27 830 Materieelprojecten

Nr. 393 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 april 2023

Inleiding

Nederland is afhankelijk van de handel over zee. Met de verslechtering van de internationale veiligheidssituatie groeit de noodzaak om wereldwijd onze belangen op zee te beschermen, onder andere tegen de dreiging van onderzeeboten. De Koninklijke Marine beschikt over twee Multipurpose-fregatten (M-fregatten) die zijn gespecialiseerd in onderzeebootbestrijding. De M-fregatten zijn in dienst gekomen tussen 1991 en 1995 met een verwachte levensduur van 25 jaar. Weliswaar zijn de schepen nog steeds geschikt voor inzet, maar zij hebben het oorspronkelijk voorziene einde van hun levensduur al bereikt.

Samen met België, dat ook beschikt over twee M-fregatten, vervangt Defensie de M-fregatten door Anti Submarine Warfare (ASW-) fregatten. Het ASW-fregat wordt een robuust en toekomstbestendig fregat dat naast het bestrijden van onderzeeboten ook kan optreden tegen oppervlaktedoelen op zee en op het land. Daarnaast kan het fregat ook andere maritieme taken uitvoeren, bijvoorbeeld in het Caribisch gebied.

Met deze D-brief informeer ik u over de verwervingsvoorbereidingsfase van het project «Vervanging M-fregatten (ASWF)».1 De Nederlandse industrie speelt een grote rol bij de bouw en kan straks ook een rol spelen bij het onderhoud van de schepen. De twee belangrijkste fabrikanten van het ASW-fregat zijn scheepsbouwer Damen en Thales Nederland. Defensie heeft een onderhandelingsresultaat bereikt met Damen en tevens met Thales Nederland over het radar- en vuurleidingssyteem. De onderhandelingsresutaten met deze leveranciers bieden voldoende basis om uw Kamer te kunnen informeren met deze D-brief.

Achtergrond

Fregatten vormen de ruggengraat van de oppervlaktevloot van de Koninklijke Marine. Zij zorgen voor veiligheid op zee en voor de maritieme verdediging van Nederland en zijn bondgenoten, inclusief het Caribische deel van het Koninkrijk. Naast de M-fregatten beschikt de Koninklijke Marine over vier Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LC-fregatten) die zijn gespecialiseerd in luchtverdediging op de lange afstand.

In de jaren negentig van de vorige eeuw heeft Defensie acht M-fregatten in dienst genomen. Zes daarvan zijn in de loop der tijd verkocht, waarvan in 2005 twee aan België. De Koninklijke Marine voert sindsdien voor België het onderhoud uit aan deze fregatten. Beide landen willen deze samenwerking voortzetten als onderdeel van de bredere Belgisch-Nederlandse samenwerking op marinegebied (BENESAM).

Kenmerken

Het ontwerpproces is een intensieve samenwerking geweest van Defensie, de kennisinstituten en de industrie. De B-brief van juni 2020 beschrijft het verloop van het ontwerpproces tot op dat moment. Midden 2020 was een scheepsontwerp bepaald met een waterverplaatsing van bijna 5.500 ton, tegen ongeveer 3.300 ton van de huidige M-fregatten. Na de B-fase is het scheepsontwerp verder uitgewerkt. Gaandeweg bleek dat een verdere aanpassing nodig was om te kunnen voldoen aan de eisen voor onder andere onderwatergeluid en schokbestendigheid. Het ontwerp moest daarvoor groter worden. Het definitieve ontwerp heeft een waterverplaatsing van ongeveer 6.400 ton.

Taken – Het ASW-fregat kan zowel zelfstandig optreden als geïntegreerd in een (internationale) taakgroep van marineschepen. De belangrijkste taak van het ASW-fregat is de bestrijding van onderzeeboten op afstand. De NH-90 boordhelikopter speelt daarbij een grote rol. Het ASW-fregat kan met behulp van de helikopter een onderzeeboot op grote afstand waarnemen, maar omgekeerd is het fregat voor een onderzeeboot lastig op te merken omdat het fregat bijzonder stil is, veel stiller dan andere marineschepen. Het fregat probeert samen met de helikopter om de onderzeeboot uit te schakelen of te verdrijven voordat deze een torpedo kan lanceren.

Naast onderzeebootbestrijding kan het fregat wereldwijd ook andere maritieme gevechtsoperaties uitvoeren zoals de bestrijding van oppervlaktedoelen op zee of op het land, of de beveiliging van kwetsbare eenheden zoals amfibische schepen, bevoorradingsschepen of mijnenbestrijdingsvaartuigen. Daarbij beschikt het fregat over escalatiedominantie, wat wil zeggen dat het in een gevecht als winnaar uit de strijd kan komen. Ook maritieme veiligheidsoperaties zoals terrorismebestrijding, drugsbestrijding of het optreden tegen piraterij behoren tot de capaciteiten. Verder is het fregat geschikt voor kustwachttaken en maritieme assistentie zoals noodhulp of evacuaties, of voor een diplomatieke of economische missie door middel van vlagvertoon.

Bewapening en sensoren – Voor het opsporen en bestrijden van onderzeeboten beschikt het ASW-fregat over een nieuw geïntegreerd systeem: de Under Water Warfare Suite (UWWS). TNO en Defensie hebben intensief samengewerkt bij de ontwikkeling daarvan. Met dit systeem krijgt de bemanning tijdig inzicht in de onderzeebootdreiging en kan het die beter bestrijden. De UWWS integreert de torpedolanceerinstallatie met de data van verschillende sonarsystemen. Het betreft de sonar onder de romp, een andere sonar bedoeld voor het waarschuwen tegen mijnen en obstakels, en een gesleepte sonar. Het belangrijkste wapensysteem tegen onderzeeboten is de Mk54 torpedo die over enkele jaren beschikbaar komt.2 Zowel het fregat als de NH-90 kan deze torpedo lanceren.

Voor de verdediging tegen vijandelijke torpedo’s heeft het fregat een softkill systeem dat de torpedo’s misleidt. Voor de fysieke uitschakeling van vijandelijke torpedo’s wordt gewerkt aan een anti-torpedo torpedo. Dit systeem is echter nog in ontwikkeling.

Ten behoeve van de bestrijding van oppervlaktedoelen op zee en op het land beschikt het ASW-fregat over een 76mm kanon. Voor oppervlaktedoelen is het fregat bovendien uitgerust met de Noorse Naval Strike Missile (NSM), de opvolger van de Harpoon-antischipraket.3 Voor de zelfverdediging tegen kleine oppervlaktedoelen krijgt het fregat twee kleinere kanons en op afstand bedienbare mitrailleurs.

Lucht- en oppervlaktedoelen kan het ASW-fregat opsporen en bestrijden met behulp van het Above Water Warfare System (AWWS) van Thales Nederland. Dit geïntegreerde radar- en vuurleidingssysteem brengt de informatie van meerdere sensoren, waaronder radars bij elkaar. Daarmee helpt het de bemanning bij het nemen van beslissingen over de inzet van de bewapening. Een menselijke beslissing blijft nodig bij de inzet van offensieve bewapening. Voor defensieve bewapening is vergaande automatisering noodzakelijk omdat de reactietijd bij een aanval zeer kort kan zijn.

Het 76mm kanon heeft naast de bestrijding van oppervlaktedoelen een taak bij de verdediging tegen luchtdoelen op de korte afstand. Het kanon kan tegen luchtdoelen conventionele granaten inzetten. Bovendien kan dit kanon met behulp van de Pharos-doelgeleidingsradar, die beschikbaar komt na de oplevering van de ASW-fregatten, radargeleide DART-granaten tegen luchtdoelen afvuren. Naast het kanon beschikt het fregat voor de luchtverdediging op de korte afstand over RAM-luchtdoelraketten (Rolling Airframe Missile). De huidige M-fregatten beschikken voor deze taak over het Goalkeeper-snelvuurkanon dat wordt uitgefaseerd.4

Voor de luchtverdediging op de middellange afstand beschikt het ASW-fregat over de ESSM Block 2 raket waarmee ook twee Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LC-fregatten) worden uitgerust.5 Het ASW-fregat kan hiermee ook schepen in de onmiddellijke nabijheid beschermen. De ESSM Block 2 biedt onder andere bescherming tegen de dreiging van moderne antischipraketten. De luchtverdediging op de lange afstand is een taak van de LC-fregatten.

Voorzieningen – Flexibiliteit is een belangrijke eigenschap van het ASW-fregat. Afhankelijk van de opdracht kan het fregat de benodigde uitrusting aan boord nemen. Naast onderzeebootbestrijding kan het bijvoorbeeld gaan om piraterijbestrijding, de naleving van een embargo of hulp bij rampenbestrijding. Het schip biedt ruimte aan vijf containers met goederen voor de geplande missie. Daarnaast heeft het fregat ruimte voor kleine onbemande vaartuigen of vliegtuigen, of een interventievaartuig zoals de FRISC.

Bemanning – Het ASW-fregat heeft een basisbemanning van 117 personen tegen 153 personen bij een M-fregat. Daarnaast is er ruimte voor 35 personen die meevaren voor een specifieke missie, zoals de inzet van de NH-90 of de inzet voor bijvoorbeeld antipiraterij. De vermindering van de basisbemanning is mogelijk gemaakt door automatisering. Maximaal vier personen slapen in een hut, tegen negen personen in het huidige M-fregat.

Duurzaamheid – Om het brandstofverbruik zoveel mogelijk te verlagen krijgt het ASW-fregat een voortstuwing met diesel- en elektromotoren zonder gasturbines. De dieselmotoren voldoen aan de laatste emissie-eisen. Met deze motoren kan Defensie op de langere termijn mogelijk duurzaam geproduceerde brandstoffen gaan gebruiken. Het brandstofverbruik afgezet tegen het tonnage waterverplaatsing is gunstiger bij het ASW-fregat dan bij het M-fregat. Aangezien de waterverplaatsing van het ASW-fregat echter bijna twee keer zo groot is, ligt het brandstofverbruik in absolute zin hoger.

Groeipotentieel en innovatie

De ASW-fregatten zijn voorbereid op toekomstige ontwikkelingen zoals de High Energy Lasers. Op dit moment is nog niet duidelijk wanneer deze wapens beschikbaar komen. Het lanceersysteem voor de ESSM-luchtdoelraketten kan geschikt worden gemaakt om in de toekomst ook andere raketten te lanceren, als Defensie daarvoor zou kiezen.

Innovatie heeft bij het ontwerp een belangrijke rol gespeeld. Defensie, kennisinstituten en de industrie hebben daarbij intensief samengewerkt. Veel aandacht is besteed aan het zo stil mogelijk laten varen van de fregatten en aan de schokbestendigheid. Voor de masten en de bovenbouw van het schip worden composietmaterialen toegepast die wel sterk zijn maar lichter in gewicht. Voor het ontwerp van de commandobrug zijn ergonomische studies gebruikt. Automatisering speelt een grote rol en met de commandovoeringssystemen, waaronder het AWWS (bovenwater) en het UWWS (onderwater), loopt Defensie internationaal voorop.

Internationale samenwerking

België en Nederland werken al decennia intensief samen op marinegebied in BENESAM (Belgisch-Nederlandse Samenwerking). Daarmee lopen onze landen voorop in Europa. Deze samenwerking voorziet in gezamenlijke en geïntegreerde staven, opleidingen, trainingen en operaties, en taakspecialisatie in onderhoud en logistiek en is daarmee toonaangevend in Europa. Daarbij onderhoudt België de mijnenbestrijdingsvaartuigen van beide landen en doet Nederland dat bij de M-fregatten.

In 2018 hebben beide landen afgesproken om onder Belgische leiding de mijnenbestrijdingsvaartuigen te vervangen en onder Nederlandse leiding de M-fregatten. In 2019 heeft België na een Europese aanbesteding het contract voor in totaal twaalf mijnenbestrijdingsvaartuigen, zes per land, gegund aan het Franse Naval Group.6 Op 29 maart jl. is het eerste Belgische vaartuig in Frankrijk tewatergelaten en naar verwachting neemt België dit vaartuig eind 2024 in gebruik. In juni 2022 is de kiel gelegd van het eerste Nederlandse schip, de toekomstige Zr.Ms. Vlaardingen. Naar verwachting ontvangt de Koninklijke Marine dit schip in 2025.

Nederland sluit de contracten voor vier ASW-fregatten, waarvan twee voor rekening van België. De verwerving van de ASW-fregatten is het resultaat van een intensieve Belgisch-Nederlandse samenwerking in een binationaal projectbureau dat wordt aangestuurd door een binationaal Joint Steering Committee. Het vaststellen van de eisen en het ontwerp is door de twee landen samen gedaan. Het binationale Memorandum of Understanding uit 2018 over de fregattenvervanging zal aan de ontwikkelingen van de D-fase worden aangepast.7

De verwerving van de ASW-fregatten is duurder uitgevallen, terwijl het door België geleide project van de mijnenbestrijdingsvaartuigen vrijwel binnen het oorspronkelijke budget is gebleven. Tegen de achtergrond van de grote rol van de Nederlandse industrie bij de ASW-fregatten zijn België en Nederland overeengekomen dat Nederland voor een bedrag van € 355 miljoen (prijspeil 2022) aan goederen en diensten zal besteden bij de Belgische industrie. Beide landen hebben de intentie om de duurzame industriële samenwerkingsverbanden tussen Nederland en België te versterken. Daarbij wordt onder andere gekeken naar de productie van munitie. Dit sluit aan bij de motie van het lid Dassen c.s. die de regering verzoekt in overleg met Duitsland en België te onderzoeken hoe de gezamenlijke productiecapaciteit voor kapitale munitie kan worden vergroot.8

Behalve met België zijn er ook met Duitsland samenwerkingsmogelijkheden. De Duitse F126-fregatten die door Damen worden gebouwd, beschikken net als de Nederlandse ASW-fregatten over het AWWS-systeem van Thales Nederland. Samenwerking op dit gebied ligt voor de hand.

Verwerving

Verwervingsstrategie – Voor het ASW-fregat sluit Defensie een reeks van ongeveer 40 contracten. De twee grootste contracten betreffen de bouw van het schip («platform») door Damen en het radar- en vuurleidingssysteem AWWS door Thales Nederland. Zoals aangekondigd in de A-brief van 3 mei 2018 heeft Defensie voor deze contracten een beroep gedaan op artikel 346 VWEU (Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie). Een beroep op dit artikel stelt Nederland in staat om ten behoeve van het nationale veiligheidsbelang bij overheidsaankopen af te zien van een Europese aanbesteding. Defensie heeft zonder concurrentiestelling offertes aangevraagd bij Damen en Thales Nederland. De Auditdienst Rijk (ADR) heeft bij Damen en Thales Nederland de prijsstelling van de offertes onderzocht, zoals gebruikelijk bij aanbestedingen zonder concurrentiestelling.

Voor de overige contracten is per contract een verwervingsstrategie vastgesteld. Soms was dat een beroep op artikel 346 VWEU, maar voor andere projecten zijn de Aanbestedingswet Defensie en Veiligheid of de Aanbestedingswet 2012 van toepassing. Voor sommige Amerikaanse componenten wordt de Foreign Military Sales (FMS) regeling gebruikt.

Deelcontracten – Naast het scheepsplatform van Damen en het AWWS-systeem van Thales Nederland werkt Defensie aan een reeks van ongeveer 40 contracten over subsystemen die Defensie aanlevert aan de bouwer (Government Furnished Equipment, GFE). Dit betreft bijvoorbeeld het 76mm kanon en andere wapensystemen voor de bestrijding van oppervlaktedoelen en luchtdoelen, sonarapparatuur, communicatieapparatuur, en apparatuur voor elektronische oorlogvoering. Over enkele van deze contracten bestaat inmiddels ook overeenstemming.

Op grond van de bereikte onderhandelingsresultaten en de ontvangen offertes is duidelijk dat het budget toereikend is. Naar verwachting zal Defensie de contracten nog dit jaar of in 2024 kunnen sluiten. Hiermee is rekening gehouden in de planning. Defensie is voornemens de contractuele verplichtingen van de twee grootste contracten met Damen en Thales Nederland, alsmede enkele andere contracten, in juni aanstaande aan te gaan.

Nederlandse industrie en kennisinstellingen – Met het betrekken van Damen en Thales Nederland heeft Defensie uitvoering gegeven aan de beleidsprioriteiten van de Defensie Industrie Strategie9 ten aanzien van de zelfscheppende marinebouw en de radar- en sensorindustrie. Verder spelen ook de kennisinstellingen TNO en MARIN een belangrijke rol bij dit project. Als de fregatten in gebruik zijn genomen, is voor het bedrijfsleven een rol voorzien bij het onderhoud, net als dat nu al het geval is bij de huidige fregatten. Defensie treft voorbereidingen om pakketten onderhoudswerk systematisch te kunnen uitbesteden.

Planning

De projectplanning is gewijzigd ten opzichte van de B-brief van juni 2020. Voorzien is nu dat de fysieke bouw van de schepen in 2025 begint. De casco’s van de schepen worden gebouwd in Roemenië, zoals dat bijvoorbeeld nu ook gebeurt bij het Combat Support Ship.10 Vervolgens worden de schepen in Nederland afgebouwd. Als gevolg van onder andere de complexiteit van het ontwerp en extra ontwerpactiviteiten die nodig waren om te voldoen aan de eisen heeft de D-fase langer geduurd dan verwacht.

Nederland en België hebben afgesproken dat Nederland het eerste en derde ASW-fregat krijgt en België het tweede en vierde. Aanvankelijk zou Nederland de eerste twee fregatten krijgen en België het derde en vierde schip. Voor beide marines is het gunstiger voor de bedrijfsvoering als de twee nieuwe schepen niet vlak na elkaar instromen. Nederland ontvangt het eerste ASW-fregat in 2028 en dit schip komt in 2029 in dienst. Voor het tweede Nederlandse fregat – het derde in de productiereeks – is dat in respectievelijk 2030 en 2031. De huidige twee M-fregatten worden uit dienst gesteld in 2026 en 2030. Met dit tijdschema van invoering en uitdienststelling is het voor de Koninklijke Marine mogelijk om gedurende de overgangsperiode steeds minimaal een M-fregat dan wel een ASW-fregat operationeel inzetbaar te hebben. Daarmee blijft ook de kennis van onderzeebootbestrijding in stand.

Twee deelcomponenten zijn naar verwachting bij de oplevering van de fregatten nog niet beschikbaar. Dat betreft in de eerste plaats de eerdergenoemde Pharos-radar van Thales Nederland, die nodig is voor de DART-granaten voor het 76mm kanon. Omdat het fregat beschikt over de RAM-raketten en conventionele 76mm granaten, bestaat wel een verdedigingscapaciteit tegen luchtdoelen op korte afstand. Bij de bouw van de fregatten treft Defensie voorbereidingen om de Pharos-radar, zodra die beschikbaar is, spoedig op de Belgische en Nederlandse schepen te installeren.

Het tweede subsysteem dat waarschijnlijk later beschikbaar is, betreft de verdediging tegen vijandelijke torpedo’s door een anti-torpedo torpedo, ook wel «Hardkill Torpedo Defensiesysteem» genoemd. Dit systeem is nog in ontwikkeling. De verwerving van de anti-torpedo torpedo maakte aanvankelijk deel uit van het ASW-fregattenproject. Inmiddels is het een apart project omdat Defensie op termijn de anti-torpedo torpedo ook in andere marineschepen wil inbouwen. Het is nog onzeker wanneer het systeem beschikbaar is.

Gerelateerde projecten

De verwerving van de ASW-fregatten heeft een relatie met meerdere lopende investeringsprojecten.

  • Het project «Vervanging Close-in Weapon System» betreft de aanschaf van systemen voor de luchtverdediging op de korte afstand voor meerdere marineschepen. Het gaat om het 76mm kanon en de DART-granaten van het Italiaanse Leonardo, de Pharos-radar van Thales Nederland en de RAM-raketten van RAMSys. Al deze systemen komen ook op de ASW-fregatten. De systemen voor de ASW-fregatten worden betaald uit het ASW-investeringsbudget.

  • Het project «Vervanging Surface-to-surface missile» betreft de vervanging van de Harpoon-antischipraketten door NSM-raketten. De operationele inzetvoorraad antischipraketten wordt betaald uit het investeringsbudget «Vervanging Surface-to-surface missile». Ook de LC-fregatten krijgen de NSM-raketten.

  • Het project «ESSM Block 2: Verwerving en integratie» betreft de aanschaf van deze luchtdoelraketten voor de middellange afstand, en de integratie daarvan op twee LC-fregatten. De integratie op de ASW-fregatten is meegenomen in de ontwikkeling van het radar- en vuurleidingssysteem AWWS. De operationele inzetvoorraad luchtdoelraketten voor de ASW-fregatten wordt betaald uit het investeringsbudget van «ESSM Block 2: Verwerving en integratie».

  • De projecten «Verwerving softkill Torpedo Defensiesysteem» over systemen om een vijandelijke torpedo te misleiden en «Verwerving anti-torpedo torpedo» om een vijandelijke torpedo uit te schakelen, hebben betrekking op meerdere marineschepen. De systemen voor de ASW-fregatten worden grotendeels betaald uit deze aparte projectbudgetten.

  • Het project «Vervanging Mk 46 Lightweight torpedo» betreft de aanschaf van de Mk54 torpedo ter vervanging van de Mk46. De torpedo’s voor de ASW-fregatten en de NH-90 helikopter komen uit de algemene munitievoorraad. Deze worden niet betaald uit het ASW-investeringsbudget.

Risico’s

Defensie heeft een risicoanalyse uitgevoerd en maatregelen genomen om de risico’s te verminderen. De volgende vier grootste risico’s zijn nog van belang.

  • Het risico dat producten, diensten of informatie van deelprojecten of gerelateerde projecten later worden geleverd dan gepland. Defensie houdt de planning van deze leveringen nauwgezet in de gaten om de gevolgen te beperken.

  • Het risico dat de geplande verkleining van de bemanning van 153 naar 117 bemanningsleden niet wordt gehaald omdat technische oplossingen en automatisering onvoldoende personeelsbesparingen opleveren. Defensie zal in dat geval bekijken hoe de verkleining van de bemanning alsnog kan worden gehaald, bijvoorbeeld door meer ondersteuning vanaf de wal.

  • Het risico dat de integratie van de sensor-, wapen- en communicatiesystemen langer duurt dan gepland. Defensie bewaakt de voortgang daarvan nauwgezet en huurt indien nodig extra capaciteit in.

  • Het risico van kwetsbaarheid voor cyberaanvallen. Bescherming tegen cyber is nu al voorzien. Defensie houdt de dreiging van cyber in de gaten en intensiveert deze beschermingsmaatregen indien nodig.

De risicoreservering is naar verwachting voldoende van omvang om deze en de overige geïdentificeerde risico’s op te vangen.

Financiële aspecten

Het budget van het project «Vervanging M-fregatten (ASWF)» bedraagt € 1.882,9 miljoen, inclusief risicoreservering. Dit budget komt ten laste van het investeringsbudget van Defensie. Naar verwachting zullen de exploitatiekosten van de ASW-fregatten niet stijgen ten opzichte van de exploitatiekosten van de huidige M-fregatten.

Projectbudget «Vervanging M-fregatten (ASWF)»

Studies tijdens onderzoeksfase

20,5

Basisraming investering, incl. risicoreservering

1.862,4

Totaal projectvolume 2018–2031

1.882,9

Bedragen in € miljoen, prijspeil 2022, incl. BTW

Het projectbudget is sinds de A-brief van 2018 jaarlijks geïndexeerd conform de reguliere systematiek. Daarnaast is voor kostenstijgingen, onder andere als gevolg van de COVID-19 pandemie en de oorlog in Oekraïne, voor in totaal € 183 miljoen (prijspeil 2022) extra budget voor prijsstijgingen toegevoegd. Bovendien is het projectbudget verhoogd met € 251 miljoen (prijspeil 2022) in verband met het stiller en schokbestendiger maken van het fregat conform de eisen, de hogere kosten van modernere deelsystemen, en de aanschaf van extra munitie.

Ten slotte

De nieuwe ASW-fregatten zorgen voor een belangrijke versterking van de slagkracht van de Koninklijke Marine. België en Nederland zetten met onze samenwerking bij het ontwerp, de aanschaf en straks het gebruik en onderhoud van deze schepen een volgende stap op het gebied van internationale defensiesamenwerking. Onze landen lopen hiermee voorop in Europa. Voor de Nederlandse industrie zorgt de bouw van deze hoogwaardige schepen voor een sterkere internationale marktpositie.

Zoals eerder toegezegd zullen de twee Nederlandse ASW-fregatten worden vernoemd naar vrouwen met een grote betekenis voor de Nederlandse vrijheid. Daarmee geeft Defensie uitvoering aan de motie-Van den Nieuwenhuijzen.11 Over de naamgeving van de fregatten, met inachtneming van de gebruikelijke procedure, zal de Kamer in een later stadium verder worden geïnformeerd.

Defensie is voornemens om in juni contractuele verplichtingen aan te gaan met Damen, Thales Nederland en enkele andere leveranciers. Ik verzoek de Kamer daarmee rekening te houden bij de behandeling van deze D-brief.

De Staatssecretaris van Defensie, C.A. van der Maat


X Noot
1

De Kamer heeft op 3 mei 2018 de A-brief ontvangen over de behoeftestellingsfase en vervolgens op 24 juni 2020 de B-brief over de onderzoeksfase (Kamerstuk 27 830, nrs. 224 en 307).

X Noot
2

De Mk54 torpedo vervangt de huidige Mk46 torpedo (project «Vervanging Mk46 Lightweight Torpedo», Kamerstuk 27 830, nr. 176).

X Noot
3

A-brief project «Vervanging Surface-to-surface missile», Kamerstuk 27 830, nr. 216.

X Noot
4

B-brief project «Vervanging Close-in Weapon System» over de vervanging van de Goalkeeper-snelvuurkanons, Kamerstuk 27 830, nr. 329.

X Noot
5

B-brief project «ESSM Block 2: Verwerving en integratie», Kamerstuk 27 830, nr. 355.

X Noot
6

D-brief project «Vervanging mijnenbestrijdingscapaciteit», Kamerstuk 27 830, nr. 280.

X Noot
7

De Kamer heeft dit Memorandum of Understanding op 13 juni 2018 commercieel-vertrouwelijk ontvangen (Kamerstuk 33 279, nr. 24).

X Noot
8

Kamerstuk 36 124, nr. 19.

X Noot
9

Kamerstuk 31 125, nr. 92.

X Noot
10

D-brief, Kamerstuk 27 830, nr. 300.

X Noot
11

Kamerstuk 35 570 X, nr. 40. De procedure is toegelicht in de brief van 30 november 2021 (Kamerstuk 35 925 X, nr. 47).

Naar boven