72 Sportbeleid

Aan de orde is het VSO Sportbeleid (30234, nr. 244).

De voorzitter:

Ik heet de minister hartelijk welkom. Wij gaan door met het VSO Sportbeleid, met als eerste spreker de heer Van Nispen van de SP. Aan u het woord.

De heer Van Nispen (SP):

Dank u wel, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het beleid erop gericht moet zijn zwemveiligheid te bevorderen en het aantal verdrinkingen te laten dalen;

constaterende dat de Reddingsbrigade Nederland hier een belangrijke rol in speelt, maar sterk afhankelijk is van contributiegelden van vrijwilligers en de financiering vanuit gemeenten en projecten;

constaterende dat bovengenoemde inkomsten onvoldoende toereikend zijn om de basisinfrastructuur voor zwemveiligheid overeind te houden en te kunnen investeren in voorlichting over zwemveiligheid, in innovaties en in verdere professionalisering van het toezicht langs de Nederlandse stranden;

overwegende dat een daling van leden en daarmee contributie van directe invloed is op de zwemveiligheid in onze kustgebieden en binnenwateren;

van mening dat het eigenlijk raar is dat vrijwilligers van de reddingsbrigades moeten betalen om levensreddend werk te mogen doen;

spreekt uit dat de vrijwilligers van de reddingsbrigades waardering verdienen voor hun inzet voor zwemveiligheid in Nederland en dat de zwemveiligheid een structurele financiering nodig heeft voor de maatschappelijke taken die ze uitvoeren, vanuit de collectieve verantwoordelijkheid om de zwemveiligheid in Nederland te bevorderen, met de coördinatie voor het zwemveiligheidsbeleid vanuit het ministerie van VWS en de ondersteuning van het toezicht dat plaatsvindt langs de stranden;

verzoekt de regering om in overleg met de Reddingsbrigade Nederland te onderzoeken hoe er voldoende middelen uitgetrokken kunnen worden om de taken van de reddingsbrigades met betrekking tot de zwemveiligheid in Nederland te kunnen bevorderen en verdrinkingen te voorkomen;

verzoekt de regering tevens om te onderzoeken welke vergelijkbare organisaties met betrekking tot water en zwemveiligheid, zoals de KNRM, een vergelijkbare uitgangspositie hebben, en dit terug te koppelen aan de Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Nispen en Rudmer Heerema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 246 (30234).

De motie past op één A4, hè?

De heer Van Nispen (SP):

Sorry?

De voorzitter:

De motie past net op één A4.

De heer Van Nispen (SP):

Ja, de motie past er precies op, voorzitter. Deze doet u misschien denken aan de beroemde motie-Tellegen/Kooiman.

Ik heb nog twee vragen. De eerste gaat over mensen met een beperking. Wij hebben eerder afgesproken dat de doelstelling van het beleid is dat in 2030 mensen met een beperking net zo veel deelnemen aan sport en bewegen. Er zijn zulke mooie initiatieven. Ik was verheugd over de antwoorden van de minister. Mag ik de toezegging dat de minister in gesprek blijft met het Fonds Gehandicaptensport en de Kamer bij de begroting informeert over wat dit in financiële zin gaat betekenen?

Tot slot zou ik nog kort aandacht wille vragen voor VoetbalTV. Vandaag hebben we een petitie aangeboden gekregen. Het is allemaal heel erg ingewikkeld en toch wil ik de minister vragen om naar die casus te kijken, want hoe kan het nou dat er geen duidelijkheid komt over hoe dit juridisch in elkaar zit? Hoe kan het dat in andere landen de Europese verordening, de AVG, anders wordt uitgelegd en dat het daar wel mogelijk is om amateurwedstrijden op te nemen en uit te zenden?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank. Dan mevrouw Westerveld, GroenLinks. Gaat uw gang.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Voorzitter. We zijn allemaal blij dat we vanaf 1 juli weer meer mogen sporten. Dat geldt ook voor mezelf, hoewel het een beetje zuur is dat dan net de zomerstop begint. Maar ik ben blij dat de maatregelen zijn versoepeld.

Ik ben ook blij met een aantal antwoorden die we van de minister hebben gekregen. Je ziet dat de sport met elkaar door deze periode heen is gegaan. Ik ben blij dat het nodige steuntje in de rug kwam van de regering.

Ik heb nog een vraag aan de minister over het steunpakket van de KNVB. Hoe staat het daarmee? Ik heb er ook een motie over. Ik vind dat we de verschillende sporten goed moeten ondersteunen. Tegelijkertijd is het niet goed uit te leggen dat juist in die voetbalsector sommige salarissen wel heel hoog zijn. We fronsen allemaal weleens onze wenkbrauwen over transferkosten als spelers naar andere clubs gaan. Daar heb ik een motie over.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat veel voetbalclubs financieel kwetsbaar zijn;

constaterende dat twee seizoenen geleden nog vijf van de achttien Nederlandse eredivisieclubs een negatief eigen vermogen hadden;

overwegende dat door de coronacrisis profvoetbalclubs veel inkomsten mislopen, de voetbalsector in acute financiële nood is gekomen en de KNVB zich genoodzaakt voelde overheidssteun te vragen;

overwegende dat de financiële kwetsbaarheid mede wordt veroorzaakt door enorme verschillen in salarissen en hoge transferkosten waarbij tegen elkaar wordt opgeboden, en inkomsten sterk afhangen van sportieve resultaten zoals Europees voetbal;

overwegende dat sommige Europese landen ook nog eens fiscale voordelen geven aan voetbalclubs en hun spelers;

overwegende dat er dus ook een Europese aanpak nodig is voor het oplossen van de financiële kwetsbaarheid van Nederlandse voetbalclubs;

verzoekt de regering in Europees verband in gesprek te gaan over het creëren van een gelijk speelveld voor voetbalclubs door het wegnemen van nationale fiscale voordelen, aan te dringen op betere Europese regels om staatssteun aan voetbalclubs tegen te gaan en te bezien of inkomsten minder afhankelijk van prestaties kunnen worden;

verzoekt de regering tevens in gesprek te gaan met de KNVB over eisen die zorgen dat de voetbalsector financieel minder kwetsbaar uit de coronacrisis komt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Westerveld en Diertens. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 247 (30234).

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

En ik sluit me aan bij de vragen van collega Van Nispen over de gehandicaptensport.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Von Martels van het CDA.

De heer Von Martels (CDA):

Voorzitter, dank u wel. Ik zou uren over sport kunnen praten, maar omwille van de tijd ga ik niet aan tijdrekken doen. Ik lees mijn motie voor. Het is een belangrijk onderwerp en ik hoop dat die enige sympathie oproept bij de minister.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat sportieve digitale startups zoals VoetbalTV of andere initiatieven van sportbonden het sport- en spelplezier en de beleving in de amateursport kunnen verhogen;

constaterende dat in de praktijk dit soort initiatieven niet ontplooid kunnen worden vanwege privacybezwaren die zouden kunnen volgen vanuit de AVG;

overwegende dat het van fatsoenlijk en behoorlijk bestuur getuigt als instanties zoals de Autoriteit Persoonsgegevens voortvarend en adequaat gevolg geeft aan eigen onderzoek en reageert op verzoeken en bezwaren van burgers en bedrijven, waaronder een organisatie als VoetbalTV;

overwegende dat VoetbalTV al maanden zit te wachten op een reactie van de Autoriteit Persoonsgegevens en alle verzoeken om met de AP in overleg te komen, werden afgewezen;

overwegende dat het kabinet met de motie op stuk nr. 18 (34851) een instrument heeft om de Autoriteit Persoonsgegevens aan te spreken;

verzoekt de regering om zo spoedig mogelijk een overleg te bevorderen tussen de Autoriteit Persoonsgegevens en de betrokken sportinitiatieven en zo nodig zelf het initiatief te nemen om te kijken hoe mogelijke obstakels kunnen worden weggenomen;

verzoekt de regering daarnaast om bij de Autoriteit Persoonsgegevens aan te dringen op een (zeer) spoedige afronding van het onderzoek naar VoetbalTV, waarbij te denken valt aan een termijn van hooguit enkele weken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Von Martels, Van Aalst en Rudmer Heerema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 248 (30234).

De voorzitter:

De heer Van Nispen heeft een vraag over deze motie.

De heer Van Nispen (SP):

Ik heb er net ook een vraag over gesteld aan de minister. Ik vind het wel lastig, want we hebben een onafhankelijke toezichthouder in Nederland, een privacy-waakhond. Ik snap waar de frustratie vandaan komt, maar we weten ook hoe het komt dat de Autoriteit Persoonsgegevens niet snel reageert. Nogmaals, ik vind het voor Voetbal TV heel onbevredigend hoe dit gaat, maar het is wel zo dat ze al jaren ondergefinancierd worden en dat de wachttijden bij de privacy-waakhond enorm zijn opgelopen. Dat hebben we gisteren ook weer gehoord toen we het jaarverslag aangeboden hebben gekregen. Dan wil ik wel de partij van de heer Von Martels en die van de mede-indieners vragen om ook naar de capaciteit van onze privacy-waakhond te kijken, om in de toekomst dit soort zaken in ieder geval te voorkomen.

De heer Von Martels (CDA):

In de toekomst willen we daar best naar kijken, maar de intentie die uit deze motie spreekt, is heel duidelijk: zorg ervoor dat de Autoriteit Persoonsgegevens in actie komt, in ieder geval om te tonen dat ze tot een uitspraak komen, want te veel initiatieven zitten te wachten op een antwoord. Daar moet een antwoord op komen en daarvoor is deze motie ingediend. Met alles wat er nu aan verzoeken wordt ingediend, kan in de toekomst zeker rekening worden gehouden, maar dat is voor dit moment niet relevant.

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan mevrouw Diertens van D66.

Mevrouw Diertens (D66):

Dank u wel, voorzitter. Ik dank de minister ook voor het beantwoorden van de vele vragen die we in tijden van corona hebben gesteld. Ook heel veel dank aan minister Bruins dat hij zo de professionalisering van de sportsector — ik bedoel met name als arbeidsmarkt — heeft ingezet. Die initiatieven blijven we volgen.

Ik ben ook erg geschrokken van de monitor van het Mulier Instituut. Uit de monitor die de minister vanmiddag naar ons toestuurde, blijkt dat 50% van de kinderen in de basisschoolleeftijd minder is gaan bewegen door de crisis. Maar ook volwassenen zijn minder gaan bewegen. Dat is funest voor hun mentale en fysieke gezondheid, als je het mij vraagt.

De totale schade van de sportsector wordt geschat op 400 tot 600 miljoen euro, ondanks alle steunmaatregelen van het kabinet. Ik ben blij met de toezegging van de minister in het verslag dat hij deze monitor serieus neemt en gaat bekijken of additionele steun nodig is. Ik wil de minister wel vragen om daarbij de effecten voor mensen met een beperking mee te nemen, want inclusie is ook hier heel erg belangrijk. We mogen hen niet in de steek laten.

Voorzitter. Rest mij nog te zeggen dat sport en dagelijks bewegen, een gezonde leefomgeving en gezonde voeding vragen om een interdisciplinaire aanpak. Een aantal prominenten heeft hier ook al aandacht voor gevraagd. Een gezonde leefstijl, waar sport en bewegen een sleutelrol in hebben, helpt ons gezond ouder te worden. En wie wil dat nou niet? Ik hoop dat we daarin goede stappen kunnen zetten. Ik heb de motie van mevrouw Westerveld van GroenLinks medeondertekend. Ik heb zelf geen moties.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan kijk ik naar de heer Heerema van de VVD.

De heer Rudmer Heerema (VVD):

Voorzitter. Ik zou willen beginnen met het danken van deze minister voor de afgelopen maanden dat hij ook minister van Sport is geweest en adequaat en to the point heeft geacteerd op de onderwerpen die deze maanden aan de orde zijn geweest. Het was lastig voor de sport en het was heel fijn dat er een minister stond die er voor ze was en er heel veel aandacht aan heeft gegeven. Dank daarvoor.

Ik heb één motie. Die motie betreft het EK wielrennen, een prachtig evenement dat in Alkmaar is verreden. Daar is geen subsidie aan uitgekeerd, omdat de evenementencommissie van de Sportraad er negatief over geadviseerd heeft. Volgens mij onterecht, want als je ziet wat een prachtig evenement het is geweest, dan is het gewoon doodzonde dat we zo'n evenement in de kou laten staan. Volgens mij moeten we daar in de toekomst ook iets mee, maar nu gaat het specifiek over dit evenement.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de evenementencommissie van de Nederlandse Sportraad nog geen optimaal traject heeft kunnen optuigen om een goed onderbouwd advies te kunnen geven over subsidieverstrekking aan sportevenementen;

constaterende dat bijvoorbeeld bij het EK wielrennen in Alkmaar een negatief advies is gegeven, terwijl dit evenement een enorm nationaal succes is geweest met regionale impact;

overwegende dat er nog voldoende ruimte in het evenementenbudget zit;

van mening dat gemeenten en sportbonden juist ondersteund en geënthousiasmeerd moeten worden in plaats van afgeremd als het gaat om het binnenhalen van grote internationale sportevenementen;

verzoekt de regering om de door Alkmaar aangevraagde subsidie voor de organisatie van het EK wielrennen van ongeveer €450.000 toe te kennen vanuit het budget voor sportevenementen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Rudmer Heerema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 249 (30234).

Ik schors voor enkele ogenblikken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef de minister het woord.

Minister Van Rijn:

Dank u, voorzitter. Er zijn een aantal vragen gesteld die ik eerst kort wil beantwoorden. De heer Van Nispen vroeg mij of ik ten aanzien van de sport voor mensen met een beperking in gesprek blijf met de sector, om te zorgen dat wij dit overeind houden en om te zorgen dat dit ook een structurele plek heeft en blijft houden in de sportsector. Volgaarne! Ik ben met de sector in gesprek en dat zal ik blijven doen.

Op Voetbal TV kom ik terug bij de behandeling van de motie die daarover is ingediend.

Mevrouw Diertens vroeg of ik de effecten van de coronacrisis voor mensen met een beperking zou willen meenemen in de monitoring. Dat wil ik graag doen. In het onderzoeksconsortium van het Mulier Instituut is er ook aandacht geweest voor doelgroepen. Het gaat hier om mensen die sowieso al minder sporten, voor wie het zo belangrijk is dat het wel gebeurt. Ik heb ook contact met het platform Ik sport over de effecten voor mensen met een beperking.

Ik meen dat mevrouw Dierkens ook vroeg naar de reactie op het initiatief van de heer Albeda en een aantal prominente sporters. Daar hebben wij eigenlijk meteen in dezelfde week op gereageerd. De komende week vindt nog een gesprek plaats met de initiatiefnemers en andere departementen om te kijken of wij dit initiatief verder kunnen brengen. Ook dat heeft dus onze grote aandacht.

Dan de moties. De motie op stuk nr. 246, ingediend door de heer Van Nispen en de heer Heerema, gaat over de reddingsbrigades. In de motie wordt een sympathiek doel nagestreefd. Maar ik moet er wel een kanttekening bij plaatsen. Mijn rol is in beginsel beperkt, omdat het echt een vrijwilligersorganisatie is die vooral een financiële relatie onderhoudt met de gemeenten, die als het ware bij de reddingsbrigade "diensten" inkopen. Maar ik begrijp wel de achterliggende gedachte van de motie: hoe safe is het naar de toekomst toe? Het gaat hier immers wel om een belangrijk onderwerp, namelijk de veiligheid. Mag ik de motie zo lezen dat ik in gesprek ga met mijn collega van I&W om te kijken wat het toekomstperspectief van de reddingsbrigades is en dat ik daarover zal terugkoppelen in het WGO Sport? Als ik de motie op die manier mag lezen, zou ik het oordeel over de motie aan de Kamer willen laten.

De voorzitter:

Ik zie de indieners overleggen.

De heer Van Nispen (SP):

Ik hoop dan dat wij rond Prinsjesdag daarover meer informatie kunnen krijgen, omdat dan de begroting bekend wordt. Dan spreken wij daarover verder in het WGO Sport. Als ik dat zo mag opvatten …

Minister Van Rijn:

Ja, dat mag u.

De voorzitter:

Oké. Dan krijgt de motie op stuk nr. 246 langs deze lijn het oordeel Kamer.

Minister Van Rijn:

Dan de motie op stuk nr. 247, over de KNVB. Daar zitten eigenlijk twee elementen in. Enerzijds worden wij gevraagd om in Europees verband in gesprek te gaan over een gelijk speelveld voor voetbalclubs. Dat wil ik zo her en der wel doen, ook in het overleg dat ik heb met mijn Europese collega's en dat vooral mijn ambtsopvolger met de Europese collega's zal hebben. Maar ik moet wel een beetje aan verwachtingenmanagement doen, want de verschillen tussen landen zijn echt enorm groot. Sommige landen zijn erg afhankelijk van sponsorgelden en mediarechten, terwijl andere landen zeer afhankelijk zijn van de inkomsten van het publiek. Er is dus sprake van een zeer ongelijke situatie. Ik wil dat best met mijn collega's bespreken, maar ik wil de verwachtingen echt wel een beetje temperen.

Anderzijds worden wij in de motie gevraagd in gesprek te gaan met de KNVB over de eisen die de voetbalsector minder kwetsbaar maakt in de coronacrisis. De KNVB heeft een deltaplan ingediend waarin een beeld wordt geschetst van wat er allemaal aan de hand is in het betaald voetbal. Ik ben met de KNVB in gesprek over de vraag wat de betekenis van dit deltaplan is en wat het betekent voor de verschillende clubs. Ik zou willen voorstellen dat u mij de gelegenheid geeft om dat gesprek voort te zetten en de uitkomst daarvan af te wachten. Om die reden zou ik de indieners willen vragen om de motie op dat punt aan te houden.

De voorzitter:

Mevrouw Westerveld, bent u bereid uw motie aan te houden?

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Ik wil het tweede deel van de motie wel schrappen, als de minister zegt dat hij al in gesprek is. Wij vragen inderdaad twee dingen. Allereerst: ga met de Europese collega's in gesprek. Ik begrijp echt wel dat wij niet kunnen verwachten dat dit in één keer wordt opgelost, maar ik vind dit ook een politieke kwestie. Wij merken dat salarissen, transfersommen en dergelijke uit de klauwen beginnen te lopen. Dus het is fijn als de minister zegt dat hij dit wil aankaarten in de gesprekken met zijn collega's. Dan wil ik het tweede deel van het dictum van de motie wel weghalen.

De voorzitter:

De motie-Westerveld/Diertens (30234, nr. 247) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat veel voetbalclubs financieel kwetsbaar zijn;

constaterende dat twee seizoenen geleden nog vijf van de achttien Nederlandse eredivisieciubs een negatief eigen vermogen hadden;

overwegende dat door de coronacrisis profvoetbalclubs veel inkomsten mislopen, de voetbalsector in acute financiële nood is gekomen en de KNVB zich genoodzaakt voelde overheidssteun te vragen;

overwegende dat de financiële kwetsbaarheid mede wordt veroorzaakt door enorme verschillen in salarissen en hoge transferkosten waarbij tegen elkaar wordt opgeboden, en inkomsten sterk afhangen van sportieve resultaten zoals Europees voetbal;

overwegende dat sommige Europese landen ook nog eens fiscale voordelen geven aan voetbalclubs en hun spelers;

overwegende dat er dus ook een Europese aanpak nodig is voor het oplossen van de financiële kwetsbaarheid van Nederlandse voetbalclubs;

verzoekt de regering in Europees verband in gesprek te gaan over het creëren van een gelijk speelveld voor voetbalclubs door het wegnemen van nationale fiscale voordelen, aan te dringen op betere Europese regels om staatssteun aan voetbalclubs tegen te gaan en te bezien of inkomsten minder afhankelijk van prestaties kunnen worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 250, was nr. 247 (30324).

Minister Van Rijn:

Dan blijft over het verzoek om dit op Europees niveau aan de orde te stellen. Als dat het geval is, laat ik het oordeel over de motie aan de Kamer.

De voorzitter:

Dan blijft er één dictum over en mevrouw Westerveld schrapt het tweede. Begrijp ik dat goed?

Minister Van Rijn:

Ja, met het daarbij behorende verwachtingsmanagement.

De voorzitter:

Met daarbij een winstwaarschuwing. Dan de motie op stuk nr. 248.

Minister Van Rijn:

Wat betreft de motie op stuk nr. 248 over VoetbalTV zit ik een beetje in een dilemma. Aan de ene kant snap ik de casus VoetbalTV en de wens om snel tot duidelijkheid te komen heel goed. Aan de andere kant wil ik er, zoals de heer Van Nispen al zei, ook voor waken om de Autoriteit Persoonsgegevens voor de voeten te lopen omdat dat orgaan zijn eigen afwegingen moet maken en zelfstandig en onafhankelijk moet kunnen opereren. Aan de ene kant is de privacy dus belangrijk en aan de andere kant snap ik die roep om duidelijkheid. Ik kan u wel mededelen dat collega Dekker regelmatig bestuurlijk overleg voert met de Autoriteit Persoonsgegevens, in lijn met de genoemde motie-Koopmans. Ik weet van hem — ik heb het daar even met hem over gehad — dat hij deze casus onder de aandacht van de Autoriteit Persoonsgegevens wil brengen. Ik zou het liefste de motie willen ontraden, waarbij ik aangeef dat ik, met mijn collega, aandacht heb voor de zaak en dat het met de Autoriteit Persoonsgegevens wordt besproken.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 248 wordt ontraden. Dan de motie op stuk nr. 249.

Minister Van Rijn:

Met de motie op stuk nr. 249 heb ik, even los van het sympathieke doel, wel problemen. Het proces als het gaat om subsidieaanvragen is: ze worden ingediend, vervolgens worden ze beoordeeld en al dan niet afgewezen. In dit geval is het afgewezen, hoewel er wel een subsidie is verstrekt. Tegelijkertijd loopt er nog een bezwarenprocedure. Ik vind het wel bezwaarlijk om tijdens die bezwarenprocedure in de Kamer uit te spreken die subsidie toch maar toe te gaan kennen of te verhogen. Dan zouden we het hele systeem van beoordeling en bezwaar letterlijk voor de voeten lopen. Om die reden zou ik deze motie willen ontraden.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 249 wordt ontraden.

De heer Rudmer Heerema (VVD):

Volgens mij hangt het echt op dagen. Ik weet dat er op 8 juli een definitieve uitspraak komt over deze casus. Wat mij betreft houd ik de motie aan, want ik heb het idee dat er binnenkort nog een stemming aan zou kunnen komen, of anders misschien meteen de eerste week na het reces. Ik houd de motie dus aan en breng deze bij de eerstvolgende gelegenheid in stemming.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Rudmer Heerema stel ik voor zijn motie (30234, nr. 249) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Van Rijn:

Dat lijkt me een goede oplossing, voorzitter.

De voorzitter:

Ik dank de minister.

De beraadslaging wordt gesloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven