Vragen van het lid Wiegman-van Meppelen Scheppink aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de moeilijkheden die veel zelfstandig werkende thuiszorgwerkers (zzp'ers) hebben om tijdig voor 1 januari 2008 VAR's te verkrijgen, zodat zij ook na die datum als zzp'er in de thuiszorg actief kunnen blijven.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. De fractie van de ChristenUnie constateert dat zzp'ers, zelfstandigen zonder personeel, in de thuiszorg niet langer in aanmerking kunnen komen voor een VAR, een verklaring arbeidsrelatie, die hun toekomt als zelfstandige in de thuiszorg. Zij kunnen alleen een VAR-loon krijgen, alsof zij een dienstbetrekking vervullen. De zzp'ers zijn met name actief in de intensieve nachtzorg, zoals terminale zorg. Dit is zorg die thuiszorgorganisaties meestal niet leveren. De fractie van de ChristenUnie vindt het niet juist om deze zzp'ers te behandelen alsof zij een dienstbetrekking hebben. Dit doet geen recht aan de werkelijke situatie en maakt het bovendien voor zzp'ers onmogelijk om op dezelfde wijze te blijven werken. De kwaliteit en de doelmatigheid van de zorgverlening komt onder druk te staan. Deze situatie brengt veel onrust teweeg onder de zzp'ers in de thuiszorg. Daarom stel ik de volgende vijf vragen:

  • 1. Is de staatssecretaris ervan op de hoogte dat zelf­standig werkende thuiszorgwerkers moeilijkheden ondervinden om tijdig voor 1 januari 2008 een VAR te verkrijgen, zodat zij ook na die datum als zzp'er in de thuiszorg actief kunnen blijven?

  • 2. Deelt de staatssecretaris de mening dat zzp'ers in de thuiszorg een belangrijke functie vervullen, doordat zij zich vaak inzetten voor specifieke vormen van zorg, zoals terminale nachtzorg?

  • 3. Deelt de staatssecretaris de mening dat mensen die er bewust voor kiezen om als zzp'er in de thuiszorg werkzaam te zijn ook de mogelijkheid moet worden geboden om hun beroep op deze wijze te blijven uitoefenen en dat het, ook in relatie tot de arbeidsmarktproblematiek in de zorg, van groot belang is dat deze mensen voor de zorg behouden blijven?

  • 4. Doet deze situatie zich overal in het land voor, of is er sprake van regionale verschillen?

  • 5. Is de staatssecretaris bereid om in overleg met de staatssecretaris van Financiën ervoor te zorgen dat de knelpunten in kaart worden gebracht en zo spoedig mogelijk, in ieder geval voor 1 januari 2008, worden opgelost en dat de betrokken zelfstandige thuiszorgwerkers daarvan zo snel mogelijk op de hoogte worden gesteld?

Staatssecretaris Bussemaker:

Voorzitter. Ik zou heel kort kunnen antwoorden, want ik kan op alle vragen "ja" antwoorden. Ik zal dat toelichten. Vanzelfsprekend ben ik op de hoogte van de problemen die rond zzp'ers spelen die voor 1 januari problemen zouden ondervinden met het verkrijgen van een VAR. Bij debatten over de WMO is dat al eerder aan de orde gesteld door mevrouw Van Miltenburg en de fractie van de PvdA heeft er schriftelijke vragen over gesteld. Het probleem is mij dus bekend. Ik erken ook dat zzp'ers in de thuiszorg een belangrijke groep vormen en soms specifieke zorg verlenen. Daarom vind ik het van belang dat zzp'ers in de thuiszorg hun beroep kunnen blijven uitoefenen. Daarbij geldt wel een "maar", die ook geldt voor alfahulpen. Het moet gaan om mensen die zelf beslissen dat zij als zelfstandige willen werken en die ook weten wat de consequenties daarvan kunnen zijn. Het kan betekenen dat zij een hoger loon ontvangen, maar minder sociale-zekerheidsrechten. Het kan niet zo zijn dat mensen onder dwang van instellingen als zelfstandige moeten werken, maar niet de bescherming krijgen die daarbij hoort, of niet op de hoogte zijn van de voor- en nadelen van een dergelijke constructie.

Dat zich problemen voordoen, is mij bekend. Ik heb geen signalen dat die alleen regionaal spelen. Er zijn wel enkele regionale uitspraken van de Belastingdienst, maar ik wil proberen het probleem landelijk op te lossen. Dat doe ik samen met de staatssecretaris van Financiën. Wij hebben daarover met elkaar al een aantal afspraken gemaakt.

Vanwege de problemen met de VAR die ons gemeld zijn, is een werkgroep samengesteld uit medewerkers van mijn ministerie, van het ministerie van Financiën, van de Belastingdienst, van BTN en van Actis. BTN is de commerciële koepel en Actis is de koepel van reguliere zorgaanbieders. Binnen deze werkgroep proberen wij te zoeken naar een structurele oplossing. Ons is gebleken dat deze nog niet vóór 1 januari 2008 naar volle tevredenheid tot stand kan worden gebracht. Er is daarom een brief uitgegaan om in ieder geval een noodoplossing te hebben per 1 januari 2008. Deze oplossing bestaat eruit dat de Belastingdienst haar medewerkers nogmaals informeert over de problematiek en over het op te stellen convenant. Hierbij wordt afgesproken dat medewerkers lopende controles aanhouden totdat meer duidelijkheid bestaat over de inhoud van het convenant. Wij verwachten dat dit in het voorjaar bekend is. Mij is bevestigd dat ook BTN met de gekozen noodoplossing heel goed kan leven. Het probleem is dan ook voorlopig opgelost. Zoals gezegd, werken wij ondertussen aan een structurele oplossing. Ik heb er alle vertrouwen in dat deze binnenkort tot stand zal worden gebracht.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Ik dank u voor uw antwoorden. U noemt een aantal maatregelen dat wordt genomen. U bent op zoek naar structurele oplossingen en werkt aan een convenant. Ik heb in dit kader een aanvullende vraag: is voldoende maatwerk mogelijk voor de mensen die het betreft? Hun situaties zijn immers heel verschillend.

Ik heb nog een tweede aanvullende vraag. Mensen moeten uiteraard zelfstandig kunnen beslissen om voor deze werkvorm te kiezen. Daarom vind ik ook niet dat de VAR aangepast moet worden. Er moet echter wel veel meer duidelijkheid komen over de interpretatie ervan. Is de staatssecretaris bereid om meer duidelijkheid te geven over de interpretatie van de VAR's om de regionale verschillen teniet te doen?

Staatssecretaris Bussemaker:

Ik ben uiteraard bereid om maatwerk te leveren. Voor mij staat voorop dat een VAR mogelijk moet zijn en werken als zpp'er ook, maar dat niet altijd van te voren kan worden vastgesteld of dit aan de voorwaarden voldoet of niet. Het moet een bewuste keuze zijn. Er zijn mij ook casussen bekend waarin zzp'ers verschillende dagen achtereen 24 uur per dag als verpleegkundige werken voor een inkomen dat nog lager is dan dat van een alfahulp. Dat vind ik onacceptabel. Binnen die twee grenzen, wil ik zorgen dat het mogelijk blijft om als zzp'er te werken. Als er sprake is van een bewuste keuze en bescherming die hoort bij die keuze, valt er te praten over maatwerk. Als de werkgroep zijn activiteiten heeft afgerond, zal ervoor worden gezorgd dat de informatie breed wordt verspreid. Omdat zowel BTN als Actis deelneemt aan die werkgroep, ga ik ervan uit dat de leden goed worden bereikt.

Mevrouw Vos (PvdA):

Er is blijkbaar toch wat veranderd. Ik had op 13 juli hierover al vragen gesteld en toen was de staatssecretaris nog niet bereid om hier iets mee te doen. Ik vraag mij af waarom een commissie en een convenant nodig zijn. Het gaat immers vooral om zzp'ers die al jarenlang als zelfstandige werken, altijd een VAR-wuo hebben gehad en nu ineens een ander type VAR krijgen. Is het niet handiger, als snelle oplossing, om die VAR's niet af te pakken van mensen die al jaren als zzp'er werken? Ik begrijp dat de staatssecretaris schijnzelfstandigheid en de problemen rond de alfahulpen wil aanpakken, maar dat kan ook anders.

Staatssecretaris Bussemaker:

Het probleem is dat men soms wel een VAR krijgt, maar niet altijd de verklaring die men wil. Er bestaan verschillende soorten VAR's, namelijk een VAR-loon en VAR-wuo waar het gaat om winst uit onderneming. Wij moeten ons ervan vergewissen of mensen altijd de VAR krijgen die past bij hun situatie. Daarover zijn inderdaad indertijd schriftelijke vragen gesteld. Daarop hebben wij geantwoord dat wij dit goed uit willen zoeken. Dat doen wij nu in die werkgroep. Juist omdat hierin ook de betrokken organisaties zitten, die de noodzaak hiervan inzien, moeten wij duidelijkheid krijgen op grond waarvan welke VAR mogelijk is en wat de kenmerken ervan zijn. De vraag op grond van welke wetten en regels de verklaring kan worden verleend, moet wij voor eens en voor altijd en voor iedereen helder maken. Dit is precies wat wij doen. De verschillende varianten van de VAR zullen in de werkgroep aan de orde komen.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Ik heb meerdere e-mails ontvangen waaruit blijkt dat een van de problemen is dat de Belastingdienst zzp'ers meldt dat AWBZ-zorg zich niet leent voor uitoefening door zzp'ers. Deze zorg kan volgens de Belastingdienst alleen in loondienst worden verleend. Is dit bij de staatssecretaris bekend en, zo ja, kan zij dit probleem zo snel mogelijk uit de wereld helpen? Dit ontneemt immers veel zzp'ers de mogelijkheid om deze zorg te verlenen, en dat kan niet de bedoeling zijn. Verder wordt met terugwerkende kracht vijf jaar loonbelasting door de Belastingdienst teruggevraagd. Is dit bij de staatssecretaris bekend en, zo ja, kan zij dit ook snel oplossen?

Staatssecretaris Bussemaker:

Dit lijken mij vragen voor de staatssecretaris van Financiën. Ik zal ze aan hem doorgeven en de Kamer hierover zo snel mogelijk schriftelijk informeren.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Kan dit snel gebeuren?

De voorzitter:

Ja, de staatssecretaris zei dat zij zo snel mogelijk voor de antwoorden wil zorgen. Het lijkt mij dat die er binnen een week kunnen zijn.

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

Ik dank de staatssecretaris voor haar antwoorden. Ik neem aan dat wij later nog terugkomen op deze kwestie. De staatssecretaris zegt dat dit moet kunnen als mensen hiervoor vrijwillig kiezen. Volgens de VVD-fractie moeten deze mensen ook zelf kunnen bepalen tegen welk loon zij hulp verlenen. In dat geval blijft alleen de vraag over wat het betekent voor de kwaliteit van zorg als iemand 24 uur achtereen werkt. Iedereen is het erover eens dat er steeds meer zzp'ers in de zorg zullen gaan werken. Vallen deze mensen dan niet eigenlijk onder de Kwaliteitswet zorginstellingen? Kunnen wij deze mensen via deze kwaliteitswet sturen? Wellicht moet de wet hiervoor enigszins worden aangepast. Dit lijkt mij beter dan ingrijpen in het loon dat zelfstandigen voor zichzelf vaststellen.

Staatssecretaris Bussemaker:

De vraag wanneer er sprake is van een zzp'er en welke regelgeving hierop betrekking heeft, wordt door de werkgroep uitgezocht. De Kwaliteitswet zorginstellingen wordt hierin meegenomen. Voor het overige ben ik het geheel met mevrouw Van Miltenburg eens. De discussie die in de Kamer vaak wordt gevoerd over alphahulpen, gaat ook op voor zzp'ers. Mensen moeten zelf bewust de keuzes kunnen maken. Zij moeten daarbij worden voorzien van de juiste informatie, zodat zij de verschillen voor hun werkzaamheden kunnen vaststellen. Voor het overige is de overheid uiteraard verantwoordelijk voor de kwaliteit van de zorg en het toezicht hierop.

Mevrouw Van Gijlswijk (SP):

Ik vind het goed dat de staatssecretaris heeft gekozen voor een noodoplossing, dat de Belastingdienst haar medewerkers instrueert en dat de lopende controles worden aangehouden. De staatssecretaris geeft aan, in reactie op een vraag van mevrouw Koşer Kaya, dat zij schriftelijk zal reageren op de vraag over de loonheffingen die bij de werkers zelf worden neergelegd. De Belastingdienst heft echter ook na bij de bemiddelingsorganisaties. Kan staatssecretaris samen met de staatssecretaris van Financiën afspreken dat ook deze naheffingen stoppen, net als de loonheffingen? Kan zij ons hierover binnen een week berichten?

Staatssecretaris Bussemaker:

Het lijkt mij goed dat de staatssecretaris van Financiën ook deze vraag meeneemt in zijn brief over de vragen van mevrouw Koşer Kaya.

Mevrouw Agema (PVV):

Het is prima als mensen er op vrijwillige basis voor kiezen om zelfstandig ondernemer te zijn in de zorg. Wij hebben het echter mijns inziens onvoldoende gehad over het feit dat de Wmo een soort schijnoperatie is om de zorg af te knijpen bij mensen die deze zorg nodig hebben. Ook uit deze schijnconstructie blijkt dat er heel veel mensen zijn die tegen hun wil in de constructie van zelfstandig ondernemer worden gedrukt. Hierdoor raken zij hun rechten kwijt op pensioen, WW en ziekte-uitkeringen. Hierover wil ik de staatssecretaris wat harde woorden horen spreken. De mensen die hierin tegen hun wil in terechtgekomen zijn, moeten een poot hebben om op te staan.

Staatssecretaris Bussemaker:

In de eerste plaats gaat het hierbij niet over de Wmo, maar over verpleegkundigen die werken in het kader van de AWBZ. Het gaat hierbij dus over AWBZ-zorg. In de tweede plaats dient deze regeling er nu juist toe, mensen voor de zorg te behouden op een manier waardoor wij kwalitatief goede zorg kunnen blijven leveren en waardoor de mensen die dit werk doen voldoende beschermd zijn in het soort werknemerschap of zelfstandigheid dat zij zelf prefereren. Ik wil juist niet dat mensen ongewild in de positie van de zzp'er worden gedrukt. Zij moeten daar zelf voor kiezen. Dat is precies een van de redenen waarom wij samen met Financiën en met de betrokken organisaties duidelijkheid scheppen. Dus de geachte afgevaardigde wordt op haar wenken bediend.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:

Jonker, Blom, Cramer en Halsema.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Op de tafel van de griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Naar boven