9 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor vanmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie-Van der Staaij/Slob (21501-20, nr. 732) en de aangehouden motie-Dik-Faber c.s. (33341, nr. 15).

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: de motie-Dik-Faber (31793, nr. 72); de motie-Voordewind c.s. (33400-VIII, nr. 73); de motie-Schouten (33400-XIII, nr. 30), de gewijzigde motie-Segers/Heerma (33400-VIII, nr. 113), de motie-Lodders (21501-32, nr. 672), de motie-Voortman/Bergkamp (33400-XVI, nr. 42) en de motie-Voortman (33400-XVI, nr. 79).

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde de volgende aangehouden moties zijn vervallen: 26407-73; 26407-74; 26407-80; 31322-195; 29544-416; 29544-418; 33400-VI-30; 33400-VI-35; 33400-VI-45; 33400-VI-50; 33400-VI-64; 33400-VI-66 en 33400-XVI-41.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • - het VAO Kinderopvang, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 7 maart, met als eerste spreker de heer Ulenbelt van de SP-fractie;

  • - het VAO Internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 7 maart, met als eerste spreker mevrouw Van Tongeren van de GroenLinks-fractie;

  • - het VAO Behandelvoorbehoud vierde EU-spoorpakket, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 7 maart, met als eerste spreker de heer Hoogland van de PvdA-fractie;

  • - het VAO Spoorveiligheid en ERTMS, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 6 maart, met als eerste spreker de heer Bashir van de SP-fractie.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Klever.

Mevrouw Klever (PVV):

Voorzitter. Het lijkt erop dat we afstevenen op een totale financiële chaos in onze zorgsector. Eerst krijgen we te horen dat de jaarrekeningen van de ziekenhuizen niet kloppen en dat ze geen goedkeurende accountantsverklaringen krijgen. Vervolgens horen we dat de jaarcijfers van de verzekeraars fouten bevatten. Daar is maar liefst 500 miljoen euro mee gemoeid; het gaat dus niet zomaar om een afrondingsfoutje. En vandaag constateert de NZa dat zorgverzekeraars de bestrijding van zorgfraude niet serieus nemen. Hier zijn miljarden euro's mee gemoeid; euro's die niet aan zorg worden besteed maar wel als zodanig worden gedeclareerd. Geen wonder dat de zorg duurder wordt en dat patiënten het vertrouwen in ons zorgstelsel verliezen. Ik wil hier graag een debat over aanvragen met de minister.

De voorzitter:

Her verzoek is om steun voor een debat met de minister van Volksgezondheid.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik steun dat. Ik heb vorige week echter al een debat aangevraagd rond hetzelfde thema. Toen is in de Kamer gezegd dat we er snel een algemeen overleg over zouden organiseren. Als dat AO sneller kan, behandel ik dit onderwerp graag op die manier. Dat zullen we dan morgen in een procedurevergadering regelen. Als het daar niet lukt, melden wij ons hier vanzelf weer.

De voorzitter:

Dan interpreteer ik uw woorden zo, dat u op dit moment geen steun verleent aan het debat maar dat u uw steun laat afhangen van morgen. Geen steun voor het debat.

De heer Anne Mulder (VVD):

Wat de VVD betreft, nemen we dit onderwerp mee bij een algemeen overleg over de Zorgverzekeringswet, dat snel is in te plannen.

De heer Kuzu (PvdA):

Eens met het voorstel van de VVD. Wij zouden het op prijs stellen als er ook een schriftelijke reactie komt op de artikelen die in Trouw en Het Financieele Dagblad staan.

De voorzitter:

Geen steun voor het debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

GroenLinks sluit zich aan bij het voorstel van mevrouw Leijten.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Ook steun voor het voorstel van de SP.

De voorzitter:

Mevrouw Klever, u hebt geen steun voor het debat, maar het lijkt erop dat er wel snel een algemeen overleg komt.

Mevrouw Klever (PVV):

Prima. Ik zal dit punt aankaarten in de procedurevergadering.

De voorzitter:

Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet, zodat er een schriftelijke reactie komt, zoals gevraagd.

Het woord is aan de heer Van Klaveren van de PVV.

De heer Van Klaveren (PVV):

Voorzitter. Het antisemitisme tiert welig. We zagen dat in het recente filmpje van de Turkse jongens die aangaven achter de misdaden van Adolf Hitler te staan. Uit onderzoek van ResearchNet bleek al dat één op de vijf geschiedenisdocenten in de grote steden niet meer kan spreken over de Holocaust zonder dat er sprake is van agressie van vooral Marokkaanse en Turkse jongens. Ook weten we uit AIVD-onderzoek dat het hedendaags antisemitisme onder middelbare scholieren voornamelijk wordt veroorzaakt door de islamitische opvattingen van de leerlingen. Vandaag kwam naar buiten dat volgens cijfers van het MDI antisemitisme weer de grootste discriminatiegrond is op internet. Het antisemitisme in Nederland is een enorm probleem. De PVV wil graag naar aanleiding van het artikel Noodklok om Jodenhaat een breed debat over antisemitisme. Naast de minister van SZW willen we daar ook de minister-president bij.

De voorzitter:

In die volgorde.

Mevrouw Karabulut (SP):

Wat mij betreft is dit een hartstikke belangrijk onderwerp, waar we heel snel over moeten debatteren. Het geval wil dat we aanstaande donderdag een debat hebben met de minister van Sociale Zaken over discriminatie en racisme. Ik ga dit onderwerp in ieder geval daarbij bespreken. Dat lijkt mij sneller en het meest efficiënt.

De voorzitter:

Geen steun dus voor het debat.

De heer Slob (ChristenUnie):

Afgelopen zaterdag heb ik mondelinge vragen over dit onderwerp aangemeld. Die zijn abusievelijk niet op de lijst terechtgekomen. Ik heb ze omgezet in een verzoek tijdens de regeling van werkzaamheden. Het staat later op de lijst. Mijn verzoek voor een debat was gericht op de minister-president. Ik wilde graag een wat breder debat, omdat niet alleen internationaal bij Nederland aan de bel wordt getrokken maar er ook onderzoeken in Nederland zijn. Ik aarzel dus een beetje bij dit verzoek. Het loopt nu een beetje contrair. Ik wil graag een wat breder debat hier in Kamer met de minister-president over dit onderwerp.

De voorzitter:

U staat verderop op de lijst met uw eigen verzoek. Aan de orde is nu het verzoek van de heer Van Klaveren. Steunt u zijn verzoek wel of niet?

De heer Slob (ChristenUnie):

De heer Van Klaveren had op de lijst alleen een verzoek aan de minister van Sociale Zaken staan. In zijn verzoek duikt nu opeens ook de minister-president op. Dat voldoet ook aan onze eis. Dat zouden we graag in een debat hier willen zien.

De voorzitter:

Dus dan steunt u het verzoek van de heer Van Klaveren.

De heer Slob (ChristenUnie):

Dan vinden wij elkaar in dit verzoek.

De heer Omtzigt (CDA):

Ook steun van ons voor het verzoek van de heer Van Klaveren, zo lang deze twee verzoeken tenminste op een fatsoenlijke manier in elkaar kunnen worden geschoven. Het gaat in essentie namelijk om hetzelfde onderwerp. Het antisemitisme dat we aantroffen in de beelden in de televisie-uitzending was schokkend.

De heer Azmani (VVD):

Die beelden heb ik zelf ook mogen aanschouwen. Het zijn vreselijke beelden. De groei van antisemitisme is een groot probleem. Mevrouw Karabulut zei al dat de eerste gelegenheid om hierover met elkaar en met het kabinet te spreken, het algemeen overleg is van aanstaande donderdag over discriminatie. Ik zie er veel meer in om dat als aangrijppunt te pakken. Daarnaast kan er misschien een brief vanuit het kabinet komen over de manier waarop het in samenhang kijkt naar dit onderwerp, dat immers bij verschillende vakministers zit, zoals de minister van Sociale Zaken en de minister van Veiligheid en Justitie. Ik heb ook de vragen van de heer Marcouch gezien, dus het zou mij niet verbazen als dit onderwerp morgen weer aan de orde komt in de procedurevergadering van de commissie voor Veiligheid en Justitie.

De voorzitter:

Geen steun voor het debat. Zo interpreteer ik uw woorden.

De heer Azmani (VVD):

Vooralsnog niet, voorzitter.

Mevrouw Yücel (PvdA):

Ook de Partij van de Arbeid vindt antisemitisme een zorgelijk en belangrijk punt. De eerstvolgende gelegenheid die wij deze week hebben, is donderdag al. Dan voeren we een debat over discriminatie en dan zal dit punt ook uitvoerig aan de orde komen, in ieder geval vanuit mijn fractie. Sneller dan donderdag kan niet, dus ik stel voor om dat debat te voeren en eventueel een brief te vragen aan het kabinet om daarbij te betrekken. Geen steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Geen steun voor het verzoek.

De heer Van der Staaij (SGP):

Van harte steun voor het verzoek. De noodklok wordt opnieuw geluid voor een toename van antisemitisme. In de vorige periode hebben we daar ook afzonderlijke debatten over gevoerd. Toen is vanuit de Kamer de wens naar voren gebracht om hierover juist niet in bredere debatten te spreken, maar er gericht aandacht aan te besteden. In die zin spoort het verzoek van de heer Van Klaveren daarmee. Steun dus daarvoor.

De voorzitter:

Steun voor het verzoek om een debat.

De heer Van Weyenberg (D66):

Van D66 geen steun voor dit verzoek. Wij willen graag heel snel hierover praten. Voor donderdag staat het algemeen overleg gepland, en die kans willen wij met beide handen aangrijpen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Daar kan GroenLinks zich ook bij aansluiten.

De voorzitter:

Mijnheer van Klaveren, u hebt geen steun voor een debat, anders dan het debat dat al voor donderdag geagendeerd is.

De heer Van Klaveren (PVV):

Er staat voor komende week een AO op de agenda. Dat is een algemeen overlegje, heel erg breed, dat natuurlijk niet aansluit bij de noodzaak om hier expliciet over te spreken. Ik zag dat ik wel voldoende steun heb voor een dertigledendebat, dus dat vraag ik dan aan. Ik vind het schokkend om te zien dat iedereen met de mond belijdt het allemaal verschrikkelijk te vinden, maar uiteindelijk geen steun geeft aan een breed debat.

De voorzitter:

Dank u wel. Het komt op de lijst, met spreektijden van drie minuten per fractie.

Ik zal dit deel van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet, met het verzoek om een schriftelijke reactie.

Het woord is aan de heer Elias.

De heer Elias (VVD):

Voorzitter. Ik doe dit verzoek met enige schroom, omdat ik er de agenda mee sloop, weliswaar voor korte tijd, maar toch. Ik wil verzoeken om uitstel van het debat over het deel van de Wegenverkeerswet dat over de recidiveregeling gaat (33346) en om dat later in één keer te behandelen met het deel over de aanpak van het rijden onder invloed van drugs (32859), met de beide ministers die daarover gaan. Ik wil graag beide wetsvoorstellen gezamenlijk behandelen, met beide ministers. Dat is een stuk efficiënter en bovendien tijdvolgordelijk.

De voorzitter:

Dit is een tweeledig verzoek, namelijk een verzoek om uitstel van het debat en een verzoek om het later samenvoegen ervan met een ander wetsvoorstel.

De heer De Graaf (PVV):

Steun voor beide verzoeken.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Steun voor het verzoek, want er is een heel logische samenhang. We kunnen de wetsvoorstellen beter in één keer behandelen.

De heer De Rouwe (CDA):

Het hoeft voor mij niet, maar ik wil het steunen en ik vind het ergens ook logisch. Ik zou echter heel graag beide wetsvoorstellen snel willen behandelen. Dat zeg ik tegen mijn collega's; daar kunt u niet zo veel aan doen als voorzitter. We wachten er al heel lang op.

De heer Bashir (SP):

Geen grote bezwaren tegen het voorstel.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Het is inderdaad vervelend dat het op het laatste moment moet, maar ik heb begrip voor het verzoek. Wij willen het dan ook graag steunen.

De voorzitter:

Mijnheer Elias, u hebt steun voor uw verzoek. En als er zo brede steun is, verzucht ik maar weer dat het jammer is dat u het niet met elkaar aan de voorkant hebt kunnen regelen. Dan hadden we geen gat in de agenda gehad. Maar ik waarschuw u allen: ik ga dat gat opvullen!

De heer Elias (VVD):

U kijkt nogal streng. Mag ik wat terugzeggen? Ik heb het al eerder in de procedurevergadering geprobeerd.

De voorzitter:

Ik weet niet wat er is gebeurd tussen dat moment en nu. Dat is dan jammer. Het debat gaat in ieder geval van de agenda af en ik ga het gat opvullen.

Het woord is aan mevrouw Keijzer van het CDA.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie ziet het belang van het afwikkelen van het wetgevingsproces rond de Embryowet. Toch wil ik vragen om uitstel van de stemmingen. Waarom? Op die manier stellen we de minister in de gelegenheid om duidelijkheid te verschaffen over het toetsingskader en de lijnen waarlangs de CCMO tot de conclusie komt dat er sprake is van minimaal risico bij wetenschappelijk onderzoek.

De voorzitter:

Er wordt verzocht om uitstel van de stemmingen over de Embryowet.

Mevrouw Leijten (SP):

De SP steunt dit. Wij rekenen daarbij op coulance van bijvoorbeeld de VVD-fractie, gezien een ander onderwerp waarvoor zij uitstel van stemmingen vraagt.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

GroenLinks kan dit ook steunen.

Mevrouw Klever (PVV):

Steun voor een week uitstel.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

In het debat is beslist niet duidelijk geworden wat de betekenis is van "minimaal risico" en wat de consequenties zijn. Daarover hebben wij een amendement ingediend. Ik vind dit een heel goed voorstel van de CDA-fractie. We kunnen het van harte steunen.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Ik begrijp het verzoek niet helemaal. We hebben dit in het debat met de minister doorgenomen. Zij heeft duidelijk aangegeven hoe het volgens haar zit. Er ligt inderdaad een amendement van de ChristenUnie. Dat zou je kunnen steunen, maar ik zie niet in wat er nog toegevoegd kan worden. We zijn klaar met het debat. Ik vind het niet nodig dat de stemmingen worden uitgesteld.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Steun van de VVD-fractie, maar met het verzoek om uiterlijk volgende week te stemmen.

De voorzitter:

U steunt het verzoek, maar wilt wel volgende week stemmen.

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Steun namens de PvdA-fractie.

De heer Klein (50PLUS):

Wij steunen het verzoek ook.

De voorzitter:

Mevrouw Keijzer, u hebt steun voor uw verzoek. We zullen de stemmingen uitstellen.

Het woord is aan de heer Klaver van GroenLinks.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Ik zou graag een brief ontvangen van de minister van Buitenlandse Zaken over de situatie in Hongarije. Ik zou die brief graag ontvangen vóór het debat van morgen over de Europese top.

De heer Verheijen (VVD):

Steun voor het verzoek.

De heer Pechtold (D66):

Steun voor het verzoek.

De heer Servaes (PvdA):

Steun voor het verzoek. Wij hebben hier een aantal schriftelijke vragen over gesteld. Ik stel voor dat de minister die hierbij betrekt en voor het debat van morgen beantwoordt.

De heer Omtzigt (CDA):

Ook de CDA-fractie maakt zich grote zorgen over de aangenomen wet in Hongarije. We zouden graag het standpunt van de minister horen. Ook zouden we graag horen wanneer de Venice Commission eindelijk met een uitspraak komt, zodat we voortgang kunnen boeken.

De heer Merkies (SP):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Ik kan soms moeilijk verstaan wat de leden zeggen. Ik verzoek de aanwezigen hun volumeknop iets omlaag te draaien.

De heer Klaver (GroenLinks):

Er is brede steun. In Hongarije is dan ook sprake van een zorgelijke situatie. Ik zou het een goed idee vinden als de vragen van de heer Servaes morgen voor 16.00 uur beantwoord zijn en dat die antwoorden meekomen met de brief.

De voorzitter:

Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Anne Mulder van de VVD.

De heer Anne Mulder (VVD):

Voorzitter. We hebben de afgelopen twee weken gesproken over het wetsvoorstel dat ik kortheidshalve zal aanduiden als de wet zorgspecifieke fusietoets. Dat wetsvoorstel bevat een ingrijpende bevoegdheid voor de minister, namelijk de zogeheten opsplitsingsbevoegdheid. Voor en tijdens het debat leek er een meerderheid te bestaan om die bevoegdheid uit het wetsvoorstel te halen. Ik heb echter vanochtend gewijzigde amendementen gezien en daaruit leid ik af dat die meerderheid er niet meer is. Daarom zou ik graag het debat heropenen, zodat ik een amendement dat ik heb ingediend, kan bespreken met de minister om die eisen voor de zorgspecifieke fusietoets aan te scherpen. Ik vraag dus om een korte heropening van het debat en om uitstel van de stemmingen van vandaag.

De voorzitter:

U verzoekt om uitstel van de stemmingen en om heropening van het debat.

Mevrouw Agema (PVV):

Zo'n opmerkelijke argumentatie heb ik nog niet eerder gehoord. We hebben alle argumenten al volop kunnen uitwisselen. Ik heb geen nieuwe argumenten gezien. Ik heb wel een nieuw amendement gezien, maar de basis daarvan is een standpunt dat de VVD uitgebreid in het debat naar voren heeft gebracht. Ik zie dan ook geen reden om het debat te heropenen of om de stemmingen uit te stellen.

De voorzitter:

Geen steun.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Volgens mij is sprake van een opvallende koerswijziging van de VVD en de PvdA. Ik wil graag een debat gebruiken om daarover in gesprek te gaan. Steun voor het verzoek tot heropening van het debat.

De voorzitter:

Steun.

Mevrouw Leijten (SP):

Als de VVD de behoefte voelt om de positiewijziging jegens de opsplitsing van zorginstellingen in geval van slechte kwaliteit uit te leggen aan ons als collega-politieke partijen, laten we die gelegenheid natuurlijk niet voorbijgaan.

De voorzitter:

Ik interpreteer deze woorden als steun voor het verzoek.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook GroenLinks gunt de VVD deze heropening.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Dat geldt ook voor D66.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Het geldt ook voor de Partij van de Arbeid.

De voorzitter:

U hebt steun voor het verzoek. De stemmingen van vandaag zullen worden uitgesteld. Ik zal de heropening proberen te agenderen.

Het woord is aan de heer Oskam van het CDA.

De heer Oskam (CDA):

Voorzitter. Ik ga u niet blij maken. Soms is het de omgekeerde wereld. Eigenlijk zou mevrouw Helder hier staan, want zij had een dertigledendebat aangevraagd over uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens die de nationale wetgeving zouden doorkruisen. Omdat zij donderdag, wanneer het debat gepland staat, niet kan, heeft zij de collega's van Veiligheid en Justitie om uitstel gevraagd. Daar zijn we collegiaal in meegegaan. Toen hebt u geanticipeerd door het debat te verplaatsen naar morgenochtend om 10.15 uur. Heel veel woordvoerders kunnen dan niet, onder meer de vaste woordvoerder van de Partij van de Arbeid en die van D66. Zelf kan ik ook niet. Ik merk bovendien op dat de agenda voor Justitie overvol is. Vanavond staan twee debatten gepland en morgen een debat, een AO en een procedurevergadering. Dit fundamentele debat komt er tussendoor. Ik wil dus echt vragen om uitstel.

De voorzitter:

Voordat ik het woord geef aan de leden, herinner ik hun aan het eigen Reglement van Orde, waarin is opgenomen dat voor een dertigledendebat slechts de steun van 30 leden nodig is om een debat aan te vragen. Expliciet op verzoek van de Kamer is erin opgenomen dat het plannen van deze debatten het exclusieve recht of de exclusieve bevoegdheid is van de Voorzitter. "Bevoegdheid" is misschien een beter woord in dit kader, want ik ervaar het niet altijd als een recht, kan ik u verzekeren. De reden daarvoor is dat anders de meerderheid de mogelijkheid zou hebben om een dertigledendebat – ik citeer de heer Van der Staaij – tot sint-juttemis uit te stellen. Ik vind dit een lastig verzoek. Ik vind de duiding ervan ook lastig, want het is mij gisteren bekend geworden dat het debat dat voor morgenochtend gepland stond met de staatssecretaris van Infrastructuur, niet door kan gaan vanwege haar afwezigheid. Daarom heb ik gedacht: als er dan toch een gat ontstaat, kan dat beter op donderdagavond ontstaan dan op woensdagochtend. Dat is namelijk voor alle betrokkenen prettiger. Ik heb gewoon van mijn bevoegdheid gebruikgemaakt om een efficiënte planning te maken. Als het een debat betreft dat toch al voor deze week gepland is, dan breng ik de mensen zo min mogelijk in de problemen. Ik realiseer mij echter dat er bij het aanpassen van het schema, wat overigens ongeveer elke dag gebeurt, altijd mensen zijn die ergens geen rekening mee hebben gehouden. Dat gezegd hebbende, geef ik even zo goed het woord aan mevrouw Helder.

Mevrouw Helder (PVV):

Het klopt dat de aanvrager van een debat mag verzoeken tot uitstel. Ik heb daarvoor geen meerderheid nodig; dat is mij bevestigd. Collega's waren zo collegiaal om mij te steunen. Ik heb er niet bij nagedacht om nog een rondje te doen onder de woordvoerders, omdat mijn agenda leeg was op woensdagochtend. Ik dacht: morgenochtend is prima. Ik wil net zo collegiaal naar de heer Oskam zijn. We moeten goed kunnen debatteren. Ik steun het verzoek, maar niet als het teruggaat naar de donderdag.

De voorzitter:

De reden waarom het debat verplaatst is, heeft niets te maken met uw wens. U hebt inderdaad uw wens kenbaar gemaakt om het debat niet voor donderdagavond te plannen. Nogmaals, het verschuiven had te maken met een agendatechnisch probleem. Mevrouw Helder, die koppeling is er dus niet geweest. En ik heb bijna de behoefte om daar een persoonlijk feit van te maken. Er ligt nu een verzoek van de heer Oskam voor om het debat van de agenda te halen. Men kan daar zijn zegje over doen. Ik geef daarvoor nu het woord aan mevrouw Van Tongeren.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Een week geleden heb ik een soortgelijk verzoek gedaan. Toen zeiden woordvoerders van de fracties van de PvdA, de VVD en de PVV dat zij 24 uur per dag klaarstaan om debatten te voeren. GroenLinks is helemaal voorbereid voor dit debat en klaar om het voeren. Of er geldt één regel voor iedereen, namelijk dat de aanvrager een debat mag uitstellen als het niet uitkomt, of wij voeren morgenochtend gewoon dit belangrijke debat over mensenrechten.

De voorzitter:

Geen steun dus voor het verzoek.

De heer Schouw (D66):

Het goede nieuws is dat wij in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie altijd heel goed met elkaar samenwerken. Wij hebben donderdag het verzoek van mevrouw Helder gesteund. Mijn fractie steunt nu ook het verzoek van de heer Oskam. Mijn fractie heeft morgen ook geen woordvoerder beschikbaar, terwijl het een belangrijk debat is.

De heer De Wit (SP):

Mijn fractie steunt het verzoek van de heer Oskam, louter uit solidariteit. Ik heb begrip voor de problemen waarmee fracties op korte termijn worden geconfronteerd. Dat is wel een probleem als er in de agenda geschoven wordt.

De heer Recourt (PvdA):

De Partij van de Arbeid legt zich neer bij de beslissingen van de voorzitter. Voor zover de beslissing in dezen nog niet genomen is, wil ik die wel in zoverre beïnvloeden door te zeggen dat mijn fractie het verzoek steunt. De beslissing is aan u, voorzitter, maar als u gaat beslissen, wil ik u meegeven dat op hetzelfde moment een asiel- en migratiedebat plaatsvindt. Vanavond vinden er twee justitiedebatten plaats en morgen is er nog een ander justitiedebat. Justitie is deze week echt vol aan de beurt.

De heer Taverne (VVD):

Mijn fractie steunt het verzoek van de heer Oskam, gezien deze situatie. Laten wij hier een les uit trekken en het voortaan zo doen.

De voorzitter:

Soms zou ik ook weleens om steun willen vragen, maar dat doe ik niet.

Ik ga dit verzoek niet honoreren, om de redenen die ik reeds heb genoemd en die in de Kamer uitgediscussieerd zijn. Als ik moet luisteren naar de meerderheid van de Kamer bij het verplaatsen van een dertigledendebat, zal de lijst van dertigledendebatten heel erg lang worden. Ik denk dat ik in dat geval geen agendatechnische problemen meer heb in de planning daarvan, omdat de meerderheid dan de mogelijkheid heeft om elk debat niet te plannen. Ik ben ook de Voorzitter van de leden die met zijn dertigen een dertigledendebat aanvragen.

Mijnheer Oskam, ik snap uw probleem. Gelukkig voorziet de Kamer in de mogelijkheid van vervangers. Wij kennen in alle commissies plaatsvervangers. U moet dan maar kiezen bij welk debat u aanwezig wilt zijn. Heel veel kleine fracties in dit huis moeten voortdurend keuzes maken, omdat hier altijd veel debatten worden gevoerd. Ik kan die keuze niet voor u maken. Ik kan wel de keuze maken om het recht van dertig leden om een debat te houden als zij daarvoor voldoende steun hebben, onverkort in stand te houden. Dat kan ik alleen doen als ik mijn eigen beslissing neem over de dertigledendebatten. Ik zal uw verzoek dus niet honoreren. Aldus besloten.

Ik vraag de leden nog één keer om iets minder luidruchtig te zijn.

Het woord is aan mevrouw Van Toorenburg.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. De deelgemeenten zijn afgeschaft, maar Amsterdam wil ineens zeven bestuurscommissies oprichten die de deelgemeenten gaan vervangen. Dit is een nieuwe bestuurlijke spaghetti, terwijl de minister minder bestuurlijke drukte wil. Graag zouden wij daarover een brief ontvangen van de minister van Binnenlandse Zaken en van de minister van Financiën, omdat die nieuwe deelgemeenten ook budgetrecht zouden moeten krijgen. Kan in die brief ook ingegaan worden op wat hoogleraar Elzinga hierover schrijft? Hij geeft namelijk aan dat er een nieuwe mengfiguur ontstaat, eigenlijk een constitutionele rommelpot, en dat het een lange neus naar de wetgever is. Wij willen daarover graag een brief ontvangen van het kabinet.

De heer Schouw (D66):

Een brief is altijd goed. Kan het kabinet daarin ook expliciet ingaan op de vraag of dit vooral een Amsterdamse competentie is of dat dit te maken heeft met de bevoegdheden van de Kamer?

De heer Litjens (VVD):

Ook wij steunen het verzoek om een brief, niet zozeer over de Amsterdamse situatie als wel over de volledige breedte.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

GroenLinks wil ook graag zien of het hier gaat om een bevoegdheid van Amsterdam zelf of dat dit een bevoegdheid is die op landelijk niveau speelt.

De heer Segers (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek, met de aanvulling van de collega's.

De voorzitter:

Er is steun voor de brief. Ik zal dit gedeelte van het stenogram met alle aanvullende vragen doorgeleiden naar het kabinet.

Ik constateer dat er veel behoefte is aan overleg. Om die reden schors ik kort de vergadering.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik ben vergeten om te melden dat ik het gedeelte van het stenogram over het verzoek van mevrouw Keizer zou doorgeleiden naar het kabinet. Dit zal alsnog gebeuren.

Het woord is aan de heer Van Haersma Buma.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ik verzoek u om de motie op stuk 33566, nr. 2, ingediend in het debat over de cijfers van het CPB, aan te houden.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van Haersma Buma stel ik voor, zijn motie (33566, nr. 2) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven