Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het spoeddebat over probleemjongeren, te weten:

- de motie-Agema c.s. over het evalueren van projecten voor probleemjongeren (31200 VI, nr. 116);

- de motie-Agema c.s. over het stopzetten van projecten met een slagingskans van minder dan 80% (31200 VI, nr. 117);

- de motie-Agema over het terugvorderen van subsidie als de gestelde doelen niet zijn bereikt (31200 VI, nr. 118);

- de motie-Leijten c.s. over het verzoek aan de algemene commissie voor Jeugd en Gezin om met nadere voorstellen te komen (31200 VI, nr. 119);

- de motie-Dezentjé Hamming/Agema over een eenjarig experiment met doorzettingsmacht (31200 VI, nr. 120).

(Zie vergadering van 13 maart 2008.)

De voorzitter:

De motie-Dezentjé Hamming/Agema (31200-VI, nr. 120) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat veel jeugdinterventies falen omdat er te veel verschillende hulpverleners en instanties betrokken zijn bij de zorg voor multiprobleemgezinnen;

van oordeel dat het noodzakelijk is dat één begeleider actief het multiprobleemgezin begeleidt en aanstuurt;

van oordeel dat deze begeleider ook de sturende rol moet hebben om te zorgen dat alle betrokken instanties (waaronder hulpverlening en justitie) richting het gezin geregisseerd en gecoördineerd worden;

van oordeel dat deze begeleider ook de sanctiemogelijkheden moet hebben zoals het aan een ander dan de ouder uitbetalen van de kinderbijslag, uithuisplaatsing en maatregelen volgens de Wet werk en bijstand;

verzoekt de regering, de doorzettingsmacht richting het gezin enerzijds en de betrokken instanties anderzijds in de vorm van verplichte samenwerking te organiseren en dit in de vorm van een eenjarig experiment te starten en te evalueren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening van deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 122 (31200-VI).

Ik stel vast dat wij hierover nu kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Agema c.s. (31200-VI, nr. 116).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, de PvdD, de VVD, de PVV en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Agema c.s. (31200-VI, nr. 117).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van D66, de VVD, de PVV en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Agema (31200-VI, nr. 118).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de PVV en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Leijten c.s. (31200-VI, nr. 119).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, de PvdD, de PVV en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Dezentjé Hamming/Agema (31200-VI, nr. 122).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de VVD, de PVV en het lid Verdonk voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven