Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de PvdA-fractie benoem ik het lid Jacobi tot lid van de Contactgroep Frankrijk.

Het woord is aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Ik verzoek u, het VAO over de kwaliteit van cure en care op de agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit VAO toe te voegen aan de agenda van een van de volgende weken.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Miltenburg.

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

Voorzitter. Ik verzoek u, het VAO over de ambulancezorg op de agenda van volgende week te plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit VAO toe te voegen aan de agenda van een van de volgende weken.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van der Burg.

Mevrouw Van der Burg (VVD):

Voorzitter. Op 16 oktober is door een grote meerderheid van de Kamer een aantal moties aangenomen die beogen de regeldruk terug te dringen. Helaas heb ik nog niets van het kabinet mogen vernemen over de uitvoering daarvan. Graag krijg ik dan ook een brief waarin de stand van de uitvoering van deze moties is aangegeven alsmede de planning voor die uitvoering. Het gaat hierbij om de motie over inhoudelijke nalevingslasten (29515, nr. 211), de motie over één inspectie en toezichtbezoek op lokaal niveau (29515, nr. 212) en de motie over het bedrijvenloket (29362, nr. 131). Deze brief wil ik graag binnen twee weken ontvangen.

Mevrouw Smeets (PvdA):

Voorzitter. Ik sluit mij bij dit verzoek aan. Met dezelfde brief krijg ik graag te horen wat de stand van zaken is bij de uitvoering van de motie over de belevingsmonitor (29515, nr. 215).

Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA):

Voorzitter. Wij sluiten ons bij dit verzoek aan. Wij wachten ook nog op uitvoering op twee moties. Ik stel voor, hierover voortaan ook in de procedurevergadering te spreken.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Leeuwen.

De heer Van Leeuwen (SP):

Voorzitter. Vorige week maandag is het wetgevingsoverleg over de Wabo, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (30844), gehouden. Drie dagen later, op donderdag, presenteerde de Algemene Rekenkamer het rapport over het onderzoek Lessen uit ICT-projecten bij de overheid. De analyses, risico's en aanbevelingen uit dat rapport waren tijdens het debat nog niet bekend, maar zijn nadrukkelijk van toepassing op de Wabo. Om die reden verzoek ik u, ons in de gelegenheid te stellen tot het houden van een derde termijn van het wetgevingsoverleg.

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. Ik begrijp dat nu ook om een heropening van de beraadslaging wordt gevraagd. Ik dacht dat alleen zou worden voorgesteld om nog niet over het wetsvoorstel te stemmen.

De voorzitter:

De heer Van Leeuwen vraagt om een derde termijn. Dat betekent dat gevraagd wordt om heropening van de beraadslaging. Dat betekent dus ook uitstel van de stemmingen hierover die voor vanmiddag op de agenda staan.

De heer Koopmans (CDA):

Het is het goede recht van de heer Van Leeuwen om daarom te vragen, maar wij staan er wel op dat die derde termijn binnen enkele dagen wordt gehouden. Dit wetsvoorstel verdraagt langer uitstel namelijk niet.

De voorzitter:

Ik stel voor, conform het verzoek te handelen en de derde termijn op de kortst mogelijke termijn, liefst deze week, te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Ik heb drie sets Kamervragen die niet op tijd zijn beantwoord. Het gaat om de vragen die ik aan de minister van Defensie heb gesteld over het optreden in Afghanistan tegen de taliban, om de vragen die ik aan de minister van Justitie heb gesteld over de mogelijke vervolging van een veroordeelde oorlogsmisdadiger en om vragen over de omstandigheden van vreemdelingenbewaring. Ik vraag het kabinet, die vragen met gezwinde spoed te beantwoorden.

De voorzitter:

Ik steun uw verzoek, met de opmerking dat wij voor het kerstreces bij willen zijn. Desnoods moet het dus snel. Ik stel daarom voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Via u verzoek ik de staatssecretaris van VWS de evaluatie van de Wet medische keuringen die eerst voor de zomer was toegezegd en laatstelijk voor 1 december was toegezegd, uiterlijk morgen aan de Kamer te sturen. Wij willen dit stuk betrekken bij de veegwet Pensioenwet, die donderdag op de agenda staat.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Koşer Kaya.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. Ik vraag om een kabinetsreactie op de brief van Grijs Werk van 3 december 2007, voor de behandeling van de begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Duyvendak.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. De Klimaattop in Bali is gisteren begonnen. Eind volgende week vindt daarvan de politieke afronding plaats. De GroenLinksfractie maakt zich grote zorgen over de inzet van de Nederlandse regering op deze top. Vanmorgen konden wij een interview horen met minister Cramer op BNR-Nieuwsradio en ook in het FD zagen wij vanmorgen een interview met de minister, waarin zij in reactie op de vraag wanneer de top geslaagd is, niet verder komt dan het antwoord: "Als wij in staat zijn, afspraken te maken dat wij met elkaar afspraken maken." Zo wordt het geen succes in Bali. Ik zou graag nog deze week minister Cramer willen interpelleren, om daarmee te bereiken dat Nederland een ambitieuzere inzet in Bali zal tonen.

De heer Jansen (SP):

Voorzitter. Wij steunen het verzoek van de heer Duyvendak.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Een cruciaal moment, een cruciale top, dus een voorgesprek in deze plenaire zaal lijkt mij zeer logisch. Steun, dus!

Mevrouw Neppérus (VVD):

Voorzitter. Internationale afspraken zijn essentieel, dus wij steunen het verzoek van de heer Duyvendak.

Mevrouw Spies (CDA):

Voorzitter. Ik zal mij niet verzetten tegen het verzoek van de heer Duyvendak. Wel maak ik u en de collega's erop attent dat wij al een debat met de minister hebben gehad over de Nederlandse inzet, als onderdeel van de EU-inzet op Bali. Ik heb op dat punt behoefte aan verduidelijking van de heer Duyvendak. Er is geen sprake van een Nederlandse inzet op Bali. De Nederlandse inzet is onderdeel van datgene wat de EU daar naar voren brengt. Wat wil hij hiermee? Op Bali gaat het namelijk alleen over de EU-inzet.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. De ambities ten aanzien van milieu kunnen niet hoog genoeg zijn. De Partij voor de Dieren steunt het verzoek van GroenLinks.

De heer Samsom (PvdA):

Voorzitter. Nu was ik net zo trots op de Kamer dat wij met zijn allen, inclusief GroenLinks, ruim op tijd het mandaat met de minister hebben besproken, waarbij wij overeenstemming hebben bereikt, en nu creëert de heer Duyvendak de zeer merkwaardige stijlfiguur dat, terwijl de delegatie in Bali al aan het onderhandelen is, de minister hier in de Kamer nog eens haar inzet moet herhalen. Ik zal mij niet verzetten, ook gezien het belang van het onderwerp, maar dit is een stijlfiguur waar ik niets mee heb!

De voorzitter:

Normaal gesproken, zou ik de heer Duyvendak voorgesteld hebben om een spoed-AO te houden over dit onderwerp, maar, naar ik heb begrepen, heeft hij dat zelf ook al geprobeerd.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Ik dank de collega's voor de steun. Het klopt, zoals de fracties van het CDA en de PvdA aangeven, dat wij vijf weken geleden een vrij globaal debat met minister Cramer hierover hebben gehad. Inmiddels is er veel meer duidelijk over de precieze verhoudingen, de ins en outs en de wensen van de verschillende partijen. Ook is in de media duidelijk geworden dat minister Cramer een aantal uitspraken heeft gedaan die erop neerkomen dat de ambitie van Nederland omlaag wordt geschroefd. Het lukt alleen maar op Bali als de Europese Unie grote stappen zet en zij op een beslissende manier de rest van het wereldtoneel meetrekt. Daarin heeft Nederland een voorhoederol te spelen. Die zie ik nu evenwel wegglippen. Daarom moeten wij er deze week nog met de minister over kunnen spreken.

Mevrouw Spies (CDA):

Afgelopen donderdag hebben wij een procedurevergadering gehad, waarin de heer Duyvendak als enige persisteerde bij een nog deze week te houden algemeen overleg met de minister van VROM over de inzet op Bali; de rest van de collega's, inclusief de collega's die nu steun geven aan het verzoek tot een interpellatie of een spoeddebat, stemden toen in met een gesprek met de minister op Bali ín plaats van een nog deze week te houden debat in de Kamer. Ik vind het een merkwaardige manier van gebruikmaken van onze eigen procedures als wij nu ineens de plenaire agenda gaan belasten met zo'n debat. Laten wij er dan alsnog een spoed-AO van maken.

De heer Jansen (SP):

Wat mevrouw Spies zegt klopt. De behoefte van de SP-fractie aan het debat is wat kleiner dan die van de GroenLinksfractie, maar het recht van interpellatie is een groot goed in dit parlement. Het zijn op zichzelf nieuwe argumenten die de heer Duyvendak aanvoert en die wegen voor ons zwaar genoeg om zijn verzoek te steunen.

De voorzitter:

De heer Duyvendak heeft voldoende steun om de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer te mogen interpelleren over het standpunt van de Nederlandse regering op de Klimaattop van Bali.

Ik stel voor, deze interpellatie deze week te houden met spreektijden van 3 minuten per fractie.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven