31 516 Beleidsdoorlichting Defensie

Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2023

In het kader van de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) (Stcrt. 2018, nr. 16632) van het Ministerie van Financiën wordt het beleid dat onder de beleidsartikelen van de begroting valt periodiek geëvalueerd. In de memorie van toelichting van de Defensiebegroting 2019 is aan uw Kamer toegezegd dat Defensie in 2023 een beleidsdoorlichting van artikel 3 Koninklijke Landmacht uitvoert (Kamerstuk 35 000 X, nr. 2). Als onderwerp wordt hierbij genoemd «Nederlands – Duitse Samenwerkingsverbanden». In 2022 is besloten om binnen dit artikel naar «Project Taurus» te kijken, dat de integratie tussen Duitse en Nederlandse militairen in de Duitse 1. Panzerdivision betreft. Zoals toegezegd in mijn brief van 23 februari 2023 (Kamerstuk 33 279, nr. 37) worden de uitkomsten van deze beleidsdoorlichting in 2024 aan uw Kamer aangeboden. Conform de motie van het lid Harbers c.s. (Kamerstuk 34 000, nr. 36) informeer ik uw Kamer hierbij over de opzet en vraagstelling van deze beleidsdoorlichting. Tevens ga ik in op de gewijzigde planning.

Essentie van het beleid

Op 28 mei 2013 tekenden de Ministers van Defensie van Nederland en Duitsland een Declaration of Intent met betrekking tot de militaire samenwerking tussen Nederland en Duitsland waardoor de inzetbaarheid van de Nederlandse Landmacht en (het Duitse) HEER zou worden versterkt. Drie jaar later volgde in februari 2016 de ondertekening van een implementing arrangement waarmee de Nederlandse 43e Gemechaniseerde Brigade onderdeel werd van de Duitse 1. Panzerdivision en waarmee het Duitse Panzerbataillon 414 een volledig geïntegreerd Duits-Nederlands tankbataljon onder de 43e Gemechaniseerde Brigade is geworden. De integratie van de 43e Gemechaniseerde Brigade in de 1. Panzerdivision heeft Nederland en Duitsland dankzij het «project Taurus» voorzien van een flexibele Pantserdivisie die voor het hele spectrum van gemechaniseerde operaties inzetbaar is. Dit vergroot voor beide partijen de capaciteit om in een multinationale omgeving op verschillende niveaus (van tactisch tot operationeel) te opereren.

Beleidsdoorlichting

Tijdens de beleidsdoorlichting wordt de doeltreffendheid en doelmatigheid van het in 2013–2022 gevoerde beleid ten aanzien van Project Taurus onderzocht. Tijdens het onderzoek zullen de financiële kaders nader uitgezocht worden om zo de financiële grondslag te kunnen formuleren. Omdat Project Taurus over meerdere beleidsartikelen reikt, is het op dit moment nog niet mogelijk hier meer inzicht in te kunnen geven.

Opzet van het onderzoek

In de eerste plaats is het doel van de beleidsdoorlichting om te leren van het Nederlands-Duitse samenwerkingsverband project Taurus. Lessons identified en lessons learned die uit het onderzoek naar voren komen worden omgezet naar aanbevelingen die waardevol kunnen zijn voor andere Nederlandse binationale en multinationale militaire samenwerkingsverbanden. De beleidsdoorlichting beperkt zich voor het onderzoek tot het Nederlandse deel van de samenwerking met Duitsland. Het Duitse aandeel zal hierbij wel als factor worden meegenomen. Verder wordt onderzocht of er sprake is van doelmatigheid: value for money.

In de beleidsdoorlichting zal worden onderzocht welke factoren van invloed waren op de doelmatigheid en doeltreffendheid van Taurus.

Verder moet de beleidsdoorlichting leiden tot een uitspraak/conclusie over wat het samenwerkingsproject Taurus (heeft) bereikt op onder meer de gevechtskracht, wendbaarheid, inzetbaarheid en gereedheid van de Nederlandse krijgsmacht. Simpeler gesteld: wat is het «militair effect1» van Taurus?

Ter ondersteuning van het onderzoek is een hoofdvraag met 10 deelvragen opgesteld. De hoofdvraag is:

«Welke factoren zijn van invloed geweest op de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid ten aanzien van project Taurus en in welke mate heeft Taurus de kwaliteit van het militair effect beïnvloed?»

Een beleidsdoorlichting wordt in beginsel uitgevoerd op basis van beschikbare documentatie (synthesestudie). In aanvulling hierop worden militaire eenheden bezocht en experts binnen (en buiten) het Ministerie van Defensie gevraagd hun visie te geven door middel van interviews. Het Duitse Ministerie van Defensie is op de hoogte gesteld van het onderzoek en zal, waar relevant, ook betrokken worden in de genoemde interviews.

Uitvoering van het onderzoek

De beleidsdoorlichting wordt uitgevoerd door twee projectleiders van mijn ministerie. Zij maken voor het onderzoek gebruik van diverse experts van mijn ministerie en daarbuiten.

Voor het bewaken van de onafhankelijkheid en kwaliteit van het evaluatieonderzoek, is een begeleidingscommissie samengesteld. In RPE-artikel 4 lid 6 staat dat ten minste één methodologische en/of beleidsinhoudelijk onafhankelijk deskundige wordt betrokken. In de begeleidingscommissie zitten naast vertegenwoordigers van het Ministerie van Defensie en – Financiën daarom ook twee externe onafhankelijke deskundigen die niet betrokken zijn of zijn geweest bij het opstellen van het beleid omtrent Nederlands-Duitse militaire samenwerkingsverbanden.

De resultaten van de beleidsdoorlichting worden – als gevolg van de benodigde afstemming in de voorbereidingsfase – in de tweede helft van 2024 aan uw Kamer aangeboden, en niet in de eerste helft van 2024 zoals eerder gecommuniceerd (Kamerstuk 33 279, nr. 37).

De Minister van Defensie, K.H. Ollongren


X Noot
1

Met «het militair effect» wordt het resultaat (outcome) bedoeld dat voortkomt uit een militair vermogen. Naar analogie van financiële markten is het «militair effect» vergelijkbaar met de opbrengsten/rendement dat voortkomt uit financieel vermogen.

Naar boven