68 Handhaving in het verkeer

Aan de orde is het VAO Handhaving in het verkeer (AO d.d. 05/03).

De voorzitter:

Aan de orde is het VAO Handhaving in het verkeer. Ik heet de minister hartelijk welkom en geef het woord aan de heer Van Aalst van de PVV.

De heer Van Aalst (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Het kan allemaal heel snel gaan. Wij hebben twee hele goede moties. Twee keer "oordeel Kamer" van de minister en we kunnen weer verder. Dus laat ik snel beginnen. Het is eigenlijk een herhaling van zetten. Dat vind ik jammer genoeg, maar het is niet anders. De eerste motie gaat over het inningspercentage van verkeersboetes in het buitenland.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het afdwingen van de betaling van verkeersboetes door buitenlandse kentekenhouders wordt overgelaten aan het land van herkomst;

overwegende dat het inningspercentage van verkeersboetes door buitenlandse kentekenhouders ondermaats is;

verzoekt de regering alles in het werk te stellen om ervoor te zorgen dat het inningspercentage voor verkeersboetes door buitenlandse kentekenhouders zo snel mogelijk stijgt, en de Kamer hier voor het einde van het jaar een overzicht van te geven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Aalst. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 831 (29398).

De heer Van Aalst (PVV):

Voorzitter. Dan de tweede motie. Die heeft te maken met lachgas in het verkeer. Het is de afgelopen week al meermalen aan de orde gesteld door mijn collega bij VWS, maar ik help haar vandaag door middel van deze motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er een sterke toename in het gebruik van lachgas plaatsvindt;

van mening dat dit voor zowel de verkeersveiligheid als de volksgezondheid een zeer slechte ontwikkeling is;

verzoekt de regering in haar verkeerscampagnes ook het tegengaan van het gebruik van lachgas mee te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Aalst en Agema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 832 (29398).

Mevrouw Postma, CDA.

Mevrouw Postma (CDA):

Voorzitter, dank. Het is alweer een tijd geleden dat we hier stonden. Toen hadden we het over handhaving en over verkeersveiligheid. We spraken over de Educatieve Maatregel Gedrag, dat is de cursus die je moet doen als je je ernstig hebt misdragen in het verkeer. De samenvatting is: die cursus werkt niet en moet beter. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat steeds meer mensen worden staande gehouden voor risicovol rijgedrag, waarbij uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de huidige cursus Educatieve Maatregel Gedrag en Verkeer (EMG) die hierbij wordt opgelegd niet effectief lijkt te werken;

overwegende dat van de EMG-deelnemers 49% binnen twee jaar recidiveert met een nieuw EMG-gerelateerd delict;

overwegende dat het van belang is dat effectieve maatregelen kunnen worden opgelegd om hufterig gedrag in het verkeer tegen te gaan en recidive te voorkomen;

verzoekt de regering te onderzoeken op welke wijze de huidige cursus EMG verbeterd zou kunnen worden en in hoeverre andere technische mogelijkheden, zoals een snelheidsbegrenzer, zouden kunnen helpen om risicovol rijgedrag en recidive tegen te gaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Postma. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 833 (29398).

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de heer Ziengs namens de VVD.

De heer Ziengs (VVD):

Dank u, voorzitter. Ik heb twee moties. De eerste gaat over aansprakelijkheid voor fietsers.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat fietsers op basis van artikel 185 van de Wegenverkeerswet een andere status genieten dan automobilisten als het gaat om aansprakelijkheid;

verzoekt de regering voor het algemeen overleg Verkeershandhaving een overzicht te geven van de wijze waarop aansprakelijkheid in het verkeer voor fietsers geregeld is en te bezien of hier wijzigingen in moeten aangebracht,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ziengs en Remco Dijkstra. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 834 (29398).

De heer Ziengs (VVD):

Dan de motie Verkeershandhaving/kleine boetes omlaag.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat personen die de verkeersveiligheid structureel ondermijnen zwaar gestraft moeten worden;

overwegende dat afgesproken is om het verschil in boetes tussen kleine overtredingen en grote, notoire overtredingen te vergroten, zodat zwaar misbruik zwaarder bestraft wordt;

verzoekt de regering uiterlijk voor de begrotingsbehandeling een wetsvoorstel aan de Kamer voor te leggen waarbij de kleine boetes verlaagd worden, en de boetes voor zware overtredingen desnoods nog verder te verhogen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ziengs, Remco Dijkstra en Stoffer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 835 (29398).

Dan is het woord aan mevrouw Van Brenk van 50PLUS.

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Dank u wel, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende het feit dat handhaving een onmisbaar instrument is bij het terugdringen van het aantal verkeersovertredingen;

overwegende het feit dat trajectcontrole hierbij een effectief instrument kan zijn;

verzoekt de regering in te zetten op meer trajectcontroles op de Nederlandse wegen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Brenk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 836 (29398).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende het feit dat verkeershufters veel leed veroorzaken;

overwegende het feit dat naast een hogere kans op beboeting een directe confrontatie met de gevolgen van het eigen verkeersgedrag effectief kan zijn;

verzoekt de regering te onderzoeken of en op welke wijze daders van ernstige verkeersdelicten geconfronteerd kunnen worden met de gevolgen van hun daden, door het werken met slachtoffers onderdeel te laten uitmaken van een mogelijke taakstraf,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Brenk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 837 (29398).

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de minister.

Minister Grapperhaus:

Voorzitter, de moties. De motie op stuk nr. 831. Ik zoek even de heer Ziengs. Als ik de motie zo mag lezen: "alles in het werk te stellen om ervoor te zorgen dat het inningspercentage voor verkeersboetes door buitenlandse kentekenhouders verder stijgt", want er is de afgelopen jaren sprake van een stijging, "en de Kamer hier voor het eind van het jaar een overzicht van te geven", dan geef ik de motie oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 831 krijgt oordeel Kamer.

Minister Grapperhaus:

Ja, als waar nu staat "zo snel mogelijk stijgt" wordt gewijzigd in "verder stijgt". O, deze motie is van Van Aalst.

De heer Van Aalst (PVV):

Voorzitter, ik geef de minister het voordeel van de twijfel. Het is goed.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 832.

Minister Grapperhaus:

De motie op stuk nr. 832 verzoekt de regering in haar verkeerscampagnes ook het tegengaan van het gebruik van lachgas mee te nemen. Die motie ontraad ik, want u zult gevolgd hebben dat we lachgas op lijst 2 van de Opiumwet gaan zetten. Dit zou impliceren dat je lachgas niet in het verkeer moet gebruiken, maar voor het overige mogelijk wel, anders dan voor slagroomtaarten. Ik begrijp de goede bedoeling, maar ik moet deze toch ontraden.

De voorzitter:

De heer Van Aalst, kort. De motie op stuk nr. 832 wordt ontraden.

De heer Van Aalst (PVV):

Het had snel door gekund als deze oordeel Kamer had gekregen.

De voorzitter:

Ja, mee eens.

De heer Van Aalst (PVV):

Dit is nou juist wat er afgelopen week gespeeld heeft bij de collega's van VWS. Daar geeft de minister aan dat hij er geen ruimte voor heeft, want hij heeft al zo veel campagnes. Hij vond het op zich een goed idee, maar hij heeft te veel campagnes. Wij hebben de BOB-campagne voor alcohol. Volgens mij is het gewoon inkoppen voor de minister. Voeg dit toe aan de BOB-campagne en we zijn er met elkaar. Ja, er loopt nog een traject met de Opiumwet. Dat is prima, maar dit kunnen we niet laten lopen. Er zijn zo veel mensen die hier misbruik van maken: er vinden ongevallen plaats, er vallen slachtoffers. Dit is wat mij betreft een inkoppertje.

Minister Grapperhaus:

Ik zei het al: je moet helemaal geen lachgas gebruiken, behalve voor slagroomtaart. Ik ga geen campagne financieren waarin staat "wilt u geen lachgas achter het stuur gebruiken", want dat impliceert dat je het wel zou kunnen doen als je niet achter het stuur zit. Om die reden moet ik de motie ontraden. Nogmaals: ik ben het geheel met de heer Van Aalst eens dat lachgas levensgevaarlijk kan zijn.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 833.

Minister Grapperhaus:

De motie op stuk nr. 833 van mevrouw Bosma krijgt oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 834 is wel van de heer Ziengs. Meneer Dijkstra, ik hoop dat ik het nu enigszins goedmaak. Oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 834 krijgt oordeel Kamer.

De heer Schonis (D66):

Dat verbaast mij toch wel. Dat is de motie van de heer Dijkstra en Ziengs over de aansprakelijkheid van fietsers, terwijl er destijds een heel expliciete keuze is gemaakt om fietsers als zwakke verkeersdeelnemer een andere juridische status te geven ten aanzien van aansprakelijkheid dan automobilisten. Oordeel Kamer verbaast mij wel, want er is destijds bij de wetgeving een expliciete overweging voor gemaakt. Dus dan wil ik ook horen waarom de minister oordeel Kamer geeft.

Minister Grapperhaus:

De motie luidt: verzoekt de regering voor het algemeen overleg Verkeershandhaving een overzicht te geven van de wijze waarop aansprakelijkheid in het verkeer voor fietsers geregeld is en te bezien of hier wijzigingen in moeten worden aangebracht. Daar kan ik moeilijk iets anders dan "oordeel Kamer" op zeggen. In het leven moeten we elkaar toch een overzicht kunnen gunnen.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 835. Nee, meneer Schonis, we gaan verder.

Minister Grapperhaus:

Over de motie op stuk nr. 835 zou ik aan de heer Ziengs en de andere indieners, Dijkstra en Stoffer, willen vragen om deze aan te houden. Ik heb eind maart advies van de Commissie Feiten en Tarieven ontvangen over het verkeersboetestelsel. Op dit moment wordt de impact …

De voorzitter:

Ja, ik zie al een duim omhoog.

Op verzoek van de heer Ziengs stel ik voor zijn motie (29398, nr. 835) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Grapperhaus:

De motie op stuk nr. 836 verzoekt de regering in te zetten op meer trajectcontroles op de Nederlandse wegen. Die moet ik ontraden.

En de motie op stuk nr. 837 van mevrouw Van Brenk vraagt om te onderzoeken of en op welke wijze daders van ernstige verkeersdelicten geconfronteerd kunnen worden met de gevolgen van hun daden. Die laat ik oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 836 wordt ontraden en de motie op stuk nr. 837 krijgt oordeel Kamer.

Minister Grapperhaus:

Ja.

De voorzitter:

Meneer Laçin, u stond niet eens op de sprekerslijst. Niet eens voor nul minuten. Nu moet ik heel coulant zijn?

De heer Laçin (SP):

Ik heb het oordeel over de motie op stuk nr. 833 gemist.

De voorzitter:

Kijk, dat kan ik u geven. Dat was de motie-Postma, die krijgt oordeel Kamer.

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit VAO.

De beraadslaging wordt gesloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven