4 Vragenuur

Vragen van het lid Agema aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht "Van Rijn snijdt in huishoudhulp en niet in zorg zelf".

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. De thuiszorg, oftewel de huishoudelijke zorg, is er voor mensen die door ouderdom of door ziekte tijdelijk of soms voor langere perioden hun eigen huishouden niet meer kunnen verzorgen. Het is geen sector waarin we kunnen spreken over megasalarissen. Nee, de salarissen in de thuiszorg zijn laag. Ieder dubbeltje wordt omgedraaid. Ik heb al eerder gezegd dat de staatssecretaris zich in zijn beleid nogal eens bedient van gladde praatjes, maar ik vraag mij inmiddels af of de staatssecretaris niet gewoon grenzeloos naïef is of niet al te eerlijk in onze richting. Ik vraag mij af of de staatssecretaris het interview met de kop "Van Rijn snijdt in huishoudhulp en niet in zorg zelf", dat vanmorgen in het FD stond, heeft geautoriseerd.

De staatssecretaris zegt in het interview: "Het is niet zo dat mantelzorg formele zorg moet vervangen". Daarnaast staat er: "Volgens Van Rijn is het niet de bedoeling te snijden in de zorg zelf". Zijn deze twee citaten aan de staatssecretaris toe te schrijven? Ik stel deze vraag omdat ik vandaag wil ophelderen welke staatssecretaris de ware is. Is hij naïef, zijn het gladde praatjes of wil hij het anders doen voorkomen dan de realiteit is? Immers, op dit moment gaat er 1,5 miljard euro om in de Wmo. Ongeveer 1,25 miljard wordt besteed aan thuiszorg. Daarvan wil de staatssecretaris 1,1 miljard gaan schrappen. Dat is 90% van de thuiszorg. Gaat die bezuiniging van tafel? Is die bezuiniging weg? Gaat die bezuiniging toch door of zal de staatssecretaris die op een andere manier invullen?

Staatssecretaris Van Rijn:

Voorzitter. Het is misschien goed als ik gewoon maar even vertel wat ik tijdens het interview heb gezegd. Ik heb ten eerste gezegd dat mijn beleid erop gericht is om het mogelijk te maken dat mensen langer thuis kunnen blijven wonen. Dat sluit aan bij wat de meeste mensen willen. Dat is in de regel ook goedkoper dan instellingszorg. Ik heb ten tweede gezegd dat de zorg dichter bij de burger is als wij die thuis organiseren, want dan kunnen wij ook beter rekening houden met persoonlijke omstandigheden, experimenten en de praktijk. In de buurtzorg wordt de zorg bijvoorbeeld kwalitatief beter en goedkoper. Ik heb ten derde gesproken over de huishoudelijke hulp. Dit staat nog even los van de manier waarop je die duidt, want ik vind huishoudelijke hulp ook een vorm van zorg. Wij moeten bezuinigen en de zorg voor de toekomst houdbaar maken. Daarom hebben wij ons bij het opstellen van het regeerakkoord afgevraagd wat je bij de huishoudelijke hulp zelf kunt doen of in eigen kring kunt opvangen. Er wordt bovendien een vangnet bij de gemeenten gecreëerd. Aan de hand van mijn brief zullen wij daar nog uitgebreid over te spreken komen.

Ik kom nu op de beeldvorming. Tijdens de begrotingsbehandeling zei mevrouw Agema dat de begeleiding wordt afgeschaft, dat de zorg in verzorgingstehuizen wordt afgeschaft en dat verstandelijk gehandicapten op straat komen te staan. Dat is verkeerde beeldvorming, zeker in het licht van het feit dat wij in 2012 een bedrag aan AWBZ en Wmo hebben uitgeven en dit ook in 2017 zullen doen. Dat bedrag is ongeveer hetzelfde. Dan kun je toch niet zeggen dat alles wordt afgeschaft? Dat vind ik pas echt verkeerde beeldvorming.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik heb hier nog nooit op deze manier gestaan. Werkelijk, nou breekt mijn klomp! De staatssecretaris die miljarden en miljarden gaat bezuinigen op de zorg zegt tegen mij als Kamerlid dat ik niet benoemen mag. Wij hebben twee weken geleden een rapport gekregen van Berenschot. Het was niet eens mevrouw Agema die zei dat de verzorgingshuizen dichtgaan, maar Berenschot. In dat rapport stond dat 800 verzorgingshuizen dichtgaan als gevolg van het beleid. De staatssecretaris zegt dat mensen langer thuis willen blijven wonen, maar die mensen moeten van de staatssecretaris thuis blijven wonen. Vervolgens schrapt de staatssecretaris ook nog eens 90% van de thuiszorg. Sorry hoor, voorzitter, ik wijs de staatssecretaris op zijn eigen beleid. Laat hij zelf eens zijn eigen begroting bekijken, op pagina 165. Laat hij zelf eens kijken naar de junicirculaire 2012 van het Gemeentefonds, naar pagina 16. De plannen van het kabinet zijn om 1,1 miljard te bezuinigen op de thuiszorg. Dit betekent dat 90% van de thuiszorg verdwijnt. Dat is de realiteit. Dan kom je niet met gladde praatjes aan.

Staatssecretaris Van Rijn:

Exact de cijfers die mevrouw Agema noemt over de bezuinigingen in het regeerakkoord, heb ik ook genoemd in het interview dat ik heb gegeven. Ik heb daar dus geen andere verhalen over gehouden. Ik heb er alleen op gewezen dat de kwaliteit van zorg erop vooruit kan gaan, als wij er met elkaar in slagen om de zorg op een andere manier te organiseren en mensen in staat stellen om langer thuis te blijven wonen. Dan kunnen wij ervoor zorgen dat de zorg houdbaar blijft.

Ja, er wordt bezuinigd, maar ik denk dat wij het er misschien over eens zijn dat wij dat kunnen doen door de zorg anders te organiseren. De zorg kan namelijk efficiënter. Dat is overigens ook de reden waarom ik met het veld en met heel veel partijen aan het praten ben, ook met politieke partijen. Ik heb overigens ook de PVV gevraagd om met mij mee te denken. Ik heb echter begrepen dat die partij daar geen behoefte aan heeft. Overigens blijft die uitnodiging wat mij betreft staan. Alle partijen die willen meepraten over de vormgeving van dat beleid, zijn daartoe uitgenodigd.

Mevrouw Agema (PVV):

De staatssecretaris kan het inderdaad op zijn buik schrijven dat wij gaan meepraten over de ontmanteling van de zorg. Ik verwijs in dezen nogmaals naar pagina 16 van de junicirculaire 2012 van het Gemeentefonds. Misschien kan de staatssecretaris ook nog eens even kijken naar zijn eigen bronnen. Op dit moment geven wij aan die thuiszorg € 1.230.700.000 uit. De staatssecretaris schrapt daar 1,1 miljard van. Hij sluit 800 verzorgingshuizen. Die mensen komen ook thuis en gaan een beroep doen op de thuiszorg. Het is een beschamende vertoning. Ik hoopt dat de staatssecretaris bot vangt als hij deze bezuinigingen door de Kamer probeert te krijgen. Ik hoop dat iedereen de staatssecretaris met een kluitje in het riet stuurt. Dit zijn geen gladde praatjes meer; de staatssecretaris is bezig met de afbraak van de zorg en komt daar niet eens eerlijk voor uit.

Staatssecretaris Van Rijn:

Ik kan mij voorstellen dat wij het niet eens zijn over het ingezette beleid. Daarover mag ook van alles gezegd worden. Ik verzet mij echter tegen het idee dat het niet beter en efficiënter kan als wij de zorg anders organiseren. Dat heb ik de PVV ook vaak horen zeggen. Als wij in 2017 een vergelijkbaar bedrag als in 2012 uitgeven aan langdurige zorg, kan ik toch echt niet zeggen dat dit een afbraak van de zorg is. Ik wil dat wij zorgvuldig met elkaar blijven spreken.

Vanaf 1980 zijn er 70.000 plekken in verzorgingstehuizen verdwenen doordat mensen langer thuis kunnen blijven wonen. Die trend zal doorzetten. Wij willen die versterken door de zorg thuis beter te organiseren. Ik zie niet wat daar mis mee is.

De voorzitter:

Ik zie dat mevrouw Agema weer naar de interruptiemicrofoons loopt. Ik volg gewoon het rijtje. Mevrouw Leijten is eerst. Straks kan ik u weer het woord geven als u dat wilt.

Mevrouw Leijten, u hebt een halve minuut om een vraag te stellen.

Mevrouw Leijten (SP):

Sinds de begrotingsbehandeling in november wachten wij op de plannen van de staatssecretaris. Hij zit rustig bij Pauw & Witteman en zegt daar: mantelzorgers, hé, doe eens wat! Dat is een letterlijke quote, terwijl er nota bene 3,5 miljoen mantelzorgers zijn. 100.000 mensen die in de thuiszorg werken, zien hun baan bedreigd, maar de staatssecretaris durft hier te spreken over het beter organiseren van de zorg. Dan durf je wel!

De voorzitter:

Uw tijd is op, mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik herhaal de vraag die ik bij de begrotingsbehandeling gesteld heb. Is deze staatssecretaris de staatssecretaris van bezuinigingen of de staatssecretaris van de verbetering van de zorg? Als het dat laatste is, kunnen wij met de staatssecretaris praten, maar de staatssecretaris van bezuinigingen zullen wij niet steunen.

De voorzitter:

De staatssecretaris heeft ook een halve minuut voor zijn antwoord.

Staatssecretaris Van Rijn:

Ik wil ook graag met de SP praten over verbetering van de zorg. Overigens heb ik niet gezegd: mantelzorgers, hé, doe eens wat! Dat is dus geen letterlijk citaat. Ik heb dat niet gezegd. Ik heb juist gezegd dat ik ongelofelijk veel bewondering en erkenning heb voor alle mantelzorgers die nu al voor hun verwanten zorgen en dat velen daaraan een voorbeeld kunnen nemen. Ik hoop dat dit in de toekomst alleen maar zal toenemen. Mantelzorgorganisaties erkennen dit ook als ik met ze spreek. Ik heb mantelzorgers dus juist erkenning willen geven en ik heb niet gezegd dat mantelzorgers eens wat moeten gaan doen, want ze doen al ongelofelijk veel. Ik werp die woorden dus verre van mij.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

GroenLinks wil de zorg ook graag anders organiseren. Wij willen ook dat de zorg meer thuis georganiseerd wordt, maar hoe is dat te rijmen met een bezuiniging van 75% op de huishoudelijke zorg?

De kop van het artikel in Het Financieele Dagblad luidde: "Van Rijn snijdt in huishoudhulp en niet in zorg zelf". Ik zou graag van de staatssecretaris horen dat huishoudelijke zorg ook zorg is.

Staatssecretaris Van Rijn:

Dat laatste klopt. Wij zullen met elkaar te spreken komen over de bezuinigingen die ook in mijn ogen noodzakelijk zijn om de zorg in de toekomst houdbaar te maken en kwalitatief goed te houden. Omtrent de huishoudelijke hulp proberen wij te regelen dat de zaken die door mensen zelf en door hun sociale netwerk kunnen worden opgevangen, niet tot last zijn van het collectief, zodat wij het geld dat wij hebben, kunnen gebruiken voor mensen die dit sociale netwerk niet hebben en die deze hulp niet kunnen betalen. Zo willen wij het geld effectief inzetten. Dat is juist de manier om de zorg houdbaar te maken voor de toekomst.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Er zijn drie inkomensregelingen waarin 1,5 miljard in omgaat. Het kabinet bezuinigt hierop de helft en wil deze taak overdragen naar de gemeenten. Wethouder Eric van der Burg van de VVD in Amsterdam had laatst een ideetje om de bezuiniging op de thuiszorg te verzachten door die 750 miljoen daarvoor te gebruiken. Is de staatssecretaris het met het CDA eens dat dit misschien in de beeldvorming wel goed is – minder bezuinigen op de huishoudelijke verzorging – maar dat je hiermee uiteindelijk precies dezelfde groep mensen pakt?

Staatssecretaris Van Rijn:

Ik wil niet vooruitlopen op de afweging die wij over het hele pakket gaan maken ter uitwerking van het regeerakkoord. Ik verzamel alle ideeën die er zijn. Ik heb vanaf het begin gezegd dat het regeerakkoord niet in beton gegoten is. Wij kunnen alle goede ideeën gebruiken. Ik gebruik dit ook als een idee en kom uitgebreid met de Kamer te spreken over mijn brief over langdurige zorg. Dan kan de Kamer hierop uitgebreid reageren.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Dat was geen antwoord.

De voorzitter:

U krijgt de kans om één vraag te stellen …

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ja, maar ik krijg geen antwoord.

De voorzitter:

Er komen vast nog meer debatten over dit onderwerp.

Mevrouw Agema, u wilt een persoonlijk feit maken.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik zou het niet zo zwaar willen aanzetten. Dit kan net zo goed onze vervolgvraag zijn op dit onderwerp.

De voorzitter:

Dan is het nu een vervolgvraag.

Mevrouw Agema (PVV):

De staatssecretaris wierp mij toe dat hij graag zorgvuldig het debat wil voeren. Dat wil ik ook, en daarom heb ik het regeerakkoord en de juni-circulaire van het Gemeentefonds als bronnen gebruikt. Ik gebruik alleen maar feitelijke bronnen als begrotingen. Is de staatssecretaris bekend met het feit dat op pagina 55 van het regeerakkoord staat dat er voor huishoudelijke hulp in 2014 975 miljoen minder en in 2015 1,14 miljard minder beschikbaar is?

De voorzitter:

Mevrouw Agema, uw tijd is op.

Staatssecretaris Van Rijn:

Dat klopt. Dat heb ik ook met zoveel woorden zelf in een interview gezegd. In dat interview heb ik ook geen andere dingen gezegd dan de dingen die in het regeerakkoord staan.

Naar boven