8 RBZ Handelsraad

Aan de orde is het VAO RBZ Handelsraad (AO d.d. 13/02).

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik ben heel benieuwd naar de vervanger van onze minister voor Buitenlandse Handel. Dat gaat vast helemaal goed komen.

Voorzitter. We hebben gesproken over het Vrijhandelsverdrag met de onmogelijke afkorting TTIP. Daarbij heb ik mijn zorgen geuit over de geschillenbeslechting, over de race to the bottom van standaarden, over de rol van de parlementen in de verschillende lidstaten en over de transparantie rond de onderhandelingen. Over veel van die zaken komen wij nog te spreken, als het verdrag er überhaupt komt. Maar over twee onderwerpen wil ik nu alvast moties indienen. Ten eerste over de transparantie: het is echt belangrijk dat de burgers maximaal op de hoogte worden gesteld van de inzet bij de onderhandelingen. Nu komt er een consultatie over een onderdeel, de geschillenbeslechting, en ik zou dat willen verbreden met de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het vrijhandelsverdrag EU-VS (TTIP) veel discussie losmaakt;

constaterende dat de Europese Commissie om die reden een "consultatieronde" organiseert over de geschillenbeslechting (ISDS);

verzoekt de regering, in Nederland een brede publieke consultatie te organiseren over het gehele verdrag en de resultaten aan de Kamer te sturen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jasper van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1333 (21501-02).

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Excuses voor al die afkortingen, maar ik heb geprobeerd het in die motie zo duidelijk mogelijk te verwoorden.

Mijn tweede motie gaat over de harmonisatie en het tegengaan van de verlaging van standaarden. Het is een uitspraak van de Kamer.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het hoge beschermingsniveau in Europa bij de onderhandelingen over het Vrijhandelsverdrag (TTIP) niet ter discussie zou staan;

spreekt uit dat het vrijhandelsverdrag VS-EU (TTIP) geen verlaging van Europese standaarden mag betekenen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jasper van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1334 (21501-02).

De heer Leegte (VVD):

Voorzitter. De bijdrage van de VVD aan het AO ging over dual use. De bril waarmee de VVD naar dit onderwerp kijkt, is of het Nederlandse beleid bijdraagt aan een veiliger wereld. Als dat niet zo is, hoeveel armer wordt Nederland dan met dit eigenzinnige beleid? Kort gezegd: hoeveel hoogwaardige arbeidsplaatsen gaan verloren aan een goed gevoel? De staatssecretaris komt hierover samen met haar collega van EZ met een brief. Dank daarvoor.

Daarnaast is in het AO gesproken over de angst dat de Amerikanen een voordeel zouden hebben ten opzichte van Europa. De Amerikanen hebben diezelfde angst ten opzichte van Europa. Maar waar deze op angst gebaseerde discussie aan voorbijgaat, is de grote wereldwijde potentie van het verdrag. Doordat het zich vooral richt op non-tarifaire belemmeringen ontstaan er enorme kansen voor Afrika, Azië en iedereen die in deze wereld handel wil drijven met de EU en/of de VS. Uit mijn tijd van de fairtrade bananen weet ik dat de voorschriften voor landbouwproducten in de VS anders zijn dan in de EU. Een boer die aan beide continenten wil leveren, moet dan twee percelen hebben, waarbij geen vermenging mag plaatsvinden, ook later niet in de logistieke keten. Stel je voor wat een winst het harmoniseren van de regels tussen de EU en de VS zou opleveren voor een boer uit Afrika, omdat hij niet langer kosten hoeft te maken voor een gescheiden logistiek systeem, maar zich dankzij het handelsverdrag kan richten op productverbetering en opbrengstverhoging. Wat geldt voor een boer, geldt natuurlijk voor iedere producent die iets wil verkopen aan de EU of de VS.

De regering wil een verandering van hulp naar handel. Door elkaars standaarden over te nemen, is de impact van het verdrag immens. Voor de VS en de EU zou de welvaartswinst tussen de 117 en 215 miljard euro kunnen liggen. Voor de rest van de wereld komt daar 100 miljard bovenop. Hoeveel beter is dat dan hulp? Dat is de agenda van de VVD. Natuurlijk zullen sommige bedrijven andere dingen moeten gaan doen, omdat zij niet langer de bescherming van lokale standaarden zullen voelen. De toekomst is echter aan hen die durven veranderen, aan hen die fouten durven te maken en daarvan durven te leren en aan hen die kansen durven te grijpen.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Ik sla alle vriendelijkheden over, want ik heb drie moties.

De voorzitter:

Dat is heel effectief.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik zal de moties snel indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Investor State Dispute Settlement (ISDS), ofwel arbitrage op grond van een investeringsverdrag, onderdeel kan worden van het handelsakkoord tussen Canada en de Europese Unie (CETA);

constaterende dat de regering een onderzoek heeft ingesteld naar de gevolgen van ISDS voor Nederland en een consultatie uitzet met maatschappelijke stakeholders over de wenselijkheid en invulling van ISDS in het TTIP-verdrag;

verzoekt de regering, voor het CETA-verdrag te bezien of en hoe Amerikaanse bedrijven via NAFTA ISDS zouden kunnen gebruiken om claims in te dienen in Nederland,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Klaver en Jan Vos. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1335 (21501-02).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het "voorzorgsprincipe" een belangrijke pijler is onder de Europese Unie, zoals vastgelegd in artikel 191, lid 2, van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie;

overwegende dat het voorzorgsprincipe nodig is om de samenleving, het milieu en de volksgezondheid te beschermen tegen risico's;

overwegende dat een handelsakkoord tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie met zich meebrengt dat productstandaarden en veiligheidsvoorschriften op elkaar moeten worden afgestemd en daarmee kunnen leiden tot een ondermijning van het voorzorgsprincipe;

voorts constaterende dat verschillende lobbygroepen zich hebben uitgesproken voor het loslaten van het voorzorgsprincipe in het algemeen en specifiek met betrekking tot voedselstandaarden en genetische manipulatie in het kader van het handelsakkoord;

verzoekt de regering om ervoor te ijveren dat de Europese Unie onverkort vasthoudt aan het voorzorgsprincipe in de onderhandelingen met de VS over het handelsakkoord,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Klaver. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1336 (21501-02).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de mogelijkheid bestaat dat het handelsakkoord tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten (TTIP) niet hoeft te worden goedgekeurd door het parlement;

overwegende dat betrokkenheid van de nationale parlementen belangrijk is voor de democratische besluitvorming en het draagvlak;

verzoekt de regering, het TTIP-verdrag altijd ter goedkeuring voor te leggen aan het parlement,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Klaver. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1337 (21501-02).

De heer Vos heeft geen behoefte om het woord te voeren. We wachten even totdat de moties zijn rondgedeeld.

De vergadering wordt van 14.38 uur tot 14.44 uur geschorst.

De voorzitter:

Voordat ik het woord geef aan de staatssecretaris deel ik u mee dat de motie van de heer Klaver op stuk nr. 1337 een andere ondertekening heeft gekregen.

De voorzitter:

De motie-Klaver (21501-02, nr. 1337) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Klaver en Jasper van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1338, was nr. 1337 (21501-02).

Staatssecretaris Dijksma:

Voorzitter. Ik vervang vandaag collega Ploumen en ik doe mijn best om dat met verve te doen. We hebben vijf moties en ik begin met de motie op stuk nr. 1333, die is ingediend door de heer Jasper van Dijk, waarin hij de regering verzoekt een brede publieke consultatie te organiseren over het verdrag en de resultaten aan de Kamer te sturen. Ik zou deze motie als volgt willen uitleggen. Minister Ploumen heeft de bedrijven en het maatschappelijk middenveld eigenlijk van het begin af aan geconsulteerd en zal dat ook blijven doen. Ze is ook bereid de resultaten daarvan met de Kamer te delen. Als dat hetgeen is waar de heer Van Dijk om vraagt, dan kan ik niet anders zeggen dan dat dit ondersteuning van het beleid is en laat ik de motie graag aan het oordeel van de Kamer over.

Dan heeft de heer Jasper van Dijk de motie ingediend op stuk nr. 1334, waarin hij uitspreekt dat het vrijhandelsverdrag TTIP geen verlaging van Europese standaarden mag betekenen. Europese en Amerikaanse regelgeving en standaarden kunnen hetzelfde beschermingsniveau geven en toch verschillend zijn. Dat zijn precies de handelsbelemmeringen die we proberen aan te pakken. TTIP zal geen standaarden verlagen. Ons hoge niveau van gezondheids-, veiligheids- en milieueisen zal door TTIP niet worden aangetast. In die zin zien wij deze motie als een ondersteuning van beleid, want dat is precies waar we op uit zijn.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik vind dat de staatssecretaris het tot nu toe geweldig doet als vervanger van de minister. Daarnaast wil ik voor de volledigheid alleen opmerken dat de tweede motie een uitspraak is van de Kamer. Dat is dus geen verzoek aan de regering.

Staatssecretaris Dijksma:

Dat is prima. Ik wacht dan graag af wat het oordeel van de Kamer is.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 1335, die is ingediend door de leden Klaver en Vos. Zij verzoeken de regering voor het CETA-verdrag te bezien of en hoe Amerikaanse bedrijven via NAFTA ISDS zouden kunnen gebruiken om claims in Nederland in te dienen. Het verzoek aan de leden is of zij bereid zouden willen zijn om de motie aan te houden en dat heeft met de volgende kwestie te maken. Zoals bekend, is er op dit moment een politiek akkoord over CETA, alleen moeten de technische details nog worden ingevuld. Zodra het akkoord helemaal rond is, zal de regering bezien of en hoe Amerikaanse bedrijven claims kunnen indienen in Nederland via het NAFTA-verdrag. De verwachting is dus dat CETA begin 2015 helemaal rond is. Het is dus een kwestie van timing. Ik verzoek de Kamer dus de motie aan te houden met inachtneming van wat ik net heb gezegd, namelijk dat op het moment dat het verdrag is afgerond, we een dergelijk type onderzoek dan zouden kunnen doen.

De heer Jan Vos (PvdA):

Het gaat de indieners van de motie er nu juist om dat de regering bij de invulling van die technische details rekening houdt met de wensen van de Kamer. Als we klaar zijn met onderhandelen dan hoef ik de motie niet meer in te dienen. Het standpunt van de regering verbaast mij daarom enigszins. Wellicht dat de staatssecretaris daar nog een toelichting op kan geven of misschien haar standpunt kan heroverwegen. Kan zij de motie niet als ondersteuning van beleid zien? Ik kan me niet anders voorstellen dan dat dit punt altijd al een belangrijk aandachtspunt is geweest van de minister.

Staatssecretaris Dijksma:

Ik begrijp dat u dat zegt, maar ik denk dat u het zo moet zien dat het niet kan betekenen dat er een heronderhandeling op het CETA-verdrag moet gaan plaatsvinden, omdat er al een politiek akkoord is. Dat daarnaast, op het moment dat we klaar zijn met onderhandelen, onderzoek kan worden gedaan naar wat dat nog aan claims op kan leveren, daar bestaat volgens mij geen principieel bezwaar tegen. Dan is de regering ook bereid om dat te doen. Alleen, het is wel een kwestie van timing. U vraagt het eigenlijk op een ongelukkig moment.

De heer Jan Vos (PvdA):

Ik vraag de regering niet om de onderhandeilngen te heropenen of om elelementen van de onderhandelingen opnieuw aan de orde te stellen. Wel vraag ik minister Ploumen in casu de regering om vanaf dit moment rekening te houden met dit standpunt van de Kamer. Dat lijkt mij geen onredelijk verzoek. De timing daarvan is niet ongelukkig maar juist heel accuraat.

Staatssecretaris Dijksma:

Volgens mij hebt u dit punt ook in het kader van TTIP aan de orde gesteld. De regering weet ook heel goed dat dit voor de Kamer van belang is. Ik denk ook dat dit voor de regering zelf van belang is. Dus daar zit niet de discussie, maar die zit wel in de vraag op welk moment je zo'n onderzoek start. Daar is dan mogelijkerwijs verschil van opvatting over. Het politieke akkoord is er nu waarbij de laatste details worden uitgewerkt. Zodra het akkoord daadwerkelijk rond is, wacht u de toezegging dat we zullen bezien of en hoe Amerikaanse bedrijven claims kunnen indienen in Nederland via het NAFTA-verdrag; dit heb ik zo-even ook namens minister Ploumen gezegd. In de motie op stuk nr. 1336 over het voorzorgsprincipe wordt de regering verzocht, ervoor te ijveren dat de Europese Unie onverkort vasthoudt aan dit voorzorgsprincipe in de onderhandelingen met de VS. Dit ervaren wij als ondersteuning van beleid, dus ik laat het oordeel aan uw Kamer. De Nederlandse regering zal zich er richting de Commissie sterk voor inzetten dat de EU in de onderhandelingen vasthoudt aan het voorzorgsprincipe. Ik heb net ook al in antwoord op een vraag van de heer Van Dijk gezegd dat TTIP niet gaat over het verlagen van het hoge beschermingsniveau. Nederland steunt de inzet van de Commissie.

Ten slotte kom ik bij de motie op stuk nr. 1337 waarin de regering wordt verzocht, altijd het TTIP-verdrag ter goedkeuring voor te leggen aan het parlement. Ook dat is ondersteuning van beleid. Het gaat hier om het feit dat Nederland van mening is dat handelsverdragen ook beleidsterreinen raken die binnen de gedeelde of zelfs exclusieve competentie van de lidstaten vallen. Dat betekent dat alle nationale parlementen van de lidstaten in onze opinie deze handelsverdragen moeten goedkeuren. Bij het handelsakkoord met Colombia en Peru heeft de Europese Commissie eerst volgehouden dat het een akkoord "EU only" was. Toen heeft de Raad alsnog in unanimiteit besloten dat het een gemengd akkoord is. Dat heeft de Commissie ook overgenomen. Minister Ploumen heeft tijdens het algemeen overleg met u ook al aangegeven dat Nederland zich ervoor gaat inzetten dat we echt voor een gemengd akkoord gaan. Dus volgens mij zit er geen licht tussen deze motie en datgene wat de regering van plan is.

De voorzitter:

Wat is uw oordeel over de motie?

Staatssecretaris Dijksma:

Ik laat het oordeel aan de Kamer.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik ben natuurlijk blij met oordeel. Dit gaat er ook over dat als het onverhoopt geen gemengd akkoord zou worden, het Nederlandse kabinet in Europa altijd met een parlementair voorbehoud werkt en dat dit te allen tijde wordt voorgelegd aan de Kamer.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris, die vandaag als waarnemer voor de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is opgetreden. Dan zijn wij hiermee aan het einde gekomen van dit VAO. Over de ingediende moties zullen wij vanmiddag stemmen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven