Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, vanmiddag te stemmen over de motie-Kant over de jaarlijkse barbecue (29527, nr. 16).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, aanstaande donderdag te stemmen over:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de waterhuishouding en de Wet milieubeheer ten behoeve van de implementatie van richtlijn nr. 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PbEG L 327) (Implementatiewet EG-kaderrichtlijn water) (28808);

  • - de motie-Van Lith/Van der Staaij over een uniform meetprogramma (28808, nr. 16);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet milieubeheer en enige andere wetten ten behoeve van de implementatie van richtlijn nr. 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PbEU L 275) en de instelling van een emissieautoriteit (Implementatiewet EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten) (29565);

  • - de motie-Samsom over de veiling van emissierechten (26565, nr. 11);

  • - de Raming van de Tweede Kamer (29527);

  • - de motie-Vos over uitbreiding van het register voor buitenlandse reizen (29527, nr. 13);

  • - de motie-Rambocus over een substantiële verhoging van het budget voor fractieondersteuning (29527, nr. 14);

  • - de motie-Dubbelboer over een zelfstandige begrotingsautoriteit voor de Staten-Generaal (29527, nr. 15);

  • - de motie-Kant/Vos over aandelenbezit van Kamerleden (29527, nr. 17).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Er zijn twee beperkingen met betrekking tot de agenda van deze week. De eerste is, dat in het kader van het Nederlands voorzitterschap de volledige Nederlandse ministerraad aanstaande donderdag de volledige Europese Commissie zal ontvangen. In verband daarmee ben ik ermee akkoord gegaan dat ministers in beginsel pas rond 15.00 uur voor de Kamer beschikbaar zullen zijn. Wij zullen proberen de agenda zo in te delen, dat wij agendapunten van donderdagochtend met de staatssecretarissen afhandelen. In de tweede plaats heb ik het voornemen om de vergadering morgenavond rond 20.00 uur te sluiten en geen avondpauze te houden, zodat iedereen, leden, medewerkers en andere betrokkenen, indien zij dit wensen naar de televisie kunnen kijken. Ik heb de commissies gevraagd om, als het enigszins mogelijk is, hetzelfde regime te volgen. Met name medewerkers van de Kamer en anderen zouden er weinig aan hebben, indien de commissies wel zouden doorvergaderen.

Het woord is aan mevrouw Halsema.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Ik verzoek u, het verslag van het algemeen overleg over de nota-Duyvendak over schaduwmacht toe te voegen aan de agenda van de plenaire vergadering. De voorbereiding van de motie kost nog enig overleg en het zou mij een lief ding waard zijn als het VAO zou kunnen plaatsvinden op donderdag.

De voorzitter:

Ik stel voor, alle VAO's waarom nog zal worden gevraagd, op donderdag te doen plaatsvinden. Voor woensdag zetten wij dus geen VAO's meer op de agenda. Ik stel voor, aan het verzoek van mevrouw Halsema te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Hofstra.

De heer Hofstra (VVD):

Voorzitter. Als Voorzittervoorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken verzoek ik u, het verslag van het algemeen overleg over softwareoctrooien op de agenda van de plenaire vergadering te plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan het verzoek te voldoen en het VAO toe te voegen aan de agenda van aanstaande donderdag.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Gent.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Ik verzoek u, het verslag van het algemeen overleg over de zevende voortgangsrapportage SUWI op de agenda van de plenaire vergadering te plaatsen. Met name gaat het mij om de UWV-perikelen en de financiën.

De voorzitter:

Ik stel u voor, ook aan dit verzoek te voldoen en het VAO toe te voegen aan de agenda van aanstaande donderdag.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Tonkens.

Mevrouw Tonkens (GroenLinks):

Voorzitter. Ik verzoek u, het VAO over de evaluatie van de Wet BIG, dat voor vandaag op de agenda staat, in verband met overleg tussen fracties te verplaatsen naar aanstaande donderdag.

De voorzitter:

Ik stel voor, het VAO toe te voegen aan de agenda van aanstaande donderdag.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Atsma.

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter. Mede namens mevrouw Van Nieuwenhoven van de PvdA-fractie wil ik u vragen om het verslag van het algemeen overleg over bezuinigingen op de publieke omroep en op het MCO op de plenaire agenda te zetten.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Ik ben in de veronderstelling dat er nog een algemeen overleg zal plaatsvinden over de desbetreffende brief.

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie heeft geen behoefte aan een heropening van het debat, want de brief zegt eigenlijk niets en de standpunten lijken mij voldoende duidelijk. Wij hebben voldoende aan het plaatsen van het verslag op de plenaire agenda, zodat wij een motie kunnen indienen.

De voorzitter:

Als daar verwarring over bestaat, moet er in de commissie over gesproken worden. Op dit moment stel ik u voor om te voldoen aan het verzoek van de heer Atsma en dit punt toe te voegen aan de agenda van donderdag.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Gerkens.

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter. Op 10 juni heb ik schriftelijke vragen gesteld aan de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat over de dreigende prijsverhoging bij de NS. De NS heeft deze prijsverhoging nu gepland voor 1 juli a.s. Ik zou de staatssecretaris willen verzoeken om met spoed, voor morgenochtend 10.00 uur, de antwoorden op mijn vragen naar de Kamer te zenden. Dan kunnen wij de antwoorden bij de procedurevergadering betrekken en eventueel een spoeddebat plannen.

De voorzitter:

Ten aanzien van de nog te beantwoorden schriftelijke vragen stel ik voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Kant.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. Het kabinet heeft afgelopen vrijdag besloten om de salarissen van de ministers met 30% te verhogen. Dit besloot men niet voor zichzelf, maar wel voor een volgend kabinet. Ik weet niet of dit bedoeld is als een prikkel om het kabinet snel te laten vallen, maar het besluit leidt tot de nodige commotie, omdat alle andere Nederlanders op de nullijn worden gehouden. Vanwege die maatschappelijke commotie wens ik een debat te voeren met het kabinet over dit voorstel.

De voorzitter:

Ik maak een procedurele kanttekening bij het verzoek van mevrouw Kant. Het gaat hier om de reactie van het kabinet op het rapport van de commissie-Dijkstal. Deze reactie moet de Kamer overigens nog ontvangen, maar ik ga ervan uit – dit zeg ik aan het adres van het kabinet – dat deze zeer snel zal komen, gezien de persberichten. Het rapport van de commissie-Dijkstal en de kabinetsreactie daarop zullen via de normale procedure behandeld worden in de Kamer. Dat is mijn voorstel naar aanleiding van het verzoek van mevrouw Kant.

De heer Boelhouwer (PvdA):

Voorzitter. Ik ben het eens met uw voorstel.

Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA):

Voorzitter. Ik ben het van harte met uw voorstel eens.

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter. Daar sluit ik mij bij aan.

De voorzitter:

Zijn er fracties behalve die van de SP die het niet met mijn voorstel eens zijn? Dat is niet het geval. Dan stel ik voor om conform mijn voorstel te besluiten.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. U hebt procedureel volstrekt gelijk, dat heb ik ook zeker afgewogen. Het is niet zeker of het betreffende kabinetsbesluit nog deze week naar de Kamer komt. Als dat al zo is, dan lijkt het mij sterk dat daarover nog een debat plaatsvindt, omdat de voorstellen van de commissie-Dijkstal heel veel aspecten hebben. Gezien de maatschappelijke commotie over dit specifieke voorstel, waar al eerder in de Kamer over is gesproken, vond ik het nodig om hier voor het reces nog een debat over te voeren. Ik vind het ongepast om in deze tijd een dergelijk besluit te nemen.

De voorzitter:

Dat hebt u al gezegd.

Mevrouw Kant (SP):

Ja, maar ik motiveer nog even waarom ik niet de normale procedure heb gevolgd. Helaas sta ik blijkbaar alleen.

De voorzitter:

Ik stel voor, te besluiten conform mijn voorstel en het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Wanneer er persberichten zijn met een reactie van het kabinet en persuitingen van de minister-president en andere ministers, vind ik dat de Kamer onmiddellijk de desbetreffende stukken van het kabinet moet ontvangen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Klaas de Vries.

De heer Klaas de Vries (PvdA):

Voorzitter. De vaste commissie voor Justitie heeft de vorige week twee keer overleg gehad met de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie. Het ene overleg betrof kinderen in het vreemdelingenrecht. De commissie heeft besloten om daarover een VAO te vragen. Het is mij een eer om dat bij dezen te doen. Het andere overleg betrof Sudan, onder andere de commissie-Smeets en de AC-procedure. Daarover wil ik enkele uitspraken aan de Kamer voorleggen.

Ik verzoek u om beide AO's, die wat mij betreft gecombineerd kunnen worden, donderdag na 15.00 uur op de agenda te zetten.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

De heer Klaas de Vries (PvdA):

De heer Koenders heeft tijdens een overleg van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken over Sudan de minister van Buitenlandse Zaken gevraagd om een notitie over de huidige situatie met het oog op de terugkeer van vluchtelingen. Ik heb dit zojuist in de mondelinge vragen ook aan de orde gesteld. Het zou heel goed zijn als de minister in de gelegenheid is om voor morgenavond die notitie aan de Kamer te doen toekomen, zodat wij die bij het overleg kunnen betrekken.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Buitenlandse Zaken en, ter informatie, aan de minister voor Vreemdelingenbeleid en Integratie.

Het woord is aan de heer Aptroot.

De heer Aptroot (VVD):

Voorzitter. Mede namens de heer Atsma verzoek ik u, de stemmingen over het VAO UPC/Kabelnota uit te stellen. Dit is de derde en waarschijnlijk laatste keer. Wij hebben eindelijk een reactie van de minister gekregen, maar die roept meer vragen op dan dat zij antwoorden geeft. Morgen hebben wij een algemeen overleg over de Breedbandnota. Daarin kan dat worden meegenomen en dan kan normaal gesproken donderdag gestemd worden. Dan is er volledige duidelijkheid.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan het verzoek te voldoen en de stemmingen over het VAO UPC/Kabelnota uit te stellen tot donderdag a.s.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Bussemaker.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Voorzitter. Verleden week hebben de achterbannen van FNV en CNV met een overweldigende meerderheid de kabinetsvoorstellen over prepensioen en levensloop afgewezen. De andere vakbond, de MHP, had dat al eerder gedaan. Vrijdag heeft de Stichting van de Arbeid zich beraden over de ontstane situatie en is het najaarsakkoord officieel opgezegd. Het kabinet heeft afgelopen vrijdag gereageerd met de intussen bekende ramkoers. Er komen wettelijke beperkingen voor loonstijgingen en uitbetalingen in het tweede ziektejaar van meer dan 70%. Zo wordt het van kwaad tot erger.

Mijn fractie vindt de ontstane situatie dusdanig ernstig dat zij deze week met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid daarover in deze zaal een spoeddebat wil voeren.

Mevrouw Verburg (CDA):

Die gelegenheid hebben wij! Wij hebben speciaal met het oog hierop een algemeen overleg met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verschoven van de vorige week naar deze week. Dat overleg vindt morgen plaats tussen 14.00 uur en 16.00 uur. In dat overleg gaat het over de algemeenverbindendverklaring en daarbij kunnen wij alles betrekken.

De heer Weekers (VVD):

Ik wilde hetzelfde opmerken. Wij zien nu geen noodzaak tot het houden van een spoeddebat.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Ik wil het verzoek van mevrouw Bussemaker ondersteunen, omdat dit onderwerp zeer belangrijk is. Dat kunnen wij niet even tussen andere bezigheden door afdoen. Je kunt wel iets bagatelliseren om een bepaalde indruk te wekken, maar de GroenLinksfractie is het eens met de fractie van de Partij van de Arbeid. Ook zij vindt dus dat een spoeddebat zeker op zijn plaats is.

De voorzitter:

Gelet op het feit dat de leden wisten dat dit onderwerp in een algemeen overleg aan de orde zou komen, is mijn voorstel om het onderwerp eerst in het algemeen overleg te behandelen. Mocht er dan bij een fractie behoefte bestaan om een motie in te dienen, dan kan dat in een VAO op donderdag.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Inderdaad wordt morgen over het algemeenverbindend verklaren een AO gehouden. Dat AO duurt anderhalf uur en is technisch van aard. Op 9 juni is in de commissie afgesproken om dit AO te houden. Ik heb het echter over de nieuwe situatie, over de situatie die afgelopen week is ontstaan als gevolg van de referenda bij de verschillende vakbewegingen, het beraad bij de Stichting van de Arbeid en de kabinetsreactie daarop. Die situatie vindt mijn fractie buitengewoon zorgelijk. Dat is voor ons extra reden om een spoeddebat in de Kamer te voeren.

Mevrouw Verburg (CDA):

Voorzitter. Het is een uitermate serieuze zaak. Dat is precies de reden waarom wij twee procedurevergaderingen eerder het algemeen overleg van vorige week hebben verplaatst naar morgen. Ik meen mij te herinneren dat mevrouw Bussemaker daar bij was. In ieder geval was een substantieel aantal van haar fractiegenoten toen aanwezig. Kom dan nu niet met de opmerking dat er nieuwe feiten zijn. Wij hebben die namelijk voorzien en morgen kunnen wij hierover uitvoerig van gedachten wisselen.

De voorzitter:

Ik zie dat de heer Van der Vlies een opmerking wil maken. Ik neem de vrijheid hem te feliciteren met zijn verjaardag.

(Applaus)

De heer Van der Vlies (SGP):

Dank u wel, voorzitter. Ik ben bijzonder vereerd. Daarvoor kwam ik niet naar de microfoon, al vind het heel aardig door de voorzitter te worden gefeliciteerd. Dat is mij op deze plek nog niet vaak overkomen.

Voorzitter. Ik voeg mij bij de argumentatie van mevrouw Verburg. Waar gaat het om? Om het voeren van een inhoudelijk debat en het feit dat wij daarvoor de tijd moeten nemen. Het voorziene AO van twee uur biedt daartoe alle ruimte. Dan is, zoals u aangaf, daarna ook nog een VAO mogelijk. Ik vermag niet in te zien wat de toegevoegde waarde van een spoeddebat zou zijn.

De voorzitter:

Daar voeg ik nog aan toe dat indien dat debat zou worden gehouden, de agenda niet meer dan twee minuten spreektijd per fractie toelaat.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb begrepen dat het algemeen overleg dat morgen wordt gehouden, maar anderhalf uur duurt, dus uitermate kort, en ik vind dat wij dit onderwerp serieus moeten bespreken.

De voorzitter:

Duurt dit AO anderhalf of twee uur? Ik kijk nu even naar de leden. Sommigen zeggen anderhalf en sommigen twee uur.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Het zal anderhalf uur duren.

De voorzitter:

Dan maakt u er twee uur van. Bij dezen besloten.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Ik heb het verslag van die commissievergadering voor me. Daaruit blijkt dat alleen is afgesproken dat een eerder gepland AO wordt uitgesteld. Ondertussen zijn er nieuwe feiten. Er is de opzegging door de Stichting van de Arbeid en de reactie van het kabinet. Als dat niet meer genoeg is om hier een debat te houden, zou ik niet meer weten waarover wij het in de plenaire zaal nog zullen hebben. Bij het najaarsakkoord gaat het om loonmatiging, om doorbetaling in het tweede ziektejaar en om de gehele economische situatie in Nederland.

De heer Herben (LPF):

Voorzitter. Ik volg uw voorstel. Laten wij praktisch blijven. U hebt aangegeven dat het voor de ministers buitengewoon moeilijk is om de rest van de week voor extra overleg beschikbaar te zijn. Daarom volg ik uw voorstel: morgen een AO en eventueel een VAO.

De voorzitter:

Ook na de argumenten van een aantal leden, de wijze woorden van onze jarige nestor, handhaaf ik mijn voorstel.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Voorzitter. Ik handhaaf toch mijn voorstel en doe het verzoek voor het agenderen van een spoeddebat.

De voorzitter:

Dan houden wij morgenavond om kwart voor negen een debat met spreektijden van 1 minuut per fractie.

U zult begrijpen dat ik dit voorstel niet serieus doe, omdat ik een belofte aan de medewerkers niet ongedaan wil maken, maar met deze opmerking geef ik aan dat het mij dwarszit, ook na het constructieve gesprek dat wij gisteren over de Raming van de Kamer hadden, dat er op deze manier gebruikgemaakt wordt van de mogelijkheid van 30 zetels die je nodig hebt voor een debat. Ik vind dat er overtuigende argumenten zijn gekomen om het morgen eerst in een AO te doen. In een VAO hebben sprekers 2 minuten. In een debat kan dat hetzelfde zijn. Wij hebben deze week een zeer gecompliceerde agenda om de redenen die ik genoemd heb. Ik vraag de leden om een beetje mee te werken.

Mevrouw Dijksma (PvdA):

Voorzitter. Hoewel ik het niet graag doe, maak ik bezwaar tegen hetgeen u nu zegt. Ik weet dat er discussie is over de regel dat 30 leden een debat kunnen aanvragen, maar het gaat hier niet om zomaar iets. Dat moet meewegen in de waardering van de aanvraag van een debat. Ik zou graag zien dat u dat ook doet.

De voorzitter:

Ik rond af met een opmerking en een laatste voorstel. Mevrouw Dijksma suggereert dat ik zou hebben gezegd dat het om zomaar iets gaat. Dat is niet mogelijk, omdat ik als voorzitter inhoudelijk op ieder punt volslagen neutraal ben. Voor mij is ieder onderwerp op de agenda belangrijk. Verder stel ik voor om het punt als spoeddebat toe te voegen aan de agenda van donderdag met spreektijden van maximaal 2 minuten.

Mevrouw Verburg (CDA):

Ik wijs erop dat een algemeen overleg ook een debat is. Het algemeen overleg is gepland. Wij hebben de mogelijkheid om dat debat plenair af te ronden. Het is duidelijk dat dat gaat gebeuren. Wij hebben er morgen alle gelegenheid voor. Wij hebben daar steeds rekening mee gehouden, omdat wij allemaal wisten dat het resultaat van de achterbanraadpleging van FNV en CNV vorige week bekend zou worden.

De voorzitter:

Laten wij niet uitsluiten dat het debat van donderdag een VAO is met dezelfde spreektijd. Het Reglement van orde gaat over plenaire debatten. Ik kan niets anders voorstellen dan ik daarnet heb gedaan.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Ik hoor nu gemor bij enkele leden. Tegen hen zeg ik: u hoeft niet mee te doen aan het debat.

Het woord is aan de heer Van Fessem.

De heer Van Fessem (CDA):

Voorzitter. Mede namens VVD, PvdA, LPF en D66 verzoek ik u om de stemmingen over de moties voorgesteld tijdens het notaoverleg over de Illegalennota uit te stellen tot aanstaande donderdag.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan het verzoek te voldoen.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Griffith.

Mevrouw Griffith (VVD):

Voorzitter. Gisteren is een brief van de minister van Justitie binnengekomen over de amendementen die zijn ingediend op het wetsvoorstel inzake de herijking van enkele strafmaxima (28484). Ik vraag u, de stemmingen over dat wetsvoorstel aan te houden tot donderdag a.s.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Dat wordt dan donderdagavond zo tegen enen.

Het woord is aan de heer Rouvoet.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Voorzitter. Mede namens de fracties van de PvdA, de VVD, het CDA en de SGP vraag ik u om de stemmingen over het wetsvoorstel inzake de strafbaarstelling discriminatie wegens een handicap (28221) uit te stellen tot aanstaande donderdag. De reden is gelegen in een moeilijk te formuleren amendement waarover kabinet en Kamer het zeer eens zijn. Het luistert juridisch erg nauw.

De voorzitter:

Ik stel voor om ook aan dit verzoek te voldoen.

Aldus wordt besloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven