31 516 Beleidsdoorlichting Defensie

Nr. 27 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 mei 2019

Hierbij ontvangt u de «Beleidsdoorlichting omvorming 13e Gemechaniseerde Brigade tot een lichtere gemotoriseerde brigade»1. In de beleidsdoorlichting is onderzocht of het beleid uit 2013, om de 13e Gemechaniseerde Brigade om te vormen tot een lichtere gemotoriseerde brigade, doeltreffend en doelmatig is geweest. Over de vraagstelling en de opzet van de beleidsdoorlichting bent u eerder geïnformeerd in de brief van 13 september 2018 (Kamerstuk 31 516, nr. 24).

De beleidsdoorlichting concludeert dat de beleidskeuze om de 13e Brigade om te vormen van een gemechaniseerde naar een gemotoriseerde brigade goed verklaarbaar is binnen de tijdsgeest van 2013. De omvorming kende een financiële en een operationele doelstelling. De financiële doelstelling betrof een besparing van € 25 miljoen structureel, later bijgesteld naar een taakstellende besparing van € 17,7 miljoen. De uitvoering van de omvorming heeft geleid tot het nagenoeg geheel behalen van de financiële doelstelling. De operationele doelstelling betrof het creëren van een unieke gemotoriseerde capaciteit die in alle hoofdtaken2 een bijdrage kan leveren. Deze operationele doelstelling is deels behaald. Uit de beleidsdoorlichting blijkt namelijk dat bij het realiseren van de operationele doelstelling belangrijke kwantitatieve en kwalitatieve beperkingen bestaan, met name op het gebied van vuurkracht. De beleidsdoorlichting constateert verder een verslechterde veiligheidsomgeving, die aanleiding geeft om aan deze beperkingen te werken.

De beperkingen zijn niet onoplosbaar en een gemotoriseerde capaciteit heeft ook voordelen zoals een hoge mobiliteit. Het verhelpen van de genoemde beperkingen maakt de gemotoriseerde capaciteit waardevoller binnen de capaciteiten van Defensie, en biedt de 13e Brigade een goede basis voor doorontwikkeling.

De verslechterde veiligheidsomgeving heb ik ook beschreven in de Defensienota 2018 (Kamerstuk 34 919, nr. 1). Hierbij valt onder andere te denken aan de assertievere houding van Rusland, de verspreiding van wapens en technologie en aanhoudende instabiliteit rond Europa. Ook de NAVO benadrukt dat, gelet op de veiligheidsomgeving, meer robuuste en snel inzetbare eenheden nodig zijn. We moeten als NAVO, langer, sneller en krachtiger kunnen optreden.

Het oordeel in deze beleidsdoorlichting is voor een belangrijk deel gebaseerd op de door de Auditdienst Rijk (ADR) uitgevoerde deelstudie die als bijlage bij het eindrapport is gevoegd. Een klein deel hiervan, de informatie over de verkoopopbrengsten, ontvangt u als vertrouwelijke bijlage3. De ADR en het Ministerie van Financiën zijn betrokken bij het opstellen van de gehele beleidsdoorlichting. De beleidsdoorlichting is begeleid door de onafhankelijke deskundige prof. dr. E.H. Klijn van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zijn eindoordeel is eveneens als bijlage bij de beleidsdoorlichting gevoegd4. Ik ben de ADR, het Ministerie van Financiën en de heer Klijn erkentelijk voor hun inbreng.

De aanbevelingen van de beleidsdoorlichting worden overgenomen. De nog lopende maatregelen van de omvorming worden voltooid en daarmee komt de omvorming tot een eind. Tevens betrekken we de aanbevelingen vanuit de beleidsdoorlichting om de doeltreffendheid van deze brigade te verbeteren bij de stappen die we willen zetten in de lange lijnen naar de toekomst. Ook werken we verder aan de evalueerbaarheid van beleid en wordt bij toekomstige besluiten over transformatie van eenheden en verwerving en/of afstoting van wapensystemen nadrukkelijk rekening gehouden met de fundamentele onzekerheden in de veiligheidssituatie.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Defensie heeft de volgende drie hoofdtaken:

  • 1) Bescherming van het eigen en bondgenootschappelijke grondgebied, inclusief het Caribisch deel van het Koninkrijk.

  • 2) Bescherming en bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit.

  • 3) Ondersteuning van civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp, zowel nationaal als internationaal.

X Noot
3

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven