81 Onderhandelaarsakkoord voor de Noordzee

Aan de orde is het VSO Onderhandelaarsakkoord voor de Noordzee (33450, nr. 64).

De voorzitter:

Het moment is daar: dit is het laatste VSO. Aan de orde is het VSO over het onderhandelaarsakkoord voor de Noordzee. Ik zou mevrouw Mulder van het CDA het woord willen geven.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er na een intensief en constructief proces een Noordzeekakkoord ligt waarin een goede basis is gelegd om vanuit verder te werken;

overwegende dat er innovatieve oplossingen voor de visserij denkbaar zijn door maximaal gebruik te maken van Europese gelden, die echter pas tegen eind 2021 kunnen worden ingezet;

constaterende dat de minister aangeeft de Europese middelen versneld in te kunnen zetten indien er grote druk ontstaat op het innovatiebudget;

verzoekt de regering om, waar mogelijk, Europese gelden voor de visserij naar voren te halen, dan wel anderszins ervoor te zorgen dat de gewenste oplossingen eerder in beeld komen en daarmee het draagvlak voor het Noordzeeakkoord onder vissers te verstevigen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Agnes Mulder, Remco Dijkstra, Dik-Faber, De Groot en Weverling.

Zij krijgt nr. 69 (33450).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat we, zoals de voorzitter van het Noordzeeakkoord, de heer Wallage, tijdens de technische briefing gisteren in de Tweede Kamer heeft aangegeven nog heel veel over een gezonde Noordzee niet weten;

overwegende dat het voor een goede inpassing van windmolens, een gezonde visstand en andere activiteiten op de Noordzee van belang is dat we deze gegevens ten aanzien van de gezondheid goed monitoren en onderzoeken;

verzoekt de regering om bij de Wet windenergie op zee hier nadrukkelijk oog voor te hebben om daarmee het Noordzeeakkoord verder te verstevigen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Agnes Mulder en De Groot. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 70 (33450).

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Wij hebben na het reces nog een uitgebreid debat. Dat verdient dit Noordzeeakkoord ook, denk ik. Het is onder hele moeilijke omstandigheden tot stand gekomen. Het is een pittige klus om dit met elkaar te klaren. Het gaat om 60% van Nederland. Daarover worden afspraken gemaakt om met elkaar perspectief te hebben richting de toekomst. Ik hoop dat we er ook een goede toekomst voor elkaar kan kunnen maken. Dat is de hoop die ik vandaag uitspreek.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Even omdat ik mijn fractie moet adviseren over de laatste motie. Daarin wordt de link gelegd met de Wet wind op zee. We gaan die wet na het reces behandelen. Die is gereed voor plenaire behandeling. Vraagt deze motie nou ook nog een aanpassing van de wet? Ik begrijp niet helemaal wat de portee van het dictum is.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Wat ik van belang vind, is dat we goed monitoren wat in al die windparken gebeurt. Gaat dat goed? Is het goed voor het mariene leven, maar ook voor de schepen die er doorheen varen? Daarvoor heb je ongelofelijk veel data nodig. Dat moet goed in beeld zijn bij ons op het moment dat wij de Wet wind op zee gaan behandelen. We moeten weten of we daarmee de goede kant opgaan, zodat we niet achteraf worden geconfronteerd met allerlei gegevens die toch nog moeten worden aangeleverd, in Brussel of waar dan ook, en wij dan ongemakkelijke zaken gaan tegenkomen. Dat wens ik ons allemaal niet toe, want we weten waartoe dat kan leiden. Eerder vandaag hebben we gezien dat daar ook moties over werden ingediend.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Dijkstra ook nog?

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Ik heb een kleine vraag, namelijk of de heer Weverling ook kan worden toegevoegd aan die eerste motie van u. Hij heeft zich ook hardgemaakt voor de vissers. Misschien is u dat even ontschoten in alle mails vandaag.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ja, ik heb u erin gezet, omdat u de woordvoerder bent vanavond. Mag ik dat zo aanpassen? Dan ga ik dat bij dezen wijzigen.

De voorzitter:

We hebben dit gewijzigd, mevrouw Mulder.

Dan is nu het woord aan de heer Dijkstra van de VVD.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Voorzitter. Ik heb twee vragen en opmerkingen. Het is goed dat het akkoord er in concept ligt, om vanuit verder te werken. We hebben geconstateerd dat een aantal visgronden ten noorden van Schiermonnikoog en ook in de Noordzee worden afgesloten. Dat heeft tot onrust geleid bij de garnalenvisserij. De gronden die ze daar hebben, zijn ook van economisch belang. Mensen willen weten waar zij aan toe zijn. Nu heb ik begrepen dat van de week een verkenner is aangesteld om daarnaar te kijken. Ik wil vragen aan de regering of die verkenner ervoor kan zorgen dat ze met elkaar in gesprek gaan, om te kijken welke mogelijkheden er zijn, binnen de afspraken van het Noordzeeakkoord, om tot een toekomstbestendige garnalenvisserij te komen, dat te waarborgen en de Kamer daarover te informeren, liefst na de zomer. Als die toezegging kan komen, ben ik heel blij.

Mijn tweede punt. Ik had wat zorgen. Wij hebben als VVD eerder aandacht gevraagd voor de maritieme belangen maar ook de defensiebelangen. Die zaten wel aan tafel, maar een beetje indirect eigenlijk. We hebben ook geconstateerd, later ook uit de antwoorden die we kregen van beide ministers dat er een groot NAVO-oefengebied is. Dat heet EDH42. Dat is een groot gebied en dat moet net zo snel en goed bereikbaar zijn vanaf vliegbasis Leeuwarden. Er is gekeken naar alternatieven maar die zijn er niet. Dat is wat mij betreft een duidelijk antwoord; als zij er niet zijn, dan zijn ze er niet. Toch zie ik in de antwoorden dat alsnog misschien gekeken gaat worden naar andere gebieden, misschien internationaal. Ik hoop dat er nu echt duidelijkheid over komt. Als het er niet is, dan is het er niet en dan moet je ook niet verder zoeken. Als er iets is wat wel meerwaarde heeft, dan staan we daarvoor open, maar ik zou niet zeggen: ga daar dure onderzoeken naar doen. Bij dezen wil ik die opmerking gemaakt hebben.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Dik-Faber, ChristenUnie. Excuus, dan gaan we naar de heer De Groot, D66.

De heer De Groot (D66):

Dank u wel, voorzitter. Ik wil vanaf deze plek de ministers complimenteren voor het mooie werk met het Noordzeeakkoord. Het is het begin van het proces. Er moet nog heel veel gebeuren. Er gaat 50 miljard naar wind op zee worden uitgerold. Dat is echt een hele grote klus. Het Noordzeeakkoord heeft laten zien dat dat met alle betrokkenen, die ook complimenten verdienen, uiteindelijk toch heel goed is gelukt, maar dit is het begin. Er wordt nu gesproken over de governance en de verankering daarvan; hoe ga je dat doen? Wat D66 betreft, ook namens een aantal andere partijen in de Kamer, denk ik, is er toch een voorkeur voor een wettelijke verankering. Ik ben benieuwd naar de wijze waarop de minister daarin staat.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Wassenberg van de Partij voor de Dieren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank, voorzitter. Zo komt er toch een einde aan een lange vergaderdag. Vijftien uur geleden begonnen we en nu is het laatste debat bijna afgelopen en dan moeten we nog stemmen, dus er komt toch een einde aan. Even voor de duidelijkheid, voorzitter, volgens mij is het zo dat van degene die het laatst spreekt van de Kamer de moties automatisch worden aangenomen. Was dat niet zo? Volgens mij is dat een gouden regel, maar goed, ik ga het in elk geval proberen. Ik heb twee moties.

De voorzitter:

Dan meldt de heer Van Aalst zich nog even aan voor twee minuten. Gaat uw gang.

De heer Wassenberg (PvdD):

Mijn eerste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat contingenten (delen van het nationaal quotum voor een bepaalde vissoort) "al jaren bij lange na niet volledig worden benut";

verzoekt de regering de niet benutte contingenten in te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 71 (33450).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de sanering van de kottervloot ertoe moet leiden dat de ecologische druk door de visserij op de beschikbare visgronden afneemt;

constaterende dat een meerderheid van de leden van de uitgenodigde visserijorganisaties niet instemt met het Noordzeeakkoord;

overwegende dat het nog volstrekt onduidelijk is of en wanneer de visserijsector in meerderheid het Noordzeeakkoord steunt;

verzoekt de regering de gereserveerde middelen voor een sanering van de kottervisserij voor het eind van het jaar in te zetten, los van het Noordzeeakkoord,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 72 (33450).

Dank.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank.

De voorzitter:

Dan is nu het woord aan de heer Stoffer van de SGP. Gaat uw gang.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter. Die Urker vissers zeiden: als het waar is wat de heer Wassenberg zegt, ga dan nog even een motie indienen, Chris, want die van de Partij voor de Dieren moeten we natuurlijk niet allemaal aangenomen hebben.

Ik heb ook een motie, en dat is de volgende.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering het effect van onderwatergeluid op verschillende voor de Noordzee belangrijke vissoorten en op schaal- en schelpdieren en de invloed van windparken op stromingspatronen en sedimentatie mee te nemen in het onderzoeks- en monitoringsprogramma,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Stoffer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 73 (33450).

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef de minister het woord.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Dank u wel, voorzitter. Er was nog één vraag gesteld door de heer De Groot: hoe staan wij tegenover de wettelijke verankering? Hij heeft het specifiek over de governance die bij dit Noordzeerakkoord past. Op dit governance-onderdeel wacht ik nog even het advies af van de heer Wallage, maar ik zal uw Kamer uiterlijk in het derde kwartaal, dus na het zomerreces, hierover informeren.

Dan kom ik bij de moties op mijn beleidsterrein. De eerste motie is de motie op stuk nr. 70. Zij verzoekt de regering om bij de Wet windenergie op zee nadrukkelijk oog te hebben voor het monitoren en onderzoeken van de gezondheid van de Noordzee. Die motie geef ik oordeel Kamer.

De andere motie op mijn beleidsterrein is de motie op stuk nr. 73 van de heer Stoffer. Deze motie verzoekt het effect van onderwatergeluid op verschillende voor de Noordzee belangrijke vissoorten en op schaal- en schelpdieren en de invloed van windparken op stromingspatronen en sedimentatie mee te nemen in het onderzoeks- en monitoringsprogramma. Nou, dat is een hele mond vol. In het kader van de tijd zal ik er niet al te ver over uitweiden, maar we kunnen haar oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan zijn er nog drie andere moties.

Minister Schouten:

Ja. Eerst de motie van mevrouw Mulder c.s. Het is mogelijk om de middelen sneller in te zetten, mits daarover een besluit wordt genomen in Europa. De huidige planning gaat uit van een start begin 2021, maar voor goede projecten kunnen nationale innovatiemiddelen uit het NZA al wel naar voren worden gehaald, dus ik kan deze motie oordeel Kamer geven.

De heer Dijkstra had geen motie, maar een vraag, over de garnalenvisserij. Wij hebben de heer Joustra gevraagd om als verkenner op te treden in de visserij en de heer Dijkstra vroeg: kan hij dan ook niet kijken naar de garnalenvisserij en een aantal specifieke punten die daar spelen? Ik zal de heer Joustra vragen of hij daar ook aandacht aan wil besteden, om te kijken of we de vragen die er leven, kunnen wegnemen. Ik zal dit dus expliciet aan de heer Joustra meegeven. Dat kan ik toezeggen.

Dan nog twee moties van de heer Wassenberg. In de eerste motie, op stuk nr. 71, wordt de regering verzocht om de niet-benutte contingenten in te trekken. Die motie ga ik ontraden. Het quotasysteem is gebaseerd op wetenschappelijk advies. Het streven is om te vissen op MSY, op Maximum Sustainable Yield. Sorry voor het Engels, voorzitter, maar de heer Wassenberg weet wat het is. Gelukkig zijn er in de Noordzee veel soorten die daaronder vallen. Dat de visserij het ene jaar het quotum niet volledig opvist, zegt niets over andere jaren. Daarom ontraad ik deze motie, zoals ik al had aangegeven.

De voorzitter:

De heer Wassenberg heeft hier een vraag over?

De heer Wassenberg (PvdD):

Ja, voorzitter. De minister zegt: nou, het ene jaar meer dan het andere jaar. Maar in haar beantwoording van de vragen in het schriftelijk overleg schrijft ze dat die, ik citeer, "al jarenlang bij lange na niet worden benut", dus over een lange periode en op geen stukken na. Dat is toch iets anders dan "het ene jaar wel, het andere jaar niet".

Minister Schouten:

Ik zou bijna zeggen: daar moet de heer Wassenberg vanuit zijn perspectief toch blij mee zijn! Want dat betekent dat we ook nog onder de quotumdoelstellingen blijven die daarvoor gesteld zijn.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dan kun je ze beter innemen.

Minister Schouten:

Wij weten wat MSY is; dat stellen we vast. Bij de meeste soorten gaat het allemaal heel goed. We hebben dan een deel nog niet volledig benutte contingenten. Ik zou tegen de heer Wassenberg zeggen: tel uw zegeningen, op dit late tijdstip.

De voorzitter:

Dan de motie op stuk nr. 72.

Minister Schouten:

Ja, de laatste motie. Daarin wordt de regering verzocht de gereserveerde middelen voor een sanering van de kottervisserij voor het eind van het jaar in te zetten, los van het Noordzeeakkoord. We hebben een Noordzeeakkoord. Dat is een samengesteld geheel, waar zowel innovatie- als saneringsmiddelen en allerlei andere afspraken bij horen. Daar trekken we nu niet één onderdeel uit. Dat zouden we sowieso niet gaan doen. Ik ontraad deze motie dus.

Voorzitter. Sta mij toe om de Kamer op dit late tijdstip toch te bedanken voor het afgelopen jaar. Ik ben niet met u allemaal vaak in debat geweest, maar het was me een genoegen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Hartelijk dank.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik kijk naar de klok. Ik schors tot 02.15 uur en dan gaan wij stemmen, want daar zijn we goed in.

De vergadering wordt van 01.26 uur tot 02.15 uur geschorst.

Voorzitter: Arib

Naar boven