij ons ministerie om circa € 31,3 miljoen.

Daarnaast zijn er onrechtmatige overbruggingsovereenkomsten via categoriemanagement tot stand gekomen waarbij Defensie de enige deelnemer bij de overbrugging was. Dit betreft de van origine rijksbrede overeenkomst inhuur IT-professionals, welke in 2023 tot een onrechtmatige verplichting van circa € 12,2 miljoen heeft geleid en de overeenkomst specialistische reiniging welke in 2023 tot een onrechtmatige verplichting van circa € 5 miljoen heeft geleid. Met ingang van 1 maart 2023 zijn er nieuwe rechtmatige raamovereenkomsten beschikbaar gekomen voor de inhuur van IT-professionals.

Materiele Bedrijfsvoering

De norm voor het materieelbeheer bij Defensie is dat eenheden voor de kwaliteit van het beheer (voor alle materieelsoorten en opslagvormen) minimaal 80% dienen te scoren. Bij tenminste 80% van deze eenheden dient deze score te worden behaald.

Over 2023 wordt voor alle materieel/opslagvormen deze norm gehaald. Deze cijfers zijn dit jaar voor het eerst afkomstig uit het Business Intelligence en Verbeterde Stuurinformatie (BI-VEST)-platform dat onder andere is ontwikkeld om een live inzicht te bieden in de voortgang van de Monitor Kwaliteit Materieelbeheer (MKM). In 2023 is de kwaliteit van het invullen van de MKM-checklisten niet geverifieerd door Defensie zelf of door de ADR.

Om de voor een goed beheer noodzakelijke inventarisaties beter uit te kunnen voeren is de DGB in 2023 gestart met het herzien van de Aanwijzing Materieelbeheer. Daarbij wordt duidelijker aangegeven onder welk beheerregime verschillende materieelsoorten vallen. Ook wordt de schaarse capaciteit om inventarisaties uit te voeren beter gebruikt voor het beheer van de materieelsoorten met het hoogste risico. De herziening van de aanwijzing wordt in 2024 afgerond.

In 2023 is het doorvoeren van kleinere systeemverbeteringen in het materieelregistratiesysteem (SAP), die het uitvoeren van inventarisaties eenvoudiger zouden maken, lastig gebleken. Het complete systeem wordt overgezet naar een nieuwe versie en dit zal pas in 2025 zijn afgerond; omdat dit veel IT-capaciteit vergt, is de mogelijkheid om kleinere verbeteringen door te voeren beperkt.

Onvolkomenheid Inventarisatieproces

Al enige jaren zijn door de ADR bevindingen gerapporteerd over de uitvoering van het inventarisatieproces. De bevindingen zijn dat er tellingen niet of niet op de juiste wijze worden uitgevoerd. Ook constateert de ADR dat telverschillen niet altijd op de juiste wijze worden afgehandeld.

Vanwege het meerjarige karakter en een gebrek aan voortgang is het inventarisatieproces bij Defensie door de AR aangemerkt als onvolkomenheid.

De bevindingen komen bij iedere materieelcategorie voor en bij bijna alle opslagvormen (centraal, decentraal en gebruikersvoorraden).

Naast de bevindingen van de ADR wordt binnen Defensie het materieelbeheer gevolgd via de self-assessmenttool MKM. De uitkomsten uit deze tool op het gebied van tellingen bevestigen de bevindingen van de ADR.

Om een structurele oplossing voor de onvolkomenheid op het inventarisatieproces te bereiken is in 2023 een projectleider geworven die verantwoordelijk wordt voor een plan om het inventarisatieproces te verbeteren en de activiteiten die daaruit voortkomen.

Er is in 2023 gestart met het verbeteren van de Aanwijzing Materieelbeheer. Er wordt vooral gewerkt aan het duidelijker maken onder welk beheerregime materieelsoorten vallen. Hierdoor kan schaarse capaciteit beter worden ingezet om materieelsoorten met het hoogste risico juist te inventariseren.

De intranetpagina voor Materieelbeheer en MKM is verbeterd. Hier is ook een link te vinden naar het dashboard BI-VEST waardoor er eenvoudiger overzicht is krijgen in de voortgang van het vullen van de MKM-lijsten. Daarnaast is het ook eenvoudiger om actuele informatie te vinden over regels, werkwijzen en procedures voor de uitvoering van inventarisaties.

Er loopt een project «Wapenkamer van de toekomst / vervanging Small Arms Registration System» om wapens met scanapparatuur te tellen in plaats van handmatig. Door deze werkwijze wordt veel tijdswinst geboekt en neemt de betrouwbaarheid van (de registratie van) tellingen toe.

Tot slot is in 2023 een project digitalisering/robotisering van de planning van het telproces bij een Defensieonderdeel geïmplementeerd. Na evaluatie van de resultaten wordt bezien of dit breder kan worden uitgerold. De eerste resultaten laten een beter uitgevoerde planning van de inventarisaties zien doordat er strakker wordt gestuurd op het uitvoeren hiervan.

Onvolkomenheid Munitiebeheer

De AR heeft vorig jaar aanbevelingen gedaan op de voortgang van de verbeteracties die in gang zijn gezet om de onvolkomenheden op het munitiebeheer te verbeteren. De AR constateert dat in de afgelopen periode ontwikkelingen en verbeteringen zijn aangetoond.

De AR beveelt aan om in 2023 meer aandacht te schenken aan de verdere concretisering van de verbeteracties. Daarnaast adviseert de AR ook meer aandacht te geven aan het beleggen van taken rond de verantwoordelijkheden en het bewaken van de voortgang van die verbeteracties.

Beheer van munitie wordt ingevuld door kwalitatief goed geschoold personeel dat verantwoordelijk is voor een relatief complex en arbeidsintensief proces. Een proces dat omgeven is door aan veiligheid gerelateerde regelgeving en procedures. Aanpassing daarvan is nodig om het beheer te kunnen vereenvoudigen en te verbeteren. Dit is een verantwoordelijk en tijdrovend proces.

Voor het structureel verbeteren van de onvolkomenheden is daarom ook bewust gekozen voor een langere periode tot en met 2026. Het verbeteren van de onvolkomenheden vergt naast tijd ook personele capaciteit. Zo resulteren de aanbevelingen over de concretisering van verbeteracties en bewaking van voortgang ook in een behoefte aan extra personeel, zowel voor de aansturing als voor de uitvoering van de verbeteracties. Daar is in 2023 op ingezet. De resultaten daarvan zijn eind 2023 zichtbaar geworden en lopen door in 2024. Het kunnen beschikken over de kwalitatief juiste capaciteit vergt tijd.

De maatregelen met betrekking tot de verantwoordelijkheid voor de aansturing, bewaking van de voortgang van de verbeteringen en de maatregelen om de impact van personeelstekort te verminderen zijn in opzet gereed. Het invulling kunnen geven aan het verminderen van de administratieve lasten, het zoeken van manieren om gevonden munitie eenvoudiger in te leveren en bewustwording van gerelateerde veiligheidsrisico’s zijn in onderzoek.

Onvolkomenheid cryptobeheer

De AR onderkent dat er tekortkomingen zijn op het gebied van cryptobeheer. Dit betreft zowel de logistieke lijn van fysieke cryptomiddelen, als de lijn van de digitale cryptosleutels. De bevindingen waarop de AR zich baseert, komen voort uit de jaarlijkse vraaggestuurde onderzoeken van de ADR. Over het jaar 2023 worden (ten tijde van het schrijven van dit jaarverslag) geen verbeteringen voorzien op de resultaten van het verantwoordingsonderzoek van de AR en het auditrapport van de ADR, maar is door Defensie vooral de nadruk gelegd op het analyseren van de oorzaken die ten grondslag liggen aan de tekortkomingen in het cryptobeheerproces. Op basis van de resultaten uit die analyses en de aanbevelingen van de ADR is eind 2023 een verbeterplan opgesteld voor het oplossen van de geconstateerde tekortkomingen. De actielijnen verhouden zich daarbij vooral tot het in lijn brengen van de governance van het cryptobeheerproces met het besturingsmodel van Defensie, het vervangen van tooling, het sturen op de uitvoering (van verbeteracties) en het realiseren van capaciteit. Voor de twee eerstgenoemde punten zijn eind 2023 daarnaast al de eerste stappen gezet om deze acties op de juiste plek binnen Defensie te beleggen. Ook is in 2023 de crypto-organisatie van Defensie reeds versterkt door de oprichting van een tweetal afdelingen binnen JIVC die zich richten op het vergroten van de crypto-expertise binnen Defensie. 

4. Misbruik en oneigenlijk gebruik

In 2023 waren geen vermoedens van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Defensiesubsidies. De AR constateerde in het verantwoordingsonderzoek 2021 dat niet alle belangrijke beheersmaatregelen waren ingeregeld. Ook gaf zij de aanbeveling om het review-, sanctie- en controlebeleid te actualiseren. Deze bevindingen zijn ter harte genomen en het inmiddels geactualiseerde review-, sanctie- en controlebeleid zal aan de regeling Defensiesubsidies worden toegevoegd.

Ondanks de geformuleerde tekortkomingen wordt het risico op misbruik en oneigenlijk gebruik door Defensie ingeschat op laag. Daarnaast heeft Defensie zich aangesloten bij de centrale interdepartementale verwijsindex om misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidies tegen te gaan. Door middel van deze interdepartementale verwijsindex wordt informatie over misbruik en oneigenlijk gebruik sinds 2020 tussen departementen uitgewisseld. Dit gebeurt op aanvraag en met inachtneming van relevante privacywetgeving.

5. Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Onvolkomenheid Inkoopbeheer

In 2023 zijn de individuele key controls volledig geïmplementeerd en functionerend. Hiertoe zijn verdere verbetermaatregelen die de interne controle versterken, doorgevoerd. Ook zijn rapportagetools, zoals een spendanalysetool, ingevoerd die niet alleen positieve effecten laat zien in het inkoopdomein, maar ook in het financiële domein. Monitoring van de werking van de key controls heeft voortdurend de aandacht.

Een tussentijdse analyse naar de oorzaken en achtergronden van het gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder aankondiging is in 2023 door Defensie uitgevoerd met als uitkomst dat de motivatie van de procedure sterk verbeterd is, maar publicatie achterblijft. Verdere verbetermaatregelen zijn genomen en worden in 2024 opnieuw gemeten.

Onvolkomenheid Objectbeveiliging

Door de beveiligingsautoriteit (BA) is een plan van aanpak opgesteld met een tijdspad. Enkele belangrijke punten hieruit zijn o.a. verder aanpassen van beleid, inventariseren OBE tekortkomingen en opzetten van een communicatieplan voor de verdere ontwikkeling van de beveiligingsbewustwording. Om de tekortkomingen op beveiligingstechnisch gebied aan te pakken, heeft de Defensiestaf besloten om een projectleider OBE tekortkomingen aan te stellen. Deze projectleider maakt onderdeel uit van een op te richten taskforce en wordt verantwoordelijk gesteld voor het wegnemen van de door de AR geconstateerde onvolkomenheden. De uitwerking is in overleg met de Defensieonderdelen opgesteld.

Op 17 mei 2023 heeft de AR het jaarlijks verantwoordingsonderzoek Ministerie van Defensie aangeboden. In dit rapport is onder andere het onderzoek naar de beveiliging van militaire objecten opgenomen. De tekortkomingen op beveiligingstechnisch gebied, in relatie tot de «Te Beschermen Belangen» (TBB), zijn hier als nieuwe tekortkomingen gerapporteerd. De huidige geopolitieke context laat zien dat een effectieve en efficiënte beveiliging van onze TBB cruciaal is voor de dagelijkse bedrijfsprocessen binnen Defensie. Een juiste balans van organisatorische, bouwkundige en elektronische middelen is hierbij van het grootste belang.

De AR heeft bij het huidige onderzoek methodologisch voortgeborduurd op twee eerdere onderzoeken uit 2004 en 2005 naar de beveiliging van militaire objecten. In het onderzoek over 2022 zijn, naast een documentanalyse en interviews, ook acht fysieke penetratietesten uitgevoerd. De Defensie Bewakings- en Beveiligingsorganisatie (DBBO) heeft de AR begeleid tijdens deze testen. DBBO heeft in opdracht en onder verantwoordelijkheid van de AR de testen uitgevoerd. Tekortkomingen op beveiligingstechnisch gebied die door de AR zijn geconstateerd zijn te kwalificeren onder drie belangrijke fysieke pijlers van het Defensie Beveiligingsbeleid (DBB), te weten: (O)rganisatorisch, (B)ouwkundig en (E)lektronisch.

Onvolkomenheid Vastgoedbeheer

Bij het verantwoordingsonderzoek 2022 van de AR is vastgoed beoordeeld als een onvolkomenheid. In haar rapport beveelt de AR de Minister van Defensie aan om voortgang te blijven boeken in het oplossen van de structurele tekortkomingen in het vastgoedbeheer. Vooral door te werken aan integraal inzicht in de staat van het onderhoud van het Defensievastgoed en aan het realiseren van een balans tussen de vastgoedportefeuille en de beschikbare middelen, via een financieel gedekt plan dat aansluit op de visie op de toekomst van de krijgsmacht. In 2023 zijn op de aanbevelingen stappen gezet.

Het OnderhoudsManagement Systeem (OMS), dat het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) rijksbreed implementeert, is een belangrijk systeem om toekomstbestendig invulling te kunnen geven aan de informatiebehoefte van Defensie en andere overheidsorganisaties. Eind 2021 heeft het RVB de opdracht gegund. De verwachting is dat de implementatie niet eerder dan 1 januari 2025 gereed zal zijn. Om de periode tot volledige ingebruikname van het OMS te overbruggen, maakt Defensie gebruik van interim oplossingen.

Defensie wil informatiegericht sturen op haar vastgoed. Om die reden is in 2023 een concept-informatieplan opgesteld, dat inzicht geeft in de informatie die nodig is om op portefeuille-, object- en gebouwniveau te kunnen sturen. Het OMS, als bron van informatie, heeft een belangrijke plaats in het concept-informatieplan. Daarnaast heeft de TaskForce Nova in 2023 haar eindrapportage opgeleverd, waardoor het inzicht in de bezetting en benutting van kazernes is gegroeid. Deze eindrapportage heeft adviezen opgeleverd die op dit moment worden beoordeeld. De overgenomen adviezen zullen voor verder onderzoek danwel directe uitvoering in opdracht worden gegeven.

Zoals in jaarverslag 2022 is gemeld is het Programma Transformatie Vastgoed Defensie o.a. ingericht om te komen tot een evenwicht tussen budget en vastgoedportefeuille. In 2023 is het eerste werkpakket samengesteld en vastgelegd in het investeringsplan van Defensie. Voor de projecten van dit eerste werkpakket zijn de voorbereidende werkzaamheden gestart.

Onvolkomenheid IT-Beheer / Autorisatiemanagement

In 2023 is verder gewerkt aan maatregelen om de onvolkomenheid autorisatiebeheer weg te werken voor het materieel-logistieke domein. De activiteiten uit het geactualiseerde plan van aanpak autorisatiebeheer zijn stapsgewijs gerealiseerd met beperkte personele capaciteit. De uitkomsten van het vraaggestuurde ADR-onderzoek ondersteunen de uitvoering van het plan en de bevindingen zijn meegenomen in de uitwerking.

Er moet nog verder invulling worden gegeven aan een risicogerichte aanpak voor de meest risicovolle functiescheidingsconflicten. Defensie heeft in 2023 wel de drie meest voorkomende functiescheidingsconflicten nader onderzocht. Bij één van deze conflicten werd ten onrechte een signaal afgegeven. In november zijn aanpassingen gedaan hetgeen per 1 december heeft geleid tot een reductie van 30% in de gerapporteerde aantallen functiescheidingsconflicten.

In 2023 is specifieke tooling (SAP Governance, Risk en Compliance) aangeschaft voor het analyseren van functiescheidingsconflicten en het bouwen van conflictvrije rollen. Daarnaast heeft programma ROGER de werkstroom RASC (Rollen, Autorisaties, Security en Control) ingericht.

6. Fraude -en corruptierisico's

Onder fraude wordt verstaan een opzettelijke handeling door een of meer leden van het management, met governance belaste personen, werknemers of derden, waarbij gebruik wordt gemaakt van misleiding teneinde een onrechtmatig of onwettig voordeel te verkrijgen. Voor het jaarverslag is het van belang om de risico’s op een afwijking van materieel belang in de financiële overzichten die het gevolg is van fraude te identificeren en in te schatten.

Defensie is als grote uitvoeringsorganisatie een belangrijke inkoopmacht die internationaal opereert en een omvangrijk arsenaal aan materieel, vastgoed en (deels gevoelige) voorraden beheert. Daarnaast is sprake van een groot personeelsbestand met, door haar onregelmatige, soms gevaarlijke en internationale operaties, een daarbij passende arbeidsvoorwaardenpakket met vele toeslagsoorten en declaratie-mogelijkheden. Hierdoor bestaan inherent risico’s op aanbestedingsfraude, oneigenlijk gebruik en ontvreemding van materieel, vastgoed, voorraden, creditcards en contant geld. Daarnaast bestaat het risico op indiening en afhandeling van fictieve facturen of personeelsdeclaraties en het betalen van salarissen aan niet bestaande ambtenaren of onterechte toeslagen.

Defensie heeft in haar bedrijfsprocessen een beheerraam­werk ingericht dat per kolom (PIOFACH) gebaseerd is op een integrale risico-afweging. Dit beheerraamwerk bevat onder andere functiescheidingen, goedkeuringsrollen in de administratie, monitoring, (jaarlijkse) tellingen en controles. Er is specifieke aandacht voor wapen- en munitieopslag en cryptomiddelen. Frauderisico’s zijn hierbij mede in beschouwing genomen, maar niet expliciet als zodanig benoemd.

Defensie beschikt over een Gedragscode Defensie, waarin de basiswaarden staan omschreven hoe met elkaar, anderen, middelen en bevoegdheden wordt omgegaan. De gedragscode geldt voor iedereen binnen de organisatie. Daarnaast leggen medewerkers van Defensie de eed of belofte af. Medewerkers die werkzaam zijn op vertrouwensfuncties worden extra gescreend door de MIVD. Er is een Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID) die als taak heeft de integriteit en het integriteitsbewustzijn voor de organisatie en medewerker te bevorderen. Dit doen zij door advies, risicoanalyses, training en voorlichting en integriteitsonderzoeken.

Ter preventie van fraude bij declaraties en facturen worden controles uitgevoerd om onterechte of onjuiste betalingen te voorkomen. Het Financieel Administratie en Beheerkantoor (FABK) en Dienstencentrum Human Resources (DCHR) beschikken hiervoor over interne beheerscapaciteit. Op basis van een risicoanalyse wordt de beschikbare interne controlecapaciteit ingezet. Momenteel bekijkt Defensie of de capaciteit voor interne beheersing kan worden uitgebreid. Bij een vermoeden van een integriteitsschending wordt melding gedaan bij het meldpunt Integriteit Defensie waarna de COID aanvullend onderzoek kan verrichten. In 2023 zijn geen fraudegevallen van materiële aard geconstateerd.

Aandachtspunt voor 2023 was de rechtmatige uitnutting van de extra middelen die Defensie tot haar beschikking heeft gekregen. Er kan namelijk extra druk ontstaan op het aanbestedingsproces om budget te realiseren met het risico dat dit ten koste gaat van de zorgvuldigheid. Om dat te voorkomen worden zoveel mogelijk de geëigende processen doorlopen en zijn er op een aantal gebieden aanvullende beheersmaatregelen getroffen.

6.2 Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Grote lopende ICT-projecten

De 10 grote ICT projecten die in 2023 op het IT Rijks ICT-dashboard stonden worden geüpdatet. In 2023 is er voorts één toets van het Adviescollege ICT-toetsing geweest. Het programma Grensverleggende IT (GrIT) is getoetst. Over de status en voortgang van het programma GrIT wordt de Kamer separaat geïnformeerd conform de Regeling Grote Projecten. De adviezen van het Adviescollege ICT-toetsing worden gepubliceerd op de site van de Tweede Kamer.

Gebruik open standaarden en open source software

Het beleid inzake open standaarden en open source software wordt zoveel mogelijk gevolgd.

Betaalgedrag

Defensie heeft over het kasjaar 2023 86,1% van de facturen binnen 30 dagen na ontvangst betaald. Dat is lager dan de harde norm van 90%, en aanzienlijk lager dan de streefnorm van 95%. Het percentage van 86,1% is ook lager dan het gerealiseerde percentage van het kasjaar 2022, namelijk 91,8%. In het kasjaar 2023 heeft Defensie in totaal 273.434 facturen betaald binnen een complexe keten van aanvragen, bestellen en betalen. Binnen deze keten zijn er veel koppelvlakken tussen inkoop, logistiek en financiën en op een complex en wijzigend IT-landschap.

De hoofdoorzaken die hebben bijgedragen aan de daling zijn:

  • Live-gang SAP ARIBA, bij de live-gang van SAP ARIBA bleken nog niet alle parameters goed te zijn geconfigureerd waardoor er met name in de eerste helft van 2023 veel uitval was van facturen oplopend tot ruim 15%. Deze factuurstroom moest handmatig worden opgepakt, uitgezocht en verwerkt in SAP.

  • E-Facturatie, de stroom van e-facturen blijft achter op de ambitie. Hierdoor is er meer aanbod van reguliere facturen die handmatig verwerkt moeten worden in SAP. In 2023 was slechts 60% van de facturen van Nederlandse leveranciers een e-factuur.

  • Technische problemen, naast de technische problemen met ARIBA, waren in het laatste kwartaal veel technische storingen op interfaces tussen systemen binnen en buiten Defensie. Hierdoor stagneerde de factuurstromen soms meerdere dagen die naderhand alsnog handmatig verwerkt moesten worden.

  • Project ROGER, in 2023 is er een grote live-gang geweest van S/4 HANA. Deze live-gang betekende voor het FABK ook veel wijzigingen in processen en procedures met vertraging in de factuurregistratie als gevolg.

  • Begin 2023 is sprake geweest van onverwacht personeelsverloop binnen het FABK waardoor onvoldoende capaciteit voor het betaalproces beschikbaar was. Het werven van nieuw personeel kost met name vanwege het verkrijgen van een VGB veel tijd. 

  • Werkdruk, ten slotte zorgden de wereldwijde spanningen voor een grote werkdruk op Defensie, met als gevolg dat ketens soms niet optimaal werkten, omdat er veel aandacht moest naar de eigen primaire taken. 

In 2023 zijn er nieuwe robots in gebruik genomen om de gestandaardiseerde processen sneller te laten werken. Deze robots boeken afwisselend succes en hebben nog wat ondersteuning nodig voordat deze optimaal functioneren. Daarnaast is er nu een dashboard vanuit FABK in gebruik waarin het betaalgedrag per Defensieonderdeel kan worden gevolgd. Met behulp van deze informatie kan er per Defensieonderdeel beter worden vastgesteld waar de pijnpunten in het betaalgedrag liggen.

Audit Comité

Er heeft in 2023 geen evaluatie van het Audit Comité plaatsgevonden.

Departementale Checks and Balances

De departementale checks and balances voor subsidieregelingen zijn in 2022 aangescherpt. In haar Verantwoordingsonderzoek 2021 merkte de AR op dat er al enige jaren geen staatssteunanalyses worden verricht voorafgaand aan de subsidieverstrekking. DJZ heeft de staatssteunanalyse voor de SKD uitgevoerd. De overige staatssteunanalyses zijn nog niet afgerond, al wordt het risico op staatssteun ingeschat op laag.

Binnen de subsidieportefeuille wordt nadrukkelijk toegezien op de naleving van de vijfjaarlijkse evaluaties conform Awb art. 4.24. In 2023 waren er geen evaluaties in dit kader.

Normenkader Financieelbeheer

Er hebben in 2023 geen wijzigingen plaats gevonden in het departementaal toezicht op het normenkader financieel beheer.

Beheer Nationale Groeifondsprojecten

Er zijn geen projecten waarvoor onvoorwaardelijk middelen uit het Nationaal Groeifonds zijn toegekend aan Defensie.

Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Succesvolle implementatie Beleidskompas

Bij het Ministerie van Defensie is het Directoraat Generaal Beleid (DGB) verantwoordelijk voor het maken van integraal en uitvoerbaar beleid. Binnen het DGB is in 2023 het Beleidskompas succesvol geïmplementeerd. Door de vragen uit het Beleidskompas te integreren met de Integrale Beleidscyclus is het maken van beleid voor de beleidsmakers makkelijker, overzichtelijker en sneller geworden. Daarnaast krijgt het DGB meer inzicht en overzicht op gemaakt en te maken beleid door procesverbeteringen en eenduidige registratie.

De integraliteit en uitvoerbaarheid van beleid wordt gewaarborgd doordat de Defensiestaf via een uitvoeringstoets onderdeel uitmaakt van de Integrale Beleidscyclus en daarnaast ook vertegenwoordigd is in de regiegroep.

C. JAARREKENING

7. Departementale verantwoordingsstaat

Tabel 19 Departementale verantwoordingsstaat 2023 van het Ministerie van Defensie (Bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

  

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

15.007.982

15.038.661

142.234

15.931.491

15.122.235

222.910

923.509

83.574

80.676

           
 

Beleidsartikelen

         

1

Inzet

205.446

232.925

2.907

1.747.908

1.142.595

76.303

1.542.462

909.670

73.396

2

Koninklijke Marine

1.034.161

1.017.361

10.881

1.072.034

1.055.837

11.054

37.873

38.476

173

3

Koninklijke Landmacht

1.696.487

1.696.487

8.054

1.745.807

1.748.423

6.720

49.320

51.936

‒ 1.334

4

Koninklijke Luchtmacht

778.887

778.887

12.111

875.278

808.233

15.155

96.391

29.346

3.044

5

Koninklijke Marechaussee

614.826

614.826

4.459

632.220

626.304

8.923

17.394

11.478

4.464

7

Commando Materieel en IT

672.061

672.061

25.765

810.649

751.169

16.532

138.588

79.108

‒ 9.233

8

Defensie Ondersteuningscommando

1.338.383

1.348.383

68.995

1.592.958

1.555.312

77.985

254.575

206.929

8.990

13

Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds

6.521.608

6.521.608

0

5.465.956

5.465.956

0

‒ 1.055.652

‒ 1.055.652

0

           
 

Niet-beleidsartikelen

         

9

Algemeen

187.495

187.495

1.600

242.564

237.868

16

55.069

50.373

‒ 1.584

10

Apparaat kerndepartement

1.592.168

1.592.168

7.462

1.727.649

1.712.070

10.222

135.481

119.902

2.760

11

Geheim

15.685

15.685

0

18.468

18.468

0

2.783

2.783

0

12

Nog onverdeeld

350.775

360.775

0

0

0

0

‒ 350.775

‒ 360.775

0

8. Samenvattende verantwoordingsstaat agentschappen

Tabel 20 Samenvattende verantwoordingsstaat 2023 inzake baten-lastenagentschap van het Ministerie van Defensie (bijdragen x € 1.000)

Omschrijving

(1) Vastgestelde begroting

(2) Realisatie

(3)=(2)-(1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting

(4) Realisatie t-1

Baten-lastenagentschap Paresto

    
     

Totale baten

€ 80.804

€ 93.364

€ 12.560

€ 77.047

Totale lasten

€ 80.804

€ 92.282

€ 11.478

€ 71.876

Saldo van baten en lasten

  

€ 1.081

€ 5.171

     

Totale kapitaaluitgaven

   

€ 2.591

Totale kapitaalontvangsten

    

9. Jaarverantwoording agentschap per 31 december 2023

Tabel 21 Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap 2023 (bijdragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

Realisatie t-1 (4)

Baten

    

- Omzet

80.804

92.492

11.688

76.698

waarvan omzet moederdepartement

60.603

73.249

12.646

60.745

waarvan omzet overige departementen

495

412

‒ 83

575

waarvan omzet derden

19.706

18.831

‒ 875

15.378

Rentebaten

0

828

828

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

44

44

349

Totaal baten

80.804

93.364

12.560

77.047

     

Lasten

    

Apparaatskosten

80.534

92.170

11.636

71.738

- Personele kosten

54.066

54.887

821

47.675

waarvan eigen personeel

47.905

48.982

1.077

44.437

waarvan inhuur externen

5.454

5.392

‒ 62

2.747

waarvan overige personele kosten

707

513

‒ 194

490

- Materiële kosten

26.468

37.283

10.815

24.063

waarvan apparaat ICT

0

0

0

65

waarvan bijdrage aan SSO's

0

0

0

0

waarvan overige materiële kosten

1.000

2.924

1.924

803

Rentelasten

0

0

0

0

Afschrijvingskosten

270

113

‒ 157

123

- Materieel

270

113

‒ 157

123

waarvan apparaat ICT

0

0

0

0

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

270

113

‒ 157

123

- Immaterieel

0

0

0

0

Overige lasten

0

0

0

15

waarvan dotaties voorzieningen

0

0

0

0

waarvan bijzondere lasten

0

0

0

15

Totaal lasten

80.804

92.282

11.478

71.876

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

1.081

1.081

5.171

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

0

1.081

1.081

5.171

Toelichting op de staat van de baten en lasten

De totale baten bestaan uit omzet, rentebaten en bijzondere baten. De omzet is onder te verdelen in een drietal categorieën: moederdepartement, overige departementen en derden en bedraagt € 92,5 miljoen.

Omzet moederdepartement

De omzet moederdepartement bedraagt € 73,2 miljoen. Voor € 30,8 miljoen is dit gerelateerd aan de geleverde producten en diensten en daarmee marktconform qua factureringssystematiek van cateringondersteuning. Voor € 42,4 miljoen betreft dit de vergoeding die Paresto ontvangt voor de personele en materiële inzet op de locaties conform dienstverleningsafspraken met de opdrachtgever (aanneemsom).

Omzet overige departementen en derden

De omzet overige departementen bedraagt € 0,5 miljoen en betreft omzet welke toe te rekenen is aan leveranties en dienstverlening aan andere departementen. Omzet derden bedraagt € 18,8 miljoen en betreft grotendeels de aankopen door gasten in de bedrijfsrestaurants en kantines.

Rentebaten

Een reservering van € 0,8 miljoen voor nog te ontvangen rentebaten van het Ministerie van Financiën is opgenomen.

Bijzondere baten

Deze post betreft de suppletie belastingdienst over 2022.

Personele kosten

De realisatie van de bezetting ultimo 2023 ten opzichte van de begroting is als volgt:

Tabel 22 Personele kosten (bedragen x € 1)
 

Vastgestelde begroting

Realisatie

 

Vte'n

Prijs per Vte

Vte'n

Prijs per Vte

Militair personeel

51

€79.571

52

€ 80.278

Burgerpersoneel

705

€ 63.197

711

€ 63.758

Inhuur en uitzendkrachten

74

€ 73.703

55

€ 98.509

Totaal/ gemiddeld

830

€ 65.140

818

€ 67.125

De prijs per VTE voor inhuur ligt ruim boven de begroting. Dit is veroorzaakt door zowel de nieuwe arbeidsvoorwaarden van defensie als de nieuwe CAO voor uitzendkrachten.

Materiële kosten

De post materiële kosten bestaat voornamelijk uit ingrediëntskosten (€ 34,4 miljoen). De stijging in de overige materiële kosten ten opzichte van de begroting en de realisatie 2022 is het gevolg van gestegen leveringskosten.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten voor 2023 betroffen bedrijfskleding (€ 67 duizend), soepuitgiftepunten (€ 18 duizend) en diverse overige vaste activa (€ 28 duizend).

Bijzondere lasten

Er zijn geen bijzondere lasten.

Resultaatbestemming

Het resultaat over 2023 bedraagt € 1,081 miljoen. Het resultaat wordt conform de vigerende regelgeving verrekend met het eigen vermogen (exploitatiereserve).

Tabel 23 Balans per 31 december 2023 (bedragen x € 1.000)
 

Balans31-12-2023

Balans31-12-2022

Activa

  

Vaste activa

167

260

Materiële vaste activa

167

260

waarvan grond en gebouwen

0

0

waarvan installaties en inventarissen

130

153

waarvan projecten in uitvoering

0

0

waarvan overige materiële vaste activa

37

107

Immateriële vaste activa

0

0

Vlottende activa

24.118

17.930

Voorraden en onderhanden projecten

771

599

Debiteuren

246

594

Overige vorderingen en overlopende activa

5.192

2.479

Liquide middelen

17.909

14.258

Totaal activa:

24.286

18.190

   

Passiva

  

Eigen Vermogen

4.398

8.354

Pok/ Wau reserve

  

Exploitatiereserve

3.316

3.183

Onverdeeld resultaat

1.081

5.171

Voorzieningen

0

0

Langlopende schulden

0

0

Leningen bij het Ministerie van Financiën

0

0

Kortlopende schulden

19.888

9.836

Crediteuren

8.396

1.129

Belastingen en premies sociale lasten

70

148

Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën

0

0

Overige schulden en overlopende passiva

11.422

8.558

Totaal passiva

24.286

18.190

Toelichting op de balans

                                                                      

Materiële vaste activa

In 2023 is voor € 17 duizend geïnvesteerd in koffiemachines en voor € 3 duizend in ICT middelen.

Voorraden

De op de balans opgenomen voorraden betreffen de voorraden op de locaties van Paresto.

Debiteuren

De debiteuren bestaan voornamelijk uit vorderingen op derden (€ 0,2 miljoen). Het moederdepartement heeft per einde jaar een vordering op Paresto. Deze is geclassificeerd als Crediteuren. De afname ten opzichte van 2022 is een gevolg van scherpere monitoring op openstaande saldi. Bij de post ‘Debiteuren’ wordt rekening gehouden met het vermoedelijk oninbare deel. Dit bedrag is bepaald op € 4 duizend.

Overige vorderingen en overlopende activa

Deze post is nader te specificeren in nog te ontvangen van het moederdepartement (€ 3,4 miljoen), overige departementen (€ 0,9 miljoen) en derden (€ 0,9 miljoen).

In de overige vorderingen zit een post ‘nog te factureren bedragen’. Deze post bestaat uit banqueting- en maatwerkactiviteiten die na de kassluiting in december hebben plaatsgevonden en de nog te factureren aanneemsom met betrekking tot de eenmalige uitkering. De stijging wordt naast de nog te facturen aanneemsom veroorzaakt door prijsstijgingen en de reservering voor rentebaten.

Liquide middelen

De post liquide middelen omvat hoofdzakelijk de gelden in rekening courant bij het Ministerie van Financiën (€ 17,9 miljoen).

Eigen vermogen

In 2023 heeft een afdracht van € 5,0 miljoen aan het moederdepartement plaatsgevonden. De grens voor het eigen vermogen 2023 is € 3,9 miljoen (maximaal 5% van de gemiddelde omzet over de afgelopen 3 jaar). Met een eigenvermogenspositie van € 4,4 miljoen, vindt in 2024 een afdracht van € 0,5 miljoen plaats aan het moederdepartement.

Voorziening

Er zijn geen voorzieningen.

Leningen

Er zijn geen lopende leningen.

Crediteuren

Het crediteurensaldo bestaat uit schulden aan het moederdepartement (€ 6,2 miljoen) en derden (€ 2,2 miljoen). De schuld aan het moederdepartement bestaat uit de factuur voor de salariskosten van November en de vorderingen op Paresto vanuit de debiteuren. De toename ten opzichte van 2022 vindt zijn oorsprong in gestegen kosten voor zowel ingrediënten als inhuur en de openstaande factuur voor de salariskosten November.

Belastingen en premies sociale lasten

De belastingen en premies sociale lasten hebben betrekking op de Btw-aangifte van december.

Overige schulden en overlopende passiva

Het saldo overige schulden en overlopende passiva bestaat uit moederdepartement (€ 4,7 miljoen) en derden (€ 6,7 miljoen). De overige schulden bestaan met name uit de salarissen van december (3,5 miljoen euro), het resterende deel van de ontvangen vergoeding voor het verstrekken van gratis fruit (1,1 miljoen euro) en een reservering voor de eenmalige uitkering (1,5 miljoen euro).

De vakantieverplichtingen aan het personeel bestaan uit 3,2 miljoen euro aan vakantiedagen en 1,4 miljoen euro aan vakantiegelden. De stijging is grotendeels het gevolg van de nieuwe arbeidsvoorwaarden.

Tabel 24 Kasstroomoverzicht over 2023 (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

1.

Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen

6.813

14.253

7.440

 

totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

80.804

90.829

10.025

 

totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 80.804

‒ 82.117

‒ 1.313

2.

Totaal operationele kasstroom

0

8.712

8.712

 

totaal investeringen (-/-)

0

‒ 20

‒ 20

 

totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

0

‒ 20

‒ 20

 

eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

‒ 5.038

‒ 5.038

 

eenmalige storting door moederdepartement (+)

0

0

0

 

aflossingen op leningen (-/-)

0

0

0

 

beroep op leenfaciliteit (+)

0

0

0

4.

Totaal financieringskasstroom

0

‒ 5.038

‒ 5.038

5.

Rekening courant RHB 31 december + stand  depositorekeningen (=1+2+3+4)

6.813

17.907

11.094

Toelichting op het kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. Bij deze methode gaat men uit van het resultaat en de mutaties van het werkkapitaal.

Kasstroom uit operationele activiteiten

De kasstroom uit operationele activiteiten bestaat uit de kasstroom bedrijfsactiviteiten, de mutatie in het werkkapitaal en de ontvangen dan wel betaalde interest. Het saldo van de kasstroom wordt voornamelijk veroorzaakt door een hoger crediteurensaldo en een stijging van de verplichtingen aan het personeel.

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

In 2023 is voor 17 duizend euro geïnvesteerd in koffiemachines en voor 3 duizend euro in ICT middelen.

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

In 2023 is geen beroep gedaan op de leenfaciliteit. In 2023 heeft een afdracht van € 5,0 miljoen aan het moederdepartement plaatsgevonden.

Tabel 25 Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2022
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

 

2020

2021

2022

2023

2023

Generiek deel

     

Totaal omzet verkopen (x € 1.000)

26.695

34.122

41.606

51.106

43.779

Totaal VTE

726

742

777

818

830

- waarvan in eigen dienst

697

710

742

763

756

- waarvan inhuur

29

32

35

55

74

Saldo van baten en lasten (%)

‒ 0,7%

4,6%

6,7%

1,2%

0,0%

Specifiek deel

     

Aantal locaties

76

76

76

76

76

Productiviteit per medewerker (omzet per Vte)

35.400

45.987

53.539

62.501

52.833

Ziekteverzuim (%)

8,0%

7,8%

8,1%

8,9%

8,0%

Bruto marge locaties (%)

40,7%

43,0%

44,3%

32,8%

41,9%

Toelichting op doelmatigheidsindicatoren

Totaal omzet verkopen

Dit betreft de gehele omzet welke verkregen is uit de in rekening gebrachte verkopen voor verrichte leveranties en diensten. De aan de opdrachtgever gefactureerde aanneemsom valt hier in principe niet onder. De twee uitzonderingen staan vermeld in onderstaande toelichting.

Tabel 26 Overzicht omzet (Bedragen x € 1.000)
 

Vastegestelde begroting

Realisatie

Omzet regulier

29.114

32.473

Omzet niet regulier

14.665

17.380

Omzet aanneemsom

0

1.252

Totaal omzet verkopen

43.779

51.106

De omzet bedrijfsvoering is onder te verdelen in de volgende productgroepen:

  • De omzet regulier betreft onder andere de verkopen in de bedrijfsrestaurants en  kantines op locaties;

  • De omzet niet-regulier is omzet van onder andere evenementen, vergaderingen, diners en recepties die op locaties worden gehouden;

  • De omzet aanneemsom heeft betrekking op de factuur van het Koninklijk Huis en de bijdrage ten behoeve van het Militair Revalidatiecentrum.

De hogere gerealiseerde omzet voor regulier wordt veroorzaakt door hogere prijzen voor ingrediënten. Voor niet-regulier geldt naast gestegen prijzen voor ingrediënten ook een stijging van het personele component heeft plaatsgevonden.

Totaal VTE

Dit betreft het gemiddelde VTE over het jaar gesplitst naar in eigen dienst en inhuur. Inhuur personeel is beter beschikbaar als vorig jaar, maar nog niet op het gewenste niveau. Mede als gevolg van de minder dan gewenste beschikbaarheid is geïnvesteerd in het uitbreiden van het eigen personeel waar dit noodzakelijk was.

Saldo van baten en lasten (%)

Dit wordt berekend door het gerealiseerde resultaat te delen door baten.

De toelichting over gerealiseerde resultaat is eerder behandeld bij Staat van Baten en Lasten.

Aantal locaties:

Dit betreft het aantal locaties waar Paresto aanwezig is als leverancier van de standaard catering activiteiten.

Productiviteit per medewerker

Dit wordt berekend door Totaal omzet verkopen te delen door Totaal VTE.

Mede als gevolg van de minder beschikbare inhuur is meer gestuurd op efficiënte inzet van de eigen medewerkers. Dit resulteert in een hogere productiviteit. Ook de prijseffecten van zowel ingrediënten als personeel hebben tot een stijging geleid.

Ziekteverzuim

Dit wordt berekend door het aantal ziektedagen te delen door de werkelijke personeelssterkte maal het aantal kalenderdagen van een maand. Paresto zit met 8,9% boven de norm van 8%. Een hoge gemiddelde leeftijd in combinatie met de stijgende werkdruk zorgt voor een stijgend verzuimpercentage.

% Brutomarge locaties

Dit is het percentage van totale omzet verkopen verminderd met inkoopkosten ten opzichte van de totale omzet verkopen. De daling van het bruto marge percentage ten opzichte van 2022 vindt zijn oorzaak in het niet volledig doorbelasten van de gestegen inkoopprijzen aan de verschillende afnemers.

10. Saldibalans

Tabel 27 Saldibalans per 31 december 2023 van het Ministerie van Defensie (bedragen x € 1.000)

Activa

31-12-2023

31-12-2022

 

Passiva

31-12-2023

31-12-2022

         

Intra-comptabele posten

      

1

Uitgaven ten laste van de begroting

15.122.237

12.845.895

 

2

Ontvangsten ten gunste van de begroting

222.910

180.729

3

Liquide middelen

236.205

80.314

   

4

Rekening-courant RHB

 

4a

Rekening-courant RHB

14.777.439

12.457.000

5

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

 

5a

Begrotingsreserves

6

Vorderingen buiten begrotingsverband

107.263

83.579

 

7

Schulden buiten begrotingsverband

465.355

372.059

8

Kas-transverschillen

   

Subtotaal intra-compatabel

15.465.705

13.009.788

 

Subtotaal intra-comptabel

15.465.705

13.009.788

         

Extra-comptabele posten

      

9

Openstaande rechten

 

9a

Tegenrekening openstaande rechten

0

0

10

Vorderingen

381.187

29.148

 

10a

Tegenrekening vorderingen

381.187

29.148

11a

Tegenrekening schulden

3

0

 

11

Schulden

3

0

12

Voorschotten

3.194.346

2.769.139

 

12a

Tegenrekening voorschotten

3.194.346

2.769.139

13a

Tegenrekening garantieverplichtingen

13.215

 

13

Garantieverplichtingen

13.215

14a

Tegenrekening andere verplichtingen

3.545.647

1.509.338

 

14

Andere verplichtingen

3.545.647

1.509.338

15

Deelnemingen

 

15a

Tegenrekening deelnemingen

Subtotaal extra-comptabel

7.134.399

4.307.626

 

Subtotaal extra-comptabel

7.134.199

4.307.626

         

Totaal

22.600.104

17.317.413

 

Totaal

22.600.104

17.317.413

Door afrondingen kan het totaal afwijken van de som van de onderdelen.

In 2023 worden de meeste balansposten tegen de koers van de laatste werkdag voor jaareinde 2023 verantwoord. Uitgezonderd zijn een aantal voorschotten en verplichtingen waarvoor de CEP-koers (Centraal Economisch Plan) van maart 2023 is gebruikt en posten die met valutatermijncontracten zijn afgedekt, deze zijn opgenomen tegen de betreffende valutatermijnkoers.

Intra-comptabele posten

ad 1 en 2 Uitgaven ten laste en – ontvangsten ten gunste van de begroting

Onder de posten uitgaven en ontvangsten zijn de per saldo gerealiseerde uitgaven en – ontvangsten opgenomen. De bedragen komen overeen met de bedragen uit de verantwoordingsstaat. Door een andere afrondings-systematiek is er een verschil met de verantwoordingsstaat waar per artikel naar boven wordt afgerond.

ad 3 Liquide middelen

Het saldo op de saldibalans bedraagt € 236.205 en bestaat uit de volgende saldi:

Tabel 28 Saldo liquide middelen (bedragen x € 1.000)

Kas

14.126

Bank

222.079

Totaal

236.205

ad 4 en 4a Rekening-courant RHB

Deze post geeft per saldo de financiële verhouding met de RHB weer. Het bedrag is per 31 december 2023 in overeenstemming met de opgave van de RHB.

ad 6 Vorderingen buiten begrotingsverband

Het saldo op de saldibalans bedraagt € 107.263

Tabel 29 Vorderingen buiten begrotingsverband (bedragen x € 1.000)

Openstaande vordering

Bedrag

MINUSMA Duitsland

3.854

Nader te verdelen BTW

15.633

Eygelshoven

18.308

Onderhoud M-fregatten Portugal

14.105

Overige vorderingen buiten begrotingsverband

 55.363

Totaal

107.263

Als criterium voor de toelichting van vorderingen die open staan per 31 december 2023 geldt een grensbedrag van € 10 miljoen. En voor alle vorderingen die per 31 december 2023 langer dan een jaar open staat geldt een grendsbedrag van € 2 miljoen.

Vanuit de samenwerking met Portugal inzake de ombouw van de twee Nederlandse M-Fregatten staat er een vordering open van 14,0 miljoen. Deze vordering is tot stand gekomen om de Portugezen van een oplossing te voorzien voor hun tijdelijke budgettekort. De verwachting is dat de openstaande vordering in 2025 wordt ontvangen.

Vanuit de samenwerking met Duitsland tijdens MINUSMA staat een bedrag van € 3,854 miljoen open. Volgens de Duitse counterpart hoeven zij het openstaande bedrag niet meer te betalen omdat met de Technical Agreement(TA) voor de overname van het kamp alle eerdere (financiële) verplichtingen zouden komen te vervallen. De juridisch adviseur leest de TA echter anders en ziet wel een mogelijkheid om het openstaande bedrag in te vorderen. In 2024 zal een laatste poging worden ondernomen om dit bedrag in te vorderen. Mocht dit weer op niets uitlopen dan zal het openstaande bedrag eind 2024 ten last van de begroting worden geboekt. Tevens zal dan een verzoek worden ingediend om de vordering eenzijdig buiten invordering te stellen.

ad 7 Schulden buiten begrotingsverband

Het saldo op de saldibalans bedraagt € 465.355

Tabel 30 Schulden buiten begrotingsverband (bedragen x € 1.000)

Openstaande schulden

Bedrag

Loonheffing en social lasten

     129.239

NL-B Anti-Submarine Warfare Frigate

       82.834

NL-NO sensor C-RAM

       37.542

NL-DK Mobile Ground Master 200

       20.938

NL-LTU Multi Mission Radar

       15.400

NL-B M-Fregatten

       14.004

Humanitaire Hulpverlening

       20.281

Overige vooruitontvangen gelden voor derden

     129.214

Aangehouden voor derden

       15.903

Saldo schulden 31-12-2023

     465.355

Dit bedrag bestaat grotendeels uit af te dragen loonheffing en sociale lasten voor € 129.239 en daarnaast voor € 320.213 uit vooruit ontvangen gelden van derden voor nog te maken uitgaven. Het restant van € 15.903 betreft gelden die door Defensie worden aangehouden voor derden.

Extra-comptabele posten

ad 9 Openstaande rechten

Het saldo op de saldibalans is nihil. Voor zover aanwezig zijn deze posten opgenomen onder het bedrag van extra-comptabele vorderingen. Er wordt hiervoor geen aparte administratie gevoerd.

ad 10 Vorderingen

Het saldo op de saldibalans bedraagt € 381.187

Als criterium voor de toelichting van vorderingen geldt een grensbedrag van € 10 miljoen.

De vordering EPF Oekraine met een waarde van € 242 miljoen betreft de kostenvergoedingen die in 2023 door de Europese Vredesfaciliteit zijn toegewezen voor het militaire materieel dat door Nederland aan Oekraine is geleverd ten behoeve van de oorlog met Rusland. Deze ontvangsten worden vanaf het jaar 2024 verwacht.

De vordering van € 90.000 op de Forsvarsministeriets Regnskabsstyrlse (Ministerie van Defensie Denemarken) stond per 31 december 2023 nog open binnen de afgesproken betaaltermijn en is inmiddels ontvangen.

De vordering, ingesteld in 2004, op de Koninklijke Schelde Groep B.V. (KSG) van nominaal € 20.420, betreft een aan de KSG verstrekt krediet ter gedeeltelijke financiering van de investeringen voor herinrichting en verhuizing in verband met een nieuwe bouwplaats voor marine activiteiten op de locatie Sloegebied te Vlissingen. Begin 2018 is met de KSG een herzien aflossingsschema afgesproken met de laatste termijnbetaling in 2024. Het openstaande vorderingenbedrag op 31 december 2023 bedroeg € 1.418.

Tabel 31 Verdeling vordering naar aard (bedragen x € 1.000)

Aard van de vordering

Bedrag

EFP Oekraine

242.510

Personeel

8.102

Medische bedrijven

15.117

Forsvarsministeriets Regnskabsstyrlse

90.000

Buitenlandse mogendheden

 7.443

Koninklijke Schelde Groep lening

1.418

Diversen

106.598

Saldo vorderingen 31-12-2023

381.187

De verdeling van de vorderingen naar opeisbaarheid is hieronder in een tabel weergegeven.

Tabel 32 Verdeling vordering naar opeisbaarheid (bedragen x € 1.000)

Direct opeisbaar

14.951

Op termijn opeisbaar

366.236

Geconditioneerd

-

Totaal

€ 381.187

ad 11 Schulden

Het saldo op de saldibalans is nihil.

ad 12 Voorschotten

Het saldo op de saldibalans bedraagt € 3.194.346

Alle voorschotten van voor 2008 staan tegen de maandkoers van december 2007 gewaardeerd en de voorschotten vanaf 2008 zijn gewaardeerd tegen de op het moment van verstrekking geldende maandkoers of de CEP-koers van het betreffende jaar van verstrekking. Uitgezonderd zijn de posten die met valutatermijncontracten zijn afgedekt, deze zijn opgenomen tegen de betreffende valutatermijnkoers.

De verdeling van de voorschotten naar ouderdom is vermeld in onder-staande tabel.

Tabel 33 Verdeling voorschotten naar ouderdom (bedragen x € 1.000)

Jaar van ontstaan

Beginstand per 01-01-2023

Nieuwe voorschotten

Afgerekende voorschotten

Eindstand per 31-12-2023

≤2019

44.776

 

1.788

42.988

2020

31.538

 

3.468

28.070

2021

1.223.498

 

1.150.334

73.164

2022

1.469.327

 

120.503

1.348.824

2023

 

1.749.210

47.910

1.701.300

Totaal

2.769.139

1.749.210

1.324.003

3.194.346

Voor de declaraties van het ABP met betrekking tot de post-actieven is in 2022 een bedrag van € 1.221.224 en in 2023 een bedrag van € 1.274.492 betaald. Voor het controlejaar 2022 is nog geen accountantsverklaring afgegeven, hierdoor staat dit voorschot nog open.

ad 13 Garantieverplichtingen

Het saldo op de saldibalans is € 13.215

Op 31 december 2023 stonden twee garanties open.

Er is een overeenkomst met de Vereniging Verbond van Verzekeraars over de verzekerbaarheid van personeel. De looptijd is onbepaald en er is geen gegarandeerd bedrag vastgesteld. De overeenkomst regelt de verhouding tussen Defensie en de Vereniging met als doel de belemmeringen die defensieambtenaren in het maatschappelijk verkeer ondervinden als gevolg van uitsluitingsclausules bij levensverzekeringen, gekoppeld aan de financiering van een woning, weg te nemen. In 2023 heeft geen uitkering plaatsgevonden.

Er is door het Ministerie van Defensie een garant-stelling afgegeven aan het Ministerie van Financiën voor de kredietfaciliteit die het Nederlands Veteraneninstituut (NLVi) in het kader van schatkistbankieren heeft. Defensie staat voor in totaal € 13.215 miljoen garant. Het gaat om twee rekening-courantkredieten met verschillende looptijden. € 3.500 miljoen per 1 januari 2021 voor onbepaalde tijd. En voor € 9.715 miljoen met een looptijd van 4 januari 2021 tot en met tot en met 31 december 2050.

ad 14 Andere verplichtingen

Het saldo op de saldibalans bedraagt € 3.545.647

In 2023 worden de meeste verplichtingen tegen de koer van de laatste werkdag voor jaareinde 2023 verantwoord. Uitgezonderd zijn een aantal verplichtingen waarvoor de CEP-koers (Centraal Economisch Pla) van maart 2023 is gebruit en posten die met valutatermijncontracten zijn afgedekt, deze zijn opgenomen tegen de betreffende valutatermijnkoers.

Bij de nieuw aangegane verplichtingen is uitgegaan van de methode van het opnemen in de rekening van zowel de positieve als negatieve bijstellingen van oude verplichtingen.

Tabel 34 Andere verplichtingen (bedragen x € 1.000)

Andere verplichtingen 01/01/2023

1.509.338

Aangegane andere verplichtingen in verslagjaar

17.510.011

Subtotaal

19.019.350

Tot betaling gekomen in verslagjaar

15.473.703

Openstaande andere verplichtingen per 31/12/2023

3.545.647

Tot en met 2022 had de Kustwacht Nederland voor de uitvoering van luchtverkenningstaken en voor Search and Rescue (SAR) de beschikking over 2 Dorniers en SAR helikopters. Zowel de Dorniers als de SAR helikopters waren aan het eind van hun levensduur. Ter vervanging van zowel de Dorniers als de helikopters is ervoor gekozen om leasecontracten af te sluiten in plaats van eigen toestellen aan te schaffen. In 2020 is ter vervanging van de Dorniers een leasecontract afgesloten voor de inzet van 2 DASH-8 vliegtuigen met de firma PAL/Jet-Support voor een periode van 10 jaar. De uitvoering van het contract is aangevangen op 31 oktober 2022 (20:00 uur) en loopt tot 1 november 2032. Het op 1 januari 2024 nog openstaande verplichtingenbedrag bedraagt € 161,4 miljoen.

In 2021 is ter vervanging van de huidige SAR helikopers een leasecontract afgesloten met Bristow Helicopters LTD. Het gaat hierbij om een 10 jarig full service contract voor de inzet van SAR helikopters t.b.v. de Kustwacht Nederland. Uitvoering van het contract is gestart op 4 november 2022. Het op 1 januari 2024 nog openstaande verplichtingenbedrag bedraagt € 205,1 miljoen.

Nederland participeert in het Strategic Airlift Capability (SAC) programma van de NAVO, een multinationaal samenwerkingsverband van twaalf landen. Hierbij wordt gevlogen met drie Boeing C-17 Globemasters van de NATO Airlift Management Agency (NAMA) naar diverse missies. In 2023 is gevlogen op Irak (OIR/CBMI), Litouwen (eFP), Bosnië (EUFOR Althea) en Polen (steun aan Oekraïne). De betalingen en leveringen staan gepland tot en met 2033. Het saldo van de openstaande verplichtingen bedraagt € 307,8 miljoen. Voor de contributiebijdrage aan NAVO, Alliance Operations & Missions(AOM) en aan de EU, European Peace Facility(EPF) staat nog € 4,3 miljoen aan verplichtingen open.

Het openstaande verplichtingendossier ter grootte van € 121 miljoen betreft een order voor de commerciële aankoop van een aantal passieve radarsystemen, die na levering aan Oekraïne worden geschonken. De levering van de radarsystemen wordt in de eerste helft 2024 verwacht.

Niet uit de saldibalans blijkende financiële risico’s voortkomend uit lopende juridische procedures

Er zijn ultimo 2023 geen relevante lopende juridische geschillen die op basis van de verslaggevingscriteria genoemd in de Rijksbegrotingsvoorschriften voor vermelding in aanmerkingen komen.

Niet uit de balans blijkende verplichtingen

In 2023 heeft de Eerste Kamer de Wet toekomst pensioenen (Wtp) aangenomen en vanaf 1 juli 2023 is deze wet in werking getreden. Daarmee is een overgangsfase gestart waarin werkgevers en werknemers met elkaar afspraken gaan maken. Op uiterlijk 1 januari 2028 moeten de nieuwe pensioenregelingen klaar zijn.

Voor het ministerie van Defensie betekent deze nieuwe pensioenwet dat de begrotingsgefinancierde militaire pensioenen (dit betreft de militaire pensioenen van voor 1 juni 2001) moeten worden omgezet naar kapitaaldekking. De affinanciering, dat wil zeggen de netto contante waarde in de vorm van een afkoopsom bij pensioenuitvoerder ABP, zal plaatsvinden net voor het moment van invaren. Het bedrag is afhankelijk van o.a. de rente en de dekkingsgraad van het ABP op de datum van de affinanciering. Het invaren van de begrotingsgefinancierde militaire pensioenen is voorzien op 31 december 2026. Voor de affinanciering is 8,5 miljard euro gereserveerd op de Aanvullende post bij het ministerie van Financiën.3

Voordat de pensioenen kunnen invaren in het nieuwe pensioenstelsel moet er een deal met de vakbonden worden bereikt en vervolgens door de toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) worden beoordeeld dat aan de wettelijke eisen van Wtp wordt voldaan. De affinanciering in één keer in 2026 dient als financiële verplichting te worden vastgelegd op het moment waarop Defensie juridisch gebonden is aan de omzetting naar het kapitaaldekkingstelsel van deze pensioenen. Dat is na de goedkeuring door DNB.

11. WNT-verantwoording 2023 Ministerie van Defensie

De Wet normering topinkomens (WNT) bepaalt dat de bezoldiging en eventuele ontslaguitkeringen van topfunctionarissen in de publieke en semi-publieke sector op naamsniveau vermeld moeten worden in het financieel jaarverslag. Deze publicatieplicht geldt tevens voor topfunctionarissen die bij een WNT-instelling geen - al dan niet fictieve - dienstbetrekking hebben of hadden. Daarnaast moeten van niet-topfunctionarissen de bezoldiging (zonder naamsvermelding) gepubliceerd worden indien deze het wettelijk bezoldigingsmaximum te boven gaan. Niet-topfunctionarissen zonder dienstverband vallen echter buiten de reikwijdte van de wet.

Voor dit departement heeft de publicatieplicht betrekking op onderstaande functionarissen. De bezoldigingsgegevens van de leden van de Top Management Groep zijn opgenomen in het jaarverslag van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het algemeen bezoldigings­maximum bedraagt in 2023 € 223.000.

Tabel 35 Bezoldiging van topfunctionarissen

Naam instelling

Naam topfunctionaris

Functie

Datum aanvangdienstverband(indien vantoepassing)

Datum eindedienstverband(indien van toepassing)

Dienstverband in fte( + tussen haakjes omvang in 2022)

Op externe inhuurbasis (nee; ≤ 12 mnd; > 12 mnd)

Beloning plus kostenvergoe-dingen (belast) (+ tussen haakjes bedrag in 2022)

Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn (+ tussen haakjes bedrag in 2022)

Totale bezoldiging in 2023 (+ tussen haakjes bedrag in 2022)

Individueel toepasselijk bezoldigings-maximum

Bedrag overschrijding

Motivering (indien overschrijding)

MINDEF

BAUER

CHAIRMAN MILITARY COMITE

  

1,00

nee

188.244,45

19.880,64

208.125,09

223.000,00

  
     

(1,00)

 

(181.198,18)

(17.552,16)

(198.750,34)

  

MINDEF

BOEKHOLT-O'SULLIVAN

PROJECTDIRECTEUR TRANSITIE & PLAATSVERVANGEND DIRECTEUR GENERAAL BELEID

  

1,00

nee

174.667,56

19.880,64

194.548,20

223.000,00

  
     

(1,00)

 

(92.693,27)

(10.238,76)

(102.932,03)

  

MINDEF

BOOTS

PLAATSVERVANGEND COMMANDANT DER STRIJDKRACHTEN

  

1,00

nee

174.667,56

19.880,64

194.548,20

223.000,00

  
     

(1,00)

 

(195.818,11)

(17.552,16)

(213.370,27)

  

MINDEF

COSTONGS

COMMANDANT KONINKLIJKE MARECHAUSSEE

23-02-2023

31-08-2023

1,00

nee

91.213,20

10.382,11

101.595,31

116.082,19

  
  

VAN 23 FEBRUARI 2023 TOT EN MET 31 AUGUSTUS 2023

         

MINDEF

EICHELSHEIM

COMMANDANT DER STRIJDKRACHTEN

  

1,00

nee

211.241,81

19.880,63

231.122,44

223.000,00

8.122,44

De overschrijding is in januari en februari 2024 teruggevorderd.

     

(1,00)

 

(202.490,21)

(17.552,16)

(220.042,37)

  

MINDEF

HARTMAN

PLAATSVERVANGEND COMMANDANT COMMANDO MATERIEEL EN IT /

15-06-2023

 

1,00

nee

94.843,31

10.823,90

105.667,21

122.191,78

  
  

COMMANDANT COMMANDO MATERIEEL EN IT PER 15 SEPTEMBER 2023

         

MINDEF

INGEN

PLAATSVERVANGEND COMMANDANT DER LUCHTSTRIJDKRACHTEN /

12-06-2023

 

1,00

nee

96.111,60

10.989,58

107.101,18

124.024,66

  
  

HOOFD PMV-NAVO PER 19 JUNI 2023

         

MINDEF

LAAN, VAN DER

HOOFD PMV-NAVO /

  

1,00

nee

174.529,56

19.880,64

194.410,20

223.000,00

  
  

DIRECTOR-GENERAL EUROPEAN UNION MILITARY STAFF PER 1 JULI 2023

  

(1,00)

 

(162.448,32)

(17.552,16)

(180.000,48)

  

MINDEF

LEIJTENS

COMMANDANT KONINKLIJKE MARECHAUSSEE /

 

30-04-2023

1,00

nee

54.233,95

6.626,88

60.860,83

73.315,07

  
  

DIRECTEUR FRONTEX PER 1 MAART 2023

  

(1,00)

 

(181.023,04)

(17.552,16)

(198.575,20)

  

MINDEF

LUYT

COMMANDANT DER LUCHTSTRIJDKRACHTEN

 

31-05-2023

1,00

nee

90.129,75

8.283,60

98.413,35

92.254,79

6.158,56

Totale overschrijding van € 6.158,56. Conform artikel 3, tweede lid van de Uitvoeringsregeling WNT 2023 kan de opbouw van het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering over 2022 toegerekend worden aan de bezoldiging over 2022. In totaal is € 7.733,96 toerekenbaar aan 2022. In 2022 is voldoende ruimte om dit aan de bezoldiging toe te rekenen. Het betreft daarmee een door de WNT toegestane overschrijding.

     

(1,00)

 

(190.392,36)

(17.552,17)

(207.944,53)

  

MINDEF

MAAS

COMMANDANT DEFENSIE ONDERSTEUNINGSCOMMANDO PER 1 SEPTEMBER 2023

01-09-2023

 

1,00

nee

61.933,85

6.626,88

68.560,73

74.536,99

  
            

MINDEF

ROELOFS

COMMANDANT KONINKLIJKE MARECHAUSSEE PER 1 SEPTEMBER 2023

01-09-2023

 

1,00

nee

50.753,21

7.581,88

58.335,09

74.536,99

  
            

MINDEF

SPRANG, VAN

INSPECTEUR GENERAAL DER STRIJDKRACHTEN

  

1,00

nee

175.313,60

19.880,64

195.194,24

223.000,00

  
     

(1,00)

 

(169.994,76)

(17.552,16)

(187.546,92)

  

MINDEF

STEUR

COMMANDANT DER LUCHTSTRIJDKRACHTEN

14-04-2023

 

1,00

nee

147.607,37

14.192,57

161.799,94

160.071,23

1.728,71

Totale overschrijding van € 1.728,71. Conform artikel 3, tweede lid van de Uitvoeringsregeling WNT 2023 kan de opbouw van het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering over 2022 toegerekend worden aan de bezoldiging over 2022. In totaal is € 7.830,42 toerekenbaar aan 2022. In 2022 was functionaris nog geen topfunctionaris. Het betreft daarmee een door de WNT toegestane overschrijding.

            

MINDEF

TAK

CORPS COMMANDER 1 GERMAN-NETHERLANDS CORPS

  

1,00

nee

177.928,73

19.880,64

197.809,37

223.000,00

  
     

(1,00)

 

(145.577,97)

(14.773,06)

(160.351,03)

  

MINDEF

TAS

COMMANDANT DER ZEESTRIJDKRACHTEN

  

1,00

nee

175.349,97

19.880,63

195.230,60

223.000,00

  
     

(1,00)

 

(170.316,58)

(17.552,16)

(187.868,74)

  

MINDEF

VERBEEK

COMMANDANT DEFENSIE ONDERSTEUNINGSCOMMANDO /

 

31-12-2023

1,00

nee

174.667,56

19.880,64

194.548,20

223.000,00

  
  

INTERNE HERPLAATSER PER 1 SEPTEMBER 2023

  

(1,00)

 

(169.065,30)

(17.552,16)

(186.617,46)

  

MINDEF

WAARD, DE

COMMANDANT COMMANDO MATERIEEL EN IT

 

30-09-2023

1,00

nee

138.343,30

14.910,48

153.253,78

166.791,78

  
     

(1,00)

 

(169.546,24)

(17.552,16)

(187.098,40)

  

MINDEF

WIJNEN

COMMANDANT DER LANDSTRIJDKRACHTEN

 

31-12-2023

1,00

nee

174.183,61

19.880,64

194.064,25

223.000,00

  
     

(1,00)

 

(169.493,03)

(17.552,17)

(187.045,20)

  

Naast de hierboven vermelde functionarissen zijn er geen andere functionarissen die in 2023 een bezoldiging boven het toepasselijke bezoldigingsmaximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden.

Tabel 36 Bezoldiging van niet-topfunctionarissen boven het individueel toepasselijk drempelbedrag

Naam instelling

Functie

Datum aanvangdienstverband(indien vantoepassing)

Datum eindedienstverband(indien van toepassing)

Dienstverband in fte( + tussen haakjes omvang in 2022)

Beloning plus kostenvergoe-dingen (belast) (+ tussen haakjes bedrag in 2022)

Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn (+ tussen haakjes bedrag in 2022)

Totale bezoldiging in 2023 (+ tussen haakjes bedrag in 2022)

Individueel toepasselijk drempelbedrag

Motivering

MINDEF

DIRECTEUR PROJECTEN

  

1,00

213.212,71

19.880,64

233.093,35

223.000,00

Diensttijdgratificatie, zonder Diensttijdgratificatie geen overschrijding.

    

(1,00)

(179.885,73)

(17.552,16)

(197.437,89)

 

MINDEF

COMMANDANT AIR COMBAT COMMAND CLSK

  

1,00

215.023,81

19.880,64

234.904,45

223.000,00

Diensttijdgratificatie, zonder Diensttijdgratificatie geen overschrijding.

    

(1,00)

(182.894,67)

(17.552,16)

(200.446,83)

 

MINDEF

DETACHERING NATIONALE DOPINGAUTORITEIT

  

1,00

205.144,14

19.880,64

225.024,78

223.000,00

Diensttijdgratificatie, zonder Diensttijdgratificatie geen overschrijding.

    

(1,00)

(175.008,60)

(17.552,16)

(192.560,76)

 

MINDEF

COMMANDER DEPLOYABLE AIR COMMAND AND CONTROL CENTER

  

1,00

207.451,16

19.880,64

227.331,80

223.000,00

Vergoeding bijzondere inzet over 2022 en afkoop ZZF-uren meerdaagse activiteiten over 2022, zonder deze vergoedingen geen overschrijding.

    

(1,00)

(199.820,59)

(17.552,16)

(217.372,75)

 

Naast de hierboven vermelde functionarissen zijn er nog drie andere functionarissen die in 2023 een bezoldiging boven het toepasselijke bezoldigingsmaximum hebben ontvangen maar die op basis van artikel 1.5a WNT niet gerapporteerd hoeven te worden.

D. BIJLAGEN

Bijlage 1: Toezichtrelaties rwt's en zbo's

Tabel 37 Overzichtstabel inzake RWT’s en ZBO’s van [naam ministerie] (Bedragen x € 1.000)

Nlvi

Begrote bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT

Gerealiseerde bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT

Begrote bijdrage overige departementen

Gerealiseerde bijdrage overige departementen

Bijzonderheden

Bedrag

€ 23.496

€ 28.410

0

0

Nee

Bijzonderheden

 
Tabel 38

SKD

Begrote bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT

Gerealiseerde bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT

Begrote bijdrage overige departementen

Gerealiseerde bijdrage overige departementen

Bijzonderheden

Bedrag

€ 18.184

€ 18.184

0

0

Nee

Bijzonderheden

 
Tabel 39

SWOON

Begrote bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT

Gerealiseerde bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT

Begrote bijdrage overige departementen

Gerealiseerde bijdrage overige departementen

Bijzonderheden

Bedrag

€ 15.548

€ 18.126

0

0

Nee

Bijzonderheden

 
Tabel 40

SZVK

Begrote bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT

Gerealiseerde bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT

Begrote bijdrage overige departementen

Gerealiseerde bijdrage overige departementen

Bijzonderheden

Bedrag

€ 0

€ 0

0

0

Nee

Bijzonderheden

 

NLVi

Het Nederlands Veteraneninstituut (NLVi) is een Rechtspersoon met een Wettelijke Taak en voert taken uit op het gebied van veteranenwelzijn en geeft uitvoering aan het veteranenbeleid zoals dit staat beschreven in de veteranenwet.

SKD

De Stichting Koninklijke Defensiemusea (SKD) draagt zorg voor het beheren van de museale collectie van Defensie (Nationaal Militair Museum (NMM), Mariniersmuseum, Marinemuseum en Museum der Marechaussee). Zij stelt zich daarnaast ten doel de bezoekers aan de hand van een uiteenlopend activiteitenaanbod, met vaste en tijdelijke exposities, inzicht te laten verwerven in de betekenis van de krijgsmacht voor onze samenleving in heden, verleden en toekomst.

SWOON

De Stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek NLDA (SWOON) ziet in het kader van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek toe op het wetenschappelijke niveau van het onderwijs en onderzoek op de Nederlandse Defensie Academie. De stichting verzorgt de wetenschappelijke bachelor- en masterprogramma’s als onderdeel van de officiersopleiding, in overeenstemming met de eisen van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Verder verleent de stichting graden die behoren bij wetenschappelijk onderwijs, laat zij opleidingen accrediteren en geaccrediteerd houden en verzorgt ze wetenschappelijk onderzoek ter ondersteuning van de opleidingen.

SZVK

De Stichting Ziektekostenverzekering Krijgsmacht (SZVK) is namens het ministerie van Defensie belast met de uitvoering van de ministeriële regeling Ziektekostenverzekering militairen. De activiteiten van de SZVK richten zich uitsluitend op militairen in actieve dienst aangezien deze niet vallen onder de werking van de Zorgverzekeringswet (ZVW). De SZVK ontvangt geen financiële bijdragen van Defensie om haar taken uit te voeren, maar verkrijgt haar inkomsten uit ziektekostenpremies die Defensie afdraagt. Daarnaast vergoedt Defensie een deel van de kosten van de schadelast die als gevolg van vliegen, inzet, varen en oefenen (VIVO-schade) kan optreden en die niet ten laste van de verzekering wordt gebracht en voor rekening van Defensie als werkgever komt. Naar huidig inzicht kwalificeert deze betaling van de VIVO-schadevergoeding zich niet als een bijdrage van het moederdepartement aan een RWI.

Bijlage 2: Moties en toezeggingen

Door de Staten-Generaal aanvaarde moties

Beschrijving van de motie

Bronnaam/ vindplaats

Kamerstuknummer motie

Datum

Status

Afgedaan met Kamerbrief

Motie van het lid Erkens c.s. over het uitwerken van scenario's om Nederland bij verschillende dreigingsniveaus veilig te houden.

Begroting Defensie 7-2-24

36410-X-45

13-2-2024

In behandeling

 

​Motie van het lid Erkens over het vaker openbaar maken van cyberaanvallen en bijbehorende technische werkwijzen

Begroting Defensie 7-2-24

36410-X-46

13-2-2024

Doorlopend

 

​Motie van het lid Nordkamp c.s. over het in kaart brengen van het aandeel van in NAVO-landen geproduceerde defensieproducten dat naar buiten de NAVO weglekt.

Begroting Defensie 7-2-24

36410-X-47

13-2-2024

In behandeling

 

​Motie van het lid Nordkamp c.s. over een onderzoek naar versterking van de stabiliteit en weerbaarheid van de samenleving en de bestrijding van desinformatie.

Begroting Defensie 7-2-24

36410-X-48

13-2-2024

In behandeling

 

​Motie van het lid Podt over het uitwerken van de mogelijkheden van een garantiefonds voor innovaties in de defensie-industrie

Begroting Defensie 7-2-24

36410-X-50

13-2-2024

In behandeling

 

​Motie van de leden Tuinman en Diederik van Dijk over het verkennen van de wenselijkheid van een permanente Nederlandse gevechtseenheid aan de oostflank

Begroting Defensie 7-2-24

36410-X-52

13-2-2024

In behandeling

 

​Motie van het lid Ceder c.s. over belemmeringen waar reservisten mee te maken kunnen krijgen in kaart brengen en oplossingen daarvoor aandragen

Begroting Defensie 7-2-24

36410-X-55

13-2-2024

In behandeling

 

​Motie van het lid Ceder c.s. over het zo snel mogelijk voorbereiden van de plannen voor de oprichting van een tankbataljon

Begroting Defensie 7-2-24

36410-X-56

13-2-2024

In behandeling

 

​Motie van het lid Ceder over bij de ontwikkeling van de eigen satellietcapaciteit ook voorbereidingen treffen voor militaire activiteit in de ruimte tegen satellieten

Begroting Defensie 7-2-24

36410-X-57

13-2-2024

In behandeling

 

​Motie van de leden Dobbe en Dassen over de regeling voor chroom-6-slachtoffers ook van toepassing laten zijn voor nabestaanden​

Begroting Defensie 7-2-24

36410-X-58

13-2-2024

In behandeling

 

​Gewijzigde motie van het lid Ergin c.s. over het onderzoeken van de mogelijkheden van een humanitaire luchtbrug en een maritieme corridor

Begroting Defensie 7-2-24

36410-X-75

13-2-2024

In behandeling

 

​Motie van de leden Dassen en Nordkamp over in kaart te brengen in welke mate Nederland aan de PESCO-doelstelling voldoet om 35% van het defensiematerieel gezamenljk in te kopen

Begroting Defensie 7-2-24

36410-X-67

13-2-2024

In behandeling

 

​Motie van het lid Dassen over het intensiveren van gezamenlijke inkoop van defensiematerieel via de Defence Joint Procurement Task Force van het Europees Defensieagentschap

Begroting Defensie 7-2-24

36410-X-68

13-2-2024

In behandeling

 

Motie van het lid Boswijk c.s. over het inventariseren en wegnemen van regels en procedures die het opschalen van externe opleidingscapaciteit belemmeren​

WGO personeel en Materieel

36410-X-27

6-2-2024

In behandeling

 

​Motie van het lid Boswijk over de personele knelpunten en scenario's rond het NATO Force Model inventariseren

WGO personeel en Materieel

36410-X-28

6-2-2024

In behandeling

 

​Motie van het lid Tuinman c.s. over alle medewerkers van Defensie die geen militair of reservist zijn vrijblijvend uitnodigen om reservist te worden

WGO personeel en Materieel

36410-X-31

6-2-2024

In behandeling

 

​Motie van de leden Tuinman en Boswijk over het onderzoeken van voorstellen met betrekking tot het internationaal aanbesteden van militaire projecten

WGO personeel en Materieel

36410-X-32

6-2-2024

In behandeling

 

​Nader gewijzigde motie van het lid Erkens c.s. over het dienjaar zo snel mogelijk fors opschalen

WGO personeel en Materieel

36410-X-42

6-2-2024

In behandeling

 

​Motie van het lid Podt over in kaart brengen hoe innovatieve technieken kunnen bijdragen aan de vormgeving van de krijgsmacht van de toekomst

WGO Personeel en materieel 29 jan 2024

36410-X-36

6-2-2024

In behandeling

 

Motie Dassen c.s. over oproepen in Europees en NAVO verband tot voorbereiding op worst case scenario én voor Nederland hetzelfde voor te bereiden; inclusief maatschappelijke gevolgen, en benodigde investeringen op economische en veiligheidsgebied.

RAZ/RBZ

21501-02-2825

6-2-2024

In behandeling

 

​Motie van het lid Dassen (Volt):  "voorstel uitwerken om versneld te komen tot het behalen van de 2% EDA-norm voor kennis en innovatie in het defensiedomein".​

WGO 29-01-2024

36410, nr. 35

29-1-2024

In behandeling

 

​Motie van het lid Dassen (Volt): "Europese samenwerking, alternatief voorstel voor betrouwbare indicator voor de gezamenlijke aanschaf en instandhouding van (wapen)systemen en munitie in bilateraal en multilateraal verband".

WGO 29-01-2024

36410, nr. 33

29-1-2024

In behandeling

 

​Motie van het lid Tuinman (BBB): "Voorstellen en/of ruimere interpretatie te onderzoeken met betrekking tot internationaal aanbesteden voor militaire projecten met een groot CD&E-element".​

WGO 29-01-2024

36410, nr. 32

29-1-2024

In behandeling

 

​Motie van het lid Boswijk (CDA) over de Kamer uiterlijk 1 juli informeren over de behoeftestelling voor de oprichting van een tankbataljon​

WGO 29-01-2024

36410, nr. 29

29-1-2024

In behandeling

 

​Motie van lid Erkens (VVD): "Defensiematerieel, Nederlandse industrie, onderzoeken hoe de industrie beter betrokken kan worden bij munitieproductie, strategie een leidende rol van onbemande systemen en strategische munitie".

WGO 29-01-2024

36410, nr. 26

29-1-2024

In behandeling

 

​Motie van leden Tuinman (BBB) en van Campen (VVD): «verzoekt de regering zo spoedig mogelijk samen met Europese partners orders te plaatsen voor de gangbare munitiesoorten passende bij de vraag van Oekraïne en ook die van de Nederlandse krijgsmacht en daarmee de productiecapaciteit door Nederland en de EU te vergroten".​

Plenair debat 12 december 2023 over Europese Raad

 

12-12-2023

In behandeling

 

Motie van de leden Piri en Veldkamp over uitspreken dat Nederland een voortrekkersrol moet blijven spelen in het steunen van Oekraine

Plenair debat over de Europese Raad

21501-20-1993

12-12-2023

Doorlopend

​O.a. gerapporteerd in Kamerstukken 21501-20-2019, 21501-28-262, 21501-28-263​

​Motie van het lid Piri c.s. over EUPOL-bewakers en tolken die werkzaamheden hebben verricht voor een Nederlandse EUPOL-functionaris betrekken bij het traject voor de ambassadebewakers

2023A06865

27925-949

26-10-2023

In behandeling

 

​Gewijzigde motie van het lid Hammelburg c.s. over na inwerkingtreding van de tijdelijke wet een uitvoeringstoets uitvoeren die ziet op de balans tussen passende waarborgen en effectieve taakuitvoering (t.v.v. 36263-25)

WGO Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma, bulkdatasets en overige specifieke voorzieningen

36263, nr. 32

24-10-2023

In behandeling

 

​Motie van de leden Krul en Valstar over samen met de centrales van overheidspersoneel mogelijkheden onderzoeken om URD-trajecten sneller te doorlopen.

2023A04696

36410-X-9

24-10-2023

In behandeling

 

​Motie van de leden Stoffer en van Haga over stappen blijven zetten om te bevorderen dat de inzetvoorraad voor de eerste hoofdtaak het gewenste niveau bereikt.

Tweeminutendebat Materieel

27830, nr. 411

6-7-2023

Doorlopend

 

​Motie van de leden Stoffer en van Haga over onderzoeken hoe Nederland actief kan aansluiten bij het initiatief voor de bescherming van onderzeese kritieke infrastructuur.

Tweeminutendebat Materieel

27830, nr. 412

6-7-2023

In behandeling

 

​Motie van de leden Hammelburg en Krul over na vijf jaar de inzet van de bewapende MQ-9-drone evalueren.

Tweeminutendebat Materieel

27830, nr. 415

6-7-2023

In behandeling

 

​Motie van de leden Rajkowski en Bisschop over een voortgangsrapportage over inrichting en uitrol van de ABRO-regeling

Tweeminutendebat IVD-Aangelegenheden

29924, nr. 246

6-7-2023

In behandeling

 

​Motie van het lid Hammelburg over verduidelijken wat gehanteerde definities en onderscheiden betekenen in de praktijk.

Tweeminutendebat IVD-Aangelegenheden

29924, nr. 247

6-7-2023

In behandeling

 

​Motie van de leden Boswijk en Valstar over veteranen in detentie die specifiek veteranenzorg veteranenzorg nodig hebben niet slechts bij uitzondering in aanmerking laten komen voor de plaatsing in het MPC

Notaoverleg Veteranen

30139, nr. 265

27-6-2023

In behandeling

 

​Motie van het lid Hammelburg over met het Veteraneninstituut onderzoeken hoe veteranen buiten dienst die later PTSS ontwikkelen in beeld kunnen komen

Notaoverleg Veteranen

30139, nr. 267

27-6-2023

In behandeling

 

​De motie Sjoerdsma c.s. over het lokaal bekend stellen van het NIMH-overzicht en het in behandeling nemen van claims van slachtoffers van martelingen en verkrachtingen

Plenair debat over het onderzoeksprogramma ‘Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië 1945-1950’

26049, nr. 101

14-6-2023

In behandeling

 

​De motie-Brekelmans/Boswijk over expliciet benoemen dat het merendeel van de Nederlandse militairen in Indonesië niet schuldig of medeplichtig was aan extreem geweld. ​

Plenair debat over het onderzoeksprogramma ‘Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië 1945-1950’

26049, nr. 107

14-6-2023

In behandeling

 

​de motie-Agnes Mulder/Boswijk over het in kaart brengen van de gevolgen van de militaire leveranties aan Oekraïne voor de operationele gereedheid van de krijgsmacht

Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken (CD 19/1)

21501-02, nr. 2592

19-1-2023

Doorlopend

​Gerapporteerd in Kamerstukken 21501 28, nr. 250; 36045, nr. 151 en 21501 28, nr. 252

​de motie-Brekelmans c.s. over een plan om de munitieproductie in Europa te verhogen ten behoeve van steun aan Oekraïne

Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken (CD 19/1)

21501-02, nr. 2593

19-1-2023

In behandeling

​Gerapporteerd in Kamerstukken 21501 28, nr. 250; 21501 02, nr. 2622 en 21501 28, nr. 252

​Motie van het lid Valstar c.s. over op basis van een aantal aangegeven punten uniformiteit aanbrengen in defensienota's

Tweeminutendebat Defensienota 2022

36124, nr. 13

22-12-2022

In behandeling

 

​Motie van het lid Dassen over in Europees verband gezamenlijk munitie inkopen

Tweeminutendebat Defensienota 2022

36124, nr. 20

22-12-2022

Deels uitgevoerd

​Gerapporteerd in Kamerstukken 28676, nr's 426 en 427 en 27830, nr. 406

​Motie van het lid Hammelburg c.s. over culturele diversiteit een pijler maken in het personeelsbeleid van Defensie

Tweeminutendebat Personeel Defensie

36200 X, nr. 56

22-12-2022

In behandeling

 

​Motie van het lid Kuzu over bewerkstelligen dat voldoende manschappen inzetbaar blijven ter versterking en ter verdediging van de Oostflank van de NAVO​

debat over de verlenging van de Nederlandse bijdrage aan de anti-ISIS-coalitie en de brede veiligheidsinzet in Irak in 2023 (Artikel 100-procedure)

27925, nr. 923

22-12-2022

In behandeling

 

​Motie van het lid Valstar c.s. over binnen de Joint Expeditionary Force de samenwerking versterken voor de beveiliging van de Noordzee en Baltische Zee

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 26

22-11-2022

Deels uitgevoerd

​Kamerstuk 33450, nr. 118

​Motie van het lid Valstar c.s. over in gesprek gaan met banken en pensioenfondsen om barrières voor de defensiesector weg te nemen

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 27

22-11-2022

In behandeling

 

​Motie van het lid Boswijk c.s. over onderzoeken of huidige kwalificaties van oefeningen en uitzendingen nog aansluiten bij de huidige situatie.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 36

22-11-2022

Deels uitgevoerd

​Gerapporteerd in Kamerstuk 36200 X, nr. 86 van 1 juni 2023

​Motie van het lid Segers c.s. over de NATO Capability Targets als referentiepunt gebruiken bij het opstellen van de Defensienota en begroting

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 38

22-11-2022

In behandeling

 

​Motie van het lid Stoffer c.s. over de ICA conditioneel maken voor de gunning en meewegen in de besluitvorming.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 41

22-11-2022

Deels uitgevoerd

Kamerstuk 34225, nr. 42

​Motie van de leden Koekkoek en Boswijk over bij onderhandelingen over het European Sky Shield Initiative de Europese strategische autonomie laten meewegen bij de keuze van systemen

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 46

22-11-2022

Deels uitgevoerd

Gerapporteerd in Kamerstuk 27830, nr. 395​

​Motie van de leden Valstar en Stoffer over een evaluatie vijf jaar na plaatsing van de radar in Herwijnen.

Tweeminutendebat Materieel

27830, nr. 369

7-7-2022

In behandeling

 

​Gewijzigde motie van de leden Eppink en Van der Plas over bij de aanschaf van onderzeeboten oog hebben voor het strategische belang en de noodzaak van de Nederlandse maritieme maakindustrie

Tweeminutendebat Materieel

27830, nr. 371

7-7-2022

Doorlopend

​Gerapporteerd in Kamerstukken 34225, nr's. 40 en 41

​Gewijzigde motie van de leden Eppink en Van der Plas over de voorraad in Nederland evenredig aanvullen bij de levering van militaire goederen aan Oekraïne.

Tweeminutendebat Materieel

27830, nr. 370

7-7-2022

Doorlopend

 

​Motie van de leden Hammelburg en Boswijk over versterking van gezamenlijke inkoop, interoperabiliteit en samenwerking met andere EU-landen op het gebied van onderhoud

Tweeminutendebat Hoofdlijnen Defensiebeleid

35925 X, nr. 65

21-4-2022

In behandeling

 

​Motie van de leden Piri en Valstar over de Afghaanse oud-medewerkers uit dankbaarheid voor bewezen diensten op passende wijze eren

Debat over de stand van zaken rondom de evacuatie in Afghanistan

27925, nr. 893

31-3-2022

In behandeling

 

​Motie van het lid Van der Staaij c.s. over het wegnemen van knelpunten die diensten verhinderen Nederland te beschermen tegen landen met een offensief cyberprogramma

Plenair debat over de situatie in Oekraine

36045, nr. 16

28-2-2022

Deels uitgevoerd

​Kamerstuk 36263

​Motie Hermans c.s. over concrete voorstellen om ondernemers beter te beschermen tegen digitale dreigingen en cybercriminelen.

Debat over de Regeringsverklaring

35788, nr. 120

19-1-2022

In behandeling

​Gerapporteerd in Kamerstuk 35925 VI, nr. 136

​Motie van het lid van Wijngaarden c.s. over nauw optrekken met NAVO-bondgenoten bij volkenrechtelijke standpunten en militaire R&D als het gaat om autonome dan wel semiautonome wapensystemen.

Notaoverleg Autonome Wapensystemen 13 december

35848, nr. 10

14-12-2021

Doorlopend

​Gerapporteerd in Kamerstuk 36100 V, nr. 9

De motie VVD Verzoekt de regering het Defensie Cyber Commando na afronding van de HR-transitie een eigen aanstellingsmandaat te geven, zodat het op vergelijkbare wijze als de huidige operationele commando's militairen kan aanstellen en laten doorstromen.

Begrotingsbehandeling

35925 X, nr. 25

11-11-2021

In behandeling

​Gerapporteerd in Kamerstuk 36124, nr. 2

De motie Boswijk CDA Verzoekt de regering strenger te handhaven op de bovengenoemde wetsartikelen en het verbod (toelichting: tijdens meerdere anti-coronademonstraties betoger militaire uniformen dragen en misbuik maken van het Rode Kruis-embleem op helmen, kleding en vlaggen)

Begrotingsbehandeling

35925 X, nr. 23

11-11-2021

Doorlopend

​Gerapporteerd in Kamerstuk 2022Z00043

De motie van het lid Piri over onderzoeken of en hoe inzichtelijk gemaakt kan worden hoe investeringen bijdragen aan de operationele inzetbaarheid van de krijgsmacht

Begrotingsbehandeling

35925 X, nr. 44

11-11-2021

Doorlopend

 

​Motie van het lid Dassen c.s. over een voorstel voor een mandaat voor de European External Action Service om een Europees noodplan op te stellen.

CD Meest recente situatie in Afghanistan

27925, nr. 797

18-8-2021

In behandeling

 

​Motie lid van Dijk: wenst een onafhankelijk onderzoek naar de betrokkenheid van NAVO landen bij de oorlog in Afghanistan

Plenair debat art. 100 Afghanistan

27925, nr. 772

22-4-2021

Deels uitgevoerd

​Gerapporteerd in Kamerstukken 27925, nr's 872; 885 en 912

​Motie vd Nieuwenhuizen GL, VVD, D66, CDA: Verzoekt de regering, de bij de naamgeving van marineschepen betrokken instanties binnen defensie de uitdrukkelijke wens vanuit de Kamer mee te geven dat tenminste twee van de nieuw te verwerven marineschepen, waaronder fregatten, naar vrouwen met een grote betekenis voor de Nederlandse vrijheid worden vernoemd.

Begrotingsbehandeling 2021

35570 X, nr. 40

1-12-2020

In behandeling

​Gerapporteerd in Kamerstuk 35925 X, nr. 47 en 27830, nr. 393

Fritsma ​PVV: Verzoekt de regering om een einde te maken aan de praktijk dat middels door Defensie verstrekte leningen de kas van het Turkse leger wordt gespekt.

Begrotingsbehandeling 2021

35570 X, nr. 36

1-12-2020

In behandeling

​Gerappoteerd in Kamerstuk 35925 X, nr. 17

Stoffer SGP en CDA: ​Verzoekt de regering, bij evaluatie van de Wet defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) te betrekken hoe daarin de notie kan worden opgenomen dat mede ten behoeve van investeringen in en instandhouding van materieel gestreefd wordt naar het realiseren van de NAVO-norm.

Begrotingsbehandeling 2021

35570 X, nr. 55

1-12-2020

In behandeling

 

Kerstens PvdA, SP en GL:​ Verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat ten aanzien van de inmiddels herhaaldelijk door de Veteranenombudsman in dezen gedane aanbevelingen bij zijn eerstvolgende Klachtmonitor duidelijke verbeteringen te zien zijn.

Begrotingsbehandeling 2021, 1-12-2020

35570 X, nr. 48

1-12-2020

In behandeling

 

Motie Belhaj c.s. over behoud van het Mariniersmuseum in Rotterdam.

WGO Personeel/ Materieel

35570 X, nr. 27

30-11-2020

In behandeling

​Gerapporteerd in Kamerstukken35570 X, nr. 76; 35925 X, nr. 15 en 36200 X, nr. 61

​Motie Diks en Kerstens over het monitoren van mogelijke gezondheidsgevolgen voor het Defensiepersoneel.

VAO militair radarstation Herwijnen

31936, nr. 654

11-9-2019

In behandeling

 

Motie Belhaj (D66): verzoekt de regering, om de nota Defensie Industrie Strategie en de Innovatiestrategie Defensie aan te vullen met voorstellen die volgen uit het plan van aanpak Defensie Operationele Energiestrategie.

NO DIS

31125, nr. 98

18-2-2019

In behandeling

​Gerapporteerd kamerstuk 34919, nr. 74

Bruins Slot: verzoekt de regering, de Defensie Cyber Strategie te verbreden met de inzet van cybersoldaten om Nederland te beschermen als cyberaanvallen in de ruimte dreigen de samenleving te ontwrichten, en de Kamer daarover te informeren.

Begrotingsbehandeling 2019

35000 X, nr. 52

21-11-2018

Deels uitgevoerd

​Gerapporteerd in Kamerstuk 36124, nr. 10

Kerstens: over gezamenlijk aanbod op de arbeidsmarkt door Defensie, de brandweer en de politie.

WGO Personeel

35000 X, nr. 30

12-11-2018

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstuk 2020Z08679

Motie Kerstens (PvdA): verzoekt het kabinet in het kader van bedoelde zorgvuldigheid in overleg met betrokkenen zoals hiervoor genoemd te bezien op welke wijze tot een gedragen besluit kan worden gekomen en de Kamer hierover te informeren.

Plenair debat luchthavenbesluit

34932, nr. 11

5-7-2018

Deels uitgevoerd

Kamerstuk 31936, nr. 877

Belhaj: verzoekt de regering, te allen tijde de Kamer actief te informeren, mocht de taak die opgenomen is in een instellingsbesluit voor het oprichten van een (tijdelijke) commissie onverhoopt geheel of gedeeltelijk wijzigen.

AO Veiligheid en integriteit

34775 X, nr. 110

16-5-2018

Doorlopend

Gerapporteerd in kamerstuk 34919, nr. 41

Belhaj: verzoekt de regering, na het voltooien van het strafrechtelijk onderzoek door het OM, onderzoek te doen naar de mogelijkheid om tot (aanvullende) interne disciplinaire maatregelen over te gaan indien er op enig moment sprake is geweest van nalatig en/of verwijtbaar handelen.

AO Veiligheid en integriteit

34775 X, nr. 109

16-5-2018

In behandeling

 

Van Dijk: verzoekt de regering, alle mogelijke middelen in te zetten om het beantwoorden van de schuldvraag mogelijk te maken en daaraan consequenties te verbinden.

AO Veiligheid en integriteit

34775 X, nr. 112

16-5-2018

In behandeling

 

​Voordewind: verzoekt de regering, te onderzoeken op welke wijze in het toetsingskader voor deelname aan internationale missies duidelijke, controleerbare criteria voor de veiligheid en de medische zorg voor Nederlandse militairen tijdens internationale missies opgenomen kunnen worden, en de Kamer hierover te informeren,

Begrotingsbehandeling 2018

34775 X, nr. 52

23-11-2017

In behandeling

 
Door bewindslieden gedane toezeggingen

Omschrijving van de toezegging

Bronnaam/ Vindplaats

Datum

Status

Nummer Kamerbrief

​De staatssecretaris zegt toe dat in DMP-brieven ook aandacht aan benodigd personeel zal worden besteed. ​

WGO 29-01-2024

29-1-2024

Openstaand

 

​De staatssecretaris zegt een brief toe inzake verdere versoepeling van de DMP-eisen voor het vastgoed van Defensie. Hij zal die voor het komende materieeldebat aan de kamer zenden.​

WGO 29-01-2024

29-1-2024

Openstaand

 

Extra aan staande toezegging toegevoegd: in de reeds toegezegd innovatiebrief gaat de staatssecretaris in op de 2%-EDA-norm.

WGO 29-01-2024

29-1-2024

Openstaand

 

​De minister van Defensie zegt toe om in de komende versies van de stand van Defensie waar mogelijk historische cijfers op te nemen.

WGO Jaarverslag en Slotwet

21-6-2023

In behandeling

 

​De minister van Defensie zegt toe om per krijgsmacht deel trends (wordt nog gekeken naar de specifieke vormgeving) in zwaarwegende knelpunten m.b.t. gereedheid en inzetbaarheid in de stand van Defensie op te nemen.

WGO Jaarverslag en Slotwet

21-6-2023

In behandeling

 

​De minister van Defensie en staatssecretaris van Defensie zeggen toe om in de komende rapportages over de door de Algemene Rekenkamer geconstateerde onvolkomenheden ook in te zullen gaan op de te verwachte tijdpaden waarbinnen deze onvolkomenheden zullen zijn opgelost en met welke onderliggende plannen.

WGO Jaarverslag en Slotwet

21-6-2023

In behandeling

 

​De staatssecretaris van Defensie zegt toe om de Kamer voor de komende begrotingsbehandeling nader te zullen informeren over de verzameling van acties om de administratieve lastendruk en complexe regelgeving in het inkoopproces te bestrijden.

WGO Jaarverslag en Slotwet

21-6-2023

In behandeling

BS2023027304

​De staatssecretaris van Defensie zegt toe dat er in de verantwoordingsstukken over 2023 expliciet aandacht zal worden besteed aan het spanningsveld tussen rechtmatigheid en doelmatigheid bij inkoop.

WGO Jaarverslag en Slotwet

21-6-2023

In behandeling

 

​De staatssecretaris van Defensie zegt toe om voor het komende vastgoeddebat de Kamer te zullen informeren over de mate van inzicht in de huidige stand van het vastgoed.

WGO Jaarverslag en Slotwet

21-6-2023

Openstaand

 

​De staatssecretaris van Defensie zegt toe dat de Kamer tijdig voor het komende debat inzake Vastgoed vertrouwelijk nader zal worden geinformeerd over het onderliggende plan voor de  Vastgoedtransitie, mogelijk aangevuld met een vertrouwelijke briefing.

WGO Jaarverslag en Slotwet

21-6-2023

Openstaand

 

​De minister zegt toe in de komende veteranennota's ook meer in te zullen gaan op de particuliere initiatieven in relatie tot de reguliere activiteiten van Defensie en het Veteraneninstituut NLVI met betrekking tot de hulp aan Veteranen​

Notaoverleg Veteranen

19-6-2023

In behandeling

 

​De minister van Defensie zegt toe in de toekomstige veteranennota's meer in te gaan op de verschillende deelgroepen van veteranen, mede aan de hand van een daarvoor relevant onderzoek van het veteraneninstituut dat loopt. ​

Notaoverleg Veteranen

19-6-2023

In behandeling

 

​De minister van Defensie zegt toe om in overleg met het ministerie van Buitenlandse Zaken te zullen bezien hoe de Kamer kan worden meegenomen in het proces van concretiseren van veiligheidsgaranties voor Oekraine en de Kamer hierover, zo mogelijk, in de geannoteerde agenda voor de NAVO-top te Vilnius te informeren.

CD NAVO DMM

8-6-2023

In behandeling

In verslag NAVO DMM

In het na de zomer te ontvangen actieplan voor de implementatie van de Noordzee-strategie zal ook specifiek worden ingegaan op het al dan niet kiezen voor een nationale autoriteit. Ook zal daarin niet alleen worden ingegaan op nieuwe initiatieven maar op de samenhang met bestaande acties en structuren.

Commissiedebat Strategie ter bescherming van de Noordzee-infrastructuur

25-5-2023

In behandeling

 

​De minister heeft de opdracht gegeven om te bezien of de bestaande meldstructuren bij burgerslachtoffers inzichtelijker en toegankelijker te maken zijn.

Kamerbrief Uitkomst Transparantietoets Nederlandse inzet in de luchtcampagne OIR en start onderzoek naar mogelijke burgerslachtoffers

30-3-2023

Deels afgedaan

29521-458

In de geïntegreerde rapportage zal ook in beeld worden gebracht wat de effecten van concrete projecten - zoals Assen/Havelte - zijn op de financiële doelstellingen van het Strategisch Vastgoedplan.​

CD Vastgoed

23-2-2023

In behandeling

 

​Er zullen geen onomkeerbare stappen gezet worden bij de overdracht van het vastgoedstelsel naar het Rijksvastgoedbedrijf voordat de Kamer is geïnformeerd en heeft gesproken over het mitigeren van de risico's. Dit zal ook in het perspectief worden geplaatst van de ervaringen met het Rijksvastgoedbedrijf sinds 2014.

CD Vastgoed

23-2-2023

In behandeling

 

​​De minister van Defensie zal de Kamer periodiek informeren over Europese samenwerking in de defensie-industrie, waarbij zij zal overleggen met de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking of zij de Kamer kan informeren over vormen van bilaterale samenwerking.

Commissiedebat Defensie Industrie Strategie

1-2-2023

Doorlopend

 

​De minister van Economische Zaken en Klimaat en de staatssecretaris van Defensie zullen de Kamer in het najaar informeren over de mogelijkheden van een revolverend fonds voor financiering van de Defensie Industrie Strategie, zo mogelijk vóór de begrotingsbehandeling EZK.

Commissiedebat Defensie Industrie Strategie

1-2-2023

In behandeling

 

​​De staatssecretaris van Defensie zegt toe dat bij de aanbieding van het DPO 2024 een evaluatie van de nu voorgestelde aanpassing van het huidige DMP aan de Kamer zal worden aangeboden.

Verzamelcommissiedebat Defensie

26-1-2023

In behandeling

 

​Als de NAVO cyclus aansluit op de begrotingsbehandeling, ontvangt de Kamer voorafgaand daaraan de Defence Planning Capability Review

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

17-11-2022

In behandeling

 

​Voor de zomer van 2023 ontvangt de Kamer een brief over het verschil in de uitzendbescherming bij uitzendingen en oefeningen en de nazorg voor medewerkers

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

17-11-2022

Deels afgedaan

36 200 X 86 van 1 juni 2023

​​In de periodieke voortgangsrapportages over de vervanging onderzeebootcapaciteit zal ook aandacht worden besteed aan risico’s en scenario’s met betrekking tot een capability gap.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

17-11-2022

Doorlopend

 

​Bij de inzet van inlichtingencapaciteit voorafgaand aan de missie een analyse maken van  de inlichtingenbehoefte en -actoren binnen de missie en het vaststellen van de behoefte en taakverdeling civiel/militair.

Kabinetsreactie eindevaluatie MINUSMA 2014-2019

30-9-2022

Doorlopend

 

​Nederlands personeel moet voorafgaand aan een inzet van inlichtingencapaciteit in VN-verband worden geïnstrueerd over gangbare VN-werkwijzen op het gebied van informatie- en inlichtingendeling.

Kabinetsreactie eindevaluatie MINUSMA 2014-2019

30-9-2022

Doorlopend

 

​Mogelijkheden bezien om taalvaardigheid onder militairen te verbeteren.

Kabinetsreactie eindevaluatie MINUSMA 2014-2019

30-9-2022

In behandeling

 

​Bij een toekomstige inzet is het van belang de samenhang van NLse inzet met de bredere missie te optimaliseren.

Kabinetsreactie eindevaluatie MINUSMA 2014-2019

30-9-2022

Doorlopend

 

​Organisatorisch borgen van de kennis over VN-missies die is opgedaan binnen MINUSMA

Kabinetsreactie eindevaluatie MINUSMA 2014-2019

30-9-2022

In behandeling

 

Defensie zal bezien of de voorbereiding van militairen op VN-werkwijzen en methoden momenteel toereikend is of verbeterd moet worden. ​

Kabinetsreactie eindevaluatie MINUSMA 2014-2019

30-9-2022

Doorlopend

 

​Meenemen van de IOB-aanbevelingen m.b.t. de geïntegreerde benadering in de ontwikkeling van het interdepartementale beleid hieromtrent en in de toekomstige voorbereiding en uitvoering van bijdragen aan missies.

Kabinetsreactie eindevaluatie MINUSMA 2014-2019

30-9-2022

In behandeling

 

​Een duidelijke formulering van missiemandaat, en NL doelstellingen in artikel 100-brieven conform de IOB aanbeveling.

Kabinetsreactie eindevaluatie MINUSMA 2014-2019

30-9-2022

Doorlopend

 

​De minister zegt toe de volgende veteranennota's uiterlijk op 1 juni van dat jaar  en van trends voorzien, aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden.

Notaoverleg Veteranen

20-6-2022

Doorlopend

 

​Minister Ollongren zegt toe de Kamer op de hoogte te houden van de voortgangsrapportages van de Hoge vertegenwoordiger (EDEO) m.b.t. het halen van de doelstellingen van het Strategisch Kompas. Indien er in dit najaar geen voortgangsrapportage volgt zullen we een eigen appreciatie geven.

CD EU Defensieraad en rol EC veiligheid en defensie

12-5-2022

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstuk 21501 28, nr. 247

​De minister zou willen onderzoeken of wij een bredere groep van medewerkers van Defensie, de de bredere groep die ook onder de tolkenregeling valt , van een blijk van waardering zouden kunnen voorzien (bijvoorbeeld tolkenpenning).

Debat over de stand van zaken rondom de evacuatie in Afghanistan

31-3-2022

Deels afgedaan

 

De minister zegt toe de Kamer te informeren over het gebruik van verboden wapens/ munitie in de oorlog Oekraïne-Rusland. Openbaar als het kan, vertrouwelijk als het moet.

Debat over de situatie in Oekraïne

28-2-2022

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstuk 21501 20, nr. 1796

​De minister zegt toe om de Kamer (via de geëigende kanalen) te informeren over het gegeven of men binnen de NAVO meer inlichtingen met elkaar kan delen.

Debat over de situatie in Oekraïne

28-2-2022

Doorlopend

 

​Staatssecretaris zegt toe 1x per jaar terug te koppelen welke aanbevelingen we van de IVD hebben overgenomen en welke niet (onderdeel jaarverslag).

CD Veiligheid en Integrteit

16-2-2022

Doorlopend

 

​​Toezegging om doelstellingen van artikel 100 missies helder en eenduidig te formuleren.

Kabinetsreactie eindevaluatie EMASOH

6-12-2021

Doorlopend

 

​​In het operationele planningsproces (voor een art. 100 missie) dient meer aandacht uit te gaan naar het onderkennen en begrijpen van de militair-diplomatieke relaties en de lokale bureaucratische processen. De mogelijkheid tot het verkrijgen van diplomatieke goedkeuring voor toegang vormt hierin een belangrijk component. Toezegging dat er de toekomst indien mogelijk concretere afspraken gemaakt moeten worden voorafgaand aan een missie, zodat een uitgezonden eenheid wordt ontlast.

Kabinetsreactie eindevaluatie EMASOH

6-12-2021

In behandeling

 

F-35 tekortkomingenDe minister zal in het geval dat als gevolg van tekortkomingen er over de kwaliteit van het vliegtuig getwijfeld wordt, dit uit de voortgangsrapportage halen die het TNO maakt en dit met de kamer delen.

Begrotingsbehandeling november 2021

11-11-2021

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstuk 26488, nr. 473

De minister zal de personeelsadministratie voor wat betreft voor ons werkend lokaal personeel in het buitenland beter op orde krijgen. Dit zal gedeeld worden met de kamer. [

Begrotingsbehandeling november 2021

11-11-2021

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstukken 27925, nr. 722 en 2022Z14731

De staatssecretaris van Defensie zegt toe in de komende P-rapportages of personeelsbrief in te zullen gaan op eventuele ontwikkelingen in het oplossen van de resterende langlopende zaken.

CD Veiligheid en Integriteit

1-6-2021

Deels afgedaan

Gerapporteerd in Kamerstuk 35925 X, nr. 4

De staatssecretaris zendt ieder in het kader van GrIT uitgebracht BIT-advies aan de Kamer.

AO Grensverleggende IT

10-12-2020

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstukken 31125, nr. 119 en 35728, nr. 6

De minister informeert de Kamer over de onderzoeksvragen (van de onafhankelijke commissie naar de wapeninzet in Hawija) zodra deze zijn vastgesteld, alsmede over de voortgang van het onafhankelijke onderzoek.

Notaoverleg Burgerslachtoffers

8-10-2020

Deels afgedaan

Gerapporteerd in Kamerstuk 27925, nr. 754. Commissie die uiteindelijk is ingesteld (Sorgdrager) is onafhankelijk en houdt eigen planning aan. Daarom geen sprake van informeren over voortgang.

Niet in de geannoteerde agenda’s, maar in de verslagen van de EU Defensieraden informeert de minister van Defensie de Kamer voortaan over de voortgang en stand van zaken van de Europese Defensiesamenwerking.

AO EU Defensieraad

3-3-2020

Doorlopend

 

Bij toekomstige missies wordt vooraf duidelijk gemaakt hoe de voortgang van de missie zal worden gemeten en in de artikel 100-brieven wordt standaard een paragraaf opgenomen waarin de aandachtspunten en risico's worden benoemd, en de maatregelen die we willen nemen om die te beperken.

Plenair debat over misleiding VS t.a.v. de oorlog in Afghanistan

6-2-2020

Doorlopend

o.a. gerapporteerd in Kamerstukken 29521, nr. 417 en 27925, nr's 755; 785; 868 en 919

De ontwikkeling van de prijzen voor exploitatie en investeringen zal de minister van Defensie – conform de aanbeveling van het CBS – ook de komende jaren blijven volgen. In het jaarverslag en de begroting zal de minister u hierover informeren.

Nota naar aanleiding van het verslag

3-2-2020

Doorlopend

O.a. over gerapporteerd in Kamerstuk 36200 X

De staatssecretaris van Defensie informeert de Kamer op reguliere momenten, bijvoorbeeld in het kader van het jaarverslag, over de invulling van de motie Van Helvert m.b.t. inzet klimaatgelden voor verduurzaming Defensievastgoed.

AO Vastgoed

26-11-2019

Doorlopend

gerapporteerd in Kamerstuk 36100 X, nr. 1

De Staatssecretaris van Defensie zegt toe de Kamer bij de begrotingen en bij de verantwoordingsstukken te zullen informeren over de experimenten en ervaringen m.b.t. innovatief partnerschap.

Notaoverleg Defensie Industrie Strategie

18-2-2019

Doorlopend

gerapporteerd in Kamerstukken 27830, nr. 303; 34919, nr. 46; 36100 X, nr. 1

De minister van Defensie zegt toe in de komende voortgangsrapportages en evaluaties van militaire missies nader in te zullen gaan op de effecten van lopende missies op de gereedheid van de Defensieorganisatie in brede zin.

AO voortgang missies/ operaties

27-6-2018

Doorlopend

o.a. gerapporteerd in Kamerstuk 34919, nr. 90

De minister van Defensie zegt toe in de komende Veteranennota meer in te zullen gaan op de langere termijn, en dit tweejaarlijks te zullen herhalen. (Start 2019).

Notaoverleg Veteranen

26-6-2018

Doorlopend

O.a. gerapporteerd in Kamerstukken 30139, nr. 220; 30139, nr. 243 en 30139, nr. 254

De minister van Defensie zegt toe in de volgende evaluaties het aantal militairen en het aantal missies te vermelden.

AO Evaluatie missies/ operaties

13-9-2017

Doorlopend

O.a. gerapporteerd in Kamerstuk 29521, nr. 444

De minister zegt toe om in de Jaarverslagen het stoplichtmodel te implementeren voor de maatregelen ter versterking van de basisgereedheid.

WGO Jaarverslag Ministerie van Defensie 2016

14-6-2017

Doorlopend

Laatst gerapporteerd in Kamerstuk 34919, nr. 90

De minister gaat nog duidelijker aangeven in rapportages en brieven wat het aandeel van pensioenen en uitkeringen is.

WGO Slotwet Ministerie van Defensie 2015

16-6-2016

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstukken 35570 X, nr. 1 en 35570 X, nr. 2

​De minister van Defensie zegt toe voortaan documenten van algemeen defensiebelang, zoals de NATO Defence Planning Capability Review, ook aan de Eerste Kamer te sturen.

Plenaire vergadering T02301

31-5-2016

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstuk 28676, nr. 299

De Kamer ontvangt bij de begroting jaarlijks inzicht in de effecten van het wel/niet toekennen van prijscompensatie door de minister van Financiën.

WGO vaststelling begrotingsstaten voor het jaar 2016 onderldeel materieel

2-11-2015

Doorlopend

O.a. gerapporteerd in Kamerstukken 36100 X, nr. 1 en 36200 X

De minister zal in de volgende Materieelprojectenoverzichten nadere toelichting geven op de keuzes die voor bepaalde  materieelprojecten gemaakt zijn. Daarbij wordt ingegaan op de overwegingen en de mogelijke gevolgen voor andere materieelprojecten.

WGO vaststelling begrotingsstaten voor het jaar 2016 onderldeel materieel

2-11-2015

Deels afgedaan

Gerapporteerd in Kamerstuk 27830, nr. 374

De minister van Defensie zal de Kamer informeren over de gevolgen voor de nationaliteit van de actief dienende militair, die recent is vertrokken naar Syrië en zich waarschijnlijk heeft aangesloten bij ISIS

AO MIVD

9-9-2015

In behandeling

 

De minister van Defensie neemt voortaan bij artikel-100 brieven op wat de materiële gereedheid is alsmede de gevolgen voor de operationele gereedheid, inclusief de financiële aspecten daarvan.

WGO Jaarverslag en Slotwet 2014

17-6-2015

Doorlopend

o.a. gerapporteerd in Kamerstukken 29521, nr. 417 en 27925, nr's 755; 785; 868 en 919

​De minister van Defensie zegt, naar aanleiding van een vraag van het lid Franken (CDA), toe om de voortgangsrapportages over de F-35 ook aan de Eerste Kamer te zenden, en bij deze rapportages in te gaan op de ontwikkelingen in de stealthtechnologie en de sensoren.

Voortzetting beleidsdebat

24-3-2015

Doorlopend

 

De ministers van Defensie en buitenlandse Zaken zeggen toe het gender-aspect, daar waar relevant, bij missies mee te nemen in een volgende evaluatie.

AO kleine operaties

26-11-2014

Doorlopend

O.a. gerapporteerd 27925, nr. 755; 27925, nr. 732; 29521, nr. 451

​De minister van Defensie zegt de Eerste Kamer toe jaarlijks een totaaloverzicht (dezelfde als de Tweede Kamer reeds ontvangt) te sturen van de stappen die zijn gezet op het terrein van internationale militaire samenwerking

Mondeling overleg

25-11-2014

Doorlopend

 

De Kamer wordt bij toekomstige operaties/missies voortaan geïnformeerd over de mogelijke gevolgen van de betreffende missie voor de personeelscapaciteit bij de (ondersteunende) onderdelen van de Krijgsmacht.

AO Personeel

27-5-2014

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstuk 29521, nr. 426

De inzet van de minister is om de toekomstige geannoteerde agenda's en verslagen van NAVO-bijeenkomsten te verbeteren qua informatie over inhoud van de agendapunten en het Nederlandse standpunt.

AO NAVO Defensie Ministeriële

18-2-2014

Doorlopend

Laatst gerapporteerd in Kamerstuk 28676, nr. 426

Per missie zal in het vervolg op voorhand een inschatting van de kosten voor de zorg worden aangegeven. De kosten voor nazorg zullen ook worden meegenomen in de evaluatie van missies.

AO Personeel

25-3-2009

Doorlopend

O.a. gerapporteerd in Kamerstukken 27925, nr. 755; 27925, nr. 732; 27925, nr. 868

In de toekomst zal de minister van Defensie in artikel-100 brieven en stand van zakenbrieven, wanneer van toepassing, ingaan op civiele dienstverlening tijdens uitzendingen.

AO Civiele Dienstverlening

23-10-2008

Doorlopend

Laatst gerapporteerd in Kamerstukken 27925, nr. 755; 27925, nr. 732; 27925, nr. 868

Bijlage 3: Afgerond evaluatie- en overig onderzoek

Deze bijlage biedt een overzicht van evaluaties- en onderzoeken die in de periode 2020-2023 door, in opdracht van, of in samenwerking met Defensie zijn uitgevoerd.

Conform de Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) sluit deze bijlage aan op de Strategische Evaluatieagenda (SEA) uit de begroting 2023. Dit betekent dat de thematische indeling van onderstaande tabel correspondeert met de thematische indeling van de SEA uit de begroting 2023. Tevens wordt in deze bijlage de status aangegeven van elk onderzoek uit de begroting 2023 hoofdstuk 2.5 «Meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen» waarvan het geplande afrondingsjaar 2023 betreft.

Verder zijn in deze bijlage de afgeronde evaluaties en onderzoeken opgenomen die reeds in de jaarverslagen 2022, 2021 en 2020 staan.

Tabel 41 Uitkomsten strategische evaluatieagenda thema «Krachtige ondersteuning»

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Begrotingsartikel

Vindplaats onderzoek

CMX’22 / Resilient Lion ’22

Ex-post evaluatie

2022

Afgerond

Artikeloverstijgend

De NAVO organiseert periodiek een politiek-militair strategische crisismanagementoefening (Crisis Management Exercise, CMX) om besluitvorming in NAVO-verband te beoefenen. De editie van 2022 is afgelast in verband met de inval van Rusland in Oekraïne. Om alsnog relevante vraagstukken te bespreken in de daarvoor bestemde overleggen is de oefening Resilient Lion gehouden. Na afloop is de voorbereiding op – en deelname aan de oefening geëvalueerd en zijn aanbevelingen ter verbetering geformuleerd.

Tabel 42 Uitkomsten strategische evaluatieagenda thema «Een goede werkgever, verbonden met de samenleving»

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Begrotingsartikel

Vindplaats onderzoek

Toekomstvast - goedbeheerd

IBO

2021

Afgerond

DMF, artikel 6

Link naar onderzoek

Regeling Volledige Schadevergoeding (RVS)

Ex-post evaluatie

2021

Afgerond

Artikeloverstijgend

Link naar onderzoek

Integraal risicomanagement

Ex-ante evaluatie (nulmeting)

2021

Afgerond

Artikeloverstijgend

Binnen Defensie loopt het programma IRM. Dit onderzoek is uitgevoerd om de startsituatie in kaart te brengen (nulmeting) alsook ontwikkelambities en de daarvoor benodigde stappen te inventariseren. Het onderzoek is uitgevoerd door het Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR).

PvA Veiligheid

Ex-durante evaluatie

2022

Afgerond

Artikeloverstijgend

Link naar onderzoek

Meldpunt Integriteit Defensie en Centrale Organisatie Integriteit Defensie

Ex-post

2022

Afgerond

Artikeloverstijgend

Kamerstuk 35925, nr. 88

Validatie Wet bescherming Klokkenluiders

Ex-post

2023

Afgerond

Artikeloverstijgend

Een externe validatie naar de uitvoering van de Wet bescherming Klokkenluiders zoals toegezegd in de Kamerbrief van 3 februari 2023 (Kamerstuk 36200, nr. 66): «Ik vind het belangrijk dat Defensie de in oktober 2019 in werking getreden Europese richtlijn en de daarop gebaseerde nationale wetgeving «naar de letter en de geest» uitvoert. Daarom laat ik die uitvoering extern valideren, gericht op het verder verbeteren van de sociale veiligheid en integriteit bij Defensie.» De validatie is afgerond, de Kamer is hier via een brief reeds over geïnformeerd .

Barrières uitzenden vrouwelijke militairen

Ex-durante / ex-post evaluatie

2024i.p.v.2022

Uitgesteld

Artikeloverstijgend

De Nederlandse krijgsmacht heeft zich gecommitteerd aan het ‘Elsie Initiatief’, dat gericht is op het vergroten van het aantal vrouwelijke militairen en politie in VN-vredesmissies. Een van de onderdelen van het initiatief is een zogeheten ‘barrière assessment’; een onderzoek om inzichtelijk te maken welke drempels in de organisatie het uitzenden van vrouwelijke militairen belemmeren. Het onderzoek is in het voorjaar 2022 in opdracht gegeven aan de Nederlandse Defensie Academie (NLDA) en sluit aan op een lopend onderzoek naar de zorgbehoefte van vrouwelijke veteranen. Het barrière assessment start daarom in 2023, het afrondingsjaar is overeenkomstig gewijzigd.

Militaire gezondheidszorg

Beleidsdoorlichting

2024i.p.v.2022

Uitgesteld

H 10, artikel 8

Met deze beleidsdoorlichting wordt onderzocht in hoeverre het MGZ-beleid in de periode april 2011 tot september 2021 doelmatig en doeltreffend is geweest. Hiervoor wordt naar de herstructurering van de MGZ gekeken. In de Memorie van Toelichting bij de Defensiebegroting 2020 is in bijlage 7.5 «Evaluatie- en overig onderzoek» toegezegd dat deze beleidsdoorlichting in 2022 wordt opgeleverd. Helaas heeft het proces vertraging opgelopen. De planning van de beleidsdoorlichting is gewijzigd en de uitkomsten worden in 2024 aan de Kamer toegestuurd. De Kamer is hier op 25 september 2023 over geïnformeerd (Kamerstuk 31516, nr. 40).

DEOS

Ex-durante evaluatie

2022

Afgerond

Artikeloverstijgend

Defensie heeft de aanpak zoals ingezet met de Defensie Energie en Omgeving Strategie 2019–2022 (DEOS, Kamerstuk 33763, nr. 152) en het Plan van aanpak energietransitie Defensie (Kamerstuk 34919, nr. 74) in 2022 geëvalueerd. De evaluatie heeft laten zien dat concrete stappen zijn gezet om duurzaamheid binnen Defensie te bevorderen en voornaamste randvoorwaarden zijn ingeregeld. Aandachtspunten zijn een duidelijkere belegging in de lijn en het vaststellen van aanvullende maatregelen om de verduurzamingsdoelen te realiseren.Met de uitvoeringsagenda Duurzaamheid (Kamerstuk 36 124, nr. 25) geven we invulling aan geactualiseerde doelstellingen op het gebied van klimaat, energie en circulariteit met een uitgebreid pakket concrete maatregelen.

Culturele diversiteit

Ex-durante / ex-post meting

2024 i.p.v. 2023

Uitgesteld

Artikeloverstijgend

Het Ministerie van Defensie streeft naar een divers personeelsbestand. In 2019 heeft Defensie een eerste nulmeting culturele diversiteit (destijds migratieachtergrond) laten uitvoeren over de periode 2015 t/m 2017. Defensie voert een vervolgmeting uit over de periode 2018-2022. Deze inzichten worden op z’n vroegst verwacht in de Stand van Defensie mei 2024 (Verantwoordingsdag). Nadat de vervolgmeting heeft plaatsgevonden, is het doel om deze onafhankelijke meting om het jaar te herhalen waardoor de inzichten geactualiseerd blijven. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Trends, Onderzoek en Statistiek (TOS) van DPOD in samenwerking met het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS).

PARESTO

Doorlichting agentschap

2024 i.p.v. 2023

Uitgesteld

Agentschap, separate begroting

Tijdens deze doorlichting wordt het functioneren van het agentschap PARESTO onderzocht met focus op de governance, financieel beheer, doelmatigheidsbevordering en bekostiging. Deze doorlichting wordt uitgevoerd conform de Regeling agentschappen. Helaas bleek de dataverzameling complexer dan verwacht, hierdoor heeft het onderzoeksproces vertraging opgelopen. De doorlichting van Paresto wordt daardoor in Q1 2024 afgerond i.p.v. in 2023.

Beleving van inclusie

Ex-durante evaluatie

2024 i.p.v. 2023

Uitgesteld

Artikeloverstijgend

In 2017 heeft Defensie door het SCP laten onderzoeken hoe medewerkers D&I beleven en waarderen (rapport ‘Grenzen aan de Eenheid’, januari 2017). Het is gezien de doorontwikkeling van het D&I beleid en aanverwante maatschappelijke ontwikkelingen van belang om met enige regelmaat de beleving en waardering van D&I onder defensiemedewerkers te toetsen. Er wordt binnen Defensie sindsdien al op meerdere vlakken veel gemeten, maar er is diepgaander onderzoek nodig naar de beleving van inclusie bij verschillende specifieke doelgroepen. Defensie is daarom voornemens om in 2023/2024 opnieuw te laten onderzoeken hoe D&I op de werkvloer wordt ervaren. Zodra de resultaten bekend zijn, zullen deze met de Kamer gedeeld worden, naar verwachting op z’n vroegst eind 2024.

Tabel 43 Uitkomsten strategische evaluatieagenda thema «Versterken van specialismen»

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Begrotingsartikel

Vindplaats onderzoek

COTS/MOTS

Beleidsdoorlichting

2021

Afgerond

H 10, artikel 6 & 7

Kamerstuk 31516, nr. 34

Tabel 44 Uitkomsten strategische evaluatieagenda thema «meer Europese samenwerking»

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Begrotingsartikel

Vindplaats onderzoek

NL-DEU samenwerkingsverbanden

Beleidsdoorlichting

2024i.p.v.2023

Uitgesteld

H 10, artikel 3DMF, artikel 3

In de memorie van toelichting van de Defensiebegroting 2019 is aan de Kamer toegezegd dat Defensie in 2023 een beleidsdoorlichting van artikel 3 Koninklijke Landmacht oplevert. In het specifiek wordt tijdens deze beleidsdoorlichting naar de samenwerking tussen Nederland en Duitsland gekeken en wordt project Taurus als casus bestudeerd. Door gebrek aan personele capaciteit heeft het proces vertraging opgelopen. De planning van de beleidsdoorlichting is daarom gewijzigd en de uitkomsten worden in 2024 aan de Kamer toegestuurd. De Kamer is hier op 23 februari 2023 (Kamerstuk 33279, nr. 37) en op 19 december 2023 (Kamerstuk 31516, nr. 42) over geïnformeerd.

Benutten EU-instrumenten capaciteitsontwikkeling

Ex-durante

2024i.p.v.2023

Uitgesteld

Artikeloverstijgend

Om Europese defensiesamenwerking op het terrein van capaciteitsontwikkeling te kunnen vergroten is het van belang dat EU-instrumenten en processen (CDP, CARD, PESCO, EDA, EDF) optimaal worden benut.Tijdens de evaluatie wordt gekeken naar de mate waarin instrumenten geïmplementeerd zijn in de eigen planprocessen, wat dit tot nu toe concreet heeft opgeleverd en hoe hier verdere stappen in genomen kunnen worden.

Tabel 45 Uitkomsten strategische evaluatieagenda thema «Informatiegestuurd werken en optreden»

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Begrotingsartikel

Vindplaats onderzoek

Initiatief cybersecurity

Ex-durante / ex-post evaluatie

2021

Afgerond

H 10, artikel 10 & 11

Dit initiatief was aangedragen i.h.k.v. de Operatie Inzicht in Kwaliteit (OIIK) en was gericht op het opdoen van ervaring bij het opzetten van een monitor om output en outcome te meten. Deze operatie is formeel afgerond met de vierde voortgangsrapportage van de OIIK. Met het initiatief zijn ervaringen opgedaan hoe binnen Defensie meer te sturen op output door het formuleren en monitoren van meetbare doelstellingen. Deze ervaringen zijn bij voorbeeld meegenomen in de ontwikkeling van de beleidskaart.

Informatiegestuurd optreden bij de Koninklijke Marechaussee (IGO Kmar)

Beleidsdoorlichting

2022

Afgerond

H 10, artikel 5

Kamerstuk 31516, nr. 37

Grondslag gezocht - Onderzoekscommissie Land Information Manoeuvre Centre (LIMC)

Ex-post onderzoek

2023

Afgerond

H 10, artikel 3

Link naar onderzoek

Tabel 46 Uitkomsten onderzoek buiten de SEA-thema's om: Missies en operaties

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Begrotingsartikel

Vindplaats onderzoek

EMASOH

Ex-post evaluatie

2021

Afgerond

H 10, artikel 1

Kamerstuk 29521, nr. 438

De evacuatie uit Afghanistan

Quick scan

2021

Afgerond

H 10, artikel 1

Link naar onderzoek

Een missie in een missie. De Nederlandse bijdrage aan de VN Multidimensionale Geïntegreerde Stabilisatie Missie in Mali (MINUSMA) 2014-2019

Ex-post evaluatie

2022

Afgerond

H 10, artikel 1

Kamerstuk 29521, nr. 451

Vlucht verzekerd. Eindevaluatie Nederlandse C-130 bijdrage aan VN-missie MINUSMA in Mali 2021-2022.

Ex-post evaluatie

2023

Afgerond

H 10, artikel 1

Link naar onderzoek

Tussen wens en werkelijkheid. Eindevaluatie van de Nederlandse Bijdrage aan Resolute Support.

Ex-post evaluatie

2023

Afgerond

H 10, artikel 1

Link naar onderzoek

Wapeninzet Hawija

Ex-post evaluatie

 

Lopend

H 10, artikel 1

Evaluatie gericht op de vraag hoe bij de Nederlandse wapeninzet in Hawija, Irak, in de nacht van 2 op 3 juni 2015, burgerslachtoffers hebben kunnen vallen evenals welke lessen hieruit te trekken zijn voor de toekomst. Deze evaluatie wordt uitgevoerd door een onafhankelijke onderzoekscommissie van tijdelijke aard (Kamerstuk 27925, nr. 753 en Kamerstuk 27925, nr. 754) die onder leiding staat van mr. Winnie Sorgdrager, Minister van Staat. Het instellen van deze commissie komt voort uit de uitvoering van motie Belhaj (Kamerstuk 27925, nr. 14). Het is niet bij Defensie bekend wanneer de onafhankelijke onderzoekscommissie haar onderzoeksbevindingen presenteert.

Reconstructie en analyse van de evacuatie uit Kaboel in augustus 2021

Ex-post evaluatie

2023

Afgerond

H 10, artikel 1

Kamerstuk 27925, nr. 955

Tabel 47 Uitkomsten onderzoek buiten de SEA-thema's om: Overig (evaluatie)onderzoek

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Begrotingsartikel

Vindplaats onderzoek

Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK)

Ex-durante evaluatie

2020

Afgerond

H 10, artikel 1

Vierjaarlijkse evaluatie van het FNIK-convenant. Bij de evaluatie die in 2020 is afgerond is teruggeblikt op de periode 2015 tot en met 2018. Hierbij is gekeken naar de inhoud, het functioneren, de uitvoering en het beschikbare budget. In de laatste evaluatie wordt geadviseerd om de toerekening aan FNIK te verbeteren, maar de hoogte van het budget niet aan te passen. Wel is in 2021 de verdeelsleutel tussen departementen geactualiseerd.

Publieke investeringen in een politieke context

Interdepartementaal

beleidsonderzoek

(IBO)

2022

Afgerond

Artikeloverstijgend

Link naar onderzoek

Stichting Koninklijke Defensiemusea

Subsidie-evaluatie

2019

Afgerond

H 10, artikel 9

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2019 is daarom de subsidie aan de Stichting Koninklijke Defensiemusea geëvalueerd.In de evaluatie wordt geconcludeerd dat dankzij de subsidie vrijwel alle beleidsdoelen zoals door Defensie geformuleerd, ruimschoots zijn behaald. De resultaten van het in 2006 ingezette traject herinrichting Museaal Bestel Defensie kunnen dan ook grotendeels als positief worden beoordeeld. De gekozen subsidierelatie is de meest gangbare en sluit aan op de richtlijnen van OCW. In de evaluatie worden een viertal punten genoemd waardoor de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de verstrekte subsidie zou kunnen worden geoptimaliseerd.

Nationaal Comité Herdenking Capitulatie Wageningen 1945

Subsidie-evaluatie

2021

Afgerond

H 10, artikel 9

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2020 is daarom de subsidie aan het NCHC geëvalueerd.De doelstellingen en activiteiten van NCHC leveren een waardevolle en unieke bijdrage voor Defensie, namelijk het herdenken van de capitulaties en vieren van de verkregen vrijheid alsook aandacht vragen voor de wereldwijde vraagstukken van Vrede, Vrijheid en Veiligheid vanuit Wageningen, Stad der Bevrijding. De subsidie is zowel doeltreffend als doelmatig.

Stichting Nederlandse Veteranendag

Subsidie-evaluatie

2022

Afgerond

H 10, artikel 9

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Stichting Nederlandse Veteranendag geëvalueerd.De effecten van de activiteiten in het kader van de Nederlandse Veteranendag op het gebied van (maatschappelijke) erkenning en waardering zijn overwegend positief. De activiteiten dragen bij aan de doelstellingen van de stichting en de beleidsdoelstellingen van Defensie. Stichting NLVD weet met een redelijk stabiel budget een steeds groter effect te genereren. De subsidie is zowel doetreffend als doelmatig.

Stichting Veteraneninstituut (Vi)

Subsidie-evaluatie

2022

Afgerond

H 10, artikel 9

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Stichting Veteraneninstituut (Vi) geëvalueerd.De activiteiten uitgevoerd door het Vi dragen bij aan beleids- en subsidiedoelstellingen op het gebied van erkenning en waardering voor veteranen. Met het uitvoeren van haar taken leverde het Vi een meerwaarde op het gebied van veteranenwelzijn. Doelmatigheid en doeltreffendheid van sommige activiteiten is in enkele gevallen moeilijk te bepalen vanwege de aard van de activiteiten die het opstellen van prestatie-indicatoren bemoeilijkt.

Stichting de Basis

Subsidie-evaluatie

2022

Afgerond

H 10, artikel 9

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Stichting de Basis geëvalueerd.De activiteiten van stichting de Basis dragen bij aan het verbeteren van de gezondheid en het welzijn van veteranen en hun relaties. Van niet alle activiteiten zijn duidelijke prestatie-indicatoren opgesteld. Dit komt mede door de aard van de werkzaamheden. Hierdoor is het niet altijd mogelijk om de doeltreffendheid en doelmatigheid vast te stellen. Desondanks leverde de stichting een unieke bijdrage aan het veteranenwelzijn. De stichting is voor het leveren van maatschappelijk werk gebonden aan professionele standaarden en richtlijnen op het gebied van maatschappelijke zorg hetgeen ook bijdraagt aan een doelmatige en doeltreffende zorgverlening.

Vereniging Veteranenplatform

Subsidie-evaluatie

2022

Afgerond

H 10, artikel 9

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Vereniging Veteranenplatform geëvalueerd.Het Veteranenplatform voert een belangrijke taak uit op het gebied van erkenning, waardering en zorg voor veteranen. Deze taak voor erkenning en waardering is opgenomen in de Veteranenwet en het Veteranenbesluit. Het is echter niet altijd mogelijk om de doeltreffendheid en doelmatigheid van de activiteiten aan te tonen, wat onder andere ligt aan de aard van de activiteiten. De speerpunten van het VP sluiten wel (in bredere zin) aan op de beleidsdoelstellingen van Defensie.

Stichting Nationale Taptoe

Subsidie-evaluatie

2022

Afgerond

H 10 artikel 9

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Stichting Nationale Taptoe geëvalueerd.De activiteiten van de Nationale Taptoe dragen bij aan de doelstelling van Defensie en de zichtbaarheid van Defensie in de samenleving. Het militaire karakter dient behouden te blijven, ook voor het aantrekken van een breder en nieuw publiek. Defensie kan deze activiteiten zelf niet doelmatiger uitvoeren, omdat dit duurder is en kan leiden tot verdringingseffecten.

Universiteit van Amsterdam (Leerstoel Militair recht)

Subsidie-evaluatie

2022

Afgerond

H 10, artikel 9

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Universiteit van Amsterdam (Leerstoel militair recht) geëvalueerd.De subsidie voor de Leerstoel is effectief en het subsidie instrument is doelmatig in relatie tot het Defensiebeleid. De Leerstoel levert een waardevolle en unieke bijdrage aan het onderwijs van specialistisch defensiepersoneel en het levert relevant wetenschappelijke onderzoek. Er bestaan geen twijfels over nut, wenselijkheid en doelmatigheid van deze subsidie. De subsidie dient in hoge mate de onderwijsbelangen van het ministerie van Defensie, welke niet elders gediend kunnen worden, en draagt aanzienlijk bij aan het verhogen van het wetenschappelijk niveau op het terrein van het militair recht.

Stichting Maritiem Kenniscentrum

Periodieke subsidie-evaluatie

2022

Afgerond

H 10, artikel 9

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Stichting Maritiem Kenniscentrum geëvalueerd.Het MKC heeft de volgende activiteiten uitgevoerd: het creëren en onderhouden van een adequate maritieme kennisbasis bij het bedrijfsleven en de overheid en het onderhouden van een kennisinfrastructuur door het creëren van een maximale synergie en interactie tussen de verschillende kennisgebieden. Het MKC heeft door het uitvoeren van de bovengenoemde activiteiten laten zien dat deze bijdragen aan de beleidsdoelen van Defensie. Defensie kan deze activiteiten niet zelf uitvoeren (voor deze minimale middelen) wegens expertise en mogelijke verdringingseffecten.

Stichting Historische Vlucht

Subsidie-evaluatie

2022

Afgerond

H 10 artikel 9

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Stichting Historische Vlucht geëvalueerd.De subsidie voor de Stichting Koninklijke Luchtmacht Historische Vlucht is effectief en doelmatig in relatie tot het Defensiebeleid. Defensie kan deze activiteiten niet zelf uitvoeren omdat dit leidt tot hogere kosten en mogelijke verdringingseffecten. De instandhouding van de Nederlandse militaire luchtvaarthistorie en het opbouwen van kennis hiervan vinden op relatief goedkope wijze plaats dankzij de vrijwilligers. Aangezien de zichtbaarheid en publieke relaties van Defensie hiermee ondersteund worden is deze subsidie doeltreffend. Een subsidie is daarbij het meest geschikte instrument.

Stichting wetenschappelijk onderwijs en onderzoek (SWOON) NLDA

Subsidie-evaluatie

2022

Afgerond

H 10, artikel 9

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Stichting wetenschappelijk onderwijs en onderzoek (SWOON) NLDA geëvalueerd.De subsidie voor de Stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek NLDA is effectief en het instrument is doelmatig. De activiteiten van de Stichting dragen bij aan de doelstelling van Defensie tot mogelijk maken van wetenschappelijk onderwijs en onderzoek binnen de Faculteit Militaire Wetenschappen van de Nederlandse Defensie Academie. Defensie kan deze activiteiten niet zelf uitvoeren.

Stichting Phantasy in Blue

Periodieke subsidie-evaluatie

2022

Afgerond

H 10, artikel 9

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Stichting Phantasy in Blue geëvalueerd.De subsidie Stichting PHiB is onvoldoende doeltreffend omdat het aantal activiteiten sterk afnam en daarmee onvoldoende bijdraagt aan de doelen van Defensie (zichtbaarheid). Ondanks dat de subsidie een minimum aan Defensiemiddelen heeft gevergd, is de subsidie onvoldoende doelmatig omdat er te weinig activiteiten voor Defensie zijn uitgevoerd. Daarnaast is de inzet van het instrument subsidies duur en administratief intensief, waardoor een alternatieve wijze van bekostiging meer passend is. Op basis van deze conclusies is het advies om de subsidie niet voort te zetten. De subsidie is daarom in 2023 niet toegekend.

Invictus Games

Subsidie-evaluatie

2022

Anders

H 10, artikel 9

Het wettelijk kader (Awb. 4.24) schrijft voor structurele subsidies eens in de vijf jaar te evalueren. De Invictus Gamessubsidie is een incidentele (of eenmalige) subsidie. Deze subsidie is daarom via een separaat traject verantwoord. De verantwoording van deze subsidie heeft in 2023 plaatsgevonden via een controle van VWS en Defensie.

ASL BISL

Subsidie-evaluatie

2022

Anders

H 10, artikel 9

Deze evaluatie is niet uitgevoerd. ASL BISL voert geen activiteiten meer uit in het kader van de subsidie ASL BISL. Deze subsidie wordt per 2021 niet meer verstrekt.

Klik hier om de Defensiebegroting 2023 te downloaden, met in hoofdstuk 2.4 «Strategische Evaluatieagenda» de SEA waarop deze bijlage betrekking heeft.

Klik hier om de Defensiebegroting 2024 te downloaden, met in hoofdstuk 2.4 «Strategische Evaluatieagenda» de actuele programmering van onderzoeken en evaluaties.

Op www.rijksfinancien.nl is een interactieve versie van de SEA te vinden, raadpleeg hiervoor het overzicht ingepland en uitgevoerd onderzoek.

Bijlage 4: Inhuur externen

Tabel 48 Ministerie van Defensie Verslagjaar 2023 (bedragen x € 1.000)

1. Interim-management

2.825

 

2. Organisatie- en formatieadvies

4.771

 

3. Beleidsadvies

9.180

 

4. Communicatieadvisering

1.714

 

Beleidsgevoelig

 

18.490

5. Juridisch advies

253

 

6. Advisering opdrachtgevers automatisering

256.702

 

7. Accountancy, financiën en administratieve organisatie

1.729

 

(Beleids)ondersteunend

 

258.684

8. Uitzendkrachten (formatie en piek)

90.092

 

Ondersteuning bedrijfsvoering

 

90.092

Totaal uitgaven inhuur externen

 

367.265

In 2023 geeft Defensie € 367,3 miljoen uit aan externe inhuur binnen haar defensiebegroting en het DMF. Voor het DMF betreft dit met name de inhuur van IT-capaciteit voor projecten. De kosten van inhuur door de batenlastendienst Paresto zijn ook in dit overzicht verwerkt voor een bedrag van €5,4 miljoen.

De personele uitgaven (inclusief de mindering van de uitgaven van de pensioenen en kosten plaatsing in het buitenland) komen uit op € 5,702 miljard. De totale uitgaven voor externe inhuur zijn hoger dan vorig jaar (+€ 146 miljoen). Dit komt voornamelijk door inhuur in de categorie advisering opdrachtgevers automatisering die met € 100 miljoen is toegenomen. Het overige deel betreft de beleidsondersteunende functies.

Het inhuur percentage van Defensie, conform de rijksbrede berekenings wijze, komt uit op 6,4%procent. Dit percentage is 2.2% hoger dan vorig jaar.

Tabel 49 Inhuur externen buiten raamovereenkomsten 2023

Aantal overschrijdingen maximumuurtarief

Geen

Toelichting

 

Bijlage 5: Focusonderwerp 2023

Tabel 50 Grootste posten met onderuitputting in 2023
   

Uitgaven in x € 1.000

Bedrag

Als % van de vastgestelde ontwerpbegroting 2023

Onderrealisatie artikel 1 - Inzet

‒ 66.183

‒ 0,4

Onderrealisatie Defensie (exclusief artikel 1 - Inzet)

‒ 66.377

‒ 0,4

Totaal

‒ 132.560

‒ 0,8

Toelichting

De Tweede Kamer verzoekt het kabinet om bij de verantwoording over het jaar 2023 aandacht te besteden aan resultaatbereik in relatie tot onderuitputting, als gevolg van bijvoorbeeld arbeidskrapte. In deze bijlage wordt de totale onderuitputting gepresenteerd. Daarbij worden de grootste en/of belangrijkste meevallende realisaties apart toegelicht.

Onderrealisatie artikel 1 – Inzet

Het betreft onderrealisatie op de crisisbeheersingsoperaties, het FNIK (Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht) en de overige inzet. Voor de crisisbeheersingsoperaties hebben er lagere contributiebijdragen aan internationale organisaties en samenwerkingsverbanden plaatsgevonden dan verwacht. Ook zijn voor de VJTF (Very High Readiness Joint Taskforce) minder transportkosten gemaakt dan begroot. De onderrealisatie voor het FNIK bestaat uit het verminderde aantal aanvragen van militaire bijstand en steunverlening, zoals het opruimen van explosieven, dan geraamd. Voor de overige inzet is het aantal maritieme beveiligingsoperaties gedaald, vanwege de Wet ter Bescherming Koopvaardij waardoor rederijen gebruik kunnen maken van maritieme beveiligingsbedrijven. Als gevolg daarvan wordt er een lager dan verwacht beroep gedaan op de inzet van Defensie.

Onderrealisatie Defensie (exclusief artikel 1 – Inzet)

Op de overige onderdelen van de Defensiebegroting is sprake van onderrealisatie, met een totale omvang van € 66 miljoen in 2023. Deze onderrealisatie heeft zich gedurende het begrotingsjaar voorgedaan en is bij de tweede suppletoire begroting en bij de Slotwet verwerkt in de raming en respectievelijk in de realisatie. De onderrealisatie op de Defensiebegroting deed zich in 2023 voornamelijk voor op de artikelen 4 (Koninklijke Luchtmacht), 5 (Koninklijke Marechaussee) en 10 (Kerndepartement). Op deze artikelen is vooral sprake van onderrealisatie op de personele uitgaven. Op artikel 10 vallen ook de uitgaven aan externe inhuur lager uit dan eerder werd geraamd.

Als gevolg van de Defensienota 2022 is de Defensiebegroting, en het aantal arbeidsplaatsen bij Defensie, in omvang toegenomen. Het personeelsbestand groeit weliswaar, maar niet in gelijke tred met de formatie-uitbreiding waardoor de vullingsgraad lager is dan geraamd. Dit heeft zijn invloed op de realisatie van (een deel van) de plannen.

Bijlage 6: Rijksuitgaven Caribisch Nederland

Tabel 51 Uitgaven Caribisch Nederland
 

Taak

Bijdrage

Realisatie

   

2019

2020

2021

2022

2023

Totaal uitgaven

       
        

Artikel 2 Koninklijke Marine

       

Opdrachten, Personele en Materiele uitgaven

R

S

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen

        

Artikel 3 Koninklijke Landmacht

       

Opdrachten, Personele en Materiele uitgaven

R

S

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen

        

Artikel 5 Koninklijke Marechaussee

       

Opdrachten, Personele en Materiele uitgaven

R

S

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen

        

Artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando

       

Opdrachten, Personele en Materiele uitgaven

R

S

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen

Conform de RBV dient er in de Rijksbegroting op grond van de motie Hachi (Kamerstuk 33 000, nr. 28) een totaaloverzicht te worden opgenomen van alle uitgaven die de Rijksoverheid in Caribisch Nederland heeft gedaan. Daartoe wordt jaarlijks een overzichttabel in de bijlage van de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties opgenomen. Bovenstaande tabel is de bijdrage van Defensie aan dit overzicht. De in de tabel opgenomen letter R en S staan respectievelijk voor Rijk en Structueel en zijn conform het RBV-model van de bijlage. De bijdrage van de afzonderlijke departementen dienen in hun eigen begroting te worden opgenomen.

Het ministerie van Defensie voert haar taken structureel in het gehele Koninkrijk uit. Het valt derhalve niet te bepalen welk specifiek deel daarvan wordt besteed in Caribisch Nederland.

Bijlage 7: Rapportage burgerbrieven

Tabel 52 Bezwaarschriften

Aantal verslagjaar (nieuw)

Aantal afgedaan binnen (verdaagde) wettelijke termijn

Percentage afgedaan binnen (verdaagde) wettelijke termijn

Aantal ontvangen ingebrekestellingen

Bedrag betaalde dwangsommen

25

6

46,2%

1

€ 0,-

Tabel 53 Klachten

Aantal verslagjaar

Aantallen afgedaan binnen (verdaagde) wettelijke termijn

Percentage afgedaan binnen (verdaagde) wettelijke termijn

493

412

83,6%

Tabel 54 Woo-verzoeken

Aantal verslagjaar

Aantal afgedaan binnen (verdaagde) wettelijke termijn

Percentage afgedaan binnen (verdaagde) wettelijke termijn

Aantal ontvangen ingebrekestellingen

Bedrag betaalde dwangsommen

125

42

50,0%

11

€ 0,-

Tabel 55 Wiv-verzoeken

Aantal verslagjaar

Aantal afgedaan binnen (verdaagde) wettelijke termijn

Percentage afgedaan binnen (verdaagde_ wettelijke termijn

Aantal ontvangen ingebrekestelling

Bedrag betaalde dwangsommen

52

25

48,1%

6

€69,-

Tabel 56 Rijksoverheid e-mailberichten en telefonie

Aantal ontvangen via rijksoverheid in verslagjaar

Aantal doorgestuurd naar Defensie

Percentage doorgetsuurd naar Defensie

8.253

1.503

18,0%

Toelichting

In 2023 zijn er in totaal 25 bezwaarschriften ontvangen, waarvan er dertien zijn afgedaan. Elf ontvangen bezwaarschriften hebben betrekking op de Wet open overheid (Woo), zeven bezwaarschriften zijn ontvangen in het kader van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en drie in het kader van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv). Voorts zien drie ontvangen bezwaarschriften op de Militaire Luchtvaart Autoriteit en is er één overige zaak.

Het aantal gerapporteerde klachten over 2023 betreft de klachten van burgers in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht (27), de klachten over gedragingen van ambtenaren van de Koninklijke Marechaussee bij de uitvoering van hun in de Politiewet 2012 omschreven taken (465) en de klachten binnengekomen bij de Militaire Luchtvaart Autoriteit (1).

In 2023 is het aantal Woo-verzoeken licht toegenomen tot in totaal 125. Wat betreft 84 verzoeken is een formeel besluit genomen, waarvan 42 binnen de (verdaagde) wettelijke termijn. Daarnaast zijn er 27 Woo-verzoeken afgehandeld zonder formeel besluit. Het aantal Wiv-verzoeken is in 2023 aanzienlijk toegenomen ten opzichte van 2022.

Naast de bovengenoemde categorieën heeft het ministerie van Defensie in 2023 tevens 184 overige burgerbrieven ontvangen.

Bijlage 8: Veiligheid

Opvolging van toezeggingen naar aanleiding van aanbevelingen van toezichthouders

In deze bijlage vindt u de toezeggingen aan de Kamer naar aanleiding van aanbevelingen van de OvV en de IVD, inclusief de voortgang van de uitvoering. Een aantal toezeggingen zijn uitgevoerd en doen we in dit overzicht formeel af. Deze toezeggingen zullen niet terugkeren in toekomstige overzichten. Over openstaande toezeggingen wordt u jaarlijks geïnformeerd in het jaarverslag.

Tabel 57 Opvolging toegezegde maatregelen naar aanleiding van aanbevelingen Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) en Inspectie Veiligheid Defensie (IVD)
 

Toezegging

Af

Voortgang

 

OVV-rapport Mortierongeval Mali, Kamerstuk 34 775 X, nr. 7 van 28 september 2017

  

1

Direct na het uitkomen van het OVV-rapport zijn de nog in voorraad zijnde 60 mm HE 80 granaten van de betreffende granaten geblokkeerd. De gehele voorraad 60 mm mortiergranaten zal worden vernietigd.

Nee

Defensie is in gesprek met de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) om te bepalen welke onafhankelijke partij het advies van TNO, inzake de voorkeursoptie voor de demilitarisatie van de voorraad 60 mm HE 80 mortiergranaten, zal appreciëren. Parallel aan deze appreciatie zet Defensie de voorbereiding van het geautomatiseerde demonteringsproces van de mortiergranaten voort. Defensie stemt de uitwerking van het demonteringsproces af met de NLA. Dit wordt in 2024 gemonitord.

 

OVV-rapport Veilig oefenen, lessen uit schietongeval Ossendrecht, Kamerstuk 34 775 X, nr. 16 van 20 juni 2017

  

2

Het KCT krijgt een eigen schiethuis, met een 360 graden schietbaan, dat voldoet aan de geldende veiligheidseisen en waar tactische schietoefeningen met scherpe munitie kunnen worden uitgevoerd. De Militaire Commissie Gevaarlijke Stoffen moet het definitieve ontwerp goedkeuren en zal het schiethuis na opleveringen certificeren.

Ja

Deze toegezegde maatregel is afgerond door ingebruikname van een beperkte capaciteit (niet alle schietoefeningen zijn hier mogelijk) bij locatie ‘zuid’ (Roosendaal) en het gebruik van de locatie ‘midden’ (Soesterberg) voor de overige scenario’s. Voor de locatie zuid is een structurele oplossing pas mogelijk in 10-15 jaar met de ontwikkeling van een nieuwe kazerne (inclusief schiet- en trainingsfaciliteiten), als onderdeel van het programma CVV (concentreren, verduurzamen, vernieuwen). De voortgang voor locatie midden werd gemeld in het Defensie Projectenoverzicht 2024. De nieuwe schiethuizen midden zijn in gebruik genomen.

 

OVV-rapport Draadaanvaring Apache-helikopter tijdens nachtvliegen, Kamerstuk 34 775 X, nr. 140 van 6 september 2018 en Kamerstuk 35 000 X, nr. 100 van 21 februari 2019

  

3

In de komende jaren worden stapsgewijs meer hoogwaardige simulatoren aangeschaft voor zowel Apache- als Chinookhelikopters. Deze nieuwe simulatoren worden aan reeds bestaande simulatoren gekoppeld om een tactische omgeving te kunnen simuleren. Het gaat om hoogwaardige technologie die verder ontwikkeld moet worden. De planning is dat de eerste simulatoren voor de Chinook in 2020 en 2021 instromen, voor de apache is dit 2022 en 2023. Hoewel deze simulatoren een waardevolle aanvulling bieden op het trainingsprogramma, moet de huidige balans met live vliegen in stand gehouden worden voor een professionele gereedstelling.

Nee

De eerste nieuwe Apache-simulator (E-versie) is op 22 januari 2024 in gebruik genomen. Medio 2024 zal een tweede apache simulator geïnstalleerd worden en direct gekoppeld worden aan de eerste simulator. Zo kunnen twee Apache bemanningen tegelijkertijd in hetzelfde gesimuleerde (dag- of nacht)scenario missies uitvoeren.

 

IVD-rapport Het Markiezaat, Kamerstuk 35 500 X, nr. 7 van 14 oktober 2019

  

4

De huidige versie van de MP 40-30 is in 2010 gepubliceerd. Eerder informeerden wij u dat de MP 40-30 in het tweede kwartaal van dit jaar gereed zou zijn (Kamerstuk 35 000 X, nr. 81). De schietinstructie voor speciale eenheden – waaronder het aanpassen van de regels voor CQB-schietinrichtingen – hebben we eerder dit jaar ingevoerd. Dit wordt verwerkt in de MP 40-30. Daarnaast zijn we bezig met het harmoniseren van het schietbeleid tussen de verschillende krijgsmachtdelen. Dit moet zorgvuldig gebeuren en dat kost tijd. Dit maakt dat de MP 40-30 op een later moment dan voorzien wordt vastgesteld. Dit voorschrift wordt ook gepubliceerd op een eenvoudig vindbare centrale locatie.

Nee

De MP 40-30 (‘Voorschrift voor de inrichting en het gebruik van schietinrichtingen’) is in navolging van de toezegging herzien en in februari 2020 vastgesteld en gepubliceerd op een eenvoudig vindbare, centrale locatie. Naar aanleiding van nieuwe inzichten en actuele ontwikkelingen op het gebied van veiligheid in relatie tot schieten, is de MP 40-30 onderwerp van herziening. Verdere uitwerking op het noodzakelijke detailniveau geschiedt aan de hand van CDS-instructies. Vaststelling van de herziene MP 40-30 en de noodzakelijke CDS-instructies is voorzien in de tweede helft van 2024. Harmonisatie van het schietbeleid tussen de verschillende krijgsmachtdelen is dan een feit.

 

IVD-rapport Shallow Water Black-out als onbekend risico, Kamerstuk 35 570 X, nr. 11 van 12 oktober 2020

  

5

Wij nemen alle zwemgerelateerde risico’s, waaronder Shallow Water Black-out, defensiebreed op in de RI&E’s waar zwemoefeningen aan de orde zijn. Een zwemoefening of daaraan gerelateerde veiligheidsmaatregelen worden aangepast indien de RI&E daar aanleiding toe geeft.

Ja

Voor alle Defensieonderdelen geldt dat de RI&E’s/RA’s die een relatie hebben met zwemmen zijn aangepast. Voor het Defensie Ondersteuningscommando geldt dat het militair revalidatiecentrum geen (zwem)oefeningen uitvoert die Shallow Water Black-out kunnen veroorzaken.

6

Wij onderzoeken de mogelijkheid instructeurs aanwezig bij zwemoefeningen bij te scholen in ‘Basic Life Support bij drenkelingen’, zodat toereikende kennis over zorg aan drenkelingen altijd geborgd zal zijn tijdens zwemoefeningen waar dit relevant is op basis van de RI&E.

Ja

Er wordt invulling gegeven aan het voorschuift «Veilig gebruik zwembaden voor defensie». De veiligheidsmaatregelen zijn opgenomen in de Sportopleiding en meegegeven aan de zwemspecialisten.

 

IVD-rapport Vervoer gevaarlijke stoffen, Kamerstuk 35 570 X, nr. 78 van 1 december 2020

  

7

De Taskforce Logistiek krijgt de opdracht de positie, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de veiligheidsadviseur te laten harmoniseren voor alle defensieonderdelen en te bezien hoe de functie van veiligheidsadviseur versterkt moet worden.

Nee

In 2022 is u gemeld dat Defensie een aanvullend onderzoek naar onderliggende oorzaken heeft uitgevoerd, om daarmee beter de maatregelen te kunnen uitwerken. Het rapport is in 2023 opgeleverd en besproken in het Veiligheidscomité (thans Bestuursraad Veiligheid). De positie, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de veiligheidsadviseurs worden nu vastgelegd in een formeel document. Hierin wordt ook vastgelegd wat de bevoegdheden van de veiligheidsadviseurs zijn en op welke manier de aandachtspunten die zij rapporteren dienen te worden opgepakt. Zodra dit document gereed is wordt deze maatregel afgedaan.

8

De veiligheidsadviseur rapporteert schriftelijk veiligheidsknelpunten (periodiek), waarbij wij deze rapportages een meer bindend karakter geven. Indien de commandant het advies niet opvolgt legt hij hierover verantwoording af. Knelpunten die niet kunnen worden opgelost door het defensieonderdeel zelf, worden meteen via het regieoverleg geëscaleerd.

Nee

Zoals hierboven gemeld is Defensie nog bezig de positie, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden vast te leggen. U wordt geïnformeerd wanneer deze maatregel uitgevoerd is.

9

Defensie beziet of het niveau van de lagere onderdelen versterkt kan worden met een adviserende veiligheidsfunctionaris. De Taskforce Logistiek monitort de ontwikkelingen en stuurt waar nodig bij.

Nee

Zoals hierboven gemeld is Defensie nog bezig dit document op te stellen. U wordt geïnformeerd wanneer deze maatregel uitgevoerd is.

10

Defensie gaat scherper selecteren op welke medewerker in welke mate opgeleid moet worden om gevaarlijke stoffen veilig te kunnen verzenden. Defensie brengt hiertoe duidelijker in beeld welke medewerkers taken en verantwoordelijkheden hebben bij het vervoer van gevaarlijke stoffen en alleen zij worden vervolgens opgeleid.

Nee

Defensie heeft de opleidingscapaciteit verhoogd met eigen instructeurs en met de inhuur van externe opleidingscapaciteit. Om te kunnen sturen op het toewijzen van opleidingsplaatsen aan de juiste functionarissen wordt in de functie-informatie vastgelegd welke kwalificaties noodzakelijk zijn voor de taakuitoefening en welke opleidingen daarvoor moeten worden gevolgd.

11

Een voorstel van Defensie om ervaring te behouden door het personeel werkzaam binnen het veiligheidsdomein, waaronder het vervoer van gevaarlijke stoffen, langer op functie te houden zal in het overleg met de vakbonden worden besproken.

Nee

Er zijn geen significante vorderingen te melden ten opzichte van vorige jaren. Dit onderwerp blijft onderwerp van gesprek met de bonden. De huidige regelgeving maakt langer op functie mogelijk, maar alleen op vrijwillige basis.

12

Defensie onderzoekt in het kader van het nieuwe personeelsmodel de mogelijkheid om loopbaansporen binnen het veiligheidsdomein in te richten.

Nee

De HR-transitie loopt. Op dit specifieke onderdeel is nog geen voortgang te melden.

13

De Taskforce Logistiek zal bekijken of in aanvulling op het bovenstaande meer nodig is om de afzender adequaat te ondersteunen.

Nee

In 2022 is u gemeld dat Defensie heeft geconstateerd dat er behoefte is aan mobiele scanapparatuur. Het project om hierin te voorzien is nog in uitvoering. U wordt ter zijner tijd nader geïnformeerd over de voortgang ervan.

 

IVD-rapport Risico's onderkend? (blikseminslag), Kamerstuk 35 570 X, nr. 81 van 13 januari 2021

  

14

De instructies die toezien op veiligheid in opleidingen en de calamiteitenplannen worden opnieuw onder de aandacht gebracht (voorafgaan aan de voltooiing van de herziening van de Aanwijzing ‘SG-007’, die gepland staat voor Q4 2021).

Ja

Alle defensieonderdelen hebben de instructies die toezien op veiligheid in de opleidingen en de calamiteitenplannen (opnieuw) onder de aandacht gebracht bij  instructeurs. Nu de opdracht hiertoe is uitgevoerd, wordt deze toezegging afgedaan.

15

Na de herziening van de Aanwijzing ‘SG-007’ – gepland voor 2021 – wordt de onderliggende documentatie hiermee in lijn gebracht. Lagere regelgeving wordt daardoor in 2022 aangepast.

Nee

De herziening van de Aanwijzing SG-007 (veiligheid, gezondheid en milieu bij Defensie) is nog gaande. Omdat de herziening van de aanwijzing SG-007 nog loopt, kan de onderliggende regelgeving hiermee nog niet in lijn worden gebracht. De prognose is dat de herziening van de SG 007 in de tweede helft 2024 wordt afgerond.

 

IVD-rapport «Veiligheid in de lucht». Zelfbeschieting F-16 Vliehors, Kamerstuk 35570 X, nr. 93 van 25 mei 2021

  

16

Defensie heeft voor de veiligheid van medewerkers in de controletoren besloten om niet de controletoren, maar de doelen en de aanvliegroute hiernaartoe te verplaatsen. Op deze manier verandert de ligging van het doelengebied ten opzichte van de huidige controletoren. Daardoor wordt het risico op beschieting van de toren verkleind. Hierna is de Koninklijke Luchtmacht gestart met het project om de doelen en de aanvliegroute hiernaartoe te verplaatsen. De verwachting is dat, als alles goed verloopt, de verplaatsing van de oefendoelen in 2023 is gerealiseerd. Na het verplaatsen van de doelen evalueert de Commandant Luchtstrijdkrachten integraal alle restrisico’s van de nieuwe situatie. Na deze evaluatie wordt vastgesteld of verplaatsing van de controletoren nog noodzakelijk is.

Nee

Nog niet alle voor de verplaatsing van de doelen benodigde vergunningen zijn afgegeven vanwege de bezwaren die hiertegen zijn gemaakt. Zodra de vergunningen zijn afgegeven, kunnen alleen in de maanden augustus tot en met oktober werkzaamheden plaatsvinden. De reden hiervoor is het broedseizoen op Vlieland van 15 maart t/m 1 augustus en de te hoge waterstanden in de maanden december tot februari. De benodigde acties zijn door de Luchtmacht aan het Rijksvastgoedbedrijf doorgegeven. Mogelijk treedt vanwege het bovenstaande vertraging op bij het verplaatsen van de doelen.

 

IVD-rapport Luchtvaartongeval NH-90 Aruba, Kamerstuk 35 925 X, nr. 48 van 2 december 2021

  

17

Deze aanbeveling wordt deels overgenomen. Gezien de zelfredzaamheid van de helikopterbemanning en de grote risico’s die een reddingsactie uit een (deels) gezonken helikopter met zich mee brengen, is het helpen / bijstaan van de helikopterbemanning het maximale wat de zwemmers van de Marine mogen en kunnen doen. Deze risicoafweging is na het ongeval opnieuw gemaakt, maar de uitkomst is hetzelfde gebleven. Wel wordt de aanbeveling van de IVD opgevolgd om de zwemmers zo goed mogelijk toe te rusten op het assisteren van de helikopterbemanning. Hiertoe wordt de opleiding uitgebreid.

Ja

De betreffende opleiding is overeenkomstig de toezegging uitgebreid. Deze toezegging wordt dan ook hierbij afgedaan.

18

In de beleidsreactie wordt benadrukt dat de bemanning op het moment van het ongeval volledig voldeed aan de gestelde normen. Wel zijn er sinds het ongeval verbeteringen doorgevoerd, zo krijgt elke aankomend gezagvoerder een coach toegewezen die begeleiding biedt in de individuele leerlijn. Deze coach is een vlieger met een achtergrond als instructeur of trainer. De coach vliegt soms mee en voert gesprekken, waarbij de aandacht ligt bij de besluitvorming van de aankomend gezagvoerder. Ook wordt bijgehouden hoeveel uur een piloot daadwerkelijk pilot flying is geweest en hoeveel uur pilot non flying , dit is relevant voor luchtvaartuigen die (soms) met een bemanning vliegen die uit meerdere vliegers bestaat. Over twee jaar zal worden onderzocht of deze verbeteringen de gewenste impuls hebben gegeven aan de ervaringsopbouw van de vliegers. Na het versturen van de beleidsreactie zal de opdracht hiervoor vanuit de DGB gegeven worden. De resultaten van het onderzoek worden gerapporteerd aan de Directie Veiligheid, die zorg draagt voor de communicatie aan de IVD.

Nee

Defensie heeft deze maatregel deels uitgevoerd. Zo zijn coaches toegewezen en wordt het aantal uren als pilot flying en pilot non flying bijgehouden. Het toegezegde onderzoek start in het eerste kwartaal van 2024 en wordt uitgevoerd door Bureau Safety van het Defensie Helikopter Commando. Na afronding wordt de Kamer geïnformeerd.

 

IVD-rapport Inzetgereed op Missie (Dingo Afghanistan), Kamerstuk 35 925 X, nr. 50 van 16 december 2021

  

19

Defensie zal de inrichting van het risicomanagementproces en het toezicht op de kwaliteit en de uitvoering van de maatregelen evalueren en verbeteren.

Nee

De DOPS stelt mission safety als één van de eisen aan de inzet-gereedstelling en inzet in missiegebieden. Risicomanagement wordt daarmee toegepast tijdens het planningsproces van de CDS. Om dit te borgen is een stappenplan ontwikkeld voor de gereedmelding door het uitvoerend operationeel commando. Volgens dit stappenplan dient geanalyseerd te worden welke risico’s het conditioneel gereed zijn van een eenheid en het niet volledig kunnen uitvoeren van opgedragen taken met zich meebrengen en welke gevolgen dit heeft voor de missie, alsook de veiligheid van het personeel. Deze risico’s worden, waar mogelijk, gemitigeerd door training in het inzetgebied, en vastgelegd in de verbeterde Risico Analyse Operationeel (vRAO). De toezegging wordt nog verder uitgevoerd.

 

Jaarbericht en jaarverslagen toezichthouders van Defensie 2021, Kamerstuk 35 925 X, nr. 80 van 18 mei 2022

  

20

Ook wij als bewindspersonen benadrukken de noodzakelijke aandacht voor veiligheid en dragen dit uit waar wij kunnen, zowel bij onze werkzaamheden in Den Haag als tijdens onze werkbezoeken.

Ja

Veiligheid heeft onze blijvende aandacht.

 

IVD-rapport Ontploffen bodem Zodiac verkenningsboot, Kamerstuk 35 925 X, nr. 81 van 22 mei 2022

  

21

Defensie actualiseert haar regelgeving met betrekking tot het delen en leren van voorvallen, opdat dit structureel verbeterd wordt.

Ja

Defensie herziet op dit moment de (interne) regelgeving die ziet op het veiligheidsmanagementsysteem en het melden van voorvallen. De herziening van deze regelgeving wordt naar verwachting in 2024 afgerond. Onderdeel daarvan is het verbeterd leren van uit voorvallen en uitkomsten van onderzoeken getrokken lessen.

22

Defensie evalueert het proces van het delen van geïdentificeerde risico’s met gebruikers van vergelijkbaar materieel en past het proces aan op basis van de evaluatie.

Nee

Zie punt 21.

23

Defensie werkt de uitvoering van het delen van geïdentificeerde risico’s uit voorvalonderzoeken met leveranciers en fabrikanten nader uit in een instructie.

Nee

Zie punt 21.

 

IVD-rapport ‘Risico’s van grensverleggende activiteiten. Onderzoek naar het overlijden van een militair tijdens civiel parachutespringen op Teuge 23 juli 2019’, Kamerstuk 35 925 X, nr. 72 van 21 juni 2022

  

24

Het realiseren van een Defensiebrede richtlijn voor GVA. Dit wordt gedaan door het opstellen van de CDS 700/4 «GVA».

Nee

Naar verwachting wordt de defensiebrede richtlijn voor grensverleggende activiteiten voor 1 juli 2024 vastgesteld.

25

Het opstellen van raamovereenkomsten met civiele partners, waarbij de interne kenniscentra en experts worden betrokken.

Nee

Naar verwachting wordt de defensiebrede richtlijn voor grensverleggende activiteiten voor 1 juli 2024 vastgesteld. Met een aantal civiele partners zijn reeds raamovereenkomsten afgesloten. De resterende raamovereenkomsten zullen na vaststelling van de richtlijn worden gesloten. Dit houdt verband met de kaders en eisen die de richtlijn stelt aan civiele partijen.

 

IVD-rapport ‘Onderzoek naar een duikongeval tijdens een mijnenbestrijdingsoperatie van de Zr.Ms. Zierikzee, 9 april 2019’, Kamerstuk 35 925 X, nr. 93 van 6 september 2022

  

26

De normen waaraan de duikmedische afvoer en behandeling moeten voldoen zijn binnen Defensie vastgelegd in de Instructie Werken onder Overdruk (IWOD), welke sinds 1 april 2019 van kracht is. De IWOD wordt vervangen door de Instructie Duikarbeid Defensie. In de Instructie Duikarbeid Defensie zijn wederom de normen voor de medische keten voor duikongevallen vastgelegd.

Ja

De Instructie Duikarbeid Defensie is op 1 januari 2023 door de Militaire Duikautoriteit vastgesteld. De gebruikershandleiding omtrent het opnemen en registreren van risicovolle duiken is hier op 30 juni 2023 aan toegevoegd.

 

IVD-rapport ‘Onderzoek naar risico’s bij de BSB opleiding VWI-A’, Kamerstuk 36 200 X, nr. 9 van 7 oktober 2022

  

27

Defensie gaat na bij welke opleidingen een RI&E nog ontbreekt en stelt een concreet plan op om die tekortkoming te herstellen. Daarbij wordt prioriteit gegeven aan opleidingen waar risico’s evident hoger zijn, zoals de VWI-A van de BSB.

Nee

Deze maatregel is nog in uitvoering. Zie punt 28.

28

Defensie zorgt voor voldoende personele ondersteuning voor het opstellen van opleidingen, processen, leertaken en RI&E’s, en maakt heldere beschrijvingen van instructies en procedures en stelt deze formeel vast.

Nee

De KMar is gevraagd met prioriteit te zorgen voor de vulling van de 14 veiligheidsfuncties en opleiding van deze functionarissen. Het is een uitdaging om goed opgeleide veiligheidskundige voor alle vacatures te vinden. Van de 14 functies zijn er nog 4 vacant. Nog niet alle functionarissen zijn volledig opgeleid. Daarmee is deze maatregel nog niet volledig uitgevoerd. Niet planbare werkzaamheden zorgen voor een verstoring van de reguliere werkzaamheden. Hierdoor wordt de opgebouwde achterstand niet weggewerkt.

 

IVD-rapport «Sterker reageren op zwakke signalen. Onderzoek naar de signaalfunctie van lichte voorvallen» , Kamerstuk 36 124, nr. 11 van 8 december 2022

  

29

Het TOS zal, naar aanleiding van het IVD rapport, in 2023 opnieuw een steekproef uitvoeren naar de meldingsbereidheid. Daarnaast laat ik onderzoeken of de meldingsbereidheid onderdeel kan worden van de structurele Medewerkers Tevredenheidsonderzoeken (MTO).

Ja

Het TOS heeft in juni 2023 een steekproef uitgevoerd naar de meldingsbereidheid van het defensiepersoneel. Daarnaast zal TOS jaarlijks structureel een steekproef naar de meldingsbereidheid uitvoeren.

30

Ik zal de defensieonderdelen, met oog op het IVD-rapport, vragen zich te buigen over de aanvullende mogelijkheden om de meldingsbereidheid en het veiligheidsbewustzijn te bevorderen.

Ja

Defensieonderdelen zijn begin 2023 gevraagd zich te buigen over de aanvullende mogelijkheden om de meldingsbereidheid en het veiligheidsbewustzijn te bevorderen.

 

IVD-voorvalonderzoek «Schietongeval Kamp Marmal, Afghanistan (16 januari 2021)» en IVD-voorvalonderzoek «Val van CV90-gevechtsvoertuig in Duitsland (5 september 2019)» Kamerstuk 36 124, nr. 36 van 5 oktober 2023.

  

31

De CDS heeft in september 2022 opdracht gegeven om over te gaan tot verwerving van «safety» mondingsstoppen. ​

Nee

Deze toezegging is in uitvoering. In verband met veiligheidseisen van de leveranciers van de wapensystemen is een verwerving- en aanbestedingsprocedure voor de mondingsstoppen gestart. De verwachting is dat in het derde kwartaal van 2024 de mondingsstoppen aan de Defensieonderdelen worden uitgeleverd.

32

Defensieonderdelen hebben reeds de opdracht gekregen om zich te buigen over aanvullende mogelijkheden om meldingsbereidheid en veiligheidsbewustzijn te bevorderen. ​

Ja

Defensieonderdelen zijn begin 2023 gevraagd zich te buigen over de aanvullende mogelijkheden om de meldingsbereidheid en het veiligheidsbewustzijn te bevorderen.

33

«Tone at the top» blijft van belang. De rol van het veiligheidscomité wordt aangescherpt, er komt meer expliciete aandacht voor defensiebrede communicatie over veiligheid en defensieonderdeel-overstijgende knelpunten.​

Nee

Deze toezegging is in uitvoering. Er wordt binnen het veiligheidscomité (thans Bestuursraad veiligheid) gereflecteerd op de rol en verantwoordelijkheid van het veiligheidscomité.

34

In lijn met de aanbevelingen van de IVD zal Defensie de e-learning actualiseren en herzien. Daarnaast zal in de opleiding ter voorbereiding op specifieke missies meer aandacht besteed worden aan het veiligheidsbewustzijn.​

Nee

De modules van de e-learning Militaire Basis Vorming (MBV) wordt in z’n geheel aangepast. De aanpassing van de module Veiligheid is gepland in de periode maart–mei 2024.

 

IVD-rapport «Beheersing van munitieveiligheidrisico’s», Kamerstuk 36 410 X, nr. 14 van 11 december 2023

  

35

In lijn met het IVD-rapport «Beheersing van munitieveiligheidsrisico’s» zal Defensie zowel binnen als tussen de defensieonderdelen de structurele uitwisseling van kennis over de beheersing van munitieveiligheidsrisico’s verbeteren. Hierbij is onder meer te denken aan het delen van best practices en lessons identified.

Nee

Deze toezegging is in uitvoering en wordt opgepakt in samenspraak met het Commando Materieel en IT en de Defensiestaf.

36

In lijn met het IVD-rapport «Beheersing van munitieveiligheidsrisico’s» zal Defensie vaststellen wat het niveau van competenties en ervaring moet zijn van personeel dat betrokken is bij de opslag, het transport en het gebruik van munitie om zowel bij oefeningen als inzet de munitieveiligheidsrisico’s te beheersen.

Nee

Deze toezegging is in uitvoering wordt opgepakt in samenspraak met het Commando Materieel en IT en de Defensiestaf.

 

IVD-rapport «Veiligheidsparadoxen», Kamerstuk 36 410 X, nr. 17 van 19 december 2023

  

37

De luchtmacht krijgt een platform om de andere defensieonderdelen te laten leren van de ervaringen van de luchtmacht en te bezien of de door haar genomen maatregelen ook bij andere defensieonderdelen navolging behoeven.

Ja

Op 26 januari 2024 is op initiatief van de luchtmacht in de Bestuursraad Veiligheid over het voorval met de vorkheftruck gesproken. Hiermee is de luchtmacht op het hoogste ambtelijke overlegniveau in de defensieorganisatie het platform geboden om haar ervaringen en daaruit getrokken lessen met de defensieonderdelen te delen.

Bijlage 9: Lijst met afkortingen

Tabel 58 Afkortingen

Afkorting

Omschrijving

AcICT

Adviescollege Informatie- en CommunicatieTechnologie

ADR

Auditdienst Rijk

AIVD

Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

AR

Algemene Rekenkamer

AV-Akkoord

Arbeidsvoorwaarden-akkoord

BBP

Bruto Binnenlands Product

BENELUX

België Nederland Luxemburg

BIV

Budget Internationale Veiligheid

BKI

BeleidsKader Inzetvoorraden

BRIK-II

Satelliet

BZ

Ministerie van Buitenlandse Zaken

BZK

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

C-130

Transportvliegtuig

CBRN

Chemische, Biologische, Radiologische en Nucleaire (CBRN) middelen

CDS

Commandant der Strijdkrachten

CEP

Centraal Economisch Plan

CIO

Chief information Officer

CLAS

Commando Landstrijdkrachten

CLSK

Commando Luchtstrijdkrachten

CMC

Chairman of the Military Committee

COA

Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers

COID

Centrale Organisatie Integriteit Defensie

COMMIT

Commando Materieel en IT

COTS/MOTS

Commercial/Military Off The Shelf

CZSK

Commando ZeeStrijdKrachten

DAOG

Directie Aansturen Operationele Gereedstelling

DBBB

Defensie Brand en Bedrijfsstoffen Bedrijf

DCHR

Dienstencentrum Human Resources

DGO

Defensie Geneeskundige Organisatie

DGV

Diensten Geestelijke Verzorging

D&I

Diversiteit & Inclusie

DMF

DefensieMaterieelbegrotingsFonds

DMP

Defensie Materieel Proces

DOSCO

Defensie OndersteuningsCommando

EDF

Europees Defensiefonds

EES

Europees In- en Uitreissysteem

eFP

Enhanced Forward Presence

EI2

European Intervention Initiative

EMASOH

European-led Maritime Awareness in the Strait of Hormuz

EODD

Explosieven Opruimingsdienst Defensie

EPF

European Peace Facility (Europese Vredesfaciliteit)

ETIAS

Europees Informatie- en Reisautorisatiesysteem

EU

Europese Unie

EULPC

European Union Liaison and Planning Cell

EUMAM

European Union Military Assistance Mission

EURODAC

Europese databank met vingerafdrukken van asielzoekers

EUTM

European Union Training Mission

EUVIS

Europees Visum Informatiesysteem

EZK

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

F-16

Jachtvliegtuig

F-35

Vijfde generatie jachtvliegtuig

FABK

Financiële Administratie en Beheer Kantoor

FBO

Fire Bucket Operations

FNIK

Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht

FO

Forensisch- en Opsporingsteam

GPOI

Global Peace Operations Initiative

GrIT

Grensverleggende Informatie Technologie

HNS

Host Nation Support

HR

Human Resources

ICC

International Criminal Court

ICT

Informatie- en CommunicatieTechnologie

IDCC

International Donor Coordination Centre

IFU

International Fund for Ukraine

IenW

Infrastructuur en Waterstaat

IGO

Informatie Gestuurd Optreden

ISB

Incidentele Suppletoire Begroting

IT

Informatietechnologie (incl communicatie)

IVD

Inspectie Veiligheid Defensie

JEF

Joint Expeditionary Force

JenV

Ministerie van Justitie en Veiligheid

JIVC

Joint Informatievoorzieningscommando

KMar

Koninklijke Marechaussee

KPI

Key Performance Indicator

LCF

Luchtverdedigings- en Commando Fregat

LZV

Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen

MARIN

Maritime Research Institute Netherlands

MatLogCo

Materieellogistiek Commando

MGZ

Militaire Gezondheidszorg

MINUSMA

United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission

MIVD

Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

MMD

Monitor Munitiedomein

MPZ

Militaire Politiezorg

MSIAC

Munitions Safety Information Analysis Centre

NIGS

Nadere Inventarisatie Gevaarlijkse Stoffen

N.V.

Naamloze Vennootschap

NATO

North Atlantic Treaty Organization

NAVO

Noord Atlantische VerdragsOrganisatie

NH-90

Helikopter

NLDA

Nederlandse Defensie Academie

NLR

Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum

NLVi

Stichting Nederlands Veteraneninstituut

OM

Openbaar Ministerie

OPCO

Operationeel Commando

OPV

Oceangoing Patrol Vessel

OvV

Onderzoeksraad voor Veiligheid

PAWA

Partnership for Actions in Western Africa

PESCO

Permanent Structured Cooperation

QRA

Quick Reaction Alert

RBV

Rijksbegrotingsvoorschriften

RGP

Regeling Grote Projecten

RVB

Rijksvastgoedbedrijf

RVS

Regeling Volledige Schadevergoeding

RWT

Rechtspersonen met een Wettelijke Taak

SAC

Strategic Airlift Capability

SACEUR

Supreme Allied Commander Europe

SBK

Sociaal Beleidskader

SEA

Strategische Evaluatie Agenda

SIS

Schengen Informatiesysteem

SKD

Stichting Koninklijke Defensiemusea

SNMG1

Standing NATO Maritime Group One

SVi

Stichting Veteraneninstituut

SVP

Strategisch Vastgoedplan

SWOON

Stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek NLDA

SZVK

Stichting Ziektekosten Verzekering Krijgsmacht

TA

Technical Agreement

TAKUBA

Taakgroep van de multinationale Combined Joint Special Operations Task Force (CJSOTF)

TNO

Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek

UDCG

Ukraine Defence Contact Group

UNDOF

United Nations Disengagement Observer Force

UNIFIL

United Nations Interim Force in Lebanon

UNTSO

United Nations Truce Supervision Organisation

USSC

United States Security Coordinator

VJTF(A)

Very High Readiness Joint Task Force (Air)

VJTF(M)

Very High Readiness Joint Task Force (Maritime)

VN

Verenigde Naties

VP

Vereniging Veteranen Platform

VPD

Vessel Protection Detachment

vte

Voltijdsequivalent

Wiv

Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

Woo

Wet Openbare Overheid

ZBO

Zelfstandige Bestuursorganen

Zr. Ms.

Zijner Majesteits


X Noot
1

Kamerstuk 2023D04645, Kamerstuk 2023D15753, Kamerstuk 2023D21946, Kamerstuk 2023D30759, Kamerstuk 2023D34900, Kamerstuk 2023D41789, Kamerstuk 2023D49397.

X Noot
2

De bijbehorende vordering van € 242 miljoen is opgenomen in de Saldibalans.

X Noot
3

Voor het invaren van de militaire pensioenen in het nieuwe pensioenstelsel is in de Voorjaarsnota een reservering opgenomen van 8,5 miljard euro in 2026.

Naar boven