3 Democratie, kiesrecht en desinformatie

Aan de orde is het VSO Democratie, kiesrecht en desinformatie (35300-VII, nr. 124).

De voorzitter:

We beginnen vandaag met het VSO Democratie, kiesrecht en desinformatie (35300-VII, nr. 124). Ik heet de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van harte welkom, en natuurlijk heet ik de Kamerleden ook van harte welkom. Ik geef de heer Middendorp als eerste spreker namens de VVD het woord.

De heer Middendorp (VVD):

Dank, voorzitter. De spelregels van onze democratie gaan ver terug, vaak tot Thorbecke. Door digitalisering worden die spelregels getest. Duitse politici, waardoor door hackers gestolen informatie op social media verspreid wordt en verhalen over Chinese en Russische trollenfabrieken. We moeten niet naïef zijn: dat kan ook in Nederland gebeuren. Dus we moeten er alles aan doen om buitenlandse digitale inmenging bij onze electorale processen en de komende verkiezingen te voorkomen en daarbij de vrijheid van meningsuiting zoals we die kennen te waarborgen. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat bij politieke campagnes en verkiezingen de digitale ruimte steeds belangrijker wordt;

overwegende dat er sprake kan zijn van (buitenlandse) digitale inmenging bij electorale processen via socialemediaplatformen of andere digitale middelen;

overwegende dat zowel op Europees als Nederlands niveau wordt gewerkt aan regels om dit te voorkomen en tegelijkertijd de vrijheid van meningsuiting te beschermen;

van mening dat Nederland zelf de integriteit van zijn verkiezingen moet kunnen garanderen;

verzoekt de regering om voor de behandeling van de Begroting 2021 een concreet operationeel overzicht met de Kamer te delen met daarin analysekader, organisaties, samenwerkingsverbanden met techbedrijven en/of de Europese Unie en andere middelen waarmee Nederland zelf gaat bewerkstelligen dat (buitenlandse) digitale inmenging tijdens de Nederlandse verkiezingen van 2021 geïdentificeerd en voorkomen kan worden;

verzoekt de regering tevens de Kamer te informeren welke social media-platformen een archief van geplaatste politieke advertenties publiek maken en welke niet en wat de verschillende social media-platformen doen om de identiteit van politieke adverteerders te verifiëren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Middendorp en Asscher. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 126 (35300-VII).

Dank u wel, meneer Middendorp.

De heer Middendorp (VVD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Precies twee minuten. Dan geef ik nu het woord aan de heer Smeulders namens GroenLinks.

De heer Smeulders (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Er is de laatste tijd nogal wat te doen rondom de informatiepositie van de Tweede Kamer, en er lijkt daarover toch wel een klein verschil van inzicht te bestaan tussen kabinet en Kamer. Inmiddels vindt ook de Raad van State daar wat van, dus vandaar deze motie over artikel 68 van de Grondwet.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Tweede Kamer twee moties (28362, nr. 25 en 28362, nr. 26) over de uitleg van artikel 68 Grondwet unaniem heeft aangenomen;

constaterende dat de Raad van State in zijn ongevraagde advies van 15 juni jongstleden uitgebreid in is gegaan op de ministeriële verantwoordelijkheid en de interpretatie van artikel 68 Grondwet;

overwegende dat het voor de goede werking van de parlementaire democratie essentieel is dat de interpretatie van artikel 68 Grondwet voor Kamer en regering helder is;

verzoekt de regering om voor de begroting van het ministerie van Algemene Zaken een kabinetsreactie op het ongevraagde advies van de Raad van State aan de Kamer te zenden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Smeulders en Özütok. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 127 (35300-VII).

De heer Van der Molen (CDA):

Even een praktische opmerking bij deze motie. Volgens mij delen we in de Kamer het standpunt over artikel 68 en de informatieplicht van de regering. Onze collega Van Gent van de VVD heeft een debat aangevraagd over het ongevraagde advies van de Raad van State. Volgens mij staat dat debat vrij vlot na het zomerreces geagendeerd, in ieder geval in potlood. Los van de inhoud van uw motie moeten we denk ik even kijken of deze dingen elkaar procedureel niet in de weg gaan zitten. Ik wil die discussie ook voeren, zeker aan de hand van de kabinetsreactie, maar u hangt dit op aan de begroting van Algemene Zaken. Die behandeling is pas in oktober.

De voorzitter:

Procedureel klopt het wat de heer Van der Molen zegt. Er is een debat aangevraagd over het ongevraagd advies. Daar zal ook een kabinetsreactie op komen. Het is ordentelijk om het dan in dat verband en op die manier te bespreken. Maar het is aan u.

De heer Smeulders (GroenLinks):

Dat lijkt me ook, voorzitter. Wij willen dit zo snel mogelijk bespreken. Als het er op basis van het antwoord van de minister op lijkt dat het sneller kan, trekken we de motie heel graag in.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik zie dat de minister gelijk kan antwoorden. Het is op zo'n laatste dag voor het reces heel fijn als het wat vlot gaat. Het woord is aan de minister.

Minister Ollongren:

Dank, voorzitter. Ik denk inderdaad dat we daar allemaal belang bij hebben. Ik zag nog een derde spreker staan. Vandaar dat ik nog even bleef zitten.

Allereerst de heer Middendorp en de motie die hij heeft ingediend. Laat ik heel kort iets zeggen over de consideransen. Er staat veel in. Een deel van de aspecten wordt in de geëigende gremia besproken. Voor het overige kan ik toezeggen dat hetgeen de motie verzoekt ook kan worden uitgevoerd. Ik zou het oordeel over de motie aan de Kamer willen laten.

Dan de motie van de heer Smeulders. Als ik het goed begrijp uit het debatje van zonet heeft hij die nog niet aangehouden. Het kabinet heeft het advies van de Raad van State natuurlijk meteen aan de Kamer doen toekomen. We zijn ook meteen gestart met het werken aan een kabinetsreactie daarop. Natuurlijk is er wel afstemming nodig tussen de departementen en de collega's. Ik kan mij in het licht van hetgeen de heer Van der Molen heeft gezegd voorstellen dat de motie dan niet nodig is. Het kabinet doet zijn best. Ik neem de wens van de Kamer mee om zo vroeg mogelijk met die kabinetsreactie te komen. We zouden kunnen afspreken dat ik de Kamer er direct na het reces over informeer of het op tijd voor het debat lukt. In dat geval zou de motie kunnen worden aangehouden.

De heer Smeulders (GroenLinks):

Dan wil ik de motie wel intrekken. Ik moet zeggen dat het nog niet helemaal bemoedigend klinkt dat het kabinet gaat kijken of het lukt voor het debat, maar volgens mij is de wens heel duidelijk.

Minister Ollongren:

De wens is heel duidelijk. Mijn toezegging om er alles aan te doen om ervoor te zorgen dat het lukt, is hopelijk ook duidelijk.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Smeulders/Özütok (35300-VII, nr. 127) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we ook aan het eind gekomen van dit VSO.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ene motie van de heer Middendorp gaan we vanavond stemmen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven