5 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer na het reces:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet milieubeheer en diverse aanverwante wetten (Verdere invulling van hoofdstuk 9) (31501);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Waterwet en de Wet Infrastructuurfonds in verband met de bescherming tegen overstromingen en de zorg voor de zoetwatervoorziening in relatie tot verwachte klimaatveranderingen (Deltawet waterveiligheid en zoetwatervoorziening) (32304);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen in verband met de evaluatie van deze wet en herstel van onvolledige implementatie van richtlijn nr. 2001/20/EG (31452);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Wet toelating zorginstellingen in verband met het regelen van de voorwaarden voor aanspraken op langdurige zorg buiten Nederland en de financiering van deze aanspraken (Wet AWBZ-zorg buitenland) (32154).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de GroenLinksfractie benoem ik in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken het lid El Fassed tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van den Berge.

Op verzoek van de PvdA-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie het lid Dikkers tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van der Veen.

Ik stel voor, de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 24202-26; 24202-25; 22112-1133; 21501-07-775; 21501-07-774; 2011Z00670; 31371-359; 29515-327; 32500-XIII-165; 29515-318; 29515-319; 29515-323; 31311-50; 31311-52; 31430-22; 24036-374; 31311-55; 31311-57; 30128-20; 31371-348; 31311-60; 31311-59; 31311-61; 32500-V-145; 29675-106; 31209-146; 28737-19; 30196-123; 31252-11; 31209-145; 30196-117; 30196-105; 30196-103; 32500-VIII-50 en 31757-24.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda het VAO Inholland (algemeen overleg van 15 februari 2011), met als eerste spreker het lid Jasper van Dijk.

Tevens stel ik voor, toe te voegen aan de agenda na het reces het VAO binnenvaart (algemeen overleg van 19 januari 2011), met als eerste spreker het lid Graus van de PVV.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Gesthuizen van de SP-fractie.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Ik wil graag een vooraankondiging doen van een VAO over het morgen, 17 februari, nog te houden algemeen overleg over de JBZ-raad, met aansluitend stemmingen.

De voorzitter:

Heel goed, dan houden we daar rekening mee.

Het woord is aan de heer Ulenbelt.

De heer Ulenbelt (SP):

Voorzitter. Verslagenheid in Oss, nu Merck heeft gezegd, niet verder te willen onderhandelen over de werkgelegenheid bij MSD. Daarom wil ik, mede namens de Partij van de Arbeid, een debat aanvragen met de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de nu in Oss ontstane situatie.

Mevrouw Verburg (CDA):

Voorzitter. Ik begrijp het verzoek van de heer Ulenbelt, maar toch ben ik er geen voorstander van. Wij weten dat de raad van commissarissen, maar ook de ondernemingsraad en de vakbonden deze zaak onder de rechter hebben gebracht. Als een zaak in juridische handen en onder de rechter is, is het goed gebruik dat de Kamer daarover niet spreekt met een bewindspersoon.

De heer Azmani (VVD):

De VVD-fractie kan de woorden van mevrouw Verburg geheel volgen. De zaak ligt onder de rechter, wij begrijpen het verzoek.

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter. Ik kan de woorden van mevrouw Verburg ook volgen, maar ik trek een andere conclusie. Dit geval staat niet op zich, er zijn een aantal van dergelijke gevallen. Het lijkt me goed om aan de hand hiervan een iets breder debat te houden over de positie van de Nederlandse kenniseconomie. Met andere woorden, wij steunen het verzoek om een debat.

De heer Van den Besselaar (PVV):

Voorzitter. Wij zijn het eens met mevrouw Verburg, in die zin dat wij hierover niet kunnen oordelen zolang het onder de rechter is.

De heer Ulenbelt (SP):

Het is maar wat je beschouwt als "onder de rechter". Het gaat om een kort geding, dat hoogstwaarschijnlijk nog deze of volgende week zal plaatsvinden. Daarna is het onder de rechter vandaan, wat betekent dat we hierover gewoon zouden kunnen debatteren. Ik wil erop wijzen dat we afgelopen zomer het reces hebben onderbroken om hierover te spreken. We zijn nu in precies dezelfde situatie als toen. Het argument van het kort geding zou niet moeten overtuigen om niet over deze hoeksteen van de kenniseconomie te spreken.

De voorzitter:

Maar zou u ook pas willen spreken als de rechter een uitspraak heeft gedaan?

De heer Ulenbelt (SP):

Nee, voor mij hoeven we daarop niet te wachten.

De voorzitter:

Als het een kort geding is, zal het snel zijn.

De heer Ulenbelt (SP):

Ja, deze week of volgende week. Volgende week hebben wij reces, dus dinsdagavond over twee weken zou een mooi moment zijn.

De voorzitter:

Dan hebben we helaas geen vergadering.

Mevrouw Verburg (CDA):

De heer Ulenbelt komt al een stapje in mijn richting, die door collega's wordt gedeeld. Me dunkt, nadat de rechter heeft gesproken, is het wellicht weer een zaak voor de Tweede Kamer. Ik heb al gezegd dat ik het verzoek op zich begrijp, maar niet nu en niet onder deze omstandigheden.

De voorzitter:

Mijnheer Ulenbelt, zien we u dan terug na het reces? Ik heb namelijk de indruk dat mevrouw Verburg op dit moment geen standpunt inneemt. Althans, u vraagt een debat. Daarvoor zijn 76 leden nodig en mevrouw Verburg zegt nu neen.

De heer Ulenbelt (SP):

Nou ja, dan is het beroerd gesteld.

De voorzitter:

Meldt u zich voor de regeling van werkzaamheden op 1 maart.

Het woord is aan de heer Slob.

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik heb samen met mijn collega Ortega-Martijn schriftelijke vragen gesteld over het stopzetten van tenders. Het kabinet heeft aangegeven dat het tot uiterlijk 15 februari de tijd wilde hebben om de vragen te beantwoorden. De termijn is inmiddels verstreken. Het gaat om een belangrijke zaak en het stopzetten van allerlei ontwikkelingen. Ik zou graag willen rappelleren en verzoek het kabinet om voor morgen 12.00 uur de antwoorden naar ons toe te sturen.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Nu staat op de agenda het spoeddebat over asbest. Ik zie nog geen bewindspersonen en daarom schors ik de vergadering.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven